Wijziging van Regeling veiling benzinestations langs rijkswegen

12 februari 2007

De Minister van Financiën,

Gelet op artikel 7, vierde lid van de Wet tot veiling van bepaalde verkooppunten van motorbrandstoffen;

Besluit:

Artikel I

In artikel 24, eerste lid, van de Regeling veiling benzinestations langs rijkswegen wordt ‘15 procent’ vervangen door: 30 procent.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Financiën, G. Zalm.

Toelichting

In de Wet tot veiling van bepaalde verkooppunten van motorbrandstoffen (Benzinewet) is in artikel 7 lid 4 bepaald dat het topdeel niet meer dan 30 procent van het hoogste bod mag bedragen. Het topdeel kan wel op een lager percentage worden vastgesteld, zoals is gebeurd met artikel 24, lid 1 van de Regeling veiling benzinestations langs rijkswegen.

Bij de tot nu toe gehouden vier veilingen in de jaren 2002, 2003, 2005 en 2006 is het topdeel vastgesteld op 15%. Bij de veilingen van 2002, 2003 en 2005 ging het huurrecht van in totaal 60 procent van de geveilde benzinestations over in andere handen. Aan dit hoge percentage eigendomswisselingen droeg bij dat de vier grote oliemaatschappijen nog aan hun reductieverplichtingen moesten voldoen en daartoe via de veilingen hun stations konden afstoten. De uitslag van de veiling van 2006 laat echter een ander beeld zien. De reden hiervoor is waarschijnlijk dat bij deze veiling de reductieverplichtingen van de vier grote oliemaatschappijen waren ingelost. Bij de veilingen van 2006 ging slechts één van de zeven locaties over in andere handen. Bij deze locatie speelde het gebiedscriterium een rol.

Vooruitlopende op de in de Benzinewet bedoelde evaluatie na de vijfde veiling in september 2007.

kan al worden vastgesteld dat door het inlossen van de reductieverplichting een aanzienlijke belemmering voor de vier grote maatschappijen om hun eigen station te behouden is weggevallen. Verder is bij de negen in 2007 te veilen stations maar voor één locatie het gebiedscriterium van toepassing.

De eerder genoemde punten duiden er op, dat het voordeel van de zittende huurders ten opzichte van de overige bieders groter is geworden ten opzichte van de eerdere veilingen. Of als gevolg hiervan de topdeelregeling moet worden vervangen door een andere voorziening kan pas na de evaluatie worden bepaald. Daartoe is het noodzakelijk om voor de veiling van 2007 het percentage vast te stellen op 30. Zo kan bij de evaluatie na de vijfde veiling in 2007 worden vastgesteld of de bestaande regeling van het topdeel toereikend is om het onevenredige voordeel van zittende partijen ten opzichte van andere bieders weg te nemen.

De Minister van Financiën,

G. Zalm

Naar boven