Wijziging Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza (invoering afschermplicht voor gevogelte voorjaar 2007)

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 2 maart 2007, nr. TRCJZ/2007/781, houdende wijziging van de Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza (invoering afschermplicht voor gevogelte voorjaar 2007)

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40 (PbEU L 10);

Gelet op Beschikking 2005/734/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 oktober 2005 tot vaststelling van bioveiligheidsmaatregelen ter beperking van het risico van overdracht van hoogpathogene aviaire influenza, veroorzaakt door het influenza A-virus subtype H5N1, van in het wild levende vogels naar pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels en tot instelling van een systeem voor vroege opsporing in risicogebieden (PbEU L 274);

Gelet op Beschikking 2006/474/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 juli 2006 tot vaststelling van voorschriften voor de preventie van hoogpathogene aviaire influenza, veroorzaakt door influenza A-virus subtype H5N1, naar vogels in dierentuinen en officieel erkende instellingen, instituten of centra in de lidstaten en tot intrekking van Beschikking 2005/744/EG (PbEU L 187);

Gelet op artikel 17, eerste lid, 31 en 107 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Artikel I

De Tijdelijke regeling ter wering van Aviaire Influenza1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 komt te luiden:

Artikel 1

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. gevogelte: pluimvee, alsmede andere gehouden dieren van een soort behorende tot de orde van de eendvogels (Anseriformes), tot de families van de struisvogels (Struthionidae), emoes (Dromaiidae) en nandoes (Rheidae) en de familie van de duiven (Columbidae);

b. hobbypluimvee: gevogelte als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Tijdelijke vrijstellingsregeling vaccinatie hobbypluimvee, biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop;

c. vervoermiddel: voertuig, waaronder mede begrepen een combinatie van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers;

d. VWA: Voedsel en Waren Autoriteit;

e. dierentuin: dierentuin als bedoeld in artikel 2, tweede alinea, van beschikking 2006/474/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 juli 2006 tot vaststelling van voorschriften voor de preventie van hoogpathogene aviaire influenza, veroorzaakt door influenza A-virus subtype H5N1, naar vogels in dierentuinen en officieel erkende instellingen, instituten of centra in de lidstaten en tot intrekking van Beschikking 2005/744/EG (PbEU L 187);

f. richtlijn 2005/94/EG: Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40 (PbEG L10).

B

Na artikel 2 worden twee artikelen ingevoegd, luidende:

Artikel 3

1. De houder van gevogelte neemt passende maatregelen om zo veel mogelijk te voorkomen dat de door hem gehouden dieren in contact komen met wilde vogels of hun uitwerpselen.

2. Onder passende maatregelen als bedoeld in het eerste lid, wordt ten minste begrepen het niet doorlaatbaar afdichten aan de bovenzijde van de al dan niet beperkte uitloop en het afschermen met netten van de zijkanten van deze uitloop.

Artikel 3a

De verplichting tot het nemen van de maatregelen, bedoeld artikel 3, eerste lid, geldt niet:

a. voor de houder van in dierentuinen gehouden gevaccineerd gevogelte, enkel ten aanzien van het gevogelte dat na 21 november 2005, maar niet langer dan 1 jaar geleden, is gevaccineerd overeenkomstig de Tijdelijke vrijstellingsregeling enten AI-gevoelige vogels dierentuinen 2003;

b. voor de houder van gevaccineerde biologische legkippen of gevaccineerde legkippen met vrije uitloop, mits voedsel en water wordt verstrekt in een ruimte die ten minste aan de bovenzijde ondoorlaatbaar is afgedekt, voor wat betreft:

1°. de gevaccineerde dieren, een week na de datum van de tweede vaccinatie, bedoeld in de artikelen 8, eerste lid, en 16 van de Tijdelijke vrijstellingsregeling vaccinatie hobbypluimvee, biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop, en

2°. de gevaccineerde dieren, die niet langer dan 1 jaar geleden volledig zijn gevaccineerd onderscheidenlijk gehervaccineerd overeenkomstig de Tijdelijke vrijstellingsregeling vaccinatie hobbypluimvee, biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop;

c. voor de houder van struisvogels, emoes, nandoes, duiven, niet zijnde voor consumptie gehouden duiven, mits voedsel en water wordt verstrekt in een ruimte die ten minste aan de bovenzijde ondoorlaatbaar is afgedekt;

d. voor de houder van hobbypluimvee.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, G. Verburg.

Toelichting

Onderhavige regeling wijzigt de Tijdelijke regeling maatregelen ter wering van Aviaire Influenza. De wijzigingsregeling strekt tot het opnieuw invoeren van de verplichting voor bedrijfsmatige houders tot afscherming van het door hen gehouden gevogelte.

De reden dat de afschermplicht thans wordt ingevoerd is het feit dat de voorjaarstrek van wilde vogels begin maart een aanvang heeft genomen. Veterinair deskundigen zijn van mening dat de vogeltrek het reële risico in zich bergt van insleep en verspreiding van het zeer besmettelijke, hoogpathogene AI-virus van het type H5N1. Door het instellen van de afschermverplichting wordt getracht contacten tussen gehouden gevogelte in Nederland en de wilde vogels gedurende de vogeltrek zoveel mogelijk te beperken.

Anders dan in het jaar 2006 is de afschermverplichting thans uitsluitend van toepassing ten aanzien van bedrijfsmatig gehouden gevogelte. De commerciële pluimveehouders houden immers zeer grote aantallen dieren op relatief grote bedrijfsoppervlakten, terwijl de hobbyhouderijen in het algemeen veel kleinschaliger van opzet zijn. Dit laat echter onverlet dat indien er sprake mocht zijn van gewijzigde veterinaire omstandigheden die leiden tot een andere uitkomst van de risicoanalyse, zoals verontrustende signalen uit de monitoring of verdenkingen van of besmettingen met het AI-virus in Europa, de afschermplicht alsnog voor hobbydierhouders kan worden ingesteld.

De afschermplicht is overigens niet van toepassing op gevogelte dat korter dan één jaar geleden volledig is gevaccineerd onderscheidenlijk tijdig is gehervaccineerd. Ook voor struisvogels, emoes, nandoes, en duiven die niet voor de consumptie worden gehouden, geldt de afschermverplichting niet.

Door invoering van de afschermverplichting wordt uitvoering gegeven aan beschikking nr. 2005/734/EG van de Commissie van 19 oktober 2005 tot vaststelling van bioveiligheidsmaatregelen ter beperking van het risico van overdracht van hoogpathogene Aviaire Influenza, veroorzaakt door het influenza A-virus subtype H5N1, van in het wild levende vogels naar pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels en tot instelling van een systeem voor vroege opsporing in risicogebieden (PbEU L 274). Op grond van de genoemde Europese beschikking dienen lidstaten passende en uitvoerbare maatregelen te treffen ter beperking van het risico van insleep en overdracht van het hoogpathogene Aviaire Influenzavirus (AI) van in het wild levende vogels naar gehouden pluimvee. Deze maatregelen dienen regelmatig geëvalueerd te worden op basis van een risicoanalyse.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

G. Verburg

  • 1

    Stcrt. 2006, 162; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 16 februari 2007 (Stcrt. 34).

Naar boven