Wijziging Regeling residuen van bestrijdingsmiddelen

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 maart 2007, nr. VGP/PSL 2752036, houdende wijziging van de Regeling residuen van bestrijdingsmiddelen

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit;

Gelet op richtlijn nr. 2006/92/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 9 november 2006 (PbEU L 311) tot wijziging van de bijlagen bij de richtlijnen nr. 76/895/EEG, nr. 86/362/EEG en nr. 90/642/EEG van de Raad wat betreft maximumgehalten aan residuen van captan, dichloorvos, ethion en folpet en op richtlijn nr. 2007/7/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 14 februari 2007 (PbEU L 43) tot wijziging van bepaalde bijlagen bij de richtlijnen nr. 86/362/EEG en nr. 90/642/EEG van de Raad wat betreft maximumgehalten aan residuen van atrazin, lambda-cyhalothrin, fenmedifam, methomyl, linuron, penconazool, pymetrozine, bifenthrin en abamectine, alsmede gelet op artikel 1 van het Residubesluit;

Besluit:

Artikel I

Bijlage II bij de Regeling residuen van bestrijdingsmiddelen1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De specificaties, opgenomen bij de bestrijdingsmiddelen die tevens zijn vermeld in de bijlage bij deze regeling, worden vervangen door de in die bijlage opgenomen specificaties.

2. In de rubriek voetnoten wordt opgenomen voetnoot 23):

23) voorlopige MRL vastgesteld tot 1 januari 2008 in afwachting van de indiening van gegevens door de aanvrager.

3. Aan het slot van het onderdeel Motief worden de volgende regels toegevoegd:

57 Aanpassing aan richtlijn 2006/92/EG van 9 november 2006 (PbEU L 311).

58 Aanpassing aan richtlijn 2007/7/EG van 14 februari 2007 (PbEU L 43).

59 De maximumgehalten voor perziken, nectarines en soortgelijke kruisingen daaronder begrepen, besvruchten en klein fruit (behalve aardbeien, bramen, frambozen, aalbessen en kruisbessen), sla, witlof, erwten (met peul) en rozijnen zijn verlaagd tot de ondergrens van de analytische bepaling en opgenomen in overige plantaardige producten.

60 De maximumgehalten voor fruit, groenten, peulvruchten, pinda’s, granen en volkorenmeel zijn verlaagd tot de ondergrens van de analytische bepaling en opgenomen in overige plantaardige producten.

61 De maximumgehalten voor citrusvruchten, pitvruchten, steenvruchten, tafel- en wijndruiven, overig fruit en groenten (behalve peterselie en bleekselderij) zijn verlaagd tot de ondergrens van de analytische bepaling en opgenomen in overige plantaardige producten.

62 De maximumgehalten voor steenvruchten (behalve kersen), besvruchten en klein fruit (behalve wijndruiven, aardbeien, bramen, frambozen, aalbessen en kruisbessen), andijvie, witlof, prei en erwten (met peul) zijn verlaagd tot de ondergrens van de analytische bepaling en opgenomen in overige plantaardige producten.

Artikel II

1. Deze regeling treedt in werking met ingang van 11 mei 2007.

2. In afwijking van het eerste lid treedt artikel I ten aanzien van het bestrijdingsmiddel atrazin in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. Klink.

Bijlage bij artikel I

Bestrijdingsmiddel, bestanddeel daarvan of omzettingsproduct

Omzettingsproducten inbegrepen in toegelaten maximumgehalten

Maximumgehalten aan residuen uitgedrukt als

Toegelaten maximumgehalten aan residuen (mg/kg)

Voetnoot

Motief

atrazin

geen

atrazin

suikermaïs

0,1

  
   

thee

0,1*

  
   

hop

0,1*

  
   

granen

0,1

23)

58

   

overige

0,05*

  
       

captan

geen

captan

amandelen

0,3

 

57

   

pitvruchten

3

21)

 
   

abrikozen

3

 

57

   

kersen

5

 

57

   

pruimen

1

 

57

   

aardbeien (andere dan

3

21)

57

   

bosaardbeien)

   
   

bramen

3

21)

 
   

frambozen

3

21)

 
   

aalbessen

3

21)

 
   

(rood, zwart en wit)

   
   

kruisbessen

3

21)

 
   

(Cynorrhodom)

   
   

mango’s

2

 

57

   

wortelen

0,1

 

57

   

knolselderij

0,1

 

57

   

tomaten

2

21)

57

   

pepers (paprika’s)

0,1

 

57

   

meloenen

0,1

 

57

   

andijvie

2

 

57

   

spinazie

0,1

 

57

   

peterselie

0,1

 

57

   

bonen (met peul)

2

21)

 
   

bonen (zonder peul)

2

21)

57

   

bleekselderij

0,1

 

57

   

prei

2

 

57

   

aardappelen

0,05

 

57

   

thee

0,05*

 

57

   

hop

0,05*

 

57

   

overige plantaardige

0,02*

 

57, 59

   

producten

   
       

dichloorvos

geen

dichloorvos

thee

0,02*

 

57

   

hop

0,02*

 

57

   

overige plantaardige

0,01*

 

57, 60

   

producten

   
       

ethion

geen

ethion

peterselie

2

 

57

   

bleekselderij

0,1

 

57

   

oliehoudende zaden

0,02*

  
   

thee

3

  
   

hop

0,02*

  
   

overige plantaardige

0,01*

 

57, 61

   

producten

   
       

folpet

geen

folpet

pitvruchten

3

21)

 
   

kersen

2

 

57

   

wijndruiven

5

 

57

   

aardbeien (andere dan

3

21)

57

   

bosaardbeien)

   
   

bramen

3

21)

 
   

frambozen

3

21)

 
   

aalbessen

3

21)

 
   

(rood, zwart en wit)

   
   

kruisbessen

3

21)

 
   

Cynorrhodom)

   
   

uien

0,1

 

57

   

tomaten

2

21)

57

   

Cucurbitaceae

1

 

57

   

(met niet-eetbare schil)

   
   

koolrabi

0,05

 

57

   

sla

2

  
   

bonen (met peul)

2

21)

 
   

bonen (zonder peul)

2

21)

 
   

aardappelen

0,1

 

57

   

thee

0,05*

 

57

   

hop

150

 

57

   

tarwe en gerst

2

 

57

   

overige plantaardige

0,02*

 

57, 62

   

producten

   

Toelichting

Deze regeling strekt tot uitvoering van richtlijn nr. 2006/92/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 9 november 2006 (PbEU L 311) tot wijziging van de bijlagen bij de richtlijnen nr. 76/895/EEG, nr. 86/362/EEG en nr. 90/642/EEG van de Raad wat betreft maximumgehalten aan residuen van captan, dichloorvos, ethion en folpet, verder te noemen richtlijn 2006/92/EG en op gedeeltelijke uitvoering van richtlijn 2007/7/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 14 februari 2007 (PbEU L 43) tot wijziging van bepaalde bijlagen bij de richtlijnen nr. 86/362/EEG en nr. 90/642/EEG van de Raad wat betreft maximumgehalten aan residuen van atrazin, lambda-cyhalothrin, fenmedifam, methomyl, linuron, penconazool, pymetrozine, bifenthrin en abamectine, namelijk voor wat betreft de daarin vastgestelde maximumgehalten aan residuen van atrazin, verder te noemen richtlijn 2007/7/EG.

Omdat richtlijn 2007/7/EG ten aanzien van atrazin bepaalt dat reeds op 21 januari 2007 aan die richtlijn uitvoering moet zijn gegeven, worden de bepalingen betreffende atrazin middels deze regeling geïmplementeerd. De bepalingen ten aanzien van de overige maximumgehalten van die richtlijn, zullen in een later stadium worden geïmplementeerd in de Regeling residuen van bestrijdingsmiddelen.

Voor producten van plantaardige oorsprong, met inbegrip van groenten en fruit, en granen worden residugehalten vastgesteld op een zodanig niveau als voor een effectieve gewasbescherming nodig is. Hierbij is de hoeveelheid residu zo klein mogelijk en tegelijk toxicologisch aanvaardbaar, mede gelet op de geschatte inname via de voeding. De maximumgehalten aan residuen (MRL’s) komen overeen met de bovengrens van de hoeveelheden residu die naar verwachting in producten kunnen worden gevonden wanneer goede landbouwpraktijken in acht zijn genomen.

De MRL’s voor bestrijdingsmiddelen worden voortdurend opnieuw bekeken en gewijzigd om rekening te houden met nieuwe gegevens en informatie.

Richtlijn 2006/92/EG stelt als gevolg hiervan voor de bestrijdingsmiddelen captan, dichloorvos, ethion en folpet nieuwe MRL’s vast.

Richtlijn 2007/7/EG stelt onder andere voor het bestrijdingsmiddel atrazin MRL’s vast in granen.

Alle maatregelen die in bovengenoemde richtlijn zijn getroffen zijn in overeenstemming met de adviezen van het Permanent Comité voor voedselketen en diergezondheid.

Administratieve lasten

Deze regeling leidt niet tot administratieve lasten voor het bedrijfsleven.

In onderstaande transponeringstabel wordt het verband weergegeven tussen de richtlijnen 2006/92/EG en 2007/7/EG.

Richtlijn

Regeling Residuen van bestrijdingsmiddelen

2006/92/EG

 

artikel 1, 2 en 3

Bijlage II

artikel 4, 5 en 6

geen omzetting vereist

  

2007/7/EG

 

artikel 1 en 2

Bijlage II

artikel 2, 3, 4 en 5

geen omzetting vereist

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

  • 1

    Stcrt. 1984, 54; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 12 januari 2007 (Stcrt. 10).

Naar boven