Regeling informatieverstrekking pensioenfondsen

Regeling van De Nederlandsche Bank N.V. van 30 maart 2007, nr. Juza/2007/00014/CLR, houdende regels met betrekking tot het rapportagekader als bedoeld in artikel 32 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen (Regeling informatieverstrekking pensioenfondsen)

De Nederlandsche Bank N.V.,

Na overleg met de representatieve organisaties;

Gelet op artikel 32 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen;

Besluit:

Hoofdstuk 1

Inleidende Bepalingen

Artikel 1.1

Definities

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Besluit: Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen;

b. DNB: De Nederlandsche Bank N.V.; en

c. fonds: pensioenfonds als bedoeld in artikel 1 van de Pensioenwet respectievelijk beroepspensioenfonds als bedoeld in artikel 1 van de Wet verplichte beroepspensioenregeling.

Artikel 1.2

Reikwijdte

Deze regeling is van toepassing op fondsen.

Hoofdstuk 2

Kwartaalstaten

Artikel 2.1

Modellen

De gegevens, bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdelen c, onder 5°., f, h, onder 3°., j, onder 1°., k p en q, en tweede lid, onderdelen a en c, van het Besluit, worden als volgt in de volgende modellen van bijlage 1 bij deze regeling aan DNB verstrekt:

a. in het model van staat K101: gegevens betreffende de dekkingsgraad als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel f, van het Besluit;

b. in het model van staten K201 tot en met K205: specificatie van de beleggingen met betrekking tot de valuta, de risicoklassen, derivatenposities en beleggingsrendementen als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, onder 5°., van het Besluit;

c. in het model van staat K301: specificatie van de beleggingen met betrekking tot de z-score als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, onder 5°., van het Besluit;

d. in het model van staat K401: premiegegevens over het nieuwe jaar, bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel k, van het Besluit;

e. in het model van staat K501: gegevens betreffende de toepassing van een herstelplan als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel p, van het Besluit;

f. in het model van staat K601: gegevens betreffende de toeslagverlening als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel h, onder 3°., van het Besluit; en

g. in het model van staat K602: de kenmerken van uitgevoerde pensioenregelingen als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdelen j, onder 1°., en q, en artikel 30, tweede lid, onderdelen a en c, van het Besluit.

Artikel 2.2

Eisen aan de gegevensverstrekking

De regels, bedoeld in artikel 32, aanhef en onderdelen b tot en met e, van het Besluit, zijn, voor wat betreft de kwartaalstaten, gesteld in de in bijlage 1 bij deze regeling opgenomen modellen van de kwartaalstaten en de daarbij behorende toelichting.

Artikel 2.3

Indieningstermijn en -⁠frequentie

1. De in artikel 2:1 bedoelde gegevens worden met de volgende frequentie aan DNB verstrekt:

a. de dekkingsgraad: elk kalenderkwartaal;

b. de specificatie van de beleggingen: elk kalenderkwartaal;

c. de z-score: elk eerste kalenderkwartaal;

d. de premiegegevens: elk vierde kalenderkwartaal;

e. gegevens over toepassing van een herstelplan: elk vierde kalenderkwartaal;

f. gegevens betreffende de gevolgen van de wijziging van de pensioenregeling voor de toeslagverlening: elk vierde kalenderkwartaal; en

g. de kenmerken van uitgevoerde pensioenregelingen: elk vierde kalenderkwartaal en, voor zover dit een ander kwartaal betreft, elk kalenderkwartaal waarin een bestuursbesluit tot wijziging van één of meer pensioenregelingen is genomen.

2. Het fonds waarborgt dat de in artikel 2:1 bedoelde gegevens uiterlijk dertig werkdagen na afloop van het toepasselijke kalenderkwartaal in het bezit van DNB zijn.

Hoofdstuk 3

Jaarstaten

Artikel 3.1

Modellen

De gegevens, bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdelen a tot en met e, g tot en met i, j, onder 2°., en l tot en met o, van het Besluit, worden als volgt in de volgende modellen van bijlage 2 bij deze regeling aan DNB verstrekt:

a. in het model van staten J101 tot en met J103: gegevens betreffende het fonds en zijn organisatie als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit;

b. in het model van staat J201: een bestuursverslag als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit;

c. in het model van staten J301 en J302: gegevens betreffende de enkelvoudige balans en indien van toepassing, de geconsolideerde balans als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, aanhef, van het Besluit;

d. in het model van staten J303 tot en met J305: een specificatie van de activa als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, onder 1°., van het Besluit;

e. in het model van staat J306: een specificatie van de passiva als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, onder 2°., van het Besluit;

f. in het model van staat J307: informatie over ontvangen en gestelde zekerheden en garanties als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, onder 3°., van het Besluit;

g. in het model van staat J308: een toelichting op de balans als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, aanhef, van het Besluit;

h. in het model van staten J309 en J310: de financiële relaties en transacties van het fonds als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel d, van het Besluit;

i. in het model van staten J311 en J312: informatie over grote posten binnen de beleggingen als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, onder 4°., van het Besluit;

j. in het model van staten J313 en J314: specificatie van de beleggingen als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel c, onder 5°., van het Besluit, voor zover er verschillen te rapporteren zijn ten opzichte van de rapportage ingevolge artikel 2:1, onderdelen b en c;

k. in het model van staten J401 en J402: een rekening van baten en lasten met specificatie van de posten als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel e, van het Besluit;

l. in het model van staten J501 tot en met J505: toetsing van het eigen vermogen als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel g, van het Besluit;

m. in het model van staten J601 tot en met J606: actuariële staten als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel h, van het Besluit;

n. in het model van staat J701: gegevens betreffende het deelnemersbestand als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel i, van het Besluit;

o. in het model van staat J702: het aantal deelnemers aan een pensioenregeling als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel j, onder 2°., van het Besluit;

p. in het model van staten J801 en J802: gegevens betreffende herverzekering als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel l, van het Besluit;

q. in het model van staat J901: verplichtingen van het fonds voor risico van de deelnemers als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel m, van het Besluit;

r. in het model van staat J902: uitvoering van een VUT-regeling als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel n, van het Besluit; en

s. in het model van staat J903: uitvoering van een inkoopregeling als bedoeld in artikel 30, eerste lid, onderdeel o, van het Besluit.

Artikel 3.2

Eisen aan de gegevensverstrekking

De regels, bedoeld in artikel 32, aanhef en onderdelen b tot en met e, van het Besluit, zijn, voor wat betreft de jaarstaten, gesteld in de in bijlage 2 bij deze regeling opgenomen modellen van de jaarstaten en de daarbij behorende toelichting.

Artikel 3.3

Indieningstermijn en -⁠frequentie

1. De in artikel 3:1 bedoelde gegevens worden eenmaal per kalenderjaar aan DNB verstrekt.

2. Het fonds waarborgt dat de in artikel 3:1 bedoelde gegevens uiterlijk 30 juni, na afloop van het kalenderjaar waarop de rapportage betrekking heeft, in het bezit van DNB zijn.

Hoofdstuk 4

Slotbepalingen

Artikel 4.1

Overgangsrecht

1. De op grond van deze regeling te verstrekken gegevens worden voor de eerste maal verstrekt over het boekjaar dat aanvangt op of na 1 januari 2007.

2. Ten aanzien van boekjaar 2006 worden de gegevens verstrekt overeenkomstig het Besluit staten pensioenfondsen respectievelijk de artikelen 22 tot en met 26 van het Besluit verplichte beroepspensioenregeling zoals deze luidden op 31 december 2006.

Artikel 4.2

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 januari 2007

Artikel 4.3

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling informatieverstrekking pensioenfondsen.

Deze regeling zal in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlagen 1 en 2, die ter inzage worden gelegd bij DNB.

De Nederlandsche Bank N.V.de directeur, D.E. Witteveen.

Toelichting

Inleiding

Op grond van de aanhef van artikel 32 van het Besluit financieel toetsingskader pensioenfondsen (hierna: het Besluit FTK) heeft De Nederlandsche Bank (hierna: DNB) de verplichting regels te stellen met betrekking tot de gegevens die pensioenfondsen moeten verstrekken op grond van artikel 30 van het Besluit FTK. In de diverse onderdelen van artikel 32 van het Besluit FTK is de reikwijdte van de regelgevende bevoegdheid van DNB beperkt tot de volgende limitatieve onderwerpen:

a. de modellen waarin de gegevens worden verstrekt;

b. de reikwijdte en de mate van detaillering van de te verstrekken gegevens;

c. de waardering van de posten;

d. de te hanteren valuta en rekeneenheid;

e. de afronding;

f. de termijn waarbinnen de gegevens worden verstrekt; en

g. de frequentie waarmee de gegevens worden verstrekt.

Uitvoering van artikel 32 van het Besluit FTK

De regels ten aanzien van de modellen waarin de gegevens van artikel 30 van het Besluit FTK moeten worden verstrekt, zijn opgenomen in de artikelen 2:1 (kwartaalstaten) en 3:1 (jaarstaten) van deze regeling. De artikelen 2:2 en 3:2 van deze regeling vinden hun juridische grondslag in artikel 32, onderdelen b tot en met e, van het Besluit FTK. De artikelen 2:3 en 3:3 van deze regeling vinden hun juridische grondslag in artikel 32, onderdelen f en g, van het Besluit FTK.

De bevoegdheid van DNB om regels te stellen, strekt zich tevens uit tot de bevoegdheid om te bepalen welke regels voor een bepaald jaar gelden. Vandaar dat in de artikelen 4:1 en 4:2 van de gelegenheid gebruik is gemaakt om expliciet te regelen op welk boekjaar deze regeling van toepassing is, en welke regels gelden voor de daaraan voorafgaande boekjaren.

Modellen van en aanwijzingen bij de staten

De modellen van de staten die in de artikelen 2:1 en 3:1 worden genoemd – en de daarbij behorende aanwijzingen als bedoeld in het tweede lid van de artikelen 2:2 en 3:2 – worden vanwege enerzijds de grote omvang daarvan, en anderzijds het voorschrift uit artikel 33 van het Besluit FTK dat de staten elektronisch moeten worden ingediend niet in de Staatscourant gepubliceerd. Deze modellen en aanwijzingen zijn ter inzage gelegd ten kantore van De Nederlandsche Bank N.V. in zowel Amsterdam als Apeldoorn. Tevens zijn de kwartaalstaten1 , jaarstaten2 en aanwijzingen3 te raadplegen op de website van DNB: www.dnb.nl.

Administratieve lasten

De administratieve lasten die uit deze regeling voortvloeien, zijn al in de voorbereiding van de Pensioenwet in kaart gebracht door middel van een EIM-rapport terzake.4 Deze administratieve lastenberekening is reeds door Actal getoetst, waardoor een administratieve lastentoets op onderhavige regeling niet meer noodzakelijk is.

De Nederlandsche Bank N.V.de directeur,

D.E. Witteveen

Naar boven