De Minister van Justitie,
Gelet op artikel 17, eerste lid, aanhef en onder ten tweede, van de Wet op de economische delicten en artikel 142, derde lid van het Wetboek van Strafvordering;
Besluit:
Artikel 1
In dit besluit wordt verstaan onder:
a. buitengewoon opsporingsambtenaar: de buitengewoon opsporingsambtenaar, bedoeld in artikel 2;
b. Verispect B.V.: Verispect B.V., groepsmaatschappij van NMi B.V.
Artikel 2
Maximaal 55 personen, werkzaam bij Verispect B.V., aangesteld als toezichtsmedewerker Metrologiewet, toezichtsmedewerker Waarborgwet 1986 en als controleur Wet op de Kansspelen, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.
Artikel 3
1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de feiten strafbaar gesteld bij of krachtens;
a. de Metrologiewet;
b. de Wet op de kansspelen;
c. de Waarborgwet 1986;
d. de artikelen 217, 219, 220, 222bis, 440 en 447e van het Wetboek van Strafrecht;
e. andere strafbare feiten, indien en voor zover hij daarmee in een concreet opsporingsonderzoek door een officier van justitie wordt belast, voor de duur van dat onderzoek.
2. De opsporingsbevoegdheid geldt voor het grondgebied van Nederland.
Artikel 4
1. Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie van het arrondissementsparket te Den Haag.
2. Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van het regionaal politiekorps Haaglanden.
Artikel 5
De directeur van Verispect B.V. brengt jaarlijks, vóór 1 april over het jaar daaraan voorafgaand, aan de Minister van Justitie verslag uit over:
a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren dat op 31 december werkzaam was bij Verispect B.V.;
b. de door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten;
c. de stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister van Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen voor dat examen zijn geslaagd.
Artikel 6
Het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Verispect bv 2002 wordt ingetrokken.
Artikel 7
De op naam gestelde akten van opsporingsbevoegdheid en beëdiging, de legitimatiebewijzen en de overige benoemingsbescheiden, afgegeven mede op basis van het in artikel 6 genoemde besluit, worden voor de duur van hun geldigheid geacht akten en legitimatiebewijzen of overige benoemingsbescheiden te zijn, afgegeven mede op basis van het onderhavige besluit.
Artikel 8
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en vervalt vijf jaar na de datum van inwerkingtreding.
Artikel 9
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Verispect B.V. 2007.
Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De aanleiding voor de wijziging van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Verispect B.V. is de inwerkingtreding van de Metrologiewet. Met de Metrologiewet wordt richtlijn 2004/22/EG van het Europees Parlement en Raad van 31 maart 2004 betreffende meetinstrumenten (PbEU L135) geïmplementeerd. Het doel van deze richtlijn is de vervanging van een aantal bijzondere richtlijnen op het gebied van de metrologie, die telkens afzonderlijk regels stellen voor bepaalde meetinstrumenten, door één algemene richtlijn. Door het imperatieve karakter van de richtlijn meetinstrumenten is parallelle nationale wetgeving niet meer toegestaan. Meetinstrumenten waren voorheen geregeld in de IJkwet. Voor deze wet hadden de buitengewoon opsporingsambtenaren werkzaam bij Verispect B.V. opsporingsbevoegdheid. Nu de IJkwet komt te vervallen en wordt vervangen door de Metrologiewet, is aanpassing van het Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar Verispect bv 2002 noodzakelijk. Aangezien voornoemd besluit vervalt met ingang van 11 maart 2007 en de noodzaak voor buitengewone opsporingsbevoegdheid door Verispect B.V. is aangetoond, is besloten het besluit in zijn geheel te herzien en hieraan de gebruikelijke geldigheidsduur van vijf jaar toe te kennen.
Gezien het feit dat het wegens administratieve procedures praktisch niet uitvoerbaar is om na de inwerkingtreding van het onderhavige besluit aan de buitengewoon opsporingsambtenaren in dienst van Verispect B.V. die dit behoeven, een nieuwe akte van beëdiging en een nieuw legitimatiebewijs uit te reiken, is in artikel 7 van dit besluit een overgangsregeling opgenomen. Op grond van deze regeling behouden de akten en legitimatiebewijzen van de betreffende buitengewoon opsporingsambtenaren nog tot uiterlijk 1 jaar na inwerkingtreding van het onderhavige besluit hun geldigheid.