Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Openbaar Ministerie (OM) | Staatscourant 2007, 79 pagina 17 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Openbaar Ministerie (OM) | Staatscourant 2007, 79 pagina 17 | Overig |
Categorie: strafvordering
Rechtskarakter: aanwijzing i.d.z.v. artikel 130, lid 4 Wet RO
Afzender: College van procureurs-generaal
Adressaat: Hoofden van de parketten
Registratienummer: 2007R003
Datum vaststelling: 12-02-2007
Datum inwerkingtreding: 01-05-2007
Geldigheidsduur: 30-04-2011
Vervallen: –
Publicatie in Stcrt.: PM
Relevante beleidsregels OM: Aanwijzing kinderpornografie (2003A012)
Wetsbepalingen: Art. 240b WvSr
Jurisprudentie: –
Bijlagen: –
Richtlijn kinderpornografie 5.Z.07
In de zestiger jaren van de vorige eeuw stond het recht op seksuele zelfbeschikking hoog in het vaandel. Strafrechtelijk optreden werd alleen gerechtvaardigd geacht als dat absoluut noodzakelijk was ter bescherming van de lichamelijke en geestelijke integriteit. De westerse samenleving beleefde een periode van seksuele vrijheid, waarin seksueel contact tussen volwassenen en kinderen niet zonder meer werd afgewezen. De vraag werd zelfs opgeworpen of het strafrechtelijk optreden na seksuele contacten tussen volwassenen en kinderen niet schadelijker was dan het seksuele contact zelf.
Steeds meer brak echter het besef door dat seksuele vrijheid van de één seksuele onvrijheid en zelfs een inbreuk op de lichamelijk integriteit voor anderen – vooral vrouwen en kinderen – kon betekenen. Dit besef heeft geleid tot de ingrijpende wijzigingen van de zedelijkheidswetgeving in 1991 en 1996. Met die wijzigingen werd beoogd meer bescherming te bieden aan degenen die bescherming nodig hadden. De wetswijziging in 1996 bevatte ook een verhoging van de strafmaat voor de verschillende activiteiten m.b.t. kinderpornografie van 3 maanden naar 4 jaar, en als er een beroep of gewoonte van wordt gemaakt naar 6 jaar gevangenisstraf.
In de volgende jaren werd de zedelijkheidswetgeving verder met dat ‘beschermingsoogmerk’ aangepast. Dat gold ook voor artikel 240b van het Wetboek van Strafrecht. De in dat artikel genoemde leeftijdsgrens van 16 jaar werd in 2002 verhoogd jaar naar 18 jaar en ook werd virtuele kinderpornografie in de strafbepaling opgenomen.
Niet alleen die visie op de beschermwaardigheid van het individuele kind en kinderen in het algemeen is veranderd, ook enkele belangrijke aspecten van kinderpornografie zijn aan grote verandering onderhevig geweest. Met de komst van internet is het heel gemakkelijk geworden om anoniem en zonder veel moeite aan het materiaal te komen. Daarnaast vormen fysieke landsgrenzen tegenwoordig minder barrières. Het is gemakkelijk geworden om materiaal te produceren in landen waar dat relatief gevaarloos kan en het te verzenden naar landen waar dat meer problemen zou opleveren. Complete films kunnen worden gedownload en via webcams is het misbruik van kinderen zelfs ‘live’ te volgen. Aangetroffen kinderpornografie blijkt gewelddadiger en extremer te worden, de slachtoffers steeds jonger. Door de vergroting van de markt wordt het vervaardigen van kinderpornografie ook steeds lucratiever en dat heeft weer tot gevolg dat meer kinderen het risico lopen er het slachtoffer van te worden.
Tegenover deze groei in aard en omvang van het fenomeen kinderpornografie behoren passende sancties te worden gesteld. Voor de hoogte van die sancties zijn met name de vier in het basisdelict kinderpornografie nader omschreven factoren van belang:
aard van de afbeeldingen, leeftijd van de slachtoffers, periode waarin de verdachte zijn activiteiten met het materiaal ontplooide en in het bijzonder ook de vraag of hij als vervaardiger en verspreider dan wel uitsluitend als bezitter er van kan worden aangemerkt.
Ernstige delicten
– Kinderpornografie
Basisdelict kinderpornografie 5.Z.05.09
Het basisdelict kinderpornografie ziet op het vervaardigen, verspreiden en in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal. Elk van deze activiteiten kent een eigen strafmaat. Bij productie en handel is de professionaliteit waarmee dat gebeurt mede strafmaat bepalend.
Naast de vraag welke activiteiten een verdachte met het materiaal ontplooide zijn er nog drie specifieke kinderpornografie-factoren:
– de aard van de afbeeldingen
– de leeftijd van de slachtoffers
– de periode gedurende welke de activiteiten werden verricht
Bij het bepalen van de strafmaat kunnen verder nog de algemene Polaris-factor medeplegen en de wettelijke factoren medeplichtigheid en poging een rol spelen.
De recidive-regeling die bij dit delict toepasselijk is wijkt af van de regeling die bij de meeste andere thans geldende Polaris-richtlijnen wordt toegepast en is overgenomen uit de concept-richtlijnen voor ernstige delicten.
Omdat het delict tot die ernstige vormen van criminaliteit wordt gerekend blijft ook de regeling van het afnemend strafnut buiten toepassing.
Toepasselijk kader | ||||
Ernstige delicten | ||||
Basispunten | ||||
120 punten | ||||
Basisfactoren | ||||
Activiteiten met betrekking tot de kinderpornografie | ||||
• Uitsluitend in bezit hebben | 0 pt | |||
– | Kleinschalige verspreiding | 60 pt | ||
– | Grootschalig verspreiden of (bijv. via internet) toegankelijk maken | 120 pt | ||
– | Productie en/of commerciële activiteiten | 240 pt | ||
– | Professionele productie en/of commerciële activiteiten | 360 pt | ||
Aard van de afbeeldingen | ||||
• Poses | 0 pt | |||
– | Ontuchtige handelingen | 120 pt | ||
– | Seksueel binnendringen | 240 pt | ||
– | Geweld | 360 pt | ||
Leeftijd slachtoffer | ||||
• Virtuele kinderpornografie | ||||
– | 16 tot 18 jaar | 60 pt | ||
– | 12 tot 16 jaar | 120 pt | ||
– | Jonger dan 12 jaar | 240 pt | ||
Periode | ||||
• Korte tijd | 0 pt | |||
– | Geruime tijd | 120 pt | ||
Delictspecifieke factoren | ||||
Medeplegen | ||||
• Er is geen sprake van medeplegen | +0 % | |||
– | Er is sprake van medeplegen | +25 % | ||
Wettelijke factoren | ||||
Medeplichtigheid | ||||
• Dader | +0 % | |||
– | Medeplichtige | –33 % | ||
Poging | ||||
• Voltooid delict | +0 % | |||
– | Poging tot plegen | –33 % | ||
Recidiveregeling | ||||
Mate van recidive (ernstige delicten) | ||||
• Geen recidive | +0 % | |||
– | Soortgelijk feit, maar minder ernstig | +15 % | ||
– | 1 maal soortgelijk feit, vergelijkbare ernst of zwaarder | +25 % | ||
– | Meermalen soortgelijke feiten, vergelijkbare ernst of zwaarder | +50 % +dagvaarden | ||
– | Stelselmatig soortgelijke feiten, vergelijkbare ernst of zwaarder | +100 % +dagvaarden | ||
Draagkracht | ||||
Geen | ||||
Speciale regelingen | ||||
Geen | ||||
Bijzonderheden | ||||
De regeling van het afnemend strafnut is bij dit delict niet van toepassing. | ||||
Activiteiten met betrekking tot de kinderpornografie 3Z.01.15
De omgang van de verdachte met het kinderpornografisch materiaal (de ondernomen activiteit) kent gradaties die strekken van het enkele bezit tot de professionele productie of verspreiding van kinderpornografisch materiaal. In dit kader dient het enkel in bezit hebben van kinderpornografisch materiaal minder zwaar te worden aangerekend dan de (grootschalige) verspreiding of de productie van kinderpornografisch materiaal of (de zwaarste categorie binnen dit criterium) het op professionele manier verspreiden of produceren van materiaal. Alhoewel ook het bezit van kinderporno al bijdraagt aan de instandhouding van een ‘markt’ voor kinderpornografisch materiaal, leveren laatstgenoemde activiteiten de relatief grootste bijdrage aan de instandhouding van een ‘markt’ voor kinderpornografisch materiaal, de seksuele exploitatie van kinderen en de voortduring van het slachtofferschap van misbruikte kinderen. Een aanwijzing voor professionaliteit kan zijn de wijze waarop bestanden door versleuteling onzichtbaar worden gemaakt.
Soort factor | |||
Basisfactor | |||
Antwoordmogelijkheden | |||
• Uitsluitend in bezit hebben | 0 pt | ||
– | Kleinschalige verspreiding | 60 pt | |
– | Grootschalig verspreiden of (bijv. via internet) toegankelijk maken | 120 pt | |
– | Productie en/of commerciële activiteiten | 240 pt | |
– | Professionele productie en/of commerciële activiteiten | 360 pt | |
Uitgangspunt indien onbekend | |||
Uitsluitend in bezit hebben | |||
Bijzonderheden | |||
Geen | |||
Zie basisdelicten | |||
– | kinderpornografie | ||
Aard van de afbeeldingen 3Z.01.16
Dit criterium is een direct uitvloeisel van de noodzaak tot bescherming van het kind dat direct bij de vervaardiging van de kinderpornografie is betrokken. Dit criterium kent gradaties die overeenkomen met een onderscheid in ernst van het seksueel misbruik. Afbeeldingen met poses (bijvoorbeeld striptease-series) wegen binnen deze factor het minst zwaar. In oplopende stappen wordt meer gewicht toegekend aan respectievelijk ontuchtige handelingen, seksueel binnendringen en geweld, als zwaarste vorm van seksueel misbruik.
Soort factor | |||
Basisfactor | |||
Antwoordmogelijkheden | |||
• Poses | 0 pt | ||
– | Ontuchtige handelingen | 120 pt | |
– | Seksueel binnendringen | 240 pt | |
– | Geweld | 360 pt | |
Uitgangspunt indien onbekend | |||
Poses | |||
Bijzonderheden | |||
Geen | |||
Zie basisdelicten | |||
– | kinderpornografie | ||
Onderscheiden kan worden naar de leeftijd van de slachtoffers. De variant met het meeste gewicht betreft de categorie van jongste kinderen (0-12 jaar), omdat aan de bescherming van deze leeftijdscategorie het zwaarste belang moet worden toegekend. De lichtste categorie binnen dit criterium betreft virtuele kinderpornografie, omdat bij deze afbeeldingen in de regel geen kinderen direct betrokken zijn geweest.
Soort factor | |||
Basisfactor | |||
Antwoordmogelijkheden | |||
• Virtuele kinderpornografie | 0 pt | ||
– | 16 tot 18 jaar | 60 pt | |
– | 12 tot 16 jaar | 120 pt | |
– | Jonger dan 12 jaar | 240 pt | |
Uitgangspunt indien onbekend | |||
Virtuele kinderpornografie | |||
Bijzonderheden | |||
Geen | |||
Zie basisdelicten | |||
– | kinderpornografie | ||
Tegen verdachten die zich gedurende langere tijd hebben schuldig gemaakt aan activiteiten m.b.t. kinderpornografie behoort een hogere straf te worden geëist dan tegen degenen die zich nog maar net op dit terrein hebben begeven.
Bij een korte periode moet gedacht worden aan hooguit één jaar.
Soort factor | |||
Basisfactor | |||
Antwoordmogelijkheden | |||
• Korte tijd | 0 pt | ||
– | Geruime tijd | 120 pt | |
Uitgangspunt indien onbekend | |||
Korte tijd | |||
Bijzonderheden | |||
Geen | |||
Zie basisdelicten | |||
– | kinderpornografie | ||
Mate van recidive (ernstige delicten) 3Z.04.01
De invloed van de mate van recidive op het aantal strafpunten is in principe met betrekking tot alle delicten identiek. First offenders en eenmalige recidivisten kan, indien het aantal sanctiepunten dat toelaat, een transactie worden aangeboden. Meermalen recidive is, uitgezonderd economische delicten en milieudelicten, altijd een indicatie voor dagvaarding, ongeacht het aantal sanctiepunten.
Recidive dient bepaald te worden door te tellen hoe vaak in de 5 jaar voorafgaand aan de datum waarop het nieuwe feit is gepleegd een soortgelijk delict heeft geleid tot een onherroepelijke veroordeling of tot een betaalde transactie. Het begrip ‘soortgelijk’ heeft zowel betrekking op de aard van het delict als de omvang er van. Beleidssepots dienen bij de recidivebepaling buiten beschouwing gelaten te worden. Afhankelijk van de aard van het delict dient het begrip ‘stelselmatig’ als volgt te worden uitgelegd:
Vermogensdelicten: 11 keer of vaker
– Gewelds- en zedendelicten: 4 keer recidive of vaker
– Levensdelicten: 1 keer of vaker (daarbij worden de tussenstappen overgeslagen)
Het begrip ‘meermalen’ dekt dan logischerwijs het aantal maal vanaf 2 keer tot aan ‘stelselmatig’.
– De recidive-factor is gewijzigd ten behoeve van Polaris zwaar. Hoewel de doorwerking van de laagste categorieën sterker is dan in Polaris commuun verdient het wellicht aanbeveling die recidiveregeling aan te passen, zodat daarin tenminste het begrip ‘stelselmatig’ wordt opgenomen.
Soort factor | |||
Recidiveregeling | |||
Antwoordmogelijkheden | |||
• Geen recidive | +0 % | ||
– | Soortgelijk feit, maar minder ernstig | +15 % | |
– | 1 maal soortgelijk feit, vergelijkbare ernst of zwaarder | +25 % | |
– | Meermalen soortgelijke feiten, vergelijkbare ernst of zwaarder | +50 % +dagvaarden | |
– | Stelselmatig soortgelijke feiten, vergelijkbare ernst of zwaarder | +100 % +dagvaarden | |
Uitgangspunt indien onbekend | |||
Geen recidive | |||
Bijzonderheden | |||
Geen | |||
Zie basisdelicten | |||
– | kinderpornografie | ||
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2007-79-p17-SC80173.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.