Wijziging Regeling beperkingsgebieden bluetongue 2006

Regeling van de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit van 16 februari 2007, nr. TRCJZ/2007/622, houdende wijziging (35) van de Regeling beperkingsgebieden bluetongue 2006

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,

Gelet op richtlijn 2000/75/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 november 2000 tot vaststelling van specifieke bepalingen inzake de bestrijding en uitroeiing van bluetongue (PbEU L 327), en artikel 10, eerste lid, van richtlijn 90/425 van de Raad van de Europese Unie van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEU L 224);

Gelet op de artikelen 17, 18, 29, 30, eerste en derde lid, en 31 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;

Besluit:

Artikel I

De Regeling beperkingsgebieden bluetongue 20061 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1 wordt als volgt gewijzigd:

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel i door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

j. derde land: land, niet zijnde Nederland en niet zijnde een lidstaat, IJsland, Liechtenstein of Noorwegen.

B

In artikel 3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het tweede lid wordt ‘de artikelen 4, 6, 8, 8a, 8c, 9 en 10 en 11a’ vervangen door: de artikelen 4, 6, 7a, eerste lid, 8, 8a, 8c, 9, 10 en 11a.

2. In het derde lid wordt ‘de artikelen 4, 5, 6, 7, 8, 11, 11a, 13a en 13b’ vervangen door: de artikelen 4, 5, 6, 7, 7a, tweede lid, 8, 11, 11a, 13a en 13b.

C

Artikel 7, derde lid, aanhef, komt te luiden:

3. Het verbod, bedoeld in artikel 4, eerste lid, is niet van toepassing op het vervoer van herkauwers, voor zover deze dieren niet oorspronkelijk afkomstig zijn uit het gebied, bedoeld in bijlage I, uit het gebied, naar een bestemming buiten Nederland, niet zijnde België, Frankrijk, Duitsland en Luxemburg, mits:.

D

Na artikel 7 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7a

1. Het verbod, bedoeld in artikel 4, eerste lid, is niet van toepassing op het vervoer van herkauwers uit het gebied, naar een bestemming in een derde land, mits:

a. voldaan wordt aan bijlage II, onderdeel A, bij beschikking 2005/393;

b. het land van bestemming voorafgaand aan het vervoer het vervoer heeft goedgekeurd;

c. het certificaat dat de dieren vergezelt en dat bestemd is voor het derde land, voldoet aan de eisen die het derde land stelt;

d. voor zover doorvoer door een lidstaat, IJsland, Liechtenstein of Noorwegen plaatsvindt, elk van de landen voorafgaand aan de doorvoer de doorvoer heeft goedgekeurd.

2. Het eerste lid is van overeenkomstige toepassing op het vervoer van herkauwers, die oorspronkelijk afkomstig zijn uit het gebied, bedoeld in bijlage I, uit het gebied naar een derde land.

E

Artikel 11, tweede lid, onderdeel b, komt te luiden:

b. de eigenaar of exploitant van het bedrijf waar de herkauwers worden aangevoerd er zorg voor draagt dat de betreffende herkauwers niet worden afgevoerd van dat bedrijf, tenzij het betreft afvoer naar een:

1°. slachthuis of een in Nederland gelegen bedrijf, of

2°. derde land.

Artikel II

Deze regeling wordt aan de media bekendgemaakt en treedt op 16 februari 2007, om 16:00 uur in werking.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit
overeenkomstig het door de Minister genomen besluit:
de Directeur-Generaal, R.M. Bergkamp.

Toelichting

Bij onderhavige wijziging wordt de Regeling beperkingsgebieden bluetongue 2006 gewijzigd. Aanleiding daartoe is de bluetonguevrije periode die thans ingaat. Dit moment ligt 60 dagen na de aanvang van de knuttenvrije periode, en houdt in dat herkauwers die voor die tijd zijn besmet met het bluetonguevirus inmiddels niet meer viraemisch worden geacht te zijn, hetgeen betekent dat deze dieren het bluetongue virus niet meer kunnen overbrengen op andere dieren. Dientengevolge wordt de volgende versoepeling doorgevoerd.

Het wordt thans mogelijk om vanuit het 20-kilometergebied herkauwers, al dan niet via het beperkingsgebied, te exporteren naar een derde land, niet zijnde een lidstaat, IJsland, Liechtenstein en Noorwegen. Deze laatste landen zijn de zogenoemde EER-landen. Hiertoe wordt artikel 7a in de regeling ingevoegd. Vereist is dat het land van bestemming voorafgaand aan het vervoer goedkeuring heeft gegeven. Tevens is het, voor zover doorvoer door een lidstaat, IJsland, Liechtenstein of Noorwegen plaatsvindt, vereist dat deze landen voorafgaand aan de doorvoer goedkeuring hebben afgegeven. Daarnaast dient het ‘derde landen certificaat’ dat de dieren vergezelt, te voldoen aan de voorwaarden die het land van ontvangst aan de zending stelt. Deze voorwaarden zijn in overeenstemming met de OIE richtlijnen. Vervoer van herkauwers vanuit het 20-kilometergebied met bestemming een lidstaat, IJsland, Liechtenstein of Noorwegen blijft verboden.

Om duidelijk de verschillende regimes te onderscheiden voor het rechtstreekse vervoer van herkauwers vanuit het beperkingsgebied naar een derde land (artikel 7), en het vervoer van herkauwers die oorspronkelijk afkomstig zijn uit het 20-kilometergebied naar een derde land (artikel 7a), is artikel 7 van de regeling aangepast.

Omdat herkauwers gedurende de 60 dagen van de knuttenvrije periode niet in aanraking zijn geweest met het bluetonguevirus wordt niet voorgeschreven dat de herkauwers die vanuit het 20-kilometergebied naar derde landen worden gezonden, dienen te worden getest. Dit sluit aan bij het regime van beschikking 2005/393/EG ingevolge waarvan herkauwers die 60 dagen zijn beschermd tegen het bluetonguevirus niet hoeven te worden getest op het bluetonguevirus, voor wat betreft het vervoer uit het beperkingsgebied.

Tot op heden mochten herkauwers die vanuit het 20-kilometer gebied naar een bedrijf in het beperkingsgebied zijn vervoerd, alleen van dat bedrijf worden afgevoerd naar een slachthuis, of een bedrijf in Nederland. De wijziging van artikel 11 voorziet in de mogelijkheid om herkauwers tevens naar een derde land af te voeren.

De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit

overeenkomstig het door de Minister genomen besluit:

de Directeur-Generaal,

R.M. Bergkamp

  • 1

    Stcrt. 2006, 162; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 9 februari 2007 (Stcrt. 31).

Naar boven