Regeling uitgifte innovatievouchers 2007

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 14 februari 2007, nr. WJZ 7016837, met betrekking tot de uitgifte van innovatievouchers in 2007

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 3 van de Kaderwet EZ-subsidies en op artikel 5, eerste lid, van de Subsidieregeling innovatievouchers;

Besluit:

Artikel 1

Voor het jaar 2007

a. wordt als periode, waarbinnen grote innovatievouchers en kleine innovatievouchers krachtens de Subsidieregeling innovatievouchers kunnen worden aangevraagd, vastgesteld: de periode vanaf de dag dat deze regeling in werking treedt tot en met 14 december 2007;

b. bedraagt het aantal grote innovatievouchers, dat voor binnen die periode ingediende aanvragen beschikbaar is, 3000 en het aantal kleine innovatievouchers 3000.

Artikel 2

De Subsidieregeling innovatievouchers wordt gewijzigd als volgt:

A

Artikel 2, derde lid, wordt gewijzigd als volgt.

1. Onderdeel a wordt vervangen door: a. die een onderneming in stand houdt, dan wel de voucher gebruikt voor activiteiten, als bedoeld in artikel 1 van de Verordening (EG) nr. 1998/2006 van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 15 december 2006 betreffende de toepassing van de artikelen 87 en 88 van het Verdrag op de-minimissteun.

2. In onderdeel b wordt ‘€ 95.000’ vervangen door: € 195.000.

B

In artikel 3, vierde lid, wordt ‘€ 97.500’ vervangen door: € 197.500.

C

Artikel 8 wordt gewijzigd als volgt:

1. In het derde lid wordt ‘maximaal eenderde deel’ vervangen door: maximaal de helft.

2. Het vierde lid wordt vervangen door:

4. Indien de in het vorige lid bedoelde helft van de kosten wordt overschreden, bedragen de door de kennisinstelling gemaakte kosten, in aanmerking te nemen bij de toepassing van het eerste lid, tweemaal de kosten van het eigen onderzoek van de kennisinstelling.

D

De eerste zin van artikel 9, tweede lid, wordt vervangen door: De aanvraag moet binnen een jaar nadat de voucher aan de ondernemer is verstrekt, zijn ontvangen.

Artikel 3

Met betrekking tot innovatievouchers, die zijn aangevraagd vóór de inwerkingtreding van deze regeling, en met betrekking tot subsidies krachtens artikel 7 van de Subsidieregeling innovatievouchers, die vóór de inwerkingtreding van deze regeling zijn aangevraagd of verstrekt, blijft de Subsidieregeling innovatievouchers van toepassing, zoals die onmiddellijk voor dat tijdstip luidde.

Artikel 4

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 februari 2007.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, J.G. Wijn.

Toelichting

De subsidieregeling Innovatievouchers is in mei 2006 in werking getreden met 6000 vouchers voor het jaar 2006. Dit aantal was voldoende om alle aanvragen te kunnen honoreren. Na verlenging van de aanvraagtermijn tot en met 15 december 2006 waren de vouchers een dag voor sluitingstermijn allemaal op. Vanuit de Fes-middelen is ook voor 2007 budget voor wederom 6000 vouchers beschikbaar. Met deze regeling komen deze 6000 vouchers ter beschikking.

De Subsidieregeling innovatievouchers wordt tevens op enkele punten aangepast.

Artikelen 2 en 3

de aanpassing houdt verband met de onlangs tot stand gekomen herziene Europese Verordening inzake de-minimissteun.

Artikel 8

Ingevolge het derde lid kan nu maximaal 1/2 deel van de door de kennisinstelling gemaakte kosten bestaan uit kosten die de kennisinstelling heeft gemaakt doordat de kennisinstelling het onderzoek in het kader van het kennisoverdrachtproject gedeeltelijk heeft uitbesteed. Hiermee wordt een vaak zinvolle samenwerking van een kennisinstelling met voor de MKB’er andere relevante kennisleveranciers, niet zijnde de bij de innovatievoucher(s) betrokken ondernemer(s), nog verder mogelijk gemaakt.

Een voorbeeld kan verduidelijken hoe de subsidie wordt berekend. Uitgegaan is van de situatie dat één ondernemer ten behoeve van een kennisoverdrachtproject een grote innovatievoucher inzet. Stel dat de totale kosten die de kennisinstelling in het kader van een kennisoverdrachtproject heeft gemaakt € 18.000 bedragen. En dat daarvan een bedrag van € 12.000 de kosten ten gevolge van het uitbesteden van een deel van het onderzoek aan een derde betreft en het resterende bedrag van € 6.000 de kosten die de kennisinstelling heeft gemaakt voor het deel van het onderzoek dat in eigen beheer heeft plaatsgevonden. De berekening gaat dan als volgt:

Om te bepalen welk bedrag als subsidiegrondslag aanvaardbaar is, wordt het kostenbedrag dat slaat op het in eigen beheer verrichte onderzoek (€ 6.000) ingevolge het vierde lid vermenigvuldigd met twee. De uitkomst daarvan is € 12.000. De subsidiegrondslag (gemaakte kosten als bedoeld in lid 1) is daarmee bepaald op € 12.000. Ter bepaling van de subsidie dient van dit bedrag op basis van het eerste lid de eigen bijdrage van eenderde deel (€ 4.000) te worden afgetrokken: € 8.000. Dit bedrag van € 8.000 komt uit boven het subsidiebedrag van € 5.000 dat ingevolge het eerste lid ten hoogste per grote innovatievoucher kan worden verstrekt. De subsidie die wordt verstrekt komt daarmee uit op € 5 000.

Artikel 9

De ervaring met de vouchers in 2006 heeft uitgewezen dat een geldigheidstermijn van de voucher van een half jaar te kort is. De gang van de MKB’er naar de kennisinstelling en het totstandkomen van een match met de kennisinstelling vergt vaak meer tijd. Om onnodige belasting van MKB’er, kennisinstelling en SenterNovem in verband met het verzoeken tot uitstel verder te voorkomen is de geldigheidstermijn van de voucher verlengd naar 1 jaar.

Er wordt nu vanuit gegaan dat er ruim de tijd is om de voucher te verzilveren. Verzoeken tot verlenging zullen door SenterNovem dan ook streng worden getoetst.

De innovatievoucher is een laagdrempelig instrument. Het is voor de MKB'er zo eenvoudig mogelijk gemaakt om een voucher aan te vragen. Dit blijft ook zo. De administratieve lasten van de innovatievoucher voor de MKB-ondernemer zijn dus ongewijzigd en bedragen voor de MKB-ondernemer 30 minuten a € 45 per uur. Voor 6000 vouchers komt dit uit op € 135.000. Dit is 0,6% van het beleidsbudget (€ 22,5 mln.).

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

J.G. Wijn

Naar boven