Intrekking Sanctieregeling terrorisme 2006

Regeling van de minister van Buitenlandse Zaken van 29 januari 2007, nr. DJZ/BR/1176-06, houdende intrekking van de Sanctieregeling terrorisme 2006

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën;

Gelet op het Besluit van de Raad van 21 december 2006 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme (Pb EG L 379);

Gelet op Verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme (Pb EG L 344);

Gelet op de artikelen 2, tweede lid, en 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel I

De Sanctieregeling terrorisme 2006¹ wordt ingetrokken.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, B.R. Bot.

Toelichting

De Sanctieregeling terrorisme 2006 strekt tot bevriezingsmaatregelen jegens negen personen behorend tot de Hofstadgroep die door de rechtbank schuldig werden geacht aan deelneming aan een criminele organisatie en deelneming aan een terroristische organisatie.

Zoals in de toelichting van Sanctieregeling terrorisme 2006 reeds is aangekondigd, wordt deze regeling ingetrokken zodra de lijst, bedoeld in artikel 2, derde lid, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 wordt aangevuld met de Hofstadgroep en vorenbedoelde personen. Het Besluit van de Raad van 21 december 2006 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, voorziet hierin.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B.R. Bot

• 1 Stcrt. 67.