Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave 2007

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 25 maart 2007, nr. TRCJZ/2007/798, houdende bepalingen over de landbouwtellingen de gecombineerde opgaven

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op Verordening (EG) nr. 1782/2003 van de Raad van 29 september 2003 tot vaststelling van gemeenschappelijke voorschriften voor regelingen inzake rechtstreekse steunverlening in het kader van het gemeenschappelijk landbouwbeleid en tot vaststelling van bepaalde steunregelingen voor landbouwers en houdende wijziging van de Verordeningen (EEG) nr. 2019/93, (EG) nr. 1452/2001, (EG) nr. 1453/2001, (EG) nr. 1454/2001, (EG) nr. 1868/94, (EG) nr. 1251/1999, (EG) nr. 1673/2000, (EEG) nr. 2358/71 en (EG) nr. 2529/2001 (PbEU L 270);

Gelet op Verordening (EG) nr. 796/2004 van de Commissie van 21 april 2004 houdende uitvoeringsbepalingen inzake de randvoorwaarden, de modulatie en het geïntegreerd beheers- en controlesysteem waarin is voorzien bij Verordening (EG) nr. 1782/2003;

Gelet op de artikelen 52 en 55 van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 en artikel 26 van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet;

Voorts gelet op de artikelen 24 en 25 van de Landbouwwet;

Besluit:

Paragraaf 1

Gecombineerde opgave

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. Dienst Regelingen: Dienst Regelingen van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

b. beschrijvingsbiljet: formulier, waarvan het model als bijlage I bij deze regeling is opgenomen;

c. opgaveplichtige: persoon die, anders dan in het kader van de teelt van griendhout, riet en biezen, in de landbouw zijn hoofdbestaan of een gedeelte van zijn bestaan vindt, voor zover aan hem een beschrijvingsbiljet, bedoeld in onderdeel b, dan wel anderszins een oproep voor de landbouwtelling is uitgereikt of toegezonden.

Artikel 2

In het tijdvak dat loopt van 1 april 2007 tot en met 15 mei 2007 wordt een landbouwtelling gehouden als bedoeld in de artikelen 24 en 25 van de Landbouwwet.

Artikel 3

1. Ten behoeve van de telling, bedoeld in artikel 2, wordt een beschrijvingsbiljet uitgereikt of verzonden door de Minister.

2. In afwijking van het eerste lid, wordt geen beschrijvingsbiljet uitgereikt of verzonden door de Minister, indien de opgave ten behoeve van de telling, bedoeld in artikel 2 van deze regeling, in 2006 elektronisch is ingediend overeenkomstig paragraaf 2 van de Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave 2006.

Artikel 4

1. De opgaveplichtige verstrekt de ten aanzien van de veestapel gevraagde gegevens naar de toestand op 1 april 2007.

2. De opgaveplichtige verstrekt de ten aanzien van de oppervlakten gevraagde gegevens naar de verwachte toestand op 15 mei 2007. Indien een beteelde oppervlakte op 15 mei 2007 nog niet zal zijn beteeld, wordt de eerstvolgende geplande teelt opgegeven.

3. Onverminderd het eerste en tweede lid, verstrekt de opgaveplichtige de op het beschrijvingsbiljet gevraagde gegevens naar de toestand op de datum van verzending, tenzij op het biljet anders is aangegeven, en neemt daarbij de overige op het biljet of door Dienst Regelingen gegeven aanwijzingen in acht.

Artikel 5

1. Voor de bepaling van de bedrijfsomvang geldt dat één Nederlandse grootte-eenheid gelijk is aan 1420 eenheden bruto standaardsaldo.

2. De bruto standaardsaldi respectievelijk de Nederlandse grootte-eenheid worden vastgesteld als vermeld in bijlage II.

3. Bruto-standaardsaldi worden overeenkomstig bijlage II omgerekend in Nederlandse grootte-eenheden.

Artikel 6

Onverminderd het bepaalde in artikel 4 maakt de uit dien hoofde opgaveplichtige die tevens gehouden is:

a. gegevens te verstrekken met betrekking tot subsidieaanvragen op grond van de bedrijfstoeslagregeling, de areaalbetalingen voor noten, energiegewassen en eiwithoudende gewassen en de productiesteun voor zetmeelaardappelen en zaaizaad van vezelvlas, bedoeld in artikel 2, tweede lid, onderdeel a en b, van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006,

b. gegevens te verstrekken met betrekking tot de slachtpremieregeling, bedoeld in artikel 2, tweede lid, sub c, van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 of,

c. gegevens te verstrekken, als bedoeld in artikel 26, eerste lid, van het UitvoeringsbesluitMeststoffenwet,

voor het verstrekken van alle onderscheiden gegevens gebruik van het beschrijvingsbiljet.

Paragraaf 2

Elektronische indiening

Artikel 7

De opgave ten behoeve van de telling, bedoeld in artikel 2 van deze regeling, de aanvragen, bedoeld in artikel 6, onder a en b, van deze regeling en de verstrekking van gegevens, bedoeld in artikel 6, onder c, van deze regeling, kunnen gezamenlijk elektronisch worden ingediend.

Artikel 8

1. De gezamenlijke elektronische indiening geschiedt met het daartoe bestemde elektronische formulier.

2. Het formulier wordt elektronisch ondertekend met een door de Minister aan de ondertekenaar ter beschikking gestelde eenmalig bruikbare tancode.

3. De Minister bevestigt de ontvangst van een elektronisch ingediend formulier.

Artikel 9

Een tancode wordt uitsluitend overeenkomstig deze regeling gebruikt voor het doel waarvoor en door degene aan wie de tancode is verstrekt.

Artikel 10

De Minister verstrekt op een met redenen omkleed verzoek van de aanvrager een set tancodes ten behoeve van de elektronische handtekening, ingeval

a. deze geen tancodes heeft ontvangen;

b. de verstrekte tancodes zijn gebruikt, of

c. van verlies van eerder verstrekte tancodes.

Artikel 11

De Minister kan besluiten een set tancodes niet te verstrekken of in te trekken, indien de indiener of een met hem geassocieerd bedrijf of organisatie in het verleden een tancode heeft gebruikt in strijd met deze regeling of op andere wijze de integriteit van een verstrekte handtekening heeft geschonden.

Artikel 12

1. Een belanghebbende kan de aan hem verstrekte tancodes doen gebruiken door een gemachtigde als bedoeld in artikel 2:1 van de Algemene wet bestuursrecht ten behoeve van het indienen van een elektronische formulier namens belanghebbende.

2. De gemachtigde maakt bij het indienen van de aanvraag, de opgave onderscheidenlijk de verstrekking als bedoeld in artikel 8slechts gebruik van de aan de gemachtigde ter beschikking gestelde toegangscodes tot het elektronische formulier.

Paragraaf 3

Bijzondere bepalingen over de behandeling van een elektronisch formulier

Artikel 13

1. De Minister kan een elektronisch formulier weigeren, indien dit niet overeenkomstig deze regeling is ingediend.

2. De Minister kan een elektronisch verzonden bericht weigeren voor zover de betrouwbaarheid of vertrouwelijkheid van dit bericht onvoldoende is gewaarborgd, gelet op de aard en de inhoud van het bericht en het doel waarvoor het wordt gebruikt.

3. De Minister deelt een weigering op grond van dit artikel zo spoedig mogelijk aan de afzender mee.

Artikel 14

Als tijdstip waarop een elektronisch formulier door de Minister elektronisch is ontvangen, geldt het tijdstip waarop alle vereiste bescheiden als bedoeld in artikel 12 van Verordening (EG) nr. 796/2004 zijn ontvangen.

Artikel 15

De Minister kan besluiten de elektronische aanvraag, opgave onderscheidenlijk verstrekking niet te behandelen, indien het elektronisch formulier geheel of gedeeltelijk is geweigerd op grond van artikel 11. Artikel 4:5 van de Algemene wet bestuursrecht is van overeenkomstige toepassing.

Artikel 16

De Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave 2006 wordt ingetrokken.

Artikel 17

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 18

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling landbouwtelling en gecombineerde opgave 2007.

Deze regeling zal met de toelichting en bijlagen in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 25 maart 2007.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg.

Bijlage I

stcrt-2007-64-p13-SC79896-1.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-2.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-3.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-4.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-5.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-6.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-7.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-8.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-9.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-10.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-11.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-12.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-13.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-14.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-15.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-16.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-17.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-18.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-19.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-20.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-21.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-22.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-23.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-24.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-25.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-26.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-27.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-28.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-29.gifstcrt-2007-64-p13-SC79896-30.gif

Bijlage II

Bss- en nge-normen 2004 per landbouwtellingsrubriek voor de tellingslijst van 2007 (normen per dier of per hectare)
    

deelfactor bss/nge = 1.420 euro

   
        

Formulier code

Gewascode

 

EU-nr

Rubrieknaam

bss2004

 

nge2004

    

Dieren op het bedrijf/Veestapel

   
        
    

Rundvee (geen vlees- of weidevee)

   

201

79

 

J/02

fokjongvee 1 tot 2 jaar mannelijk

250

 

0,176

203

80

 

J/02

fokjongvee jonger dan 1 jaar mannelijk

250

 

0,176

205

81

 

J/04

fokjongvee 1 tot 2 jaar vrouwelijk

360

 

0,254

207

82

 

J/03

fokjongvee 1 tot 2 jaar mannelijk

855

 

0,602

209

83

 

J/06

fokjongvee 2 jaar of ouder vrl (nog nooit gekalfd)

360

 

0,254

211

84

 

J/07

melk- en kalfkoeien

1.710

 

1,204

213

85

 

J/05

stieren voor de fokkerij, 2 jaar of ouder

855

 

0,602

        
    

Rundvee (vlees- of weidevee)

   

214

498

 

J/02

vleeskalveren voor de witvleesproductie

205

 

0,144

216

499

 

J/02

vleeskalveren voor de rosé vleesproductie

185

 

0,13

217

93

 

J/02

jongvee vleesproductie jonger dan 1 jaar vrouwelijk

210

 

0,148

219

94

 

J/02

jongvee vleesproductie jonger dan 1 jaar mannelijk

235

 

0,165

221

95

 

J/04

jongvee vleesproductie 1 tot 2 jaar vrouwelijk

225

 

0,158

223

96

 

J/03

jongvee vleesproductie 1 tot 2 jaar mannelijk

235

 

0,165

225

97

 

J/06

jongvee vleesprod. 2 jr of ouder vrouwelijk nooit gekalfd

245

 

0,173

227

98

 

J/05

stieren voor de vleesproductie, 2 jaar of ouder

235

 

0,165

228

282

 

J/08

zoogkoeien (tenminste eenmaal gekalfd)

355

 

0,25

229

283

 

J/08

vlees- en weidekoeien (2 jaar of ouder)

200

 

0,141

        
    

Varkens

   

235

103

 

J/11

biggen tot 20 kg nog bij de zeug

0

 

0

237

104

 

J/11

biggen tot 20 kg niet meer bij de zeug

62

 

0,044

239

105

 

J/13

vleesvarkens 20 tot 50 kg

62

 

0,044

242

1670

 

J/13

vleesvarken 50 kg of meer, vrouwelijk

62

 

0,044

244

1671

 

J/13

vleesvarken 50 kg of meer, mannelijk

62

 

0,044

243

107

 

J/13

opfokzeugen en opfokberen 20 tot 50 kg

82

 

0,058

245

108

 

J/12

opfokzeugen 50 kg of meer niet gedekt

82

 

0,058

247

109

 

J/12

gedekte fokzeugen (al dan niet drachtig)

370

 

0,261

249

110

 

J/12

fokzeugen bij biggen

370

 

0,261

251

111

 

J/12

overige fokzeugen (gust)

370

 

0,261

253

112

 

J/13

fokberen 50 kg of meer nog niet dekrijp

82

 

0,058

255

113

 

J/13

fokberen dekrijp

370

 

0,261

        
    

Kippen (per 100 dieren)

   

269

127

 

J/14

vleeskuikens

190

 

0,134

271

338

 

J/15

ouderdieren van vleesrassen jonger dan 18 weken

480

 

0,338

273

339

 

J/15

ouderdieren van vleesrassen 18 weken of ouder

740

 

0,521

275

130

 

J/15

leghennen jonger dan 18 weken (incl. kuikens)

195

 

0,137

276

131

 

J/15

leghennen 18 weken tot 20 maanden

370

 

0,261

278

132

 

J/15

leghennen 20 maanden of ouder

375

 

0,264

272

1784

 

J/15

ouderdieren van leghennen jonger dan 18 weken

480

 

0,338

274

1785

 

J/15

ouderdieren van leghennen 18 weken of ouder

615

 

0,433

        
    

Eenden, kalkoenen en overig pluimvee (per 100 dieren)

   

287

138

 

J/16-b

eenden voor de vleesproductie (incl. ouderdieren)

415

 

0,292

289

1374

 

J/16-a

kalkoenen

805

 

0,567

297

142

 

J/16-d

overig pluimvee

415

 

0,292

        
    

Paarden en pony's

   

195

1961

 

J/01

paarden jonger dan 3 jaar

275

 

0,194

196

1962

 

J/01

paarden 3 jaar of ouder

2.080

 

1,465

197

1963

 

J/01

pony's jonger dan 3 jaar

275

 

0,194

198

1964

 

J/01

pony's 3 jaar of ouder

2.000

 

1,408

        
    

Schapen en geiten

   

265

121

 

J/09-b

lammeren (schapen jonger dan 1 jaar niet gelamd)

27

 

0,019

266

122

 

J/09-a

overige schapen vrouwelijk

75

 

0,053

268

123

 

J/09-b

overige schapen mannelijk

43

 

0,03

250

1830

 

J/10-a

melkgeiten jonger dan 1 jaar

67

 

0,047

258

1831

 

J/10-a

melkgeiten 1 jaar of ouder

155

 

0,109

260

1968

 

J/10-b

overige geiten vrouwelijk < 1 jaar

8

 

0,006

261

1969

 

J/10-b

overige geiten vrouwelijk >= 1 jaar

8

 

0,006

262

1970

 

J/10-b

overige geiten mannelijk < 1 jaar

8

 

0,006

263

1971

 

J/10-b

overige geiten mannelijk >= 1 jaar

8

 

0,006

        
    

Konijnen

   

232

284

 

J/19

gespeende vleeskonijnen

5

 

0,004

233

285

 

J/17

voedsters (moederdieren)

60

 

0,042

        
    

Edelpelsdieren

   

290

289

 

J/19

nertsen (moederdieren)

79

 

0,056

292

341

 

J/19

vossen (moederdieren)

185

 

0,13

294

291

 

J/19

overige pelsdieren (moederdieren)

125

 

0,088

        
    

Tuinbouw onder glas

   
        
    

Groenten

   

608

1681

 

D/15

losse tomaten (rond, vlees, tussentype)

215.000

 

151,4

604

1377

 

D/15

trostomaten (incl. fijne trostomaten)

276.000

 

194,4

606

1378

 

D/15

cherry-tomaten

328.000

 

231

605

297

 

D/15

komkommers

198.000

 

139,4

610

298

 

D/15

aardbeien onder glas

226.000

 

159,2

611

1014

 

D/15

aardbeien in betreedbare plastic tunnels

52.300

 

36,8

631

1682

 

D/15

rode paprika

221.500

 

156

632

1683

 

D/15

groene paprika

192.500

 

135,6

633

1684

 

D/15

gele paprika

215.000

 

151,4

634

1685

 

D/15

overige paprika

247.500

 

174,3

618

301

 

D/15

aubergines

244.000

 

171,8

621

302

 

D/15

overige groenten (inclusief meloen)

123.500

 

87

624

336

 

D/15

groentezaden onder glas

91.500

 

64,4

625

211

 

D/15

opkweekmateriaal groenten

379.000

 

266,9

        
    

Fruit

   

635

1597

 

G/07

fruit onder glas

76.500

 

53,9

        
    

Bloemkwekerijgewassen

   

652

305

 

D/17

alstroemeria (snijbloemen)

176.500

 

124,3

643

303

 

D/17

anjers (snijbloemen)

213.000

 

150

645

304

 

D/17

anthurium (snijbloemen)

202.000

 

142,3

647

217

 

D/17

chrysanten (snijbloemen)

177.500

 

125

654

941

 

D/17

eustoma russellianum (snijbloemen)

146.000

 

102,8

649

218

 

D/17

freesia's (snijbloemen)

167.000

 

117,6

651

220

 

D/17

gerbera's (snijbloemen)

223.000

 

157

655

221

 

D/17

lelies (snijbloemen)

209.000

 

147,2

650

219

 

D/17

orchideeën (snijbloemen)

275.500

 

194

641

214

 

D/17

rozen (snijbloemen)

366.500

 

258,1

657

223

 

D/17

overige snijbloemen

196.500

 

138,4

644

1787

 

D/17

potplanten bloei: anthurium

372.500

 

262,3

658

505

 

D/17

potplanten bloei: kalanchoë

399.000

 

281

642

1786

 

D/17

potplanten bloei: phalaenopsis

912.000

 

642,3

648

1788

 

D/17

potplanten bloei: spatiphyllum

328.000

 

231

661

507

 

D/17

potplanten bloei: overig

308.500

 

217,3

668

509

 

D/17

bladplanten: dracaena

471.500

 

332

664

508

 

D/17

bladplanten: ficus

304.500

 

214,4

669

510

 

D/17

bladplanten: overig

362.500

 

255,3

662

1020

 

D/17

amaryllisbollen

75.700

 

53,3

663

226

 

D/17

perkplanten

217.000

 

152,8

665

227

 

D/17

overige bloemkwekerijgewassen

182.500

 

128,5

677

1598

 

D/17

bloemzaden onder glas

197.000

 

138,7

666

228

 

D/17

opkweekmateriaal bloemkwekerijgewassen

322.000

 

226,8

        
    

Boomkwekerijgewassen en vaste planten

   

670

942

 

G/07

boomkwekerijgewassen/vaste planten, vermeerdering en/of aantrekking

111.500

 

78,5

672

943

 

G/07

boomkwekerijgewassen en vaste planten volledige teelt onder glas

268.500

 

189,1

        
    

Paddestoelenteelt

   

702

1834

 

I/02

teeltoppervlakte met de hand geoogste champignons

#######

 

862,7

703

1835

 

I/02

teeltoppervlakte machinaal geoogste champignons

#######

 

856,3

709

350

 

I/02

Overige eetbare paddestoelen, substraatverbruik (per ton) in 2006

235

 

0,165

        
    

Bollenbroei

   

911

195

 

D/17

tulpen gebroeid (x 1000) in afgelopen seizoen

87

 

0,061

912

1558

 

D/17

hyacinten gebroeid (x 1000) in afgelopen seizoen

86

 

0,061

913

194

 

D/17

narcisbollen gebroeid in afgelopen seizoen (per kg)

1

 

0,0007

        
    

Witloftrek

   

583

197

 

D/14-b

oppervlakte witlofwortelen voor trek van witlof (per ha getrokken pennen)

6.900

 

4,86

        
    

Tuinbouw open grond

   
        
    

Groenten

   

431

1842

 

D/14-b

aardbeien: vermeerdering

18.900

 

13,31

432

1843

 

D/14-b

aardbeien: wachtbed

18.900

 

13,31

433

1844

 

D/14-b

aardbeien: productie

19.900

 

14,01

434

146

 

D/14-b

andijvie

11.300

 

7,96

435

147

 

D/14-b

asperges met productie

13.300

 

9,37

436

1600

 

D/14-b

asperges zonder productie

13.300

 

9,37

437

150

 

D/14-b

bloemkool

6.420

 

4,52

438

1845

 

D/14-a

boerenkool

1.300

 

0,915

439

1846

 

D/14-b

bospeen

11.000

 

7,75

440

500

 

D/14-b

broccoli

5.280

 

3,72

441

1847

 

D/14-b

chinese kool

7.930

 

5,58

442

152

 

D/14-a

knolselderij

1.910

 

1,345

443

1848

 

D/14-b

knolvenkel/venkel

7.240

 

5,1

444

1849

 

D/14-b

komkommerachtigen(augurk,courgette,meloen,pompoen)

7.510

 

5,29

445

1850

 

D/14-a

koolraap

1.270

 

0,894

446

1851

 

D/14-b

koolrabi

7.130

 

5,02

447

501

 

D/14-a

kroten/rode bieten

6.340

 

4,46

448

1852

 

D/14-b

kruiden: bladgewassen

7.850

 

5,53

449

1853

 

D/14-a

kruiden: wortelgewassen

2.700

 

1,901

450

1854

 

D/34

kruiden: zaadgewassen

7.850

 

5,53

453

1857

 

D/14-b

paksoi

7.130

 

5,02

454

1858

 

D/14-b

peulen

9.900

 

6,97

455

154

 

D/14-b

prei

8.660

 

6,1

456

855

 

D/14-b

pronkbonen

13.400

 

9,44

457

1859

 

D/14-b

raapstelen

7.130

 

5,02

458

1860

 

D/14-b

rabarber

9.250

 

6,51

459

1861

 

D/14-b

radijs

7.130

 

5,02

460

1862

 

D/14-b

rode kool

3.660

 

2,58

461

1863

 

D/14-b

savooiekool

8.110

 

5,71

462

155

 

D/14-a

schorseneren

3.240

 

2,282

463

1864

 

D/14-b

bleekselderij (groen)

8.530

 

6,01

451

1972

 

D/14-b

sla: ijsberg

12.400

 

8,73

452

1973

 

D/14-b

krop en overige sla

11.100

 

7,82

465

156

 

D/14-a

spinazie

695

 

0,489

466

1865

 

D/14-b

spitskool

7.900

 

5,56

467

157

 

D/14-b

spruitkool

4.030

 

2,84

468

158

 

D/14-a

stamsperziebonen (=stamslabonen)

590

 

0,415

469

856

 

D/14-b

stoksnijbonen en stokslabonen

13.300

 

9,37

470

1866

 

D/14-a

waspeen

2.200

 

1,549

471

162

 

D/14-a

winterpeen

3.690

 

2,6

472

163

 

D/14-a

witlofwortel

2.970

 

2,092

473

1867

 

D/14-b

witte kool

7.650

 

5,39

485

1868

 

D/14-b

overige niet genoemde bladgewassen

7.190

 

5,06

486

867

 

D/14-b

overige niet genoemde groenten

7.190

 

5,06

        
    

Fruit

   

490

166

 

G/01-a

appelen aangeplant in afgelopen seizoen

7.500

 

5,28

491

167

 

G/01-a

appelen aangeplant voor afgelopen seizoen

7.500

 

5,28

492

168

 

G/01-a

peren aangeplant in afgelopen seizoen

11.300

 

7,96

493

169

 

G/01-a

peren aangeplant voor afgelopen seizoen

11.300

 

7,96

494

1869

 

G/01-a

blauwe bes

31.800

 

22,39

495

1870

 

G/01-a

pruimen

15.200

 

10,7

496

1871

 

G/01-a

rode bes, framboos, braam

55.200

 

38,9

497

1602

 

G/01-a

wijnbouw

14.500

 

10,21

498

1872

 

G/01-a

zure kersen - opbrengst voor verwerkende industrie

7.100

 

5

499

1873

 

G/01-a

zwarte bes - opbrengst voor verwerkende industrie

2.980

 

2,099

500

1874

 

G/01-a

overig kleinfruit (o.a. kruisbessen en kiwi's)

42.400

 

29,9

501

1875

 

G/01-a

overige pit-en steenvruchten(o.a.perzik en zoete kers)

24.500

 

17,25

        
    

Tuinbouwzaden

   

510

173

 

D/19

groentezaden open grond

3.750

 

2,64

511

174

 

D/19

bloemzaden open grond

4.590

 

3,23

        
    

bloemkwekerijgewassen

   

518

503

 

D/16

droogbloemen

8.110

 

5,71

519

1876

 

D/16

snijgroen

35.400

 

24,93

520

1604

 

D/16

overige bloemkwekerijgewassen open grond

36.600

 

25,8

        
    

Bloembollen en -knollen

   

546

1888

 

D/16

anemone coronaria

14.000

 

9,86

547

1889

 

D/16

acidanthera

16.700

 

11,76

548

1890

 

D/16

dahlia

16.100

 

11,34

549

1891

 

D/16

fritillaria imperialis

29.200

 

20,56

550

1892

 

D/16

gladiool: pitten

15.500

 

10,92

551

1893

 

D/16

gladiool: kralen

15.500

 

10,92

552

177

 

D/16

hyacint

26.400

 

18,59

553

1894

 

D/16

iris: grofbollig

18.200

 

12,82

554

1895

 

D/16

iris: fijnbollig

18.200

 

12,82

555

1896

 

D/16

knolbegonia

16.700

 

11,76

556

1897

 

D/16

krokus: grote gele

15.400

 

10,85

557

1898

 

D/16

overige krokussen

15.400

 

10,85

558

181

 

D/16

lelie

29.200

 

20,56

559

179

 

D/16

narcis

16.400

 

11,55

560

178

 

D/16

tulp

16.300

 

11,48

561

1899

 

D/16

zantedeschia

29.200

 

20,56

562

342

 

D/16

overige bol- en knolgewassen

16.700

 

11,76

        
    

Bloemkwekerijgewassen

   

525

1877

 

G/05

bos- en haagplantsoen

15.000

 

10,56

526

1878

 

G/05

buxus

93.200

 

65,6

527

1879

 

G/05

eriaceae

98.100

 

69,1

528

1880

 

G/05

laan- en parkbomen: onderstammen

17.800

 

12,54

529

1881

 

G/05

laan- en parkbomen: spillen

16.700

 

11,76

530

1882

 

G/05

laan- en parkbomen: opzetters

17.300

 

12,18

531

1883

 

G/05

rozenstruiken (incl. zaailingen en onderstammen)

16.600

 

11,69

532

188

 

G/05

sierconiferen

42.100

 

29,6

533

189

 

G/05

sierheesters en klimplanten

98.100

 

69,1

536

1884

 

G/05

trek- en besheester

33.100

 

23,31

537

1885

 

G/05

vruchtbomen: moerbomen

12.800

 

9,01

538

1886

 

G/05

vruchtbomen: onderstammen

12.800

 

9,01

539

1887

 

G/05

overige vruchtbomen

12.800

 

9,01

        
    

Vaste planten

   

540

190

 

D/16

vaste planten

54.900

 

38,7

        
    

Grondgebruik

   
        
    

Grasland

   

300

265

 

F/01

blijvend grasland

1.410

 

0,993

301

1905

 

F/02

natuurlijk grasland

425

 

0,299

302

266

 

D/18-a

tijdelijk grasland

1.410

 

0,993

303

866

 

H/03

overige natuurterreinen

0

 

0

        
    

Braak

   

307

1907

 

I08AD/22

groene braak 10 meter/ tenminste 6 maanden

345

 

0,243

308

1804

 

I08AD/22

groene braak (5 meter/ten minste 6 maanden)

345

 

0,243

309

668

 

I08AD/22

groene braak (ten minste 6 maand)

335

 

0,236

305

1906

 

I08AD/22

braak non food/non feed

285

 

0,201

306

1565

 

I08AD/22

braak, voederleguminosen

335

 

0,236

310

1566

 

I08AD/22

braak, natuur - eenjarig

270

 

0,19

311

1567

 

I08AD/22

braak, natuur - meerjarig

270

 

0,19

312

1568

 

I08AD/22

braak, natuur-eenjarig met andere overheids-instantie

270

 

0,19

313

1569

 

I08AD/22

braak, natuur-meerjarig met andere overheids-instantie

270

 

0,19

314

1908

 

I08AD/22

zwarte braak

285

 

0,201

370

2026

 

I08AD/22

braak met bos (sbl regeling na 28 juni 1995)

0

 

0

        
    

Akkerbouwgewassen

   

369

2025

 

D/10

aardappelen als bestrijdingsmaatregel am:vanggewas

0

 

0

327

1911

 

D/10

consumptieaardappelen op kleigrond (vroeg, loofvernietiging voor 15 juli)

2.860

 

2,014

328

1912

 

D/10

consumptieaardappelen op zand/veengrond (vroeg, loofvernietiging voor 15 juli)

2.050

 

1,444

325

1909

 

D/10

consumptieaardappelen op kleigrond (laat, loofvernietiging na 15 juli)

2.860

 

2,014

326

1910

 

D/10

consumptieaardappelen op zand/veengrond (laat, loofvernietiging na 15 juli)

2.050

 

1,444

367

1928

 

D/10

pootaardappelrassen op kleigrond, geen uitgroeiteelt (loofvernietiging voor 15 augustus)

4.280

 

3,01

368

1929

 

D/10

pootaardappelrassen op zand/veengrond, geen uitgroeiteelt (loofvernietiging voor 15 augustus)

2.650

 

1,866

365

1926

 

D/10

pootaardappelen op kleigrond, uitgroeiteelt (loofvernietiging na 15 augustus)

4.280

 

3,01

366

1927

 

D/10

pootaardappelen op zand/veengrond, uitgroeiteelt (loofvernietiging na 15 augustus)

2.650

 

1,866

392

1934

 

D/10

zetmeelaardappelen

1.730

 

1,218

393

1935

 

D/10

zetmeelaardappelen (tbm pootgoed)

1.290

 

0,908

394

859

 

D/10

zetmeelaardappelen geleverd aan buitenland

1.730

 

1,218

320

1949

 

D/12

aardperen

2.540

 

1,789

376

256

 

D/11

suikerbieten

2.620

 

1,845

388

257

 

D/12

voederbieten

1.340

 

0,944

321

247

 

D/30

blauwmaanzaad

1.290

 

0,908

322

659

 

D/08

boekweit

1.030

 

0,725

323

242

 

D/09-g

bruine bonen

1.250

 

0,88

379

853

 

D/09-g

tuinbonen (droog te oogsten)

2.470

 

1,739

380

854

 

D/14-a

tuinbonen (groen te oogsten)

1.700

 

1,197

384

243

 

D/09-e

veldbonen (o.a. duive-, paarde-, wierbonen)

695

 

0,489

324

511

 

D/35

cichorei

2.100

 

1,479

333

239

 

D/09-e

erwten; droog te oogsten

985

 

0,694

334

244

 

D/14-a

erwten (groen te oogsten)

1.150

 

0,81

335

1575

 

I08AD/22

faunaranden

545

 

0,384

389

235

 

D/04

wintergerst

765

 

0,539

396

236

 

D/04

zomergerst

935

 

0,658

336

660

 

D/08

gierst

1.030

 

0,725

337

658

 

D/08

graansorgho

1.030

 

0,725

338

1913

 

D/19

graszaad: engels raai

1.220

 

0,859

339

1914

 

D/19

overig graszaad

1.160

 

0,817

340

1915

 

D/19

graszaad: rietzwenkgras

1.500

 

1,056

341

1916

 

D/19

graszaad: veldbeemd

1.340

 

0,944

342

1917

 

D/19

graszaad: roodzwenkgras eerste jaar

980

 

0,69

343

1918

 

D/19

graszaad: roodzwenkgras overjarig

655

 

0,461

344

1919

 

D/19

graszaad: westerwolds

950

 

0,669

345

1920

 

D/19

graszaad: italiaans

1.010

 

0,711

346

1921

 

D/20

graszoden

2.540

 

1,789

362

1924

 

D/21

niet vlinderbloemige groenbemesters

0

 

0

387

1932

 

D/21

vlinderbloemige groenbemesters

0

 

0

347

238

 

D/05

haver

830

 

0,585

385

944

 

D/32

vezelhennep

1.040

 

0,732

348

513

 

D/08

kanariezaad

1.030

 

0,725

349

241

 

D/09-e

kapucijners en grauwe erwten

1.420

 

1

350

246

 

D/34

karwijzaad, oogst dit jaar

1.050

 

0,739

351

1570

 

D/19

klaverzaad

1.030

 

0,725

352

1922

 

D/26

koolzaad: winter

905

 

0,637

353

1923

 

D/26

koolzaad: zomer

890

 

0,627

354

666

 

D/29

lijnzaad niet van vezelvlas

1.480

 

1,042

360

663

 

D/09-e

niet-bittere lupinen

1.480

 

1,042

355

258

 

D/18-b2

luzerne

785

 

0,553

356

317

 

D/06

corn cob mix

915

 

0,644

357

316

 

D/06

korrelmais

825

 

0,581

358

259

 

D/18-b1

snijmais

980

 

0,69

359

814

 

D/14-a

suikermais

2.540

 

1,789

361

516

 

D/20

miscanthus (olifantsgras)

980

 

0,69

363

1925

 

D/20

overige akkerbouwgewassen

2.540

 

1,789

364

661

 

D/08

overige granen

1.030

 

0,725

372

664

 

D/26

raapzaad

860

 

0,606

373

237

 

D/03

rogge (geen snijrogge)

795

 

0,56

374

240

 

D/09-e

schokkers; droog te oogsten

1.080

 

0,761

375

665

 

D/28

sojabonen

1.290

 

0,908

377

1930

 

D/21

tagetes op zandgrond en löss (geen groene braak)

0

 

0

390

233

 

D/01

wintertarwe

1.150

 

0,81

397

234

 

D/01

zomertarwe

1.030

 

0,725

378

314

 

D/08

triticale

1.020

 

0,718

381

1931

 

D/14-a

poot- en plantuien (incl. sjalotten)

3.240

 

2,282

382

263

 

D/14-a

zilveruitjes

3.240

 

2,282

383

262

 

D/14-a

zaai-uien

3.240

 

2,282

386

249

 

D/31

vezelvlas

1.460

 

1,028

391

1933

 

D/31

zaaizaad voor vezelvlas

1.460

 

1,028

398

515

 

D/27

zonnebloemen

1.090

 

0,768

        
    

Notenbomen

   

422

1696

 

G/01-c

amandelen

24.500

 

17,25

423

1697

 

G/01-c

hazelnoten

24.500

 

17,25

424

1699

 

G/01-c

pistaches

24.500

 

17,25

425

1700

 

G/01-c

sint-jansbrood

24.500

 

17,25

426

1698

 

G/01-c

walnoten

24.500

 

17,25

        
    

Bos

   

419

1936

 

H/02

blijvend bos met herplantplicht

0

 

0

420

863

 

H/02

bos zonder herplantplicht

0

 

0

421

864

 

H/02

bos aangeplant in het kader van de set-aside regeling

0

 

0

371

2027

 

H/02

bos (sbl regeling)

0

 

0

Toelichting

Algemeen

Met het bij deze regeling gepubliceerde formulier Gecombineerde Opgave 2007 kan opgave worden gedaan ten behoeve van de landbouwtelling op grond van de Landbouwwet, de opgave Gebruik gewaspercelen op grond van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet en de verzamelaanvraag op grond van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. Voor deze verschillende onderdelen van de gecombineerde opgave (landbouwtelling, verzamelaanvraag en opgave van het gebruik van gewaspercelen) wordt gebruik gemaakt van één formulier.

Landbouwtelling

Deze regeling bepaalt dat er in de periode van 1 april 2007 tot en met 15 mei 2007 een landbouwtelling wordt gehouden. De landbouwtelling heeft twee doelen, namelijk statistiek en administratie. Voor onderzoek en beleid wordt door het Centraal Bureau voor Statistiek een zo volledig mogelijk overzicht samengesteld van de oppervlakte beteelde gewassen, de omvang van de veestapel en de inzet van arbeidskrachten. Voorts is het voor de uitvoering van het landbouwbeleid van belang dat correcte gegevens per landbouwbedrijf beschikbaar zijn bij het Ministerie van LNV.

Producenten die geen van de hierna genoemde premies aanvragen, en ook niet ingevolge het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet gehouden zijn om (wijzigingen van) perceelsgegevens te verstrekken, geven op het formulier alleen de landbouwtellingsgegevens op die op grond van artikel 24 en 25 van de Landbouwwet worden gevraagd.

Verzamelaanvraag

Met de verzamelaanvraag vraagt de landbouwer subsidie aan op grond van de bedrijfstoeslagregeling en de gekoppelde areaalbetalingen, zoals geregeld in de Regeling GLB-inkomenssteun 2006. Uit de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 volgt dat elke landbouwer die aanspraak wil maken op één of meer van de genoemde subsidies, verplicht is alle in gebruik zijnde grond op te geven in de Verzamelaanvraag.

Voor de slachtpremie geldt daarbij dat een aparte subsidieaanvraag wordt gedaan, en dat de verzamelaanvraag wordt gebruikt voor het voldoen aan de verplichting tot opgave van de in gebruik zijnde grond. De in gebruik zijnde grond dient te worden aangegeven op het onderdeel ‘Overzicht gewaspercelen’ van het formulier, waarvan het model is opgenomen als bijlage 1 bij deze regeling.

Voor landbouwers die een contract hebben gesloten met een groenvoederdrogerij geldt op grond van artikel 14, lid 1, sub e van Verordening (EG) nr. 382/2005 dat de betrokken steunpercelen moeten worden aangegeven op het onderdeel ‘Overzicht gewaspercelen’ van het formulier, waarvan het model is opgenomen als bijlage I bij deze regeling, onder vermelding van bijkomende bestemming 7. Deze opgave is ten behoeve van het verkrijgen van droogsteun door de groenvoederdrogerijen, een steunregeling die door het Hoofdproductschap akkerbouw wordt uitgevoerd.

Opgave gewaspercelen

Met het verstrekken van voornoemde perceelsgegevens voldoet de landbouwer daarnaast voor het tijdvak van 1 januari 2007 tot 15 mei 2007 aan de verplichting op grond van het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet om gegevens te verstrekken met betrekking tot het gebruik en de ligging van percelen landbouwgrond. In deze periode vervangt de gecombineerde opgave het formulier dat normaliter door Dienst Regelingen van het Ministerie van LNV wordt verstrekt aan landbouwers om wijziging(en) in het gebruik van een gewasperceel door te geven.

Datum van indiening

Het volledig ingevulde en ondertekende formulier dient uiterlijk op 15 mei 2007 door Dienst Regelingen te zijn ontvangen. Het niet voldoen aan deze verplichting is een economisch delict in de zin van artikel 1, onder 2, van de Wet op de economische delicten. De gevolgen van het niet-tijdig insturen van de gegevens in het kader van de Regeling GLB-Inkomenssteun 2006 zijn neergelegd in de desbetreffende regeling en komen in hoofdzaak neer op korting op dan wel volledige uitsluiting van uitbetalingen van inkomenstoeslagen voor het jaar 2007.

Nederlandse grootte-eenheden

Bij de landbouwtelling 2007 zal, evenals in voorgaande jaren, de bedrijfsomvang worden bepaald aan de hand van de Nederlandse grootte-eenheid (Nge). De Nge vertegenwoordigt een aantal bruto standaardsaldi (bss). De bruto standaardsaldi zijn door het Landbouw Economisch Instituut (LEI) berekend. Voor 2007 is vastgesteld dat één Nge gelijk is aan € 1.420,–. In bijlage II bij dit besluit is een lijst met bss weergegeven.

Het totale bruto standaardsaldo is gelijk aan de som van de waarden die worden verkregen door voor elke rubriek van de landbouwtelling het bruto standaardsaldo te vermenigvuldigen met het overeenstemmende aantal eenheden. Met deze bss-norm is het mogelijk om een beoordeling te maken van de productieomvang van het gehele bedrijf en de afzonderlijke productierichtingen.

In beginsel zullen voor de landbouwtelling alleen ondernemingen worden geïnventariseerd met een bedrijfsomvang van drie of meer Nge. Niettemin wordt ook een beschrijvingsbiljet gezonden aan bepaalde ondernemers met een kleinere bedrijfsomvang. Daarbij valt met name te denken aan ondernemers waarvan redelijkerwijs kan worden aangenomen dat de kleinere bedrijfsomvang een tijdelijk karakter draagt waardoor zij op de langere termijn wel voor inventarisatie in aanmerking behoren te komen.

Elektronische indiening

Evenals in 2006 is ook in 2007 opgave via internet mogelijk. Alle relaties hebben hiertoe in januari 2006 een gebruikscode, wachtwoord en 15 tancodes ontvangen. Nieuwe relaties die nog niet eerder tancodes hebben ontvangen, zullen vóór 1 april 2007 per seperate post een gebruikscode, een wachtwoord en een lijst met tancodes ontvangen.

Aan alle relaties die in 2006 opgave via internet hebben gedaan, is geen beschrijvingsbiljet uitgereikt of toegezonden. Aan deze relaties is per brief de oproep gedaan om de gecombineerde opgave voor 2007 elektronisch in te dienen. Met deze brief is derhalve ‘anderszins een oproep voor de landbouwtelling uitgereikt of toegezonden’, als bedoeld in artikel 1, onderdeel c van de regeling. Dit betekent dat ook de relaties aan wie deze brief is toegezonden opgaveplichtig zijn.

Overigens is in voornoemde brief wel gewezen op de mogelijkheid om, indien gewenst, het papieren formulier op te vragen bij het LNV-loket

In deze regeling wordt bepaald onder welke voorwaarden het mogelijk is de opgave en subsidieaanvragen elektronisch in te dienen.

Verkrijgen nieuwe tancodes

Indien door welke oorzaak dan ook de ondernemer niet langer over zijn tancode beschikt kan hij telefonisch bij het LNV-loket (0800-2233322) verzoeken om een set nieuwe tancodes.

In dat geval zal aan de aanvrager een nieuwe set worden toegestuurd en de eventuele nog niet gebruikte tancodes zullen in het systeem worden geblokkeerd.

Wanneer de ondernemer zijn op één na laatste tancode verbruikt in de internetapplicatie van de gecombineerde opgave, wordt er automatisch een nieuwe set tancodes toegezonden.

Administratieve lasten

De hoogte van de administratieve lasten per relatie is met name afhankelijk van het feit of en in hoeverre perceelsgegevens moeten worden opgegeven. Voor bedrijven zonder grond of met uitsluitend tuinbouw onder glas behoeven geen perceelsgegevens te worden opgegeven. Voor vrijwel alle overige bedrijven moeten ten behoeve van de Regeling GLB-inkomenssteun 2006 en het Uitvoeringsbesluit Meststoffenwet perceelsgegevens worden opgegeven. Voorts is de hoogte van de administratieve lasten afhankelijk van de keuze voor opgave via een papieren formulier of opgave via internet.

– Opgave op papier: Uitgaande van een gemiddeld uurloon van € 30,36 voor de agrarische sector en € 60,– voor intermediairs zijn de administratieve lasten naar verwachting voor een opgave op papier € 157,– per bedrijf. Voor het totaal van bedrijven die een opgave op papier doen (circa 74.400 bedrijven) bedragen de administratieve lasten € 11.700.177,–. De voor 2007 berekende administratieve lasten per bedrijf voor een opgave op papier liggen lager dan de administratieve lasten in 2006. Voor 2006 waren de administratieve lasten per bedrijf voor een opgave op papier ingeschat op € 170,– en de administratieve lasten voor het totaal van bedrijven die een opgave op papier doen € 16.000.000,–.

– Opgave via internet: Uitgaande van dezelfde uurlonen zijn de administratieve lasten naar verwachting voor een opgave via Internet gemiddeld zo’n € 147,– per bedrijf. Voor het totaal van bedrijven die naar verwachting een opgave via Internet doen (20%, circa 18.600 bedrijven) bedragen de administratieve lasten € 2.739.458,–. De voor 2007 berekende administratieve lasten liggen lager dan de lasten in 2006. Voor 2006 waren de administratieve lasten per bedrijf voor een opgave via internet ingeschat op € 156,– en lasten voor het totaal aan bedrijven die een opgave via internet doen € 1.500.000,–.

De uit de onderhavige regeling voortvloeiende informatieverplichtingen hebben betrekking op circa 93.000 bedrijven. In het kader van de landbouwtelling zullen aan deze bedrijven meer gegevens worden gevraagd dan in 2006, te weten gegevens met betrekking tot ‘gebruikstitel oppervlakte tuinbouw onder glas’, ‘verbrede landbouw’ en ‘nevenactiviteiten gegevens bedrijfshoofd/leider en echtgenoot’. Deze extra gegevens worden één maal in de drie jaar gevraagd door Eurostat in het kader van de uitvoering van het communautaire statistische programma. Bovendien zal de gecombineerde opgave ten gevolge van de integratie van de melkpremie in de bedrijfstoeslag per 2007 meer tijd vergen. Een aantal nieuwe gegevens zal moeten worden ingevuld en men zal hiervoor meer nieuwe informatie moet lezen. Tegenover voornoemde extra informatieverplichtingen staat echter dat de overige elementen in de gecombineerde opgave die samenhangen met de bedrijfstoeslagregeling in verband met het hervormingen van het GLB, die in 2006 nog nieuw waren, minder tijd zullen vergen dan in 2006.

Dit laatste betekent dat de met de informatieverplichtingen samenhangende administratieve lasten per opgaveplichtige voor zowel de schriftelijke indiening als de elektronische indiening voor 2007 zullen dalen.

Ook de totale administratieve lasten voor 2007 zullen dalen ten opzichte van 2006. Dit is het gevolg van voornoemde daling van de administratieve lasten per bedrijf en van de stijging van het aantal opgaven via internet, dat voor 2007 wordt verwacht.

Vermindering administratieve lasten door elektronische indiening in 2007.

In 2006 hebben in totaal 15.608 ondernemers (17%) gebruik gemaakt van elektronische indiening. In 13.708 gevallen (14,9%) heeft dit daadwerkelijk geleid tot een opgave. Hiervan hebben enkele ondernemers ook een gewijzigde opgave ingestuurd, elektronisch en op papier, zodat netto 10.530 (11,4%) unieke gebruikers via het opgaveformulier dat op internet ter beschikking is gesteld opgave hebben gedaan.

Voor 2007 is de ambitie het percentage van de ondernemers dat een opgave doet door middel van het opgaveformulier dat op internet ter beschikking is gesteld te laten stijgen tot 30%. Voor de berekening van de totale administratieve lasten voor 2007 is ook een voorzichtig scenario van 20% bepaald. In 2006 was nog gerekend met een percentage van 9,8%.

Ten opzichte van indienen van het papieren formulier met perceelsopgave en verzamelaanvraag voor GLB, dat gemiddeld ruim drie uur aan tijd van de ondernemer vergt, zal naar schatting een ondernemer gemiddeld 15 minuten besparen door een opgave via internet. De besparing ontstaat hoofdzakelijk doordat de opgaven via internet direct compleet worden ontvangen en niet retour behoeven te worden gezonden en te worden aangevuld door de opgaveplichtige. De ervaring van 2006 heeft uitgewezen dat bij opgave op papier zo’n 33% moet worden geretourneerd. Ingeschat wordt dat in 2007 40% van de opgaven op papier moet worden geretourneerd, voornamelijk in verband met het gedeeltelijk opnieuw intekenen van percelen en meer controles vooraf in plaats van achteraf. Uitgaande van een gemiddeld uurloon voor van € 30,36 voor de agrarische sector en € 60,– voor intermediairs leidt elektronische indiening in 2007 tot een vermindering van de administratieve lasten voor de agrarische sector van € 519.526,–.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

Naar boven