Wijziging Regeling naturalisatietoets Nederland

Regeling van de Minister van Justitie van 26 maart 2007, nr. 5473521, tot wijziging van de Regeling naturalisatietoets Nederland

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 6 van het Besluit naturalisatietoets;

Besluit:

Artikel I

De Regeling naturalisatietoets Nederland wordt als volgt gewijzigd:

A.

Artikel 2, tweede lid komt als volgt te luiden:

2. Tenzij in deze regeling anders is bepaald, zijn de bepalingen van hoofdstuk 4 van de Wet inburgering, de artikelen 2.7, derde lid, aanhef en onderdeel a; 2.9, eerste lid, en 2.10, eerste lid, en hoofdstuk 3, van het Besluit inburgering en hoofdstuk 3 van de Regeling inburgering van toepassing met dien verstande dat artikel 15, vijfde lid van de Wet inburgering; 3.8 van het Besluit inburgering en artikel 3.7 van de Regeling inburgering niet van toepassing zijn.

B

Artikel 3, vierde lid komt als volgt te luiden:

4 Het hoofd van de post neemt het centraal deel van het inburgeringsexamen overeenkomstig het in de bijlage van deze Regeling opgenomen examenreglement naturalisatietoets buitenland af.

C

Aan artikel 3 worden een achtste en negende lid toegevoegd die luiden:

8 Aan het afleggen van de naturalisatietoets op de Nederlandse diplomatieke en beroepsconsulaire vertegenwoordigingen in het buitenland zijn kosten verbonden die door de verzoeker voorafgaande aan de examinering voldaan dienen te worden.

9 Het examengeld, bedoeld in het achtste lid, bedraagt:

a. € 105 voor het elektronisch praktijkexamen, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel a, van het Besluit inburgering;

b. € 140 voor de toets gesproken Nederlands, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel b, van het Besluit inburgering; en

c. € 105 voor het examen in de kennis van de Nederlandse samenleving, bedoeld in artikel 3.9, eerste lid, onderdeel c, van het Besluit inburgering.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking op 1 april 2007.

Deze regeling wordt met toelichting en bijlage in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Justitie, E.M.H. Hirsch Ballin.

Examenreglement naturalisatietoets buitenland

Bijlage als bedoeld in artikel 3, vierde lid Regeling naturalisatietoets Nederland

Artikel 1. Algemeen

1. In dit reglement wordt verstaan onder:

a. naturalisatietoets: de toets, genoemd in artikel 2, tweede lid van het Besluit naturalisatietoets;

b. deelnemer: de vreemdeling die zich voor de naturalisatietoets heeft aangemeld;

c. hoofd: het hoofd van de Nederlandse diplomatieke of beroepsconsulaire vertegenwoordiging waar de naturalisatietoets wordt afgenomen;

d. toezichthouder: de door het hoofd aangewezen ambtenaar, medewerker, autoriteit of instelling, onder wiens toezicht de naturalisatietoets wordt afgelegd.

2. Voor zover uit een wettelijk voorschrift niet anders voortvloeit, worden de bevoegdheden genoemd in dit reglement uitgeoefend namens Onze Minister. Bij de uitoefening van deze bevoegdheden worden de algemene en bijzondere aanwijzingen van Onze Minister in acht genomen.

Artikel 2. Aanmelding voor de naturalisatietoets

1. De vreemdeling die aan de naturalisatietoets wenst deel te nemen, meldt zich daartoe aan door het indienen bij het hoofd van het ingevulde aanmeldformulier, waarvan het model als bijlage bij dit reglement is gevoegd, en het betalen van het examengeld.

2. Na aanmelding maakt het hoofd zo spoedig mogelijk de examenlocatie, de datum en het tijdstip waarop de naturalisatietoets kan worden afgelegd bekend.

Artikel 3. Gang van zaken voor en tijdens het examen

1. De deelnemer meldt zich ten minste vijftien minuten voor aanvang van de naturalisatietoets op de door het hoofd aangegeven examenlocatie.

2. Voor aanvang van de naturalisatietoets draagt de toezichthouder zorg voor:

a. de controle van het identiteitsdocument;

b. het maken van een scan of kopie van het identiteitsdocument.

3. Voor de aanvang van de naturalisatietoets ontvangt de deelnemer instructies van de toezichthouder. Deze instructies hebben in ieder geval betrekking op:

a. het gebruik van de apparatuur tijdens de naturalisatietoets;

b. de wijze waarop de naturalisatietoets de examens Toets Gesproken Nederlands, Elektronisch Praktijkexamen en Kennis van de Nederlandse Samenleving worden getoetst;

c. de materialen en hulpmiddelen waarvan het gebruik of bezit tijdens de naturalisatietoets niet is toegestaan;

d. de maatregelen die kunnen worden getroffen in geval van onregelmatigheden of ordeverstoring.

4. Tijdens de naturalisatietoets behandelt de deelnemer de examens van de naturalisatietoets volgens de gegeven instructies.

5. De deelnemer die de naturalisatietoets gereed heeft, meldt dit aan de toezichthouder. De toezichthouder controleert of alle examens van de naturalisatietoets zijn voltooid.

6. De toezichthouder houdt van het verloop van de naturalisatietoets een proces-verbaal bij.

Artikel 4. Ordemaatregelen

1. Gedurende de afname van de naturalisatietoets worden aan de deelnemer geen mededelingen, van welke aard dan ook, aangaande de exameninhoud gedaan.

2. Gedurende de afname van de naturalisatietoets is het de deelnemer niet toegestaan:

a. zonder toestemming van de toezichthouder zijn plaats of de examenlocatie te verlaten;

b. andere dan volgens de instructie van de toezichthouder toegestane materialen of hulpmiddelen te gebruiken of in het bezit te hebben.

3. Na afloop van de naturalisatietoets is het de deelnemer niet toegestaan andere documenten of zaken uit de examenruimte mee te nemen, dan volgens de instructie van de toezichthouder is toegestaan.

4. Het hoofd kan aanvullende maatregelen stellen om onregelmatigheden en ordeverstoring tijdens de naturalisatietoets te voorkomen.

Artikel 5. Maatregelen in het geval van onregelmatigheden

1. Indien de toezichthouder voor of tijdens de afname van de naturalisatietoets constateert dat een deelnemer enige regel ter voorkomen van onregelmatigheden of ordeverstoring overtreedt of heeft overtreden, treft hij de maatregelen die hem passend voorkomen. Hij kan daartoe:

a. de deelnemer voor aanvang van de naturalisatietoets de toegang tot de examenruimte ontzeggen;

b. voor de duur van de naturalisatietoets andere dan volgens de instructie toegestane materialen of hulpmiddelen tijdelijk in bewaring nemen;

c. de afname van de naturalisatietoets voortijdig afbreken en de deelnemer verdere deelname aan de naturalisatietoets ontzeggen;

d. de deelnemer uit de examenruimte verwijderen.

2. Bij constatering van fraude zullen, op voordracht van het hoofd, de resultaten van de naturalisatietoets met terugwerkende kracht ongeldig worden verklaard. Hiervan zal melding worden gemaakt aan de IB-Groep.

3. Bij constatering van fraude of ordeverstoring kan het hoofd de deelnemer voor een periode van maximaal één jaar van toekomstige deelname aan de naturalisatietoets uitsluiten.

Artikel 6. Uitslag

a. Het hoofd zendt de gegevens van de examens Elektronisch Praktijkexamen en Kennis van de Nederlandse Samenleving via het ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Informatie Beheer Groep;

b. De Informatie Beheer Groep stelt de uitslag van de naturalisatietoets vast en stuurt deze door aan het hoofd via het ministerie van Buitenlandse Zaken.

c. Het hoofd maakt de uitslag aan de examenkandidaat bekend en meldt via het ministerie van Buitenlandse Zaken aan de Informatie Beheer Groep op welke datum het diploma inburgering of de negatieve resultatenbrief aan de examenkandidaat is uitgereikt.

Artikel 7. Inwerkingtreding

Dit reglement treedt in werking op 1 april 2007.

Artikel 8

Dit reglement wordt aangehaald als: Examenreglement naturalisatietoets buitenland.

Toelichting

In de Regeling naturalisatietoets Nederland van 16 januari 2007 zijn ter uitvoering van de Rijkswet op het Nederlanderschap en het Besluit naturalisatietoets regels gesteld over de naturalisatietoets. De Regeling bepaalt dat per 1 april 2007 de naturalisatietoets zoals deze geldt sinds 1 april 2003 in Nederland en voor naturalisatieverzoekers die buiten het Koninkrijk wonen, wordt vervangen door het inburgeringsexamen van de Wet inburgering.

De onderhavige wijzigingsregeling strekt ertoe enkele eerst recentelijk bekend geworden omstandigheden alsnog toe te voegen aan de Regeling naturalisatietoets Nederland.

Toelichting per onderdeel

Onderdeel A

Aan het bestaande tweede lid van artikel 2 wordt toegevoegd artikel 2.7, derde lid, aanhef en onderdeel a, van het Besluit inburgering. Laatstgenoemde bepaling houdt in dat de Korte vrijstellingstoets éénmalig mag worden afgelegd. Herkansing is niet mogelijk. Reden hiervoor is dat het bij deze toets gaat om het (kunnen) aantonen van evidente inburgering. Het niet bij de eerste poging behalen van de Korte vrijstellingstoets geeft aan dat de kandidaat niet is ingeburgerd en dat voor hem het afleggen van het inburgeringsexamen de volgende logische stap is. Ten aanzien hiervan ligt overeenkomstige toepassing in de nationaliteitsrechtelijke regelgeving voor de hand.

Eerder is opneming van deze bepaling over het hoofd gezien.

Onderdeel B

Aan het bestaande vierde lid van artikel 3 wordt toegevoegd dat het hoofd van de post handelt conform het examenreglement naturalisatietoets buitenland, dat bij de onderhavige regeling als bijlage is gevoegd.

Onderdeel C

Afwijkend en in plaats van artikel 3.1 van de Regeling inburgering stelt het nieuwe negende lid van artikel 3 het examenbedrag voor de desbetreffende examenonderdelen vast. De bedragen zijn hoger dan indien het zelfde examenonderdeel wordt afgelegd in Nederland. Reden daarvoor is dat sprake is van hogere uitvoeringskosten.

De Minister van Justitie,

E.M.H. Hirsch Ballin

Naar boven