Aanvulling beleidsregel subsidiëring Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (stage en uitwisseling jongeren)

Besluit van de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking van 27 maart 2007, nr. DJZ/BR/0325-07, tot aanvulling van een beleidsregel voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (stage en uitwisseling jongeren)

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,

Gelet op de artikelen 6, 7, derde lid, en 10 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken1 ;

Gelet op de artikelen 9.1 en 9.2 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 20062 ;

Besluit:

Enig Artikel

Voor subsidieverlening in het kader van het programma Stage en uitwisseling voor jongeren geldt in aanvulling op het bij Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken en de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking van 22 februari 2006, nr. DJZ/BR/0201-20063 onder de werkingssfeer van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 gebrachte Besluit van de Minister voor Ontwikkelingssamenwerking van 10 mei 2005, nr. DSI/MY-169/054 : Jongeren die vervolgd worden in verband met een misdrijf komen niet in aanmerking voor een stage of uitwisseling ten laste van dit programma.

De Minister voor Ontwikkelingssamenwerking,
namens deze:
de Directeur-GeneraalInternationale Samenwerking, R.J. Treffers.

Toelichting

Deze aanvulling vloeit voort uit het voornemen om bij de toepassing van het programma Stage en uitwisseling een onwenselijke samenloop met strafvorderlijke maatregelen jegens een of meer betrokkenen te voorkomen. Het begrip vervolging heeft dezelfde betekenis als in artikel 27, tweede lid, Wetboek van Strafvordering: iedere handeling van de overheid waaraan betrokkene in redelijkheid de conclusie kan verbinden dat hij wordt beschuldigd van een strafbaar feit.

  • 1

    Stb. 2005, 137.

  • 2

    Stcrt 2005, 251.

  • 3

    Stcrt 2006, 47.

  • 4

    Stcrt. 2005, 92.

Naar boven