Wijziging Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Groenservice Zuid-Holland 2005

Besluit van de Minister van Justitie van 20 maart 2007, nr. 5470679/Justis/07, strekkende tot wijziging van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Groenservice Zuid-Holland 2005

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de Ministers die het aangaat;

Gelezen het verzoek van de plv. directeur van Groenservice Zuid-Holland van 10 mei 2006 en de daaropvolgende adviezen van de hoofdofficier van justitie te Rotterdam en de korpschef van het regiopolitiekorps Rotterdam-Rijnmond;

Gelet op:

– artikel 142, eerste lid, onder b en c en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

– artikel 8, zevende lid en artikel 9, van de Politiewet 1993;

– het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar;

– artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten;

– de Regeling Toetsing Geweldsbeheersing Buitengewoon Opsporingsambtenaar.

Besluit:

Artikel I

Artikel 4 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Groenservice Zuid-Holland 2005 komt als volgt te luiden:

Artikel 4

1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd bij de opsporing van de strafbare feiten waarvoor hij of zij is beëdigd, gebruik te maken van de bevoegdheden, bedoeld in artikel 8, eerste en derde lid, van de Politiewet 1993. Hij gedraagt zich overeenkomstig het bepaalde in hoofdstuk 7 van de Ambtsinstructie voor de politie, Koninklijke Marechaussee en de buitengewoon opsporingsambtenaar.

2. De buitengewoon opsporingsambtenaar kan gedurende de uitoefening van zijn functie als flora- en faunabeheerder gebruik maken van handboeien, een korte wapenstok en pepperspray van een door de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en de Minister van Justitie goedgekeurd merk en type en een gecertificeerde diensthond.

3. De buitengewoon opsporingsambtenaar wordt daadwerkelijk uitgerust met handboeien, een korte wapenstok en pepperspray nadat de direct toezichthouder heeft vastgesteld dat betrokkene beschikt over de vereiste bekwaamheid ten aanzien van het gebruik van en het omgaan met handboeien, een korte wapenstok, pepperspray en een gecertificeerde diensthond.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, Dienst Justis, afdeling BTR, Postbus 20300, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.

Dit besluit wordt met toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Den Haag, 20 maart 2007.
De Minister van Justitie,
namens deze:
de teammanager BTR, P.W.C. Collard.

Toelichting

De Groenservice Zuid-Holland heeft bij brief van 10 mei 2006 verzocht om het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Groenservice Zuid-Holland 2005 te wijzigen.

De wijziging betreft een verzoek tot uitbreiding van de geweldsmiddelen met pepperspray.

Het (categoriale) wijzigingsbesluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

De op naam gestelde akten van beëdiging en de overige benoemingsbescheiden, welke zijn uitgevaardigd op het in artikel 8 van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Groenservice Zuid-Holland 2005, kenmerk 5373140/Justis/05, d.d. 7 september 2005, zijn van kracht tot aan de in die akten en overige benoemingsbescheiden vermelde geldigheidsdatum.

De Minister van Justitie

namens deze:

de teammanager BTR,

P.W.C. Collard

Naar boven