Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2007, 41 pagina 12 | Interne regelingen |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek | Datum ondertekening |
|---|---|---|---|---|
| Ministerie van Economische Zaken | Staatscourant 2007, 41 pagina 12 | Interne regelingen |
Instellingsbesluit Nationaal Contact Punt (NCP) voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen
Nr. WJZ 7020203
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
Handelende in overeenstemming met de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;
Besluit:
In dit besluit wordt verstaan onder:
a. de Minister: de Minister van Economische Zaken;
b. het NCP: het Nationaal Contact Punt voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen.
1. Er is een Nationaal Contact Punt voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen (NCP).
2. Het NCP heeft tot taak:
a. het uitdragen van de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen, en
b. het behandelen van meldingen van vermeende schendingen van (onderdelen van) de richtlijnen.
1. Tenzij effectieve toepassing van de richtlijnen het meest gebaat is bij vertrouwelijkheid stelt het NCP, na behandeling van een melding, daarover een verklaring op en zendt die aan de Minister.
2. Binnen één maand na ontvangst voegt de Minister, na overleg met de Minister(s) wie het mede aangaat, zijn bevindingen bij deverklaring.
3. Het NCP zendt de verklaring tezamen met de bevindingen van de Minister aan de betrokkenen bij een melding en plaatst die op de website van het NCP.
1. Het NCP bestaat uit een voorzitter, tevens lid, en ten hoogste vier leden.
2. De leden worden door de Minister benoemd en kunnen door de Minister worden geschorst en ontslagen, na overleg met de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
3. De leden brengen op persoonlijke titel hun kennis en ervaring in en treden niet op als vertegenwoordiger van een specifieke belangengroep.
1. Het NCP bestaat voorts uit ten hoogste vier adviserende leden.
2. De adviserende leden vertegenwoordigen de Ministers van Economische Zaken, van Buitenlandse Zaken, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer. De drie laatstbedoelde adviserende leden worden benoemd door de Minister op voordracht van onderscheidenlijk de Ministers van Buitenlandse Zaken, van Sociale Zaken en Werkgelegenheid en van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer.
De Minister voorziet in het secretariaat van het NCP.
1. Het NCP stelt zijn eigen werkwijze vast.
2. Het beheer van de bescheiden betreffende de werkzaamheden van het NCP geschiedt op overeenkomstige wijze als bij het Ministerie van Economische Zaken. De bescheiden worden na beëindiging van de werkzaamheden van het NCP bewaard in het archief van dat Ministerie.
1. Het NCP stelt jaarlijks vóór 1 juni een verslag op van zijn werkzaamheden, bevindingen en resultaten en zendt dit jaarverslag aan de Minister. De Minister zendt de jaarverslagen aan de OESO.
2. Op verzoek van de Minister brengt de voorzitter tussentijds mondeling verslag uit van de werkzaamheden van het NCP.
Het NCP stelt een evaluatieverslag op waarin het aandacht besteedt aan de doeltreffendheid van zijn taakvervulling. Het NCP zendt dit verslag vóór 1 januari 2010 aan de Minister.
1. Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.
2. Dit besluit vervalt met ingang van 1 april 2010.
Dit besluit wordt aangehaald als: Instellingsbesluit NCP.
Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst en in afschrift worden gezonden aan betrokkenen.
De OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen maken duidelijk wat de overheden van de lidstaten van de OESO van het gedrag van multinationale ondernemingen verwachten. Ze bevatten een aantal vrijwillig na te leven beginselen en normen voor maatschappelijk verantwoord ondernemen en bestrijken onderwerpen als informatieverstrekking, arbeid, milieu, corruptiebestrijding, consumentenbelangen, kennisoverdracht, mededinging en belastingen.
Deze vrijwilligheid neemt niet weg dat ondernemingen kunnen worden ‘aangesproken’ op de naleving van de OESO-richtlijnen. Dit kan bijvoorbeeld via een procedure bij het Nationaal Contact Punt voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen (NCP)
Het Nationaal Contact Punt voor de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen (NCP) kent twee taken, te weten:
– het uitdragen van de richtlijnen, waartoe ook wordt gerekend het geven van bekendheid aan de functie en werkwijze van het NCP onder ondernemingen en andere belanghebbenden, en
– het behandelen van aan het NCP voorgelegde meldingen van vermeende schendingen van (onderdelen van) de richtlijnen.
Uit onderzoek blijkt dat met name kleinere ondernemingen niet of nauwelijks bekend zijn met de richtlijnen dan wel met het NCP. Steeds meer kleinere ondernemingen begeven zich op markten die een risico met zich mee kunnen brengen in termen van
maatschappelijk verantwoord handelen. Daarom is bij de instelling van het herziene NCP budget vrij gemaakt voor extra voorlichting, met name via het kenniscentrum voor maatschappelijk verantwoord ondernemen: MVO Nederland.
Bij de uitvoering van zijn taken is het NCP gehouden aan de tekst van de Richtlijnen uit 2000 en aanvullingen (bijvoorbeeld afspraken over interpretaties) of aanpassingen, zoals die in het Investeringscomité van de OESO zijn of zullen worden vastgesteld. Bij de voorbereiding van dergelijke aanvullingen of aanpassingen zal de vertegenwoordiger van Nederland in het Investeringscomité het NCP consulteren. Een vertegenwoordiger van het NCP zal deel uit maken van de Nederlandse delegatie naar de Jaarvergadering van de Nationale Contact Punten.
Bij de beoordeling van de ontvankelijkheid van een melding dient het NCP uit te gaan van de richtlijnen zelf en de door de OESO bij de richtlijnen gegeven ‘Procedural Guidance’. De daarin aangegeven rol voor een NCP is vooral die van bemiddelaar, zonder enige juridische connotaties.
Ook moet rekening worden gehouden met de in 2003 door de OESO aanvaarde Investeringsnexus. In de brief aan de Tweede Kamer van 16 februari 2005 (kamerstukken II 2004/05, 29 439, nr. 5) is eerder op dit begrip ingegaan. Het NCP dient bij de beoordeling van de ontvankelijkheid van een melding deze Investeringsnexus ruim te interpreteren. Het gaat daarbij niet primair om eigendomsverhoudingen, maar om aspecten als de mate van invloed die de Nederlandse onderneming kan uitoefenen op de bij de melding betrokken buitenlandse onderneming, de mate waarin de buitenlandse onderneming voor zijn afzet afhankelijk is van de Nederlandse onderneming, de mate waarin de producten in Nederland als eigen producten van de Nederlandse onderneming op de markt worden gezet, de duurzaamheid van de samenwerking tussen beide ondernemingen, etc.
Een verklaring van het NCP dient zo spoedig mogelijk na de afronding van een behandeling van een ontvankelijk verklaarde melding te worden opgesteld. Ook wanneer een bemiddeling niet slaagt, heeft het NCP de bevoegdheid een verklaring op te stellen en daarin een oordeel te geven over de vermeende schendingen.
In 2000 zijn de OESO-richtlijnen voor multinationale ondernemingen herzien. Ieder land dat deze herziene richtlijnen onderschrijft, verplicht zich een Nationaal Contact Punt (NCP) voor deze richtlijnen in te stellen. Het Nederlandse NCP bestond uit ambtenaren van de Ministeries van EZ (primair verantwoordelijk), BZ, SZW en VROM. Op basis van in 2006 afgerond onderzoek naar 5 jaar NCP is besloten tot de instelling van een meer onafhankelijk NCP met een niet-ambtelijke voorzitter en ten hoogste 4 niet-ambtelijke leden. Daarnaast bestaat het NCP uit adviserende leden, zijnde ambtenaren van de genoemde Ministeries. Laatstbedoelde leden adviseren de niet-ambtelijke leden over o.a. de interpretatie van de richtlijnen. Besluitvorming – zoals over ontvankelijkheid, procedure, verklaring etc. – is voorbehouden aan de niet-ambtelijke leden.
Uit hetzelfde onderzoek bleek kritiek op de lange doorlooptijd van de behandeling van meldingen en de als onvoldoende ervaren inzichtelijkheid in procedures en criteria. Uit de analyse van behandelde meldingen blijkt de oorzaak van de behandelingsduur vaak samen te hangen met gebrek aan menskracht bij het secretariaat van het NCP. Met de instelling van het nieuwe NCP wordt binnen het Ministerie van EZ structureel in een adequaat secretariaat voorzien. Het nieuwe NCP zal worden meegegeven met voorrang te werken aan het inzichtelijk maken en publiceren van de opeenvolgende stappen in het behandelingsproces van een melding, inclusief indicaties van doorlooptijden.
Mede op basis van het in 2009 op te maken evaluatieverslag zal worden bezien of de instellingsduur van het NCP in deze vorm zal worden verlengd.
De Staatssecretaris van Economische Zaken,
C.E.G. van Gennip
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2007-41-p12-SC79415.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.