Wijziging Regeling toelatingseisen en Regeling voertuigen met een speciaal gebruiksdoel

Regeling, houdende wijziging van de Regeling toelatingseisen en de Regeling voertuigen met een speciaal gebruiksdoel ter implementatie van richtlijn nr. 2005/64/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen inzake herbruikbaarheid, recycleerbaarheid en mogelijke nuttige toepassing en tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (PbEU L 310)

13 februari 2007

Nr. HDJZ/AWW/2007-182

Hoofddirectie Juridische Zaken

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelet op richtlijn nr. 2005/64/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen inzake herbruikbaarheid, recycleerbaarheid en mogelijke nuttige toepassing en tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (PbEU L 310), artikel 25a, eerste en derde lid, van de Wegenverkeerswet 1994 en artikel 2.2, eerste lid, onderdeel c, van het Voertuigreglement;

Besluit:

Artikel I

In de Regeling toelatingseisen1 wordt na hoofdstuk 11 een hoofdstuk ingevoegd, luidende:

Hoofdstuk 11A

Goedkeuring productieprocessen

Artikel 11a.1

1. Het productieproces voor de vervaardiging van personenauto’s en bedrijfsauto’s met een maximummassa van niet meer dan 3500 kg voldoet voor het verkrijgen van een certificaat van overeenstemming als bedoeld in bijlage IV, aanhangsel, van richtlijn 2005/64 wat betreft de herbruikbaarheid, recycleerbaarheid en mogelijke nuttige toepassing aan richtlijn 2005/64/EG.

2. Het eerste lid is niet van toepassing op het productieproces van de voertuigen, bedoeld in artikel 3 van richtlijn 2005/64/EG.

Artikel II

De Regeling voertuigen met speciaal gebruiksdoel2 wordt als volgt gewijzigd:

A

In de tabel behorende bij artikel 4 wordt na de zin

‘Hang- en sluitwerk van deuren

3.2.27

70/387/EEG

6’

ingevoegd:

Herbruikbaarheid, recycleerbaarheid en mogelijk nuttige toepassing

3.2.62

2005/64/EG

59.

B

In de tabel behorende bij artikel 5 wordt na de zin

‘Hang- en sluitwerk van deuren

3.2.27

70/387/EEG

6’

ingevoegd:

Herbruikbaarheid, recycleerbaarheid en mogelijk nuttige toepassing

3.2.62

2005/64/EG

59.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking op het tijdstip waarop artikel I, onderdeel F, van het besluit van 20 november 2006 houdende wijziging van het Voertuigreglement ter implementatie van richtlijn nr. 2005/64/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen inzake herbruikbaarheid, recycleerbaarheid en mogelijke nuttige toepassing en tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (PbEU L 310; Stb. 617) in werking treedt.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Verkeer en Waterstaat, K.M.H. Peijs.

Toelichting

De onderhavige regeling strekt tot implementatie van een deel van richtlijn nr. 2005/64/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen inzake herbruikbaarheid, recycleerbaarheid en mogelijke nuttige toepassing en tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (PbEU L 310; hierna: richtlijn nr. 2005/64/EG). Het merendeel van deze richtlijn is geïmplementeerd door middel van het besluit van 20 november 2006 houdende wijziging van het Voertuigreglement ter implementatie van richtlijn nr. 2005/64/EG van het Europees parlement en de Raad van de Europese Unie van 26 oktober 2005 betreffende de typegoedkeuring van motorvoertuigen inzake herbruikbaarheid, recycleerbaarheid en mogelijke nuttige toepassing en tot wijziging van Richtlijn 70/156/EEG van de Raad (PbEU L 310; Stb. 617). Voor een meer uitgebreide toelichting wordt dan ook verwezen naar de nota van toelichting bij dit besluit.

Het deel van richtlijn nr. 2005/64/EG wat niet door middel van het bovengenoemde besluit is geïmplementeerd betreft de goedkeuring van het productieproces voor de fabricage van personenauto’s, en bedrijfsauto’s met een maximummassa van niet meer dan 3500 kg, waarbij dient te worden gecontroleerd of de fabrikant in zijn productieproces de regelingen en procedures heeft ingevoerd die zijn opgesomd in bijlage IV van richtlijn nr. 2005/64/EG.

Om een typegoedkeuring voor een nieuw type personenauto of bedrijfsauto met een maximummassa van niet meer dan 3500 kg te verkrijgen, dient de fabrikant op basis van richtlijn nr. 2005/64/EG alle relevante gegevens met betrekking tot de samenstellende materialen en het gewicht ervan ter beschikking te stellen, inclusief de berekeningen die hieraan ten grondslag liggen. De berekeningen van de fabrikant kunnen op het moment van typegoedkeuring van het voertuig alleen naar behoren worden gevalideerd als de fabrikant in zijn productieproces toereikende regelingen en procedures heeft ingevoerd om alle informatie die hij van leveranciers krijgt te beheren. Het betreft de maatregelen bedoeld in bijlage IV van de richtlijn. In dit kader wordt door richtlijn nr. 2005/64/EG ook een goedkeuring ingevoerd voor deze regelingen en procedures. De eisen voor het verkrijgen van deze goedkeuring zijn door middel van de onderhavige regeling ingevoegd in de Regeling toelatingseisen. De reden hiervoor is dat in de Wegenverkeerswet 1994 het opstellen van eisen waaraan een productieproces moet voldoen is gedelegeerd naar ministeriële regeling (artikel 25a, eerste lid).

Richtlijn nr. 2005/64/EG is niet van toepassing op voertuigen met een speciaal gebruiksdoel. Het gaat hierbij om ambulances, kampeerauto’s, begrafeniswagens en gepantserde voertuigen. Om deze reden is richtlijn nr. 2005/64/EG in de Regeling voertuigen met speciaal gebruiksdoel toegevoegd aan de opsomming van richtlijnen waaraan deze voertuigen niet behoeven te voldoen.

Het deel van de richtlijn nr. 2005/64/EG dat is geïmplementeerd in de Regeling toelatingseisen betreft de goedkeuring van een productieproces. Dit is een nieuw soort goedkeuring, die afgegeven dient te worden door een goedkeuringinstantie. In Nederland is dit de RDW, maar elke lidstaat kent een goedkeuringsinstantie waar de goedkeuring verkregen kan worden. Voor de goedkeuring zal de goedkeuringsinstantie de aanvragende producent een tarief in rekening brengen. De lasten die hieraan verbonden zijn afhankelijk van het productieproces en zijn dan ook niet kwantificeerbaar.

De Minister van Verkeer en Waterstaat,

K.M.H. Peijs

  • 1

    Stcrt.1997, 241; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 11 januari 2005 (Stcrt 13).

  • 2

    Stcrt. 2000, 165; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 11 januari 2005 (Stcrt. 13).

Naar boven