Intrekking Sanctieregeling terrorisme 2002 III

Regeling van de Minister van Buitenlandse Zaken van 29 januari 2007, nr. DJZ/BR/0150-06, houdende intrekking van de Sanctieregeling terrorisme 2002 III

De Minister van Buitenlandse Zaken,

Handelende in overeenstemming met de Minister van Financiën;

Gelet op het Besluit van de Raad van 21 december 2005 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, en tot intrekking van Besluit 2005/848/EG (Pb EG L 340);

Gelet op Verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme (Pb EG L 344);

Gelet op de artikelen 2, tweede lid, en 3 van de Sanctiewet 1977;

Besluit:

Artikel I

De Sanctieregeling terrorisme 2002 III1 wordt ingetrokken.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Buitenlandse Zaken, B.R. Bot.

Toelichting

De Sanctieregeling terrorisme 2002 III strekt tot bevriezingsmaatregelen jegens de Communist Party of the Philippines.

Zoals in de toelichting van Sanctieregeling terrorisme 2002 III reeds werd aangekondigd, wordt deze regeling ingetrokken zodra de lijst, bedoeld in artikel 2, derde lid, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 wordt aangevuld met vorenbedoelde entiteit. Het Besluit van de Raad van 21 december 2005 tot uitvoering van artikel 2, lid 3, van Verordening (EG) nr. 2580/2001 inzake specifieke beperkende maatregelen tegen bepaalde personen en entiteiten met het oog op de strijd tegen het terrorisme, en tot intrekking van Besluit 2005/848/EG, voorziet hierin.

De Minister van Buitenlandse Zaken,

B.R. Bot

  • 1

    Stcrt. 153, laatstelijk gewijzigd bij Regeling van 31 oktober 2002 (Stcrt. 211).

Naar boven