Aanwijzingsregeling niet-geldelijke betalingen en ontvangsten 2007
Regeling van de Minister van Financiën van 9 april 2007 houdende aanwijzing van categorieën niet-geldelijke betalingen en ontvangsten als bedoeld in artikel 30, eerste lid, Comptabiliteitswet 2001 (Aanwijzingsregeling niet-geldelijke betalingen en ontvangsten 2007)
De Minister van Financiën,
Gelet op artikel 30, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001;
Na overleg met de Algemene Rekenkamer (brief van 20 februari 2007, kenmerk 6007579R);
Besluit:
Artikel 1
De navolgende niet-geldelijke transacties worden als geldelijke betalingen en ontvangsten in de departementale begrotingsadministratie van het Rijk verwerkt:
a. transacties, inhoudende een vergelijking van een schuld met een vordering;
b. inruil- en soortgelijke transacties.
Artikel 2
In bijzondere gevallen kan met de instemming van de Minister van Financiën worden afgeweken van de bepaling van deze regeling.
Artikel 3
1. De Aanwijzingsregeling niet-geldelijke betalingen en ontvangsten 2004 wordt ingetrokken.
2. Deze regeling kan worden aangehaald als: Aanwijzingsregeling niet-geldelijke betalingen en ontvangsten 2007.
3. Zij treedt in werking met ingang van 1 mei 2007.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Financiën, W.J. Bos.
Toelichting
Toelichting bij de wijziging t.o.v. de regeling uit 2004
De onderhavige aanwijzingsregeling vervangt de Aanwijzingsregeling niet-geldelijke betalingen en ontvangsten 2004. In de regeling zelf zijn geen wijzigingen aangebracht. Alleen is in de toelichting de casus van een boete voor te late oplevering van een aangenomen werk geschrapt als voorbeeld van schuldvergelijking. Een dergelijke boete moet in het algemeen niet beschouwd worden als een zelfstandige vordering op een aannemer, maar als een (neerwaartse) prijsaanpassing van het werk vanwege een lager geleverde kwaliteit (door de te late oplevering) dan de contractueel afgesproken kwaliteit van het werk. Daardoor hoeft in het algemeen een dergelijke prijsaanpassing niet tot bruto-verwerking in de boekhouding te leiden.
Toelichting bij de wijziging t.o.v. de regeling uit 1991
De onderhavige aanwijzingsregeling vervangt de Aanwijzingsregeling niet-geldelijke betalingen en ontvangsten 1991. Inhoudelijk zijn er geen wijzigingen aangebracht. In formele zin zijn de noodzakelijke wijzigingen aangebracht, waardoor de regeling thans is gebaseerd op artikel 30, eerste lid, van de Comptabiliteitswet 2001 (CW 2001).
Algemeen
In de memorie van toelichting bij de Vierde wijziging van de Comptabiliteitswet (Kamerstukken II, 20.994, nr. 3, blz. 13 en 44) is vermeld dat het zinvol kan zijn om niet-geldelijke transacties waarbij het Rijk is betrokken, in de departementale begrotingsadministratie te verwerken. Voorkomen dient te worden dat de autorisatiefunctie van de begroting (en de verantwoordingsfunctie van de rekening) via het vervangen van geldelijke transacties door niet-geldelijke transacties wordt uitgehold. De memorie van toelichting stelt dat het voor de hand ligt dat bij inruil van goederen, bijvoorbeeld bij de aankoop van auto’s, de op de factuur van de leverancier in mindering gebrachte inruilwaarde als ontvangst (verkoop van een goed) wordt geboekt. Aan de uitgavenkant wordt de volledige prijs van de nieuwe auto opgenomen.
De onderhavige regeling beperkt zich tot schuldvergelijking (1a) en tot inruil- en soortgelijke transacties (1b).
Een verdergaande lijn, waarbij ook louter ruiltransacties en schenkingen van niet-geldelijke zaken aangewezen zouden worden, is niet gevolgd omdat de waarde die met dergelijke transacties is gemoeid vaak moeilijk te bepalen is.
De in deze Aanwijzingsregeling opgenomen categorieën niet-geldelijke transacties dienen als geldelijke betalingen en ontvangsten in de departementale begrotingsadministratie te worden verwerkt. Onder departementale begrotingsadministraties worden verstaan de begrotingsadministraties als bedoeld in de Regeling Departementale Begrotingsadministratie (de regeling gebaseerd op artikel 38, eerste lid, CW 2001). Verwerking als geldelijke transacties houdt op grond van artikel 28, eerste lid, CW 2001 in beginsel bruto-boeking binnen begrotingsverband in. Netto-boeking is slechts mogelijk als de betrokken transacties zijn aan te merken als transacties als bedoeld in artikel 28, vierde lid, CW 2001, hetgeen inhoudt dat het terugbetalingstransacties dient te betreffen. Buiten begrotingsverband boeken is slechts toegestaan, indien het transacties betreft die behoren tot een door de minister van Financiën als zodanig aangewezen categorie (zie de Aanwijzingsregeling boekingen buiten begrotingsverband 2004).
Als voorbeeld van een schuldvergelijking kan worden gedacht aan voorschotten op subsidies, waarbij de definitieve subsidie op een lager bedrag wordt vastgesteld en het teveel betaalde met de subsidie van het volgende jaar wordt verrekend.
Als voorbeeld van een in artikel 1, onder b, bedoelde soortgelijke transactie kan worden genoemd een transactie, waarbij aan aannemers of leveranciers goederen door het Rijk in eigendom worden afgestaan voor het uitvoeren van werken of het leveren van goederen ten behoeve van het Rijk.
De Minister van Financiën,
W.J. Bos