Ontheffing VFR-vlucht

TopoSys

5 april 2007

Nr. IVW TBE - 44.1a+b - 2007-19 - Toposys

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Handelende in overeenstemming met de Staatssecretaris van Defensie;

Gezien het verzoek om ontheffing dd. 21-03-2007, ontvangen op 29-03-2007 van TopoSys GmbH. Adres: Obere Stegwiesen 26, D-88400 Biberach. Contactpersoon : Bruno Andres.

Overwegende dat de vereiste maatschappelijke relevantie blijkt uit, onder andere, de opdrachten van Rijkswaterstaat Adviesdienst Geo-informatie en ICT, voor het uitvoeren van foto-vluchten zodat Rijkswaterstaat informatie kan inwinnen met betrekking tot erosie van de Nederlandse kust. Dit project wordt ieder jaar herhaald.

Gelet op artikel 44, vijfde lid, van het Luchtverkeersreglement;

Besluit:

Artikel 1

Dit besluit is van toepassing het vliegtuig van het type PA-23 Piper-Aztec, in gebruik bij TopoSys GmbH BV, waarmee de VFR-vlucht wordt uitgevoerd, in opdracht van: Rijkswaterstaat Adviesdienst Geo-informatie en ICT.

Artikel 2. VFR-vluchten buiten de daglichtperiode

Aan de gezagvoerder(s) van de in artikel 1 genoemde vliegtuig wordt van 5 april 2007 tot en met 5 mei 2007, ontheffing verleend van het verbod tot het uitvoeren van VFR-vluchten buiten de daglichtperiode, zoals gepubliceerd in de in artikel 60, onder a, bedoelde luchtvaartgids, met inachtneming van de volgende voorschriften en beperkingen:

a. voor het uitvoeren van de vlucht is het luchtvaartuig uitgerust met de instrumenten, zoals deze zijn vermeld in artikel 19 van de Regeling ten aanzien van de uitrusting bij vluchten niet zijnde verkeersvluchten;

b. de gezagvoerder beschikt over een geldig CPL met bevoegdverklaring IR;

c. voor deze vlucht wordt tijdig een vliegplan ingediend;

d. tijdens het uitvoeren van de vlucht is een tweezijdige radioverbinding tot stand gebracht met de betrokken luchtverkeersdienst en wordt voortdurend op de aangewezen radiofrequentie geluisterd;

e. het vliegzicht bedraagt tenminste 5 km en de afstand van het luchtvaartuig tot de wolken is groter dan 1500 meter horizontaal en 450 meter verticaal;

f. tijdens het vliegen wordt het programma dat vooraf aan LVNL wordt doorgegeven (zie artikel 4, onder a) nageleefd, tenzij een afwijkende klaring is verkregen.

Artikel 3. VFR-vluchtenin luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse A

Aan de gezagvoerder(s) van de in artikel 1 genoemde vliegtuigen wordt voor het gehele jaar, ontheffing verleend van het verbod tot het uitvoeren van VFR-vluchten in luchtverkeersdienstverleningsgebieden met klasse A, genoemd in artikel 44, eerste lid, onder b, van het Luchtverkeersreglement, met inachtneming van de volgende voorschriften en beperkingen:

a. de gezagvoerder is in het bezit van een geldig CPL of ATPL;

b. de vluchten worden uitgevoerd als een gecontroleerde VFR-vlucht;

c. de gezagvoerder is te allen tijde in staat de vlucht onder instrument vliegvoorschriften voort te zetten;

d. de vluchten worden slechts uitgevoerd indien het vliegzicht minimaal 8 km bedraagt, afstand tot de wolken, horizontaal 1500 m, verticaal 300 m bedraagt;

e. het luchtvaartuig is gecertificeerd en uitgerust voor vluchten onder instrument

f. vliegvoorschriften, waaronder een werkende SSR-transponder Mode S of Mode A en C;

g. Tenminste 5 werkdagen van tevoren worden de vluchtgegevens, de te vliegen route en andere relevante informatie aangeleverd bij de operationele helpdesk.

Artikel 4

De aanvrager draagt er zorg voor dat de gezagvoerder bekend is met de inhoud van deze beschikking.

Artikel 5

Deze beschikking treedt in werking met ingang van 5 april 2007 en vervalt met ingang van 5 mei 2007, tenzij deze voortijdig wordt ingetrokken.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,namens deze,
de unitmanager Unit Kennis, Advies en Berichtgeving, Toelating/Continuering Luchtruim,
R.J. Putters.

Bezwaarmogelijkheid

Indien u het niet eens bent met deze beslissing kunt u hiertegen, op grond van het bepaalde in de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de datum waarop deze beslissing is verzonden schriftelijk bezwaar aantekenen. Het bezwaarschrift moet worden ondertekend en moet ten minste bevatten:

- de naam en het adres van de indiener;

- de dagtekening;

- een omschrijving van het besluit waartegen het bezwaar is gericht;

- de gronden van het bezwaar.

Het bezwaarschrift kunt u richten aan:

Inspectie Verkeer en Waterstaat

Toezicht Beheereenheid

Unit Juridische Zaken

Postbus 90653

2509 LR Den Haag

Naar boven