Ontheffing voor medegebruik militair luchtvaartterrein Twenthe

Vliegclub Twente

21 december 2007

Nr. MLA/192/2007

De Staatssecretaris van Defensie en de Minister van Verkeer en Waterstaat,

Gelezen:

het verzoek van de Vliegclub Twente d.d. 14 december 2007;

Gelet op:

artikel 34, tweede lid, van de Luchtvaartwet (Stb. 1958, 47);

Besluiten:

Artikel 1

Aan de leden van de vliegclub Twente te Enschede, die optreden als gezagvoerder van een luchtvaartuig, wordt ontheffing verleend van de verbodsbepaling van artikel 34, eerste lid, onder a, van de Luchtvaartwet, met betrekking tot het medegebruik van het militaire luchtvaartterrein Twenthe.

Artikel 2

De ontheffing geldt voor vluchten met burgerluchtvaartuigen, waarbij de vluchten een recreatief karakter hebben.

Artikel 3

1. De Algemene en Bijzondere Voorwaarden betreffende het medegebruik van militaire luchtvaartterreinen door derden, zoals vastgesteld in de ministeriële beschikking van 8 mei 1967, nr. 202.620/11k, laatstelijk gewijzigd bij beschikking van 26 november 1980, nr. CWL 80/028, zijn van overeenkomstige toepassing, met dien verstande dat onder ‘de vergunning’ deze beschikking dient te worden verstaan en onder ‘Commandant’ de Directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit.

2. In afwijking van het eerste lid zijn de artikelen 3, 5, 8 en 22 van de Algemene en Bijzondere Voorwaarden betreffende het medegebruik door derden niet van toepassing.

Artikel 4

De ontheffing wordt verleend onder de voorwaarde dat de vastgestelde geluidszone niet wordt overschreden.

Artikel 5

De ontheffing wordt verleend onder de voorwaarde dat de civiel wettelijke vereisten ten aanzien van brandweervoorzieningen in acht worden genomen.

Artikel 6

Gezagvoerders houden zich te allen tijde aan zowel de obstakel- als weerminima, die zijn vermeld in:

1. JAR-OPS;

2. Aeronautical Information Publications (A.I.P.) Nederland;

3. Militaire A.I.P. Nederland.

Gezagvoerders houden zich aan de door de Joint Aviation Authorities gestelde Joint Aviation Requirements OPS (JAR-OPS).

Gezagvoerders houden zich te allen tijde aan de door de Minister van Verkeer en Waterstaat gestelde minima, indien deze minima strenger zijn dan de minima gesteld in de JAR-OPS of de minima gesteld in de hiervoor genoemde A.I.P.’s.

Artikel 7

Deze beschikking treedt in werking met ingang van de tweede dag na dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en vervalt op 1 januari 2011.

Dit besluit zal in de Staatscourant worden geplaatst.

Hoofddorp, 21 december 2007.
De Minister van Verkeer en
Waterstaat,
namens deze,
de unitmanager Inspectie Luchthavens en Luchtruim,
P.C.R. van Kleef.
’s-Gravenhage, 21 december 2007.
De Staatssecretaris van Defensie,
voor deze,
de directeur Militaire Luchtvaart Autoriteit,
P.M.A. Vorderman,
generaal-majoor Klu b.d.

Bezwaar

Tegen deze beschikking kunnen belanghebbenden op grond van de algemene wet bestuursrecht (Awb), binnen 6 weken na de dag waarop deze beschikking is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen. Het bezwaarschrift dient te worden gericht aan de Minister van Verkeer en Waterstaat en de Staatssecretaris van Defensie, ter attentie van de Commissie advisering bezwaarschriften Defensie, Postbus 20701, 2500 ES ‘s-Gravenhage. Het bezwaarschrift dient te zijn ondertekend en moet ten minste bevatten: de naam en het adres van de indiener; de dagtekening; een omschrijving van de beschikking waartegen het bezwaar is gericht; de gronden van het bezwaar. Indien onverwijlde spoed dat vereist, is het mogelijk een voorlopige voorziening te vragen bij de president van de rechtbank die bevoegd is. In dat geval is griffierecht verschuldigd. Voorwaarde is dat een bezwaarschrift is ingediend.

Toelichting

Het rijksbeleid voor het burgermedegebruik van militaire luchtvaartterreinen ligt vast in het Tweede Structuurschema Militaire Terreinen (SMT2) en de nota Regionale luchthavenstrategie (RELUS). In het SMT2 is aangegeven dat de recreatieve luchtvaart mogelijk blijft indien daardoor geen afbreuk wordt gedaan aan de veiligheid en de taakuitvoering van de militaire luchtvaart, met inachtneming van de geluidhinderproblematiek. Onderhavige ontheffing past in het huidige beleid van de betrokken ministeries.

In de zogenaamde Prinsjesdagbrief van 16 september 2003 kondigt de minister van Defensie vergaande maatregelen aan die de omvang en de samenstelling van de Nederlandse krijgsmacht in de komende jaren grondig zullen veranderen. Een van deze maatregelen is de sluiting van het militaire luchtvaartterrein Twenthe, uiterlijk eind 2007.

Om de omgeving de gelegenheid te geven zich te beraden over de toekomst van het MLT Twenthe alsmede ter uitvoering van de beperkte militaire taken is een een transitieperiode van 1 januari 2006 tot 31 december 2007 afgesproken. Nu blijkt dat deze periode niet voldoende is geweest en het wetsvoorstel Regelgeving burgerluchthavens en militaire luchthavens in behandeling is, is besloten de militaire aanwijzing nog maximaal drie jaar in stand te laten.

Het luchtvaartterrein is inmiddels in eigendom overgedragen aan het Ministerie van Financiën. Zij stelt dientengevolge vast op welke tijden gebruik kan worden gemaakt van het luchtvaartterrein.

De leden van de vliegclub Twente mogen gebruik maken van het luchtvaartterrein Twenthe met inachtneming van de voorwaarden zoals opgenomen in de algemene en bijzondere voorwaarden betreffende het medegebruik van militaire luchtvaartterreinen door derden. Ten aanzien van de geluidsbelasting het volgende. De luchtvaartuigen van de vliegclub Twente behoren tot de kleine luchtvaart. De normstelling van de maximaal toelaatbare geluidsbelasting, die door de zogenaamde kleine luchtvaart wordt veroorzaakt, is voor de eerste maal vastgesteld in het Besluit geluidsbelasting kleine luchtvaart (Stb. 1991, 22), een algemene maatregel van bestuur op grond van artikel 25, tweede lid, van de Luchtvaartwet (oud). De geluidsbelasting wordt uitgedrukt in geluidsbelastingseenheden kleine luchtvaart (bkl). Dit besluit is ingevolge artikel 3 niet van toepassing op gebieden binnen een zone waarop het Besluit geluidsbelasting grote luchtvaartterreinen (Stb. 1988, 151) van toepassing is.

Door een wijziging van de Luchtvaartwet in 1994 (Stb. 1994, 601) is de wettelijke grondslag voor de eerder genoemde algemene maatregelen van bestuur gewijzigd. Als gevolg hiervan vallen thans ook onder de normering van de geluidsbelasting van de grote luchtvaart (Kosten-eenheden) de vliegtuigbewegingen van luchtvaartuigen met een toegelaten totaalmassa van minder dan 6000 kg, maar meer dan 390 kg, voorzover dit hefschroefvliegtuigen betreft dan wel luchtvaartuigen die gebruik maken van dezelfde aan- en uitvliegroutes als de luchtvaartuigen van ten minste 6000 kg, dan wel de vliegpatronen van deze luchtvaartuigen overeenkomen met die van luchtvaartuigen van tenminste 6000 kg (artikel 25, eerste lid, aanhef en onder a).

In de afgelopen jaren zijn veelvuldig vliegtuigbewegingen met kleine luchtvaartuigen uitgevoerd. Voor zover deze vliegtuigbewegingen moeten worden gerekend tot de Bggl-geluidsnormering tellen deze normaal mee in de berekening van de geluidsbelasting, welke wordt uitgedrukt in Kosten-eenheden.

In de onmiddellijke nabijheid van het militair luchtvaartterrein Twenthe is het Lonnekermeer gelegen dat als Habitatrichtlijngebied heeft te gelden. Ten aanzien van het verzoek om voortzetting van het bestaande medegebruik kan worden gesteld dat er geen redenen zijn aan te nemen dat als gevolg van dit voortgezette gebruik significante gevolgen zullen optreden waarvoor het gebied is aangewezen.

Toetsing aan andere milieuparameters heeft niet plaatsgevonden, aangezien de ontheffing een verlenging betreft - en er geen redenen zijn om aan te nemen dat een intensivering zal optreden van het aantal vliegtuigbewegingen - van een reeds bestaand uitvoeringsbesluit op grond van de Luchtvaartwet. Geconstateerd wordt dat de Vliegclub Twente sinds jaren een overwegend constant aantal vliegtuigbewegingen uitvoert.

Het spreekt voor zich dat op het moment dat een luchtvaartterrein niet meer als militair luchtvaartterrein is aangewezen, er geen medegebruik meer kan plaatsvinden.

Naar boven