Metalektro

Verbindendverklaring gewijzigde CAO-bepalingen

MINISTERIE VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID

BESLUIT VAN DE MINISTER VAN SOCIALE ZAKEN EN WERKGELEGENHEID VAN 20 DECEMBER 2007 TOT WIJZIGING VAN HET BESLUIT TOT ALGEMEEN VERBINDENDVERKLARING VAN BEPALINGEN VAN DE COLLECTIEVE ARBEIDSOVEREENKOMST METALEKTRO

UAW Nr. 10728

De Minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid;

Gelezen het verzoek van de Raad van Overleg Metalektro namens partijen bij bovengenoemde collectieve arbeidsovereenkomst, strekkende tot algemeen verbindendverklaring van gewijzigde bepalingen van deze collectieve arbeidsovereenkomst;

Partij(en) te ener zijde: Vereniging FME-CWM;

Partij(en) te anderer zijde: FNV Bondgenoten, CNV Bedrijvenbond en De Unie, vakbond voor industrie en dienstverlening.

Gelet op de artikelen 2, 4 en 5 van de Wet op het algemeen verbindend en het onverbindend verklaren van bepalingen van collectieve arbeidsovereenkomsten;

Besluit:

Dictum I

Het besluit tot algemeen verbindendverklaring van bepalingen van de collectieve arbeidsovereenkomst Metalektro1 wordt met inachtneming van dicta II en III als volgt gewijzigd:

A

De onder dictum I opgenomen bepalingen worden als volgt gewijzigd:

Statuten Stichting Kinderopvang in de Metalektro komt te luiden:

„STATUTEN STICHTING SKM TOT BEVORDERING ARBEIDSDEELNAME IN DE METALEKTRO, VOORHEEN STICHTING KINDEROPVANG IN DE METALEKTRO (SKM)

Artikel 1 Naam en zetel

  • 1. De stichting draagt de naam: Stichting SKM tot bevordering arbeidsdeelname in de Metalektro.

  • 2. Zij heeft als zetel: ’s-Gravenhage.

Artikel 2 Doel

De stichting heeft ten doel het bevorderen van de arbeidsdeelname van werknemers in de Metalektro. De stichting tracht dit doel te bereiken door:

  • a. het geheel of gedeeltelijk financieren of subsidiëren van door sociale partners overeen te komen of overeengekomen projecten in de sfeer van arbeidsmarkt- en opleiding en die gericht zijn op het aantrekkelijk maken van de bedrijfstak voor (aankomend) technisch personeel teneinde in vacatures te kunnen voorzien en technisch geschoold personeel te kunnen behouden;

  • b. het doen van bevorderen van het gebruik van kinderopvang door werknemers in de Metalektro en het geven van voorlichting over kinderopvang in het algemeen.

Artikel 3 Financiele middelen

Het vermogen van de stichting zal worden gevormd door:

  • a. bijdragen, die door de ondernemingen in de Metalektro worden verstrekt ingevolge het bepaalde in de collectieve arbeidsovereenkomst en in de collectieve arbeidsovereenkomst voor het hoger personeel in de Metalektro;

  • b. inkomsten uit het vermogen van de stichting;

  • c. eventuele andere baten.

De beschikbare gelden van de stichting worden belegd met inachtneming van redelijke eisen van liquiditeit en rendement en van een zo juist mogelijke risicoverdeling, ondermeer door kortlopende depositorekeningen bij solide Nederlandse bankinstellingen.

Artikel 4 Bestuur

  • 1. Het bestuur van de stichting bestaat uit twee leden, te weten één werkgeverslid en één werknemerslid.

  • 2. De leden van het bestuur worden benoemd door de stichting Stichting Raad van Overleg in de Metalektro, gevestigd te ’s-Gravenhage, hierna te noemen: „ROM’’.

  • De benoeming van bestuursleden geschiedt uit een bindende voordracht, op te maken voor elke te vervullen plaats.

  • De navolgende verenigingen maken voor de benoeming van een bestuurslid de voordracht op, te weten:

    • voor het werkgeverslid: Vereniging FME-CWM, gevestigd te Zoetermeer;

    • voor het werknemerslid: de vakverenigingen in de ROM.

  • De voordracht als bedoeld in dit lid zal binnen een maand nadat de vereniging(en) hiertoe schriftelijk door de ROM is/zijn uitgenodigd, worden opgemaakt.

  • 3. De ROM kan een bestuurslid schorsen of ontslaan al dan niet op verzoek van de vereniging die overeenkomstig lid 2 bevoegd is een voordracht voor de betreffende bestuurszetel op te maken.

  • 4. Het bestuurslidmaatschap eindigt door:

    • a. overlijden;

    • b. het nemen van ontslag;

    • c. onder curatelestelling of faillissement;

    • d. ontslag als bedoeld in lid 3.

Artikel 5

  • 1. Het bestuur wijst telkenjare uit haar midden een voorzitter en een vice-voorzitter aan, met dien verstande dat indien het voorzitterschap wordt bekleed door het lid benoemd op voordracht van de Vereniging FME-CWM, het vice-voorzitterschap wordt bekleed door een lid benoemd op voordracht van de werknemersorganisaties en zo telkenjare afwisselend.

  • 2. Het bestuur vertegenwoordigt de stichting.

Artikel 6 Vergaderingen

Het bestuur vergadert zo dikwijls een bestuurslid dit gewenst acht.

Artikel 7 Besluitvorming

  • 1. Het bestuur kan alleen besluiten nemen indien beide bestuursleden aanwezig zijn.

  • Stemmen bij volmacht is niet toegestaan.

  • 2. Bestuursbesluiten worden genomen met algemene stemmen.

  • 3. Over zaken wordt mondeling gestemd, over personen schriftelijk. Blanco stemmen zijn van onwaarde.

  • 4. Bij staking van stemmen wordt het voorstel in een volgende vergadering opnieuw aan de orde gesteld. Staken de stemmen dan weer, dan wordt het betreffende voorstel voorgelegd aan en beslist door – de ROM.

  • 5. Besluiten van het bestuur kunnen ook buiten vergadering tot stand komen, mits dit schriftelijk – daaronder mede begrepen per electronische post (e-mail) of fax – geschiedt en alle bestuurders zich voor het desbetreffende voorstel uitspreken.

Artikel 8 Bestuursbevoegdheid

Het bestuur is bevoegd te besluiten tot het aangaan van overeenkomsten tot verkrijging, vervreemding of bezwaring van registergoederen, mits een dergelijk besluit is genomen met algemene stemmen in een vergadering waarin alle bestuursleden aanwezig zijn.

Artikel 9 Secretariaat en administratie

  • 1. Het bestuur draagt alle secretariële werkzaamheden, waaronder het voorbereiden van werkplannen met bijbehorende begroting, de uitvoering van bestuursbesluiten, de financiële administratie en het beleggen van de financiële middelen op aan de directeur van de ROM. Deze kan een derde, bij de ROM in dienst zijnde werknemer, aanwijzen als secretaris, die als zodanig toegang heeft tot bestuursvergaderingen en daarin een adviserende stem heeft.

  • Het bestuur is belast met het beheer van het fondsvermogen.

  • 2. Het bestuur draagt de inning van de in artikel 3 onder a. bedoelde bijdragen op aan de ROM.

Artikel 10 Subsidieverlening

  • 1. Het bestuur stelt de wijze waarop en de voorwaarden waaronder er recht op een verstrekking uit het fonds bestaat vast.

  • 2. Subsidie verzoekende instellingen dienen bij het verzoek een begroting in welke moet zijn gespecificeerd volgens de bestedingsdoelen/activiteiten welke zijn opgenomen in artikel 2 van deze statuten.

  • Subsidie ontvangende instellingen zullen worden verplicht jaarlijks een door een onafhankelijke externe registeraccountant of accountant-administratie-consulent met certificerende bevoegdheid gecontroleerde verklaring over te leggen over de besteding van de subsidiegelden, welke verklaring (ten minste) moet zijn gespecificeerd volgens de in artikel 2 van deze statuten bedoelde bestedingsdoelen/activiteiten. Deze verklaring maakt een geïntegreerd onderdeel uit van het (financieel) jaarverslag.

Artikel 11 Vrijwaring en vrijtekening

  • 1. De stichting stelt iedere persoon die, vanwege het feit dat hij lid van het bestuur van de stichting is of was, als partij betrokken was of is of als een op diens betrokkenheid als partij uitlopende ontwikkeling aannemelijk is bij een op handen zijnde, aanhangige of beëindigde actie of procedure van welke aard dan ook, door of namens de stichting dan wel door derden ingesteld, schadeloos voor alle nadelige financiële gevolgen, daaronder begrepen kosten en boetes, die hij in werkelijkheid en redelijkerwijze heeft moeten dragen in verband met een dergelijke actie of procedure, mits hij heeft gehandeld op een wijze die hij redelijkerwijze kon beschouwen in het belang van of niet tegen de belangen van de stichting te zijn, en tenzij (en voor zover) het doen van een beroep op deze regeling in strijd zou zijn met de goede trouw, daarbij wordt het begrip goede trouw zo ruim uitgelegd als juridisch van tijd tot tijd mogelijk is.

  • 2. Een schadeloosstelling door de stichting bedoeld in het vorige lid geschiedt na een vaststelling dat het lid van het bestuur voldaan heeft aan de van toepassing zijnde gedragsnorm genoemd in het vorige lid. Deze vaststelling geschiedt door het bestuur in een voltallige vergadering.

  • 3. Kosten gemaakt voor het voeren van verweer in een actie of procedure kunnen door de stichting worden voorgeschoten in afwachting van de einduitspraak in de actie of procedure en wel krachtens besluit van het bestuur met betrekking tot het desbetreffende geval, na ontvangst van een schriftelijke toezegging door of namens het lid van het bestuur om dit bedrag terug te betalen, tenzij uiteindelijk vastgesteld wordt dat hij het recht heeft door de stichting schadeloos gesteld te worden zoals in dit artikel bepaald.

  • 4. De schadeloosstelling voorzien in dit artikel wordt niet geacht enig ander recht uit te sluiten, die de betrokken persoon zou kunnen toekomen krachtens een reglement, (verzekerings)overeenkomst of van de niet-belanghebbende bestuursleden of anderszins en zal blijven gelden voor een persoon die geen lid meer van het bestuur is en zal ook ten goede komen aan de erfgenamen of legatarissen.

Artikel 12 Financien

  • 1. Het boekjaar van de stichting loopt van één januari tot en met éénendertig december daaraanvolgend.

  • 2. Per het einde van het boekjaar worden de boeken der stichting afgesloten. Binnen zes maanden na afloop van het boekjaar stelt het bestuur een jaarverslag op dat volgens de in artikel 2 van deze statuten bedoelde bestedingsdoelen/activiteiten moet zijn gespecificeerd. In dit jaarverslag wordt een balans en een staat van baten en lasten over het afgelopen boekjaar opgenomen, alsmede een verklaring over de besteding van de gelden. De directie laat dit jaarverslag controleren door een onafhankelijke externe accountant of accountant-administratieconsulent met certificerende bevoegdheid en legt dit jaarverslag aan het bestuur ter vaststelling voor. Uit de stukken moet blijken dat de uitgaven conform de bestedingsdoelen zijn gedaan.

  • 3. Jaarlijks binnen één maand na vaststelling door het bestuur van de jaarstukken brengt het bestuur omtrent het gevoerde beleid verslag uit aan de ROM, zulks onder overlegging van de jaarstukken en het verslag van de in lid 2 bedoelde accountant.

  • 4. De vastgestelde jaarstukken met het verslag van de in lid 2 bedoelde accountant en het verslag van het bestuur omtrent het gevoerde beleid zal voor de werknemers en de ondernemingen in de Metalektro ten kantore van de Stichting en op een of meer door de Minister van sociale Zaken en Werkgelegenheid aan te wijzen plaatsen ter inzage worden gelegd en een afschrift daarvan zal op verzoek worden toegezonden tegen betaling van de daaraan verbonden kosten.

Artikel 13 Begroting

  • 1. Het bestuur van de stichting zal jaarlijks voor het komende boekjaar een begroting vaststellen. Het bestuur gaat niet tot die vaststelling over voordat de ROM de begroting heeft goedgekeurd.

  • 2. Deze begroting moet zijn ingericht en gespecificeerd volgens de in artikel 2 van deze statuten bedoelde bestedingsdoelen/activiteiten.

  • 3. De vastgestelde begroting zal voor de werknemers en de ondernemingen in de Metalektro ten kantore van de Stichting ter inzage worden gelegd en een afschrift daarvan zal op verzoek worden toegezonden tegen betaling van de daaraan verbonden kosten.

  • 4. De begroting vormt de basis van het door het bestuur voor de betreffende periode te voeren beleid.

  • Het bestuur kan alleen daarvan afwijken na verkregen goedkeuring van de ROM. Terzake van de uitvoering brengt het bestuur na afloop van ieder boekjaar verslag uit aan de ROM.

Artikel 14 Reglementen

  • 1. Het bestuur kan voor de uitvoering van zijn taak een of meer reglementen vaststellen en een vastgesteld reglement of vastgestelde reglementen wijzigen.

  • 2. De in lid 1 genoemde reglementen mogen geen bepalingen bevatten welke in strijd zijn met deze statuten.

Artikel 15 Statutenwijziging

  • 1. Het bestuur is bevoegd de statuten te wijzigen.

  • 2. Een besluit als in lid 1 bedoeld, kan slechts worden genomen na verkregen goedkeuring van de ROM.

  • 3. De statutenwijziging komt bij notariële akte tot stand.

  • 4. Tot het doen verlijden van de notariële akte van statutenwijziging is ieder bestuurslid bevoegd.

Artikel 16 Ontbinding

  • 1. Het bestuur is bevoegd de stichting te ontbinden. Het besluit tot ontbinding van de stichting kan slechts worden genomen na verkregen goedkeuring van de ROM.

  • 2. Wanneer tot ontbinding is besloten treedt het laatste bestuur als liquidateur op.

  • 3. Het besluit tot ontbinding bepaalt tevens de bestemming van een eventueel batig saldo.

  • Een dergelijk saldo zal zoveel mogelijk worden aangewend binnen het doel van de stichting.

Artikel 17

In alle gevallen waarin zowel de wet als deze statuten niet voorzien, beslist het bestuur.’’

Dictum II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst en heeft geen terugwerkende kracht.

Dictum III

Dit besluit zal in een bijvoegsel bij de Staatscourant worden geplaatst. Van deze plaatsing zal mededeling worden gedaan in de Staatscourant.

's-Gravenhage, 20 december 2007

Mr. M. H. M. van der Goes.


XNoot
1

Stcrt. 2005, nr. 122; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 16 april 2007 (Stcrt. 2007, nr. 75).

Naar boven