Regeling aanwijzing klassenbureaus Wet voorkoming verontreiniging door schepen

Regeling betreffende de aanwijzing van rechtspersonen, bevoegd tot het verrichten van onderzoeken als bedoeld in artikel 8 van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen (Regeling aanwijzing klassenbureaus Wet voorkoming verontreiniging door schepen)

5 maart 2007

Nr. HDJZ/SCH/2006-1544

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op richtlijn 94/57/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 november 1994 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor met de inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties (PbEG L319) en op artikel 8, vijfde lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen;

Besluit:

Artikel 1

Artikel 3 van de Regeling erkende organisaties Schepenwet is van overeenkomstige toepassing op de rechtspersonen, genoemd in artikel 1, van het Besluit aanwijzing klassenbureaus Wet voorkoming verontreiniging door schepen, met dien verstande dat in dat artikel voor ‘een land van het Koninkrijk’ en ‘Nederland, de Nederlandse Antillen en Aruba’ moet worden gelezen ‘Nederland’.

Artikel 2

Op de aanwijzing van rechtspersonen bedoeld in artikel 8, derde lid, van de Wet voorkoming verontreiniging door schepen, zijn de artikelen 2, eerste en tweede lid, 4 en 5 van de Regeling erkende organisaties Schepenwet van toepassing.

Artikel 3

Deze regeling treedt in werking met ingang met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 4

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanwijzing klassenbureaus Wet voorkoming verontreiniging door schepen.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat, J.C. Huizinga-Heringa.

Toelichting

Deze regeling geeft het kader voor de aanwijzing van de zogenaamde klassenbureaus onder de Wet voorkoming verontreiniging door schepen (Wvvs). De klassenbureaus worden aangewezen in het Besluit aanwijzing klassenbureaus Wet voorkoming verontreiniging door schepen, en wel voor onderzoeken bedoeld in artikel 8, eerste lid, van de Wvvs.

Bij een recente wetswijziging in 2005 (Stb. 2005, 49) is in de Wvvs een nieuwe grondslag gecreëerd voor de aanwijzing van klassenbureaus.

In artikel 8 Wvvs is aangesloten bij artikel 6, tweede en derde lid, van de Schepenwet, waarin de grondslag wordt gegeven voor het aanwijzen van rechtspersonen of natuurlijke personen voor onderzoeken in het kader van de Schepenwet.

De Regeling erkende organisaties Schepenwet, waarbij de specifieke regels omtrent de aanwijzing van deze organisaties onder de Schepenwet zijn opgenomen, behelst tevens de implementatie van de Richtlijn 94/57/EG van de Raad van de Europese Unie van 22 november 1994 inzake gemeenschappelijke voorschriften en normen voor de met inspectie en controle van schepen belaste organisaties en voor de desbetreffende werkzaamheden van maritieme instanties (PbEG L 319). Voor zover de in die regeling opgenomen artikelen tevens van belang zijn voor het aanwijzen van de klassenbureaus voor de Wvvs, zijn zij van overeenkomstige toepassing verklaard. Hiermee wordt voorkomen dat vrijwel identieke regels meerdere malen worden vastgesteld.

Op de aanwijzing van de rechtspersonen zijn artikelen van de Regeling erkende organisaties Schepenwet van toepassing verklaard, waarin

– de aanwijzing wordt gerelateerd aan erkenning op grond van de richtlijn

– de duur van de aanwijzing en,

– de vervalgronden van de aanwijzing, de schorsing en de intrekkingsbevoegdheden ten aanzien van die aanwijzing, zijn geregeld.

De Staatssecretaris van Verkeer en Waterstaat,

J.C. Huizinga-Heringa

Naar boven