Regeling faciliteiten bestuur en management en onderwijsnummer voor scholen voor praktijkonderwijs 2007

Regeling van de Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 12 april 2007, nr. VO/F-2007/4505, houdende faciliteiten voor bestuur en management van scholen voor praktijkonderwijs en invoeringskosten onderwijsnummer (Regeling faciliteiten bestuur en management en onderwijsnummer voor scholen voor praktijkonderwijs 2007).

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

Gelet op artikel 85a, eerste lid, en artikel 89, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;

Besluit:

Artikel 1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. school: een school voor praktijkonderwijs als bedoeld in artikel 9 van het Besluit RVC’s, regionaal zorgbudget en praktijkscholen, zoals dit luidde op 31 juli 2006;

b. leerling: een leerling die op grond van artikel 10g van de Wet op het voortgezet onderwijs tot een school voor praktijkonderwijs is toegelaten.

Artikel 2

Doel van de aanvullende bekostiging

1. Het bevoegd gezag van de school ontvangt een aanvullende bekostiging met als doel de versterking van het bestuur en management en de invoering van het onderwijsnummer.

2. De bekostiging wordt verleend als tegemoetkoming in de uitgaven die zijn verbonden aan de in het eerste lid omschreven doelen.

Artikel 3

Bedragen voor het kalenderjaar 2007

1. Het bevoegd gezag van de school ontvangt een vast bedrag van € 3.700,– per school en een leerling-afhankelijk bedrag dat berekend wordt door het aantal leerlingen van de school te vermenigvuldigen met een bedrag van € 50,– per leerling.

2. Indien de uitkomst van de berekening, bedoeld in het eerste lid, lager uitvalt dan € 9.700,–, ontvangt het bevoegd gezag van de school dit laatste bedrag.

3. Het aantal leerlingen, bedoeld in het eerste lid, wordt gebaseerd op de integrale leerlingentelling van 1 oktober 2006, bedoeld in artikel 15b van het Bekostigingsbesluit W.V.O.

Artikel 4

Verstrekking aanvullende bekostiging

1. De aanvullende bekostiging voor de versterking van het bestuur en management en het onderwijsnummer wordt verleend voor het kalenderjaar 2007.

2. Het bevoegd gezag van de school ontvangt de aanvullende bekostiging zonder voorafgaande aanvraagprocedure.

3. Het bevoegd gezag van de school ontvangt uiterlijk in april 2007 een beschikking waarin de aanvullende bekostiging is opgenomen. De betaling van de aanvullende bekostiging vindt plaats in mei 2007.

Artikel 5

Verantwoording aanvullende bekostiging

1. De aanvullende bekostiging wordt verstrekt als tegemoetkoming in uitgaven die zijn verbonden aan de in deze regeling omschreven doelen.

2. Verrekening van eventueel niet-bestede middelen of overschotten vindt niet plaats.

3. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van deze aanvullende bekostiging.

Artikel 6

Inwerkingtreding

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

2. De regeling vervalt met ingang 1 januari 2008.

Artikel 7

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling faciliteiten bestuur en management en onderwijsnummer voor scholen voor praktijkonderwijs 2007.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap, J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart.

Toelichting

De regeling is bestemd voor de scholen voor praktijkonderwijs die op 1 augustus 2006 zijn overgegaan op de lumpsumbekostiging VO. De aanvullende bekostiging is bedoeld om het bestuur en het management van deze scholen verder te versterken en de (aanloop-)kosten invoering onderwijsnummer op te vangen. Voor wat betreft de versterking van het bestuur en management zal het vooral gaan om de inbedding of bestendiging van de in voorgaande jaren getroffen maatregelen op het gebied van deskundigheids-bevordering, specifieke scholing en andere vormen van kennisvergroting. Zowel in 2005 als in 2006 zijn hiervoor al extra middelen ter beschikking gesteld.

Ten aanzien van de aanloopkosten invoering onderwijsnummer wordt gedacht aan alle activiteiten die gericht zijn op een zo snel mogelijke invoering van het onderwijsnummer bij het praktijkonderwijs. Het onderwijsnummer heeft betrekking op de elektronische gegevensuitwisseling van de leerling-gegevens met BRON (basisregister onderwijs). Zoals bekend wordt er naar gestreefd om voor deze scholen het onderwijsnummer op 1 oktober 2008 in te voeren. Tot dat moment is de gewijzigde Regeling gegevensregeling onderwijsnummer VO van toepassing en worden scholen voor praktijkonderwijs in staat gesteld zich voor te bereiden op en het hoofd te bieden aan de (aanloop-)kosten invoering onderwijsnummer. Hierbij valt te denken aan:

– Opvragen en registreren van de sofinummers (ofwel burgerservicenummers).

– Aanpassing van de leerlingengegevens aan de wettelijk gestelde eisen.

– Aanpassing van het administratiepakket. Hierbij valt te denken aan een gezamenlijke aanpak bij de wijziging dan wel aanschaf van administratiepakketten. Wellicht kunnen er onder auspiciën van het Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs initiatieven worden ontplooid.

– Volgen van opleiding/cursus door administratief personeel in verband met het aangepaste administratiepakket en het nieuwe proces van gegevensuitwisseling met de IB-Groep als gevolg van de wet- en regelgeving.

De scholen voor praktijkonderwijs worden via het voorlichtingstraject geïnformeerd op welke wijze en binnen welk tijdsbestek de invoering van het onderwijsnummer zal gaan plaatsvinden. Bij de voorlichting wordt ook gebruik gemaakt van de sites van de Vereniging Landelijk Werkverband Praktijkonderwijs en de IB-Groep. De IB-Groep zal daarnaast ondersteuning verlenen bij het invoeringsproces van het onderwijsnummer.

Administratieve lasten

Deze aanvullende bekostiging is ook voor de schooljaren 2004–2005 en 2005–2006 beschikbaar gesteld. Voor de versterking van het bestuur worden dan ook geen extra administratieve lasten verwacht. Dit in tegenstelling tot het invoeringsproces onderwijsnummer. In voorbereiding op de daadwerkelijke invoering worden de scholen in staat gesteld om in het schooljaar 2007–2008 te gaan ‘schaduwdraaien’. Dit betekent dat scholen, naast de papieren integrale leerlingtelling, ook langs elektronische weg de leerlinggegevens aan kunnen leveren. Tijdelijk leidt dat tot extra administratieve lasten. Op termijn wordt echter een verlaging van de administratieve lasten verwacht.

De scholen hoeven geen aanvraag in te dienen voor de aanvullende bekostiging. Deze wordt ambtshalve verstrekt.

Artikelsgewijs

Artikel 3

De verdelingssystematiek voor de scholen voor praktijkonderwijs bestaat uit een vast bedrag per school van € 3.700,– en een leerling afhankelijk bedrag van € 50,– per leerling. Indien de uitkomst van de formule: vast bedrag per school plus het aantal ingeschreven leerlingen vermenigvuldigd met het bedrag per leerling lager uitvalt dan een bedrag van € 9.700,– dan ontvangt de school dit bedrag. In de praktijk betekent dit dat scholen met minder dan 120 leerlingen in aanmerking zullen komen voor dit bedrag. Hiermee wordt rekening gehouden met de positie van kleine scholen en besturen.

Artikel 5

De aanvullende bekostiging wordt verantwoord in de jaarrekening over 2007. In overeenstemming met de OCW Richtlijn begroting en jaarverslaggeving wordt in de jaarrekening de aan het verslagjaar toe te rekenen subsidie herkenbaar als bate verantwoord en worden de lasten verwerkt binnen de daartoe bestemde posten. Een afzonderlijke specificatie van de lasten naar kostensoorten is niet noodzakelijk. De aanvullende bekostiging wordt opgenomen in bijlage D2 bij de jaarrekening als niet-geoormerkte subsidie.

De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,

J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart

Naar boven