Wijziging Regeling beperkingsgebieden bluetongue 2006

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 5 april 2007, nr. TRCJZ/2007/1185, houdende wijziging (39) van de Regeling beperkingsgebieden bluetongue 2006

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op:

– richtlijn 2000/75/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 november 2000 tot vaststelling van specifieke bepalingen inzake de bestrijding en uitroeiing van bluetongue (PbEU L 327),

– artikel 10, eerste lid, van richtlijn 90/425 van de Raad van de Europese Unie van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEU L 224);

– Beschikking 2005/393/EG van de Commissie van 23 mei 2005 inzake beschermings- en toezichtsgebieden in verband met bluetongue en de voorwaarden voor verplaatsingen uit of binnen deze gebieden (PbEU L 130);

– de artikelen 10, 17, 29, 30, eerste en derde lid, en 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Artikel I

De Regeling beperkingsgebieden bluetongue 20061 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, onderdeel k, komt te luiden:

k. mesterij: bedrijf of onderdeel van een bedrijf waar runderen, jonger dan 12 maanden, worden gehouden die zijn bestemd om te worden afgevoerd naar een slachthuis.

B

Artikel 3, derde lid, komt te luiden:

3. Op het gebied, beschreven in bijlage II, zijn de artikelen 4, 5, 6, 7, 7a, tweede lid, 7b, 8, 11, 11a, 13a en 13b van toepassing.

C

Artikel 7 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het derde lid, wordt ‘een in bijlage I bij beschikking 2005/393/EG, onder ‘Gebied F’ beschreven deel van België, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg’ vervangen door: België, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg.

2. Het vijfde lid wordt geschrapt.

D

Na artikel 7a wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7b

1. Het verbod, bedoeld in artikel 4, eerste lid, is niet van toepassing op het vervoer van herkauwers uit een gebied naar een slachthuis gelegen in Frankrijk of Duitsland, niet zijnde een slachthuis gelegen in een in bijlage I bij beschikking 2005/393/EG, onder ‘Gebied F’ beschreven deel van Frankrijk en Duitsland, mits:

a. de te verplaatsen herkauwers op de dag van vervoer geen enkel verschijnsel van bluetongue vertonen;

b. de te verplaatsen herkauwers rechtstreeks naar het slachthuis worden vervoerd in voertuigen die verzegeld zijn door een ambtenaar van de VWA;

c. de te verplaatsen herkauwers en de vervoermiddelen voorafgaand aan en tijdens het vervoer zijn behandeld met geregistreerde, toegelaten of vrijgestelde middelen ter wering van vectoren, overeenkomstig het voorgeschreven gebruik, en

d. op het certificaat dat de te verplaatsen herkauwers vergezelt, is vermeld: ‘transport in overeenstemming met het bluetongue protocol van 4 april 2007’.

2. Het verbod, bedoeld in artikel 4, eerste lid, is niet van toepassing op het vervoer van herkauwers uit een gebied naar een bedrijf gelegen in Frankrijk of Duitsland, niet zijnde een bedrijf gelegen in een in bijlage I bij beschikking 2005/393/EG, onder ‘Gebied F’ beschreven deel van Frankrijk en Duitsland, mits:

a. de te verplaatsen herkauwers:

i. serologisch zijn getest overeenkomstig bijlage II, onderdeel A, onder 1, onder b, van beschikking 2005/393/EG en gedurende ten minste 28 dagen zijn behandeld met geregistreerde, toegelaten of vrijgestelde middelen ter wering van vectoren, overeenkomstig het voorgeschreven gebruik, of

ii. zijn getest overeenkomstig bijlage II, onderdeel A, onder 1, onder c, van beschikking 2005/393/EG en gedurende ten minste 14 dagen zijn behandeld met geregistreerde, toegelaten of vrijgestelde middelen ter wering van vectoren, overeenkomstig het voorgeschreven gebruik;

b. de te verplaatsen herkauwers en de vervoermiddelen voorafgaand aan en tijdens het vervoer zijn behandeld met geregistreerde, toegelaten of vrijgestelde middelen ter wering van vectoren, overeenkomstig het voorgeschreven gebruik;

c. de houder er voor zorg draagt dat degene die de monsters neemt ten behoeve van de desbetreffende test, bedoeld in onderdeel a, schriftelijk verklaart op welke datum en bij welke herkauwers de monsters zijn genomen;

d. de uitslag van de desbetreffende test, bedoeld in onderdeel a, en de verklaring, bedoeld in onderdeel c, gedurende 6 maanden op het bedrijf waarvan de herkauwers worden afgevoerd, worden bewaard;

e. een kopie van de uitslag van de test, bedoeld in onderdeel a, en een kopie van de verklaring, bedoeld in onderdeel c, voorafgaand aan het vervoer aan de Algemene Inspectiedienst worden verzonden;

f. op het certificaat dat de te verplaatsen herkauwers vergezelt, is vermeld: ‘transport in overeenstemming met het bluetongue protocol van 4 april 2007’, en

g. de herkauwers onverwijld na het verstrijken van de termijnen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, worden vervoerd.

3. De termijnen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, zijn niet van toepassing ten aanzien van herkauwers die sinds 31 maart 2007 zijn behandeld met geregistreerde, toegelaten of vrijgestelde middelen ter wering van vectoren, overeenkomstig het voorgeschreven gebruik.

4. De houder van de herkauwers toont op verzoek van de Minister aan dat de herkauwers en de vervoermiddelen overeenkomstig het tweede lid, onderdelen a en b, of het derde lid, zijn behandeld.

E

Artikel 10 komt te luiden:

Artikel 10

1. Het verbod, bedoeld in artikel 4, eerste lid, is niet van toepassing op het vervoer van herkauwers die zijn bestemd voor een mesterij en waar deze dieren worden gehouden in een afgesloten stal, uit een gebied naar een bedrijf gelegen in het gebied, bedoeld in bijlage II, of een in bijlage I bij beschikking 2005/393/EG, onder ‘gebied F’ beschreven deel van België, Duitsland, Frankrijk en Luxemburg, niet zijnde een deel van België, Frankrijk, Duitsland of Luxemburg, waar ingevolge artikel 6, eerste lid, onderdeel c, van richtlijn 2000/75/EG maatregelen zijn getroffen, mits:

a. de te verplaatsen herkauwers overeenkomstig artikel 2a, onderdeel b, onder ii, tweede gedachtestreepje, van beschikking 2005/393/EG zijn getest;

b. de houder er voor zorg draagt dat degene die de monsters neemt ten behoeve van de test, bedoeld in onderdeel a, schriftelijk verklaart op welke datum en op welk tijdstip bij welke herkauwers de monsters zijn genomen;

c. de uitslag van de test, bedoeld in onderdeel a, en de verklaring, bedoeld in onderdeel b, gedurende 6 maanden op het bedrijf waarvan de herkauwers worden afgevoerd worden bewaard, en

d. een kopie van de uitslag van de test, bedoeld in onderdeel a, en een kopie van de verklaring, bedoeld in onderdeel b, voorafgaand aan het vervoer aan de Algemene Inspectiedienst worden verzonden.

2. Het verbod, bedoeld in artikel 4, eerste lid, is niet van toepassing op het vervoer van herkauwers, uit een gebied naar een bedrijf gelegen in het gebied, bedoeld in bijlage II, of een in bijlage I bij beschikking 2005/393/EG, onder ‘gebied F’ beschreven deel van België, Duitsland, Frankrijk en Luxemburg, niet zijnde een deel van België, Frankrijk, Duitsland of Luxemburg, waar ingevolge artikel 6, eerste lid, onderdeel c, van richtlijn 2000/75/EG maatregelen zijn getroffen, mits:

a. de te verplaatsen herkauwers:

i. serologisch zijn getest overeenkomstig bijlage II, onderdeel A, onder 1, onder b, van beschikking 2005/393/EG en gedurende ten minste 28 dagen zijn behandeld met geregistreerde, toegelaten of vrijgestelde middelen ter wering van vectoren, overeenkomstig het voorgeschreven gebruik, of

ii. zijn getest overeenkomstig bijlage II, onderdeel A, onder 1, onder c, van beschikking 2005/393/EG en gedurende ten minste 14 dagen zijn behandeld met geregistreerde, toegelaten of vrijgestelde middelen ter wering van vectoren, overeenkomstig het voorgeschreven gebruik;

b. de te verplaatsen herkauwers en de vervoermiddelen voorafgaand aan en tijdens het vervoer zijn behandeld met geregistreerde, toegelaten of vrijgestelde middelen ter wering van vectoren, overeenkomstig het voorgeschreven gebruik;

c. de houder er voor zorg draagt dat degene die de monsters neemt ten behoeve van de desbetreffende test, bedoeld in onderdeel a, schriftelijk verklaart op welke datum en bij welke herkauwers de monsters zijn genomen;

d. de uitslag van de desbetreffende test, bedoeld in onderdeel a, en de verklaring, bedoeld in onderdeel c, gedurende 6 maanden op het bedrijf waarvan de herkauwers worden afgevoerd, worden bewaard;

e. een kopie van de uitslag van de test, bedoeld in onderdeel a, en een kopie van de verklaring, bedoeld in onderdeel c, voorafgaand aan het vervoer aan de Algemene Inspectiedienst worden verzonden;

f. op het certificaat dat de te verplaatsen herkauwers vergezelt, is vermeld: ‘transport in overeenstemming met het bluetongue protocol van 4 april 2007’, en

g. de herkauwers onverwijld na het verstrijken van de termijnen, bedoeld in het tweede lid, onderdelen a en b, worden vervoerd.

3. De termijnen, bedoeld in het tweede lid, onderdeel a, zijn niet van toepassing ten aanzien van herkauwers die sinds 31 maart 2007 zijn behandeld met geregistreerde, toegelaten of vrijgestelde middelen ter wering van vectoren, overeenkomstig het voorgeschreven gebruik.

4. De houder van de herkauwers toont op verzoek van de Minister aan dat de herkauwers en de vervoermiddelen overeenkomstig het tweede lid, onderdelen a en b, of het derde lid, zijn behandeld.

F

Artikel 11 komt te luiden:

Artikel 11

1. De eigenaar of exploitant van het bedrijf waar de herkauwers overeenkomstig artikel 10 worden aangevoerd, draagt er zorg voor dat de herkauwers niet worden afgevoerd naar bedrijven in lidstaten, niet zijnde bedrijven in België, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg.

2. Het eerste lid is voor zover het vervoer overeenkomstig artikel 10, eerste lid, betreft slechts van toepassing op vervoer naar een slachthuis.

G

Artikel 11a wordt gewijzigd als volgt:

1. In het eerste lid wordt ‘artikel 10, eerste lid, onderdeel i’ vervangen door: artikel 10, eerste lid, onderdeel a, of tweede lid, onderdeel a.

2. In het vijfde lid wordt ‘artikel 10, eerste lid, onderdelen ii tot en met iv’ vervangen door: artikel 10, tweede lid, onderdelen c, d en e.

Artikel II

Deze regeling wordt aan de media bekendgemaakt en treedt op 6 april 2007 om 12.00 uur in werking.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
overeenkomstig het door de Minister genomen besluit:
de Directeur-Generaal, R.M. Bergkamp.

Toelichting

Op 4 april 2007 hebben België, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Nederland afspraken gemaakt over het vervoer van herkauwers tussen de verschillende 20-kilometergebieden en beperkingsgebieden van België, Frankrijk, Duitsland, Luxemburg en Nederland en de vrije delen van Duitsland en Frankrijk. Deze afspraken zijn neergelegd in een protocol, dat op 6 april 2007 om 12.00 uur, in werking treedt. Op grond van het protocol worden de onderstaande vervoerstromen toegestaan.

1. Vervoer van herkauwers vanuit het beperkingsgebied naar slachthuizen in vrije delen van Duitsland en Frankrijk.

Onder ‘vrije delen’ wordt in dit verband verstaan delen van Duitsland en Frankrijk waar geen maatregelen in het kader van de bestrijding van bluetongue van kracht zijn.

Op grond van artikel 7b, eerste lid, van de regeling is het thans toegestaan om herkauwers vanuit het beperkingsgebied naar slachthuizen in vrije delen van Duitsland en Frankrijk te vervoeren. Er geldt voor dit transport een aantal voorwaarden. In de eerste plaats moeten de te verplaatsen herkauwers geen enkel verschijnsel van bluetongue vertonen. Daarnaast moeten de herkauwers rechtstreeks naar het slachthuis worden vervoerd in voertuigen die verzegeld zijn door een ambtenaar van de VWA. Tot slot moeten de herkauwers en de vervoermiddelen voorafgaand aan en tijdens het vervoer zijn behandeld met een middel ter wering van vectoren.

2. Vervoer van herkauwers vanuit het beperkingsgebied naar een bedrijf in vrije delen van Duitsland en Frankrijk.

De belangrijkste voorwaarde bij het verplaatsen van herkauwers naar een bedrijf in een vrij deel van Duitsland en Frankrijk is dat de dieren overeenkomstig de relevante bepalingen van bijlage II, onderdeel A, onder 1, zijn getest met een serologische test of een PCR-test. Op grond van de beschikking moeten de dieren bij een serologische test ten minste 28 dagen en bij een PCR-test ten minste 14 dagen met insecticiden zijn beschermd tegen vectoren, alvorens het monster, waarmee de test wordt uitgevoerd, mag worden afgenomen. Op grond van het protocol mag de test tevens worden uitgevoerd op een monster dat is afgenomen bij een dier dat sinds 31 maart 2007 is beschermd tegen vectoren.

Daarnaast moeten de herkauwers en de vervoermiddelen voorafgaand aan en tijdens het vervoer behandeld zijn met een middel ter wering van vectoren.

Artikel 7b, tweede lid, van de regeling voorziet hierin.

3. Vervoer van herkauwers uit het 20-kilometergebied naar een bedrijf in het beperkingsgebied van België, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg.

Herkauwers die vanuit het 20-kilometergebied (bijlage I) vervoerd worden naar het beperkingsgebied van Nederland, België, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg moeten overeenkomstig de relevante bepalingen van bijlage II, onderdeel A, onder 1, zijn getest met een serologische test of een PCR-test. Op grond van artikel 10, tweede lid, moeten de dieren bij een serologische test ten minste 28 dagen en bij een PCR-test ten minste 14 dagen met insecticiden zijn beschermd tegen vectoren, alvorens het monster, waarmee de test wordt uitgevoerd, mag worden afgenomen. Op grond van het protocol mag de test tevens worden uitgevoerd op basis van een monster dat is genomen bij een dier dat sinds 31 maart 2007 met insecticiden is beschermd tegen vectoren.

Daarnaast moeten de herkauwers en de vervoermiddelen voorafgaand aan en tijdens het vervoer behandeld zijn met een middel ter wering van vectoren.

Op grond van het protocol worden dieren die vervoerd worden naar het beperkingsgebied van Frankrijk, bij aankomst op het bedrijf van bestemming nogmaals getest. Omdat deze voorwaarde een verplichting voor de Franse bedrijven met zich meebrengt, is het niet nodig dit te implementeren in deze regeling.

Aan de voornoemde transporten is de voorwaarde verbonden dat op het certificaat, dat de dieren vergezelt, vermeld staat dat het transport in overeenstemming is met het bluetongue protocol van 4 april 2007.

Voor het transport van vleeskalveren (artikel 10, eerste lid) uit het 20-kilometergebied naar een beperkingsgebied geldt, naast een aantal administratieve verplichtingen, de voorwaarde dat de te vervoeren vleeskalveren worden getest overeenkomstig artikel 2a, onderdeel b, onder ii, tweede gedachtestreepje, van beschikking 2005/393/EG. Dit betekent dat van de te vervoeren dieren maximaal 48 uur voor vertrek een bloedmonster moet zijn afgenomen, waarop een PCR-test moet worden uitgevoerd. De uitslag van de test moet negatief zijn. De vleeskalveren mogen vervolgens vanaf de mesterij uitsluitend worden afgevoerd voor de slacht (artikel 1, onderdeel k en artikel 11, tweede lid).

Bij het transport vanuit het 20-kilometergebied naar het beperkingsgebied (artikel 10, eerste lid) en naar het vrije deel van Duitsland en Frankrijk (artikel 10, tweede lid) gelden de volgende administratieve verplichtingen:

De houder van de herkauwers draagt er zorg voor dat degene die de monsters neemt ten behoeve van de test schriftelijk verklaart op welke datum en op welk tijdstip bij welke herkauwers de monsters zijn afgenomen. Deze verklaring, alsmede de uitslag van de test moeten gedurende 6 maanden op het bedrijf van verzending worden bewaard. Tevens dienen een kopie van de verklaring en een kopie van de testuitslag voorafgaand aan het vervoer aan de Algemene Inspectiedienst worden verzonden. Dit kan per fax (faxnummer: 045-5461011) of per gewone post (postadres: AID, Postbus 234, 6460 AE Kerkrade).

De voornoemde administratieve verplichtingen gelden ook voor het transport van herkauwers uit het beperkingsgebied naar een bedrijf in het vrije deel van Duitsland en Frankrijk (artikel 7b, tweede lid).

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

overeenkomstig het door de Minister genomen besluit:

de Directeur-Generaal,

R.M. Bergkamp

  • 1

    Stcrt. 2006, 162; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 30 maart 2007 (Stcrt. 2007, 67).

Naar boven