Wijziging Meststoffenbeschikking 1977

Besluit van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 22 februari 2007, nr. TRCJZ/2007/484, houdende wijziging van bijlage I van de Meststoffenbeschikking 1977

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op de artikelen 2, 3, 4, 5 en 6 van het Meststoffenbesluit 1977;

Besluit:

Artikel I

De in hoofdstuk III van bijlage I bij de Meststoffenbeschikking 19771 bij de typeaanduiding ‘co-vergiste mest’ behorende omschrijving worden als volgt gewijzigd:

1. Aan het slot van onderdeel n komt het woord ‘of’ te vervallen.

2. Aan het slot van onderdeel o wordt het leesteken punt vervangen door: ; of.

3. Na onderdeel o worden de volgende onderdelen toegevoegd:

p. vloeibaar restproduct dat is vrijgekomen bij de scheiding van lactose uit het permeaat dat is verkregen door ultrafiltratie van zoete kaaswei (delactosed permeate liquid);

q. restproduct dat is vrijgekomen bij het ontslijmen van olie uitsluitend afkomstig uit zaden van koolzaad, sojabonen en zonnebloemen (emulsie van plantaardig vet en water);

r. restproduct dat is vrijgekomen bij de scheiding(filtratie) van beslag- en aardappelresten uit de frituurolie, tijdens het voorbakken van patat frites in plantaardige olie (vetkruim);

s. restproduct dat is vrijgekomen bij de verwerking van onthulde sojabonen tot sojadrinks (mengsel van okara en kookvocht); of

t. restproduct dat is vrijgekomen bij de winning van biodiesel uit raapzaadolie door omestering met methanol en scheiding onder invloed van de zwaartekracht (glycerine).

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 22 februari 2007.
De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
overeenkomstig het door de minister genomen besluit:
C.P. Veerman.

Toelichting

Het overheidsbeleid is erop gericht de productie van duurzame elektriciteit te stimuleren. Een vorm van winning van bio-energie is vergisting van dierlijke drijfmest, waaraan ter verhoging van de biogasproductie organische materialen zijn toegevoegd. Na deze co-vergisting resteert het zogenoemde digestaat, dat – wegens het organische stofgehalte – als meststof in de landbouw toegepast kan worden.

Ingevolge de Meststoffenwet 1947 mogen meststoffen alleen vervoerd of verkocht worden als ze zijn vermeld op de door de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit vastgestelde Lijst van meststoffen en voldoen aan de door de Minister gestelde eisen. De Lijst van meststoffen en bedoelde eisen zijn vastgesteld bij de Meststoffenbeschikking 1977.

Om een structurele voorziening te treffen voor de verhandeling van digestaat is de bij de Meststoffenbeschikking 1977 behorende Lijst van meststoffen bij regeling van 10 juni 2004, (Stcrt. nr. 112) uitgebreid met het product co-vergiste mest. De bij de typeaanduiding ‘co-vergiste’ mest behorende omschrijving – de zogenoemde positieve lijst van covergistingsmaterialen – betreft een aantal landbouwgewassen en een aantal producten en reststromen uit de diervoederindustrie, de voedings- en genotmiddelenindustrie en industrieel bewerkte landbouwproducten die tezamen met dierlijke mest kunnen worden vergist en waarvan het eindproduct co-vergiste mest in Nederland als meststof in de zin van Meststoffenwet 1947 vervoerd of verkocht kan worden.

Teneinde een bredere toepassing van co-vergisting mogelijk te maken, is bezien of de positieve lijst van co-vergistingsmaterialen kan worden uitgebreid met een aantal producten en reststromen uit de diervoederindustrie, de voedings- en genotmiddelenindustrie en industrieel bewerkte landbouwproducten. Zoals aangegeven in mijn brieven aan de Tweede Kamer van 13 december 2004 en van 4 maart 2005 (Kamerstukken II 2004/05, 28 385, nr. 45 en 47), is hiertoe mede door Alterra, Research Instituut voor de Groene Ruimte te Wageningen, een risicoanalyse uitgevoerd naar de effecten voor mens, dier, plant of het milieu van het gebruik als covergistingsmaterialen van een aantal producten, dat is voorgedragen door initiatiefnemers van biogasinstallaties. Deze producten zijn aan de hand van de verstrekte gegevens beoordeeld op identiteit, bijdrage aan de biogasproductie, landbouwkundige waarde van de co-vergiste mest en de milieuhygiënische aspecten. Blijkens de uitkomsten van deze analyse komen vijf nieuwe producten in aanmerking om als covergistingsmateriaal te worden gebruikt.

Onderhavige regeling voorziet erin de zogenoemde positieve lijst van covergistingsmaterialen uit te breiden met deze vijf restproducten uit de voedings- en genotmiddelenindustrie.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

overeenkomstig het door de minister genomen besluit:

C.P. Veerman

  • 1

    Regeling van 17 augustus 1977, Stcrt. nr. 161; laatstelijk gewijzigd bij regeling van 7 juli 2006, Stcrt. nr. 137.

Naar boven