Beleidsregels indicatiestelling AWBZ

Beleidsregels van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 7 maart 2007, nr. Z/VU-2749197, betreffende regels die het indicatieorgaan hanteert bij het vaststellen van of en in hoeverre de verzekerde is aangewezen op zorg op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (Beleidsregels indicatiestelling AWBZ)

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 11 van het Zorgindicatiebesluit;

Besluit:

Artikel 1

De regels volgens welke het indicatieorgaan vaststelt of en in hoeverre de verzekerde is aangewezen op een of meer van de in artikel 2 van het Zorgindicatiebesluit aangewezen vormen van zorg, zijn opgenomen in de bijlagen 1 tot en met 9 van deze regeling.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 april 2007.

Artikel 3

Deze regeling wordt aangehaald als: Beleidsregels indicatiestelling AWBZ.

Deze regeling zal met de toelichting, maar zonder de bijlagen, in de Staatscourant worden geplaatst. De bijlagen liggen met ingang van de tweede dag na bekendmaking van de regeling ter inzage in de bibliotheek van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Bussemaker.

Toelichting

De vaststelling of een verzekerde is aangewezen op zorg op grond van de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) is in handen gelegd van een onafhankelijke instantie, te weten het Centrum Indicatiestelling Zorg (CIZ). Deze vaststelling moet op een objectieve, betrouwbare en uniforme manier geschieden. Daarom gaat het Zorgindicatiebesluit uit van indiceren op basis van landelijke criteria.

Artikel 11 van het Zorgindicatiebesluit maakt het mogelijk om beleidsregels vast te stellen over de werkwijze van het CIZ. Gezien mijn verantwoordelijkheid voor de AWBZ heb ik besloten van die bevoegdheid gebruik te gaan maken. In mijn brief van 5 december 2005 heb ik dan ook aan de Tweede Kamer der Staten-Generaal toegezegd beleidsregels vast te gaan stellen. (Kamerstukken II 2005/06, 26 631, nr. 156). Ten behoeve daarvan heeft het CIZ mij op 30 mei 2006, VWS-06014, conceptbeleidsregels voor de indicatiestelling doen toekomen. Het gaat om regels die het CIZ grotendeels al hanteert. De beleidsregels bepalen ook hoe geïndiceerd moet worden in zorgzwaartepakketten (ZZP’s) ingeval er sprake is van verblijf. Gezien de invoering van de ZZP’s binnenkort, is het treffen van deze regeling van belang.

Op 8 juni 2006 heb ik deze conceptbeleidsregels aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II 2005/06, 26 631, nr. 178) toegezonden. Ik heb meegedeeld daarover advies te vragen aan het College voor zorgverzekeringen (CVZ) en na ontvangst van dit advies beleidsregels vast te gaan stellen.

Het CVZ heeft op 13 juli 2006, GS/26059125, over de conceptbeleidsregels gerapporteerd. Op basis van dat rapport en na verder overleg met het CIZ en het CVZ is de onderhavige regeling vastgesteld. De beleidsregels voor de indicatiestelling zijn vastgelegd in de bijlagen 1 tot en met 9 van deze regeling. Bijlage 1 bestaat uit een algemeen hoofdstuk dat van toepassing is op alle zorgvormen. Bijlage 2 regelt de zogenoemde grondslagen; de aandoeningen en beperkingen op grond waarvan AWBZ-zorg aangewezen kan zijn. Bijlage 3 geeft beleidsregels voor gebruikelijke zorg. Gebruikelijke zorg betreft wat gebruikelijk is in een gezamenlijk huishouden. Gebruikelijke zorg heeft dan ook alleen betrekking op persoonlijke verzorging en ondersteunende begeleiding. Bijlage 4 bevat beleidsregels voor persoonlijke verzorging, bijlage 5 voor verpleging, bijlage 6 voor ondersteunende begeleiding, bijlage 7 voor activerende begeleiding, bijlage 8 voor behandeling en bijlage 9 voor verblijf.

Met het treffen van de onderhavige regeling is er geen sprake van extra administratieve lasten. Het is vooral een technische operatie mede in verband met de invoering van de ZZP’s. Hiermee wordt verder niet vooruitgelopen op de toekomst van de AWBZ.

Deze bijlagen zijn, gezien de omvang daarvan, niet in de Staatscourant gepubliceerd, maar liggen ter inzage in de bibliotheek van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. Ze zijn ook elektronisch in te zien via site www.ciz.nl.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Bussemaker