U bent nu hier: Publicaties Officiële publicaties
Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat van 14 maart 2007, nr. DJZ2007003855, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, houdende wijziging van de Regeling aanwijzing BBT-documenten (actualisatie aanwijzing BREF-documenten)
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer en de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat;
Gelet op richtlijn nr. 96/61/EG van de Raad van de Europese Unie van 24 september 1996 inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging (PbEG L 257), Richtlijn nr. 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006 betreffende afvalstoffen (PbEU L 114) en op de artikelen 1, tweede lid, van de Regeling Europese afvalstoffenlijst, 5a.1, tweede lid, van het Inrichtingen- en vergunningenbesluit milieubeheer en 10.4, 10.6 en 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer;
Besluiten:
De bijlage bij de Regeling aanwijzing BBT-documenten1 wordt vervangen door de bij deze regeling behorende bijlage.
De bijlage bij de Regeling integrale tekst afvalstoffenlijst2 wordt gewijzigd als volgt:
A
In het opschrift van de bijlage wordt ‘artikel 1, onder a), van Richtlijn 75/442/EEG betreffende afvalstoffen’ vervangen door: artikel 1, tweede lid, van Richtlijn 2006/12/EG betreffende afvalstoffen.
B
In de Inleiding, onder 1, wordt ‘artikel 1, onder a),’ vervangen door: artikel 1, eerste lid, onder a),.
C
In de Inleiding, onder 1 en 2, wordt telkens ‘Richtlijn 75/442/EEG’ vervangen door: Richtlijn 2006/12/EG.
In de Regeling verwijdering PCB’s3 wordt in artikel 1.1, onder f, ‘richtlijn nr. 75/442/EEG van de Raad van de Europese Gemeenschappen van 15 juli 1975, betreffende afvalstoffen (PbEG L 194), als gewijzigd bij richtlijn nr. 91/692/EEG (PbEG L 377)’ vervangen door: richtlijn nr. 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad van 5 april 2006, betreffende afvalstoffen (PbEU L 114).
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 14 maart 2007
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.M. Cramer.De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.C. Huizinga-Heringa.
Installatie in bijlage 1 Richtlijn 96/61 | Primair relevante BREF-documenten | Aanvullende BREF-documenten (voorzover relevant in individuele gevallen) | REF-documenten (voorzover relevant in individuele gevallen) |
|---|---|---|---|
1. Energie industrie | |||
1.1 Stookinstallaties met een hoeveelheid vrijkomende warmte van meer dan 50 MW. | BREF Grote stookinstallaties | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
1.2 Aardolie- en gasraffinaderijen. | BREF Aardolie- en aardgasraffinaderijen | BREF Koelsystemen BREF Organische bulkchemie BREF Afgas- en afvalwaterbehandeling BREF Grote stookinstallaties (vanaf 50 MW) BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
1.3 Cokesfabrieken. | BREF Primair ijzer en staal | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
1.4 Installaties voor het vergassen en vloeibaar maken van steenkool. | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring | |
2. Productie en verwerking van metalen | |||
2.1 Installaties voor het roosten of sinteren van ertsen, met inbegrip van zwavelhoudend erts. | BREF Non-ferro metalen BREF Primair ijzer en staal | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
2.2 Installaties voor de produktie van ijzer of staal (primaire of secundaire smelting), met inbegrip van uitrusting voor continugieten met een capaciteit van meer dan 2,5 ton per uur. | BREF Primair ijzer en staal | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
2.3a Installaties voor verwerking van ferrometalen door warmwalsen met een capaciteit van meer dan 20 ton ruwstaal per uur. | BREF Ferrometaalbewerking (warmwalsen) | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
2.3b Installaties voor verwerking van ferrometalen door smeden met hamers met een slagarbeid van meer dan 50 kilojoule per hamer, wanneer een thermisch vermogen van meer dan 20 MW wordt gebruikt. | BREF Smederijen en gieterijen BREF Ferrometaalbewerking | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
2.3c Installaties voor verwerking van ferrometalen door het aanbrengen van deklagen van gesmolten metaal, met een verwerkingscapaciteit van meer dan 2 ton ruwstaal per uur. | BREF Ferrometaalbewerking (aanbrengen van deklagen) | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
2.4 Smelterijen van ferrometalen met een produktiecapaciteit van meer dan 20 ton per dag. | BREF Smederijen en gieterijen (gieterijen) | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
2.5 a/b Installaties: a. voor de winning van ruwe non-ferrometalen uit erts, concentraat of secundaire grondstoffen met metallurgische, chemische of elektrolytische procédés; b. voor het smelten van non-ferrometalen, met inbegrip van legeringen, inclusief terugwinningsprodukten (affineren, vormgieten) met een smeltcapaciteit van meer dan 4 ton per dag voor lood en cadmium of 20 ton per dag voor alle andere metalen per dag. | BREF Non ferrometalen BREF Smederijen en gieterijen | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
2.6 Installaties voor oppervlaktebehandeling van metalen en kunststoffen door middel van een elektrolytisch of chemisch procédé, wanneer de inhoud van de gebruikte behandelingsbaden meer dan 30 m3 bedraagt. | BREF oppervlaktebehandeling van metalen en kunststoffen | BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
3. Minerale industrie | |||
3.1 Installaties voor de produktie van cementklinkers in draaiovens met een produktiecapaciteit van meer dan 500 ton per dag, of van ongebluste kalk in draaiovens met een produktiecapaciteit van meer dan 50 ton per dag, of in andere ovens met een produktiecapaciteit van meer dan 50 ton per dag. | BREF Cement en kalk | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
3.2 Installaties voor de winning van asbest en de fabricage van asbestprodukten. | Geen BREF beschikbaar. Fabricage van asbest en asbestproducten verboden binnen Nederland en de rest van de EU. | ||
3.3 Installaties voor de fabricage van glas, met inbegrip van installaties voor de fabricage van glasvezels, met een smeltcapaciteit van meer dan 20 ton per dag. | BREF Glas en minerale wol | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
3.4 Installaties voor het smelten van minerale stoffen, met inbegrip van installaties voor de fabricage van mineraalvezels, met een smeltcapaciteit van meer dan 20 ton per dag. | BREF Glas en minerale wol | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
3.5 Installaties voor het fabriceren van keramische produkten door middel van verhitting, met name dakpannen, bakstenen, vuurvaste stenen, tegels, aardewerk of porselein, met een produktiecapaciteit per kilo van meer dan 75 ton per dag, en/of een ovencapaciteit van meer dan 4 m3 en met een plaatsingsdichtheid per oven van meer dan 300 kg/m3. | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring | |
4 Chemische industrie | |||
4.1 a t/m f Chemische installaties voor de fabricage van organisch-chemische basisprodukten, zoals: a. eenvoudige koolwaterstoffen (lineaire of cyclische, verzadigde of onverzadigde, alifatische of aromatische), b. zuurstofhoudende koolwaterstoffen, zoals alcoholen, aldehyden, ketonen, carbonzuren, esters, acetaten, ethers, peroxyden, epoxyharsen, c. zwavelhoudende koolwaterstoffen, d. stikstofhoudende koolwaterstoffen, zoals aminen, amiden, nitroso-, nitro- en nitraatverbindingen, nitrillen, cyanaten, isocyanaten, e. fosforhoudende koolwaterstoffen, f. halogeenhoudende koolwaterstoffen. | BREF Organische bulkchemie BREF Organische fijnchemie | BREF Koelsystemen BREF Afgas- en afvalwaterbehandeling BREF Grote stookinstallaties (vanaf 50 MW) BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
4.1 g Chemische installaties voor de fabricage van organisch-chemische basisprodukten, zoals organometaalverbindingen. | BREF Koelsystemen BREF Afgas- en afvalwaterbehandeling BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring | |
4.1 h Chemische installaties voor de fabricage van organisch-chemische basisprodukten, zoals kunststof-basisprodukten (polymeren, kunstvezels, cellulosevezels). | BREF Koelsystemen BREF Afgas- en afvalwaterbehandeling BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring | |
4.1 i Chemische installaties voor de fabricage van organisch-chemische basisprodukten, zoals synthetische rubber. | BREF Koelsystemen BREF Afgas- en afvalwaterbehandeling BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring | |
4.1 j Chemische installaties voor de fabricage van organisch-chemische basisprodukten, zoals kleurstoffen en pigmenten. | BREF Organische fijnchemie | BREF Koelsystemen BREF Afgas- en afvalwaterbehandeling BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
4.1 k Chemische installaties voor de fabricage van organisch-chemische basisprodukten, zoals tensioactieve stoffen en tensiden. | BREF Koelsystemen BREF Afgas- en afvalwaterbehandeling BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring | |
4.2 a Chemische installaties voor de fabricage van anorganisch-chemische basisprodukten, zoals van gassen, zoals ammoniak, chloor of chloorwaterstof, fluor of fluorwaterstof, kooloxiden, zwavelverbindingen, stikstofoxiden, waterstof, zwaveldioxide en carbonyldichloride. | BREF Chloor Alkali | BREF Koelsystemen BREF Afgas- en afvalwaterbehandeling BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
4.2 b Chemische installaties voor de fabricage van anorganisch-chemische basisprodukten, zoals van zuren, zoals chroomzuur, fluorwaterstofzuur, fosforzuur, salpeterzuur, zoutzuur, zwavelzuur, oleum en zwaveligzuur. | BREF Non-ferrometalen | BREF Koelsystemen BREF Afgas- en afvalwaterbehandeling BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
4.2 c Chemische installaties voor de fabricage van anorganisch-chemische basisprodukten, zoals van basen, zoals ammoniumhydroxide, kaliumhydroxide en natriumhydroxide. | BREF Chloor Alkali | BREF Koelsystemen BREF Afgas- en afvalwaterbehandeling BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
4.2 d/e Chemische installaties voor de fabricage van anorganisch-chemische basisprodukten, zoals d. van zouten, zoals ammoniumchloride, kaliumchloraat, kaliumcabonaat, natriumcarbonaat, perboraat, zilvernitraat; e. van niet-metalen, metaaloxiden of andere anorganische verbindingen, zoals calciumcarbide, silicium en siliciumcarbide. | BREF Koelsystemen BREF Afgas- en afvalwaterbehandeling BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring | |
4.3 Chemische installaties voor de fabricage van fosfaat-, stikstof- of kaliumhoudende meststoffen (enkelvoudige of samengestelde meststoffen). | BREF Koelsystemen BREF Afgas- en afvalwaterbehandeling BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring | |
4.4 Chemische installaties voor de fabricage van basisprodukten voor gewasbescherming en van biociden. | BREF Organische fijnchemie | BREF Koelsystemen BREF Afgas- en afvalwaterbehandeling BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
4.5 Installaties voor de fabricage van farmaceutische basisprodukten die een chemisch of biologisch procédé gebruiken. | BREF Organische fijnchemie | BREF Koelsystemen BREF Afgas- en afvalwaterbehandeling BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
4.6 Chemische installaties voor de fabricage van explosieven. | BREF Organische fijnchemie | BREF Koelsystemen BREF Afgas- en afvalwaterbehandeling BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
5 Afvalbeheer | |||
5.1 Installaties voor de verwijdering of nuttige toepassing van gevaarlijke afvalstoffen als bedoeld in de lijst van artikel 1, lid 4, van Richtlijn 91/689/EEG, in de zin van de bijlagen II A en II B (handelingen R1, R5, R6, R8 en R9) van Richtlijn 2006/12/EG en van Richtlijn 75/439/EEG van de Raad van 16 juni 1975 inzake de verwijdering van afgewerkte olie met een capaciteit van meer dan 10 ton per dag. | BREF Afvalbehandeling BREF Afvalverbranding Voor storten zie onder 5.4 | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
5.2 Installaties voor de verbranding van stedelijk afval in de zin van Richtlijn 89/369/EEG van de Raad van 8 juni 1989 ter voorkoming van door nieuwe installaties voor de verbranding van stedelijk afval veroorzaakte luchtverontreiniging en Richtlijn 89/429/EEG van de Raad van 21 juni 1989 ter vermindering van door bestaande installaties voor de verbranding van stedelijk afval veroorzaakte luchtverontreiniging, met een capaciteit van meer dan 3 ton per uur. | BREF Afvalverbranding | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
5.3 Installaties voor de verwijdering van ongevaarlijke afvalstoffen in de zin van bijlage II A van Richtlijn 2006/12/EG, rubrieken D8, D9, met een capaciteit van meer dan 50 ton per dag. | BREF Afvalbehandeling | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
5.4 Stortplaatsen die meer dan 10 ton per dag ontvangen of een totale capaciteit van meer dan 25 000 ton hebben, met uitzondering van stortplaatsen voor inerte afvalstoffen. | Geen BREF De eisen aan stortplaatsen op grond van Richtlijn 1999/31/EG betreffende het storten van afvalstoffen kunnen als BBT beschouwd worden | ||
6. Overige activiteiten | |||
6.1 Industriële installaties voor: a. de fabricage van papierpulp uit hout of uit andere vezelstoffen b. de fabricage van papier en karton met een produktiecapaciteit van meer dan 20 ton per dag. | BREF Papier en pulp | BREF Koelsystemen BREF Grote stookinstallaties (vanaf 50 MW) BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
6.2 Installaties voor de voorbehandeling (wassen, bleken, merceriseren) of het verven van vezels of textiel met een verwerkingscapaciteit van meer dan 10 ton per dag. | BREF Textielindustrie | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
6.3 Installaties voor het looien van huiden met een verwerkingscapaciteit van meer dan 12 ton eindprodukten per dag. | BREF Leerlooierijen | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
6.4 a Abattoirs met een produktiecapaciteit van meer dan 50 ton per dag geslachte dieren. | BREF Slacht- en destructiehuizen | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
6.4 b Bewerking en verwerking voor de fabricage van levensmiddelen op basis van: - dierlijke grondstoffen (andere dan melk) met een produktiecapaciteit van meer dan 75 ton per dag eindprodukten; - plantaardige grondstoffen met een produktiecapaciteit van meer dan 300 ton per dag eindprodukten (gemiddelde waarde op driemaandelijkse basis). | BREF Voedingsmiddelen, dranken en zuivel | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
6.4 c Bewerking en verwerking van melk, met een hoeveelheid ontvangen melk van meer dan 200 ton per dag (gemiddelde waarde op jaarbasis). | BREF Voedingsmiddelen, dranken en zuivel | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
6.5 Installaties voor de destructie of verwerking van kadavers en dierlijk afval met een verwerkingscapaciteit van meer dan 10 ton per dag. | BREF Slacht- en destructiehuizen | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
6.6 a Installaties voor intensieve pluimvee- of varkenshouderij met meer dan 40 000 plaatsen voor pluimvee. | BREF Intensieve veehouderij | BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
6.6 b Installaties voor intensieve pluimvee- of varkenshouderij met meer dan 2 000 plaatsen voor mestvarkens (van meer dan 30 kg). | BREF Intensieve veehouderij | BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
6.6 c Installaties voor intensieve pluimvee- of varkenshouderij met meer dan 750 plaatsen voor zeugen. | BREF Intensieve veehouderij | BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
6.7 Installaties voor de oppervlaktebehandeling van stoffen, voorwerpen of produkten, waarin organische oplosmiddelen worden gebruikt, in het bijzonder voor het appreteren, bedrukken, het aanbrengen van een laag, het ontvetten, het vochtdicht maken, lijmen, verven, reinigen of impregneren, met een verbruikscapaciteit van meer dan 150 kg oplosmiddel per uur, of meer dan 200 ton per jaar. | BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring | |
6.8 Installaties voor de fabricage van koolstof (harde gebrande steenkool) of elektrografiet door verbranding of grafitisering. | BREF Non-ferrometaalbewerking | BREF Koelsystemen BREF Op- en overslag bulkgoederen | BREF Cross media & economics BREF Monitoring |
Naam document | jaartal | uitgever |
|---|---|---|
Circulaire energie in de milieuvergunning | november 1999 | VROM/EZ |
Handreiking wegen naar preventie bij bedrijven | februari 2006 | InfoMil |
Werkboek wegen naar preventie bij bedrijven | april 2006 | InfoMil |
Handreiking mestvergisting | 2005 | InfoMil |
NeR Nederlandse emissierichtlijn lucht | 2006 | InfoMil |
Werkboek milieumaatregelen betonmortel- en betonproductenindustrie | 1998, geactualiseerd 2005 | VNG www.fo-industrie.nl |
Handboek milieumaatregelen grafische industrie en verpakkingsdrukkerijen | 1996, geactualiseerd november 2005 | VNG www.fo-industrie.nl |
Werkboek milieumaatregelen rubber- en kunststofverwerkende industrie, elektronische publicatie | 2002, geactualiseerd 2004 | VNG www.fo-industrie.nl |
Werkboek milieumaatregelen metaal- en elektrotechnische industrie | 1998, geactualiseerd februari 2005 | VNG www.fo-industrie.nl |
Werkboek milieumaatregelen textiel- en tapijtindustrie | november 1996, geactualiseerd 2002 | VNG www.fo-industrie.nl |
Nederlandse richtlijn bodembescherming (NRB) | 2003 | InfoMil |
Publicatiereeks Gevaarlijke Stoffen (PGS): | ||
PGS 3: Richtlijnen voor kwantitatieve risico analyse | 2005 | VROM.nl |
PGS 6: Aanwijzingen voor de implementatie van het Brzo 1999 | 2006 | VROM.nl |
PGS 7: Nitraathoudende meststoffen – vervoer en opslag | 2005 | VROM.nl |
PGS 9: Vloeibare zuurstof opslag van 0,45-100m3 | 2005 | VROM.nl |
PGS 12: Ammoniak: opslag en verlading | 2005 | VROM.nl |
PGS 13: Ammoniak: toepassing als koudemiddel voor koelinstallaties en warmtepompen | 2005 | VROM.nl |
PGS 15: Opslag van verpakte gevaarlijke stoffen | 2005 | VROM.nl |
PGS 16: Autogas LPG | 2005 | VROM.nl |
PGS 18: Distributiedepots voor LPG | 2005 | VROM.nl |
PGS 20: Propaan (5 m3); de opslag van propaan en butaan in stationaire bovengrondse reservoirs met een inhoud groter dan 0,15 m3 en ten hoogste 5 m3 | 2005 | VROM.nl |
PGS 21: Propaan 5 m3 –150 m3, de opslag van propaan en butaan | 2005 | VROM.nl |
PGS 23: Propaan, vulstations van propaan- en butaanflessen | 2005 | VROM.nl |
PGS 24: Propaan, vulstations voor spuitbussen met propaan, butaan en dimetylether als drijfgas | 2005 | VROM.nl |
PGS 28: Vloeibare aardolieproducten – Afleverinstallaties en ondergrondse opslag | 2005 | VROM.nl |
PGS 29: Vloeibare aardolieproducten bovengrondse opslag in verticale cilindrische installaties | 2005 | VROM.nl |
PGS 30: Vloeibare aardolieproducten: buitenopslag in kleine installaties | 2005 | VROM.nl |
BBT-documenten water | ||
Landbouw | ||
Afvalwaterproblematiek van champignonteeltbedrijven, aanvullende nota | februari 1989 | CIW/CUWVO |
Afvalwaterproblematiek glastuinbouw | maart 1993 | CIW/CUWVO |
Afvalwaterproblematiek van landbouwloonbedrijven | december 1994 | CIW/CUWVO |
Recirculatie drainagewater van grondgebonden glastuinbouwbedrijven | januari 1996 | CIW/CUWVO |
Afvalwaterproblematiek van witloftrekkerijen | maart 1996 | CIW/CUWVO |
Afvalwaterproblematiek boomteelt en vaste plantenteelt | oktober 1996 | CIW/CUWVO |
Aansluiten glastuinbouw op de riolering | december 1998 | CIW/CUWVO |
Beoordelingsmethode emissiereducerende maatregelen. Lozingsbesluit open teelt en veehouderij | maart 2003 | CIW |
Recirculeren van spoelwater. Gevolgen voor de microbiologische kwaliteit van spoelwater | september 2003 | CIW |
Goed gietwater. Beoordelingskader voor verplichte aanleg van een gietwatervoorziening bij grondgebonden glastuinbouwbedrijven | januari 2004 | CIW |
Achtergronddocument glastuinbouw t.b.v. KRW-decembernota 2005, eindversie | augustus 2005 | NBW |
Bodemsanering + bagger | ||
Lozingen uit tijdelijke baggerspeciedepots | april 1998 | CIW/CUWVO |
Riooloverstorten | ||
Riooloverstorten deel 1: Knelpuntcriteria riooloverstorten | juni 2001 | CIW |
Riooloverstorten deel 2: Eenduidige basisinspanning | juni 2001 | CIW |
Riooloverstorten deel 3: Model voor vergunningverlening riooloverstorten | december 2001 | CIW |
Riooloverstorten deel 4a: Nadere uitwerking monitoring riooloverstorten, spoor 1 | september 2002 | CIW |
Riooloverstorten deel 4b: Nadere uitwerking monitoring riooloverstorten, fase B | januari 2003 | CIW |
Scheepvaart | ||
Waterverontreinigingsproblematiek bij het stralen en conserveren bij scheepswerven voor beroepsvaart en grote jachten | april 1991 | CIW/CUWVO |
Industriële activiteiten | ||
Afvalwaterproblematiek bij vatenwasserijen | april 1993 | CIW/CUWVO |
Integrale aanpak van risico's van onvoorziene lozingen | februari 2000 | CIW |
Verwerking waterfractie gevaarlijke en niet-gevaarlijke afvalstoffen | april 2001 | CIW |
Offshore | februari 2002 | CIW |
Integrale bedrijfstakstudie tankautoreiniging | april 2002 | CIW |
Instrumentarium | ||
Meten en bemonsteren van afvalwater | maart 1998 | CIW/CUWVO |
Handboek Wvo-vergunningverlening | mei 1999 | CIW/CUWVO |
Het beoordelen van stoffen en preparaten voor de uitvoering van het emissiebeleid water | mei 2000 | CIW |
Normen voor het Waterbeheer | mei 2000 | CIW |
Emissie – immissie | juni 2000 | CIW |
Milieunormen in perspectief | september 2002 | CIW |
Standaardisatie Wvo-vergunningen | mei 2003 | CIW |
Lozingseisen Wvo-vergunningen | november 2005 | NBW |
Oplegnotitie BREF | ||
Oplegnotitie BREF Chlooralkaliproducerende industrie | november 2002 | CIW |
Oplegnotitie BREF IJzer- en staalproducerende industrie | april 2004 | CIW |
Oplegnotitie BREF Pulp- en papierindustrie | april 2004 | CIW |
Oplegnotitie BREF Ferrometaalbewerkende industrie | april 2004 | CIW |
Oplegnotitie BREF Cement en kalk | augustus 2005 | NBW |
Oplegnotitie BREF Glasproducerende industrie | augustus 2005 | NBW |
Oplegnotitie BREF Afgas- en afvalwaterbehandeling | augustus 2005 | NBW |
Oplegnotitie BREF Non-ferro metaal | augustus 2005 | NBW |
Oplegnotitie BREF Raffinaderijen | februari 2006 | NBW |
Warmtelozing | ||
CIW beoordelingssystematiek warmtelozingen | november 2004 | Rijkswaterstaat |
Deze regeling stelt de bijlage bij de Regeling aanwijzing BBT-documenten opnieuw vast en bevat daarnaast een aanpassing van de verwijzingen naar de afvalstoffenrichtlijn in enkele regelingen.
De Regeling aanwijzing BBT-documenten is een van de regelingen die op grond van de codificatie van de afvalstoffenrichtlijn aangepast dient te worden. Uit het oogpunt van efficiëntie is ervoor gekozen om de actualisatie van de Regeling aanwijzing BBT-documenten en de wijzigingen in verband met de codificatie van de afvalstoffenrichtlijn in één wijzigingsregeling te combineren. Ten behoeve van de actualisatie van de Regeling aanwijzing BBT-documenten is de Bijlage bij die regeling opnieuw vastgesteld (artikel I). De aanpassing van de verwijzingen naar de afvalstoffenrichtlijn is hierin meegenomen. De artikelen II en III omvatten de aanpassing van de verwijzing naar de afvalstoffenrichtlijn in respectievelijk de Regeling intregrale tekst afvalstoffenlijst en de Regeling verwijdering PCB’s.
Actualisatie Regeling aanwijzing BBT-documenten
Artikel I van deze regeling stelt de Bijlage bij de Regeling aanwijzing BBT-documenten opnieuw vast. Tabel 1 van de bijlage is geactualiseerd naar aanleiding van de volgende recent vastgestelde BREF-documenten1 :
– de BREF Afvalbehandeling,
– de BREF Afvalverbranding,
– de BREF Cross media & economics,
– de BREF Grote stookinstallaties,
– de BREF Oppervlaktebehandeling van metalen en kunststoffen,
– de BREF Op- en overslag bulkgoederen,
– de BREF Organische fijnchemie; en
– de BREF Voedingsmiddelen, dranken en zuivel.
Een aantal referentiedocumenten die door de Europese Commissie zijn vastgesteld bevatten geen best beschikbare technieken (BBT). Aan tabel 1 is daarom een aparte kolom toegevoegd waarin deze voor de gpbv-installaties geldende (B)REF-documenten zijn opgenomen. Het betreft hier de BREF Cross media & economics en de BREF Monitoring.
Over de toepassing van BREF’s bij inrichtingen met niet-IPPC-installaties staat in de memorie van toelichting bij het Wetsvoorstel tot wijziging van de Wet milieubeheer en de Wet verontreiniging oppervlaktewateren (verduidelijking in verband met de EG-richtlijn inzake geïntegreerde preventie en bestrijding van verontreiniging)2 het volgende:
‘Ten aanzien van bedrijven die wel voldoen aan een categoriebeschrijving uit de richtlijn (bijlage I), maar kleiner zijn dan de aan die beschrijving verbonden drempelwaarde zal in de amvb op grond van het nieuwe artikel 8.11, vierde lid, worden geregeld dat de BREF’s eveneens – met inachtnemening van de afwijkende grootte van de inrichting – moeten worden toegepast. Voor andere niet-IPPC bedrijven zal BBT moeten worden toegepast, overeenkomstig de bepalingen over BBT zoals vervat in dit wetsvoorstel en de eventuele nationale technische richtlijnen en circulaires die als invulling van BBT kunnen worden aangemerkt. Zoals hierboven aangegeven, zal worden bezien of dit wettelijk kan worden verankerd bij of krachtens de bedoelde amvb.’
Deze wettelijke verankering heeft niet plaatsgevonden, omdat Nederland daarmee verder zou zijn gegaan dan strikte implementatie van de richtlijn. In de nota van toelichting bij de amvb3 wordt daarom over de toepassing van de BREF's het volgende geschreven:
‘De verplichting om bij inrichtingen met IPPC-installaties de BREF’s te raadplegen vloeit voort uit de IPPC-richtlijn en wordt thans dus in de Nederlandse wetgeving geëxpliciteerd. Voor andere vergunningplichtige inrichtingen zal steeds per BREF worden bepaald of en in hoeverre bij het bepalen van BBT met deze documenten rekening moet worden gehouden. De volgende criteria zullen worden gehanteerd om BREF’s van toepassing te verklaren op inrichtingen met niet-IPPC-installaties:
– om een level playing field te waarborgen binnen een sector worden in die sector bedrijven van vergelijkbare omvang en/of milieuproblematiek gelijk behandeld, ongeacht of deze wel of niet onder de desbetreffende categorie uit bijlage I van de IPPC-richtlijn vallen;
– de BREF geeft een bruikbare en acceptabele invulling van BBT, dan wel een bruikbare en acceptabele verdere uitwerking van een reeds in Nederland gangbare invulling van BBT, zoals bij voorbeeld verwoord in de algemene eisen van de NeR;
– toetsing aan de BREF levert in vergelijking tot de huidige situatie, waarin eveneens (nationale) richtlijnen en circulaires gehanteerd moeten worden, geen extra administratieve en bestuurlijke lasten op.’
De hierboven beschreven afweging per BREF wordt samen met vertegenwoordigers van het bedrijfsleven gemaakt en de uitkomsten daarvan worden in een oplegnotitie bij de BREF opgenomen. Zolang dit nog niet is gebeurd , is het gebruik van BREF’s bij niet-IPPC-installaties niet verplicht, maar wel toegestaan. Hierbij kan echter niet volstaan worden met een verwijzing naar de BREF, maar moet een motivering gegeven worden waarom de betreffende emissiegrenswaarde voor die inrichting overeenkomt met de best beschikbare technieken.
Tabel 2 van de Bijlage bij de Regeling aanwijzing BBT-documenten is op een aantal punten geactualiseerd en de tabel is aangevuld met een hele reeks Nederlandse informatiedocumenten over BBT met betrekking tot water. Deze informatiedocumenten zijn merendeels opgesteld door de Commissie Integraal Waterbeheer (CIW), of door de voorloper daarvan, de Coördinatiecommissie uitvoering Wet verontreiniging oppervlaktewateren (CUWVO) en zijn te downloaden via de website www.ciw.nl . Op 12 februari 2004 is de CIW opgeheven. De taken van de CIW zijn overgenomen door het Landelijk Bestuurlijk Overleg Water (LBOW), onder voorzitterschap van de Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat.
Aanpassing verwijzingen naar afvalstoffenrichtlijn
Richtlijn nr. 2006/12/EG van het Europees Parlement en de Raad betreffende afvalstoffen (PbEU L 114) (hierna richtlijn 2006/12/EG) is op 5 april 2006 vastgesteld.
In deze richtlijn wordt richtlijn nr. 75/442/EEG van de Raad van 15 juli 1975 betreffende afvalstoffen (PbEG L 194), zoals nadien gewijzigd (hierna: richtlijn 75/442/EEG) ingetrokken. Omdat richtlijn 75/442/EEG eerder herhaaldelijk is gewijzigd, is de richtlijn omwille van de duidelijkheid gecodificeerd. Het gaat om zogenoemde zuivere codificatie, dat wil zeggen dat er geen inhoudelijke wijzigingen hebben plaatsgevonden. Richtlijn 2006/12/EG heeft dus geen materiële veranderingen tot gevolg.
Hoewel een zuivere codificatierichtlijn in beginsel geen implementatie behoeft, heeft deze richtlijn wel consequenties voor de nationale regelgeving. In de nationale regelingen waarin de ingetrokken richtlijn is geïmplementeerd, is de verwijzing als implementatiemethode gebruikt. Deze implementatiemethode verliest door de verwijzing naar een niet langer rechtsgeldig EG-besluit haar betekenis. Aanpassing van de desbetreffende nationale regelgeving is daarom noodzakelijk.
Gezien het feit dat richtlijn 2006/12/EG materieel overeenstemt met de ingetrokken richtlijn 75/442/EEG (en de wijzigingen daarop), betreft deze regeling slechts een technische aanpassing in die zin dat de verwijzing naar de oude richtlijn vervangen wordt door een verwijzing naar de nieuwe. De artikelen II en III strekken daartoe. De aanpassing van de verwijzingen naar de afvalstoffenrichtlijn in (de Bijlage van) de Regeling aanwijzing BBT-documenten is meegenomen in artikel I. Hiermee zijn de verwijzingen in de volgende ministeriële regelingen aangepast:
– de Regeling aanwijzing BBT-documenten, Bijlage,
– de Regeling intregrale tekst afvalstoffenlijst, Bijlage, en
– de Regeling verwijdering PCB’s, artikel 1.1, onder f.
Artikel 1.1, eerste lid, van de Wet milieubeheer verwijst in een drietal definities naar richtlijn 75/442/EEG. Ondergetekende ziet erop toe dat deze verwijzingen bij wijzigingsregeling op het niveau van formele wet zullen worden meegenomen. Ook in enkele algemene maatregelen van bestuur wordt verwezen naar de ingetrokken richtlijn:
– het Besluit implementatie EG-verbodsrichtlijn Wms 1998, artikel 2, eerste lid, onder b;
– het Besluit verpakking en aanduiding milieugevaarlijke stoffen en preparaten, artikel 7, eerste lid, onder c;
– het Kennisgevingsbesluit Wet milieugevaarlijke stoffen, artikel 9, tweede lid, onder j; en
– het Veiligheidsinformatiebladenbesluit Wet milieugevaarlijke stoffen, artikel 6, onder b.
De verwijzingen in deze besluiten naar richtlijn 75/442/EEG zullen bij amvb vervangen worden door verwijzingen naar richtlijn 2006/12/EG.
Naast de hierboven al genoemde regelgeving is richtlijn 75/442/EEG geïmplementeerd in nog een aantal algemene maatregelen van bestuur en ministeriële regelingen. Het betreft hier echter verwijzingen naar Beschikking 2000/532/EG,4 welke in haar titel verwijst naar richtlijn 75/442/EEG. Bij deze beschikking is de lijst van afvalstoffen, bedoeld in artikel 1, onder a), van richtlijn 75/442/EEG (vergelijk: artikel 1, lid 2, van richtlijn 2006/12/EG), vastgesteld. De vervanging van richtlijn 75/442/EEG door richtlijn 2006/12/EG laat de geldigheid van beschikking 2000/532/EG ongemoeid. Verwijzingen naar deze beschikking kunnen dan ook gehandhaafd blijven.
Op deze regeling is de procedure van artikel 21.6, zesde lid, van de Wet milieubeheer van toepassing. Vóór vaststelling is het ontwerp eerst voorgehangen bij de Tweede en Eerste Kamer der Staten-Generaal.
Deze ministeriële regeling leidt niet tot administratieve lasten voor het bedrijfsleven.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J.M. Cramer
De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,
J.C. Huizinga-Heringa
Stcrt. 2005, 231.
Stcrt. 2002, 76.
Stcrt. 1998, 154; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 2 mei 2002, Stcrt. 85.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2007-70-p24-SC80021.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.
Authentieke versie (PDF)
Informatie
Printen
Delen