Aanwijzing inzake experiment epilepsie-DBC’s

Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg, inzake experiment epilepsie-DBCs

14 december 2007

Nr. CZ/FBI-2817797

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na op 9 oktober 2007 schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Kamerstukken II, 2007–2008, 29248, nr. 44);

Besluit:

Artikel 1

In deze aanwijzing wordt verstaan onder een epilepsie-instelling: een instelling voor medisch specialistische zorg die ultimo 2005 in bezit was van een WZV-vergunning als epilepsiecentrum.

Artikel 2

Deze aanwijzing is van toepassing op zorg gerelateerd aan de prestatiebeschrijvingen in de vorm van Diagnose Behandeling Combinaties (DBCs) zoals die zijn opgenomen in de bijlage bij deze aanwijzing.

Artikel 3

1. Ter uitvoering van deze aanwijzing stelt de Nederlandse Zorgautoriteit, verder te noemen zorgautoriteit, op grond van de artikelen 57 en 58 van de Wet marktordening gezondheidszorg een experimentbeleidsregel vast.

2. Deze beleidsregel treedt in werking met ingang van 1 januari 2008 en eindigt op 1 januari 2009.

Artikel 4

Voor de duur van het experiment zijn de prestatiebeschrijvingen als bedoeld in artikel 2 alleen van toepassing voor epilepsie-instellingen.

Artikel 5

De zorgautoriteit ontwikkelt een experiment met als doel het verkrijgen van aan de DBC onderliggende informatie over zorg als bedoeld in artikel 2 zodat effectieve onderhandelingen tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars en daarmee DBC-bekostiging voor die zorg per 1 januari 2009 mogelijk wordt.

Artikel 6

De informatie als bedoeld in artikel 5 omvat in ieder geval:

a. zorgpaden;

b. onderbouwde normtijden;

c. kwaliteitsafspraken.

Artikel 7

De informatie als bedoeld in artikelen 5 en 6 is niet herleidbaar tot individuele consumenten.

Artikel 8

1. Voor de duur van het experiment worden de epilepsie-instellingen voor het leveren van zorg zoals bedoeld in artikel 2 bekostigd door middel van tarieven die zijn vastgesteld op basis van een eenmalig door de zorgautoriteit vast te stellen budget voor het jaar 2008.

2. Voor de vaststelling van de hoogte van dit budget neemt de zorgautoriteit het voor de curatieve zorg beschikbare budget voor epilepsie-instellingen (inclusief de kortingsmaatregelen als bedoeld in de aanwijzing taakstelling ziekenhuizen 2008 d.d. 1 november 2007 (kenmerk: MC-U-2807691) op een door de zorgautoriteit nader vast te stellen peildatum als uitgangspunt.

Artikel 9

1. De zorgautoriteit evalueert het experiment tussentijds en brengt mij daarvan uiterlijk 1 juni 2008 verslag uit.

2. De zorgautoriteit besteedt daarbij in ieder geval aandacht aan de aspecten genoemd in de artikelen 5 en 6.

Artikel 10

Deze aanwijzing treedt terstond in werking en wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. Klink.

Bijlage

Met de in de aanwijzing genoemde zorg als bedoeld in artikel 2 worden onderstaande 11 poliklinische en 6 klinische epilepsie-DBCs bedoeld.

Product-

nummer

Nieuwe behandelcode

Omschrijving behandelas

P1

514

1 consult neuroloog, geen overige consulten, GEEN Uitgebreid psychologisch onderzoek

P2

515

1 consult neuroloog, geen overige consulten, Uitgebreid psychologisch onderzoek

P3

516

1 consult neuroloog, wel overige consulten, GEEN Consult psycholoog

P4

517

1 consult neuroloog, wel overige consulten, Consult psycholoog

P5

518

2 t/m 5 consulten neuroloog, geen overige consulten, GEEN Routine EEG

P6

519

2 t/m 5 consulten neuroloog, geen overige consulten, Routine EEG

P7

520

2 t/m 5 consulten neuroloog, wel overige consulten, GEEN Uitgebreid psychologisch onderzoek

P8

521

2 t/m 5 consulten neuroloog, wel overige consulten, Uitgebreid psychologisch onderzoek

P9

522

6 of meer consulten neuroloog, geen overige consulten, GEEN Routine EEG

P10

523

6 of meer consulten neuroloog, geen overige consulten, Routine EEG

P11

524

6 of meer consulten neuroloog, wel overige consulten

K1

530

1 t/m 3 verpleegdagen, GEEN Uitgebreid psychologisch onderzoek

K2

531

1 t/m 3 verpleegdagen, Uitgebreid psychologisch onderzoek

K3

532

4 t/m 27 verpleegdagen, GEEN Video-monitoring epilepsiechirurgie

K4

533

4 t/m 27 verpleegdagen, Video-monitoring epilepsiechirurgie

K5

534

28 t/m 110 verpleegdagen

K6

535

111 of meer verpleegdagen

Toelichting

Algemeen

Epilepsie-instellingen gaan per 1 januari 2008 over op DBC-declaratie. In het kader van de verdere invoering van DBC-bekostiging in de curatieve zorg heb ik, na overleg met de epilepsie-instellingen, de Nederlandse Vereniging voor Neurologie (NVN) en Zorgverzekeraars Nederland, besloten om de Nederlandse Zorgautoriteit, verder te noemen de zorgautoriteit, een aanwijzing te geven per 2008 een experiment voor één jaar te starten. Deze aanwijzing strekt ertoe om middels het opzetten van een experiment zodanige informatie over epilepsieproducten te verkrijgen dat effectieve onderhandelingen tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars en daarmee invoering van DBC-bekostiging voor epilepsie-instellingen per 2009 mogelijk wordt.

Artikelsgewijs

Artikel 1

In dit artikel wordt het begrip epilepsie-instelling gedefinieerd. Alleen de Stichting Epilepsie Instellingen Nederland (SEIN) en Kempenhaeghe vallen onder deze definitie van epilepsie-instellingen (NZa instellingsnummer 040-1200 en 040-2020).

Artikel 2

Dit artikel beperkt de werkingssfeer van de aanwijzing tot alle zorg die gerelateerd is aan de zeventien DBCs die zijn opgenomen in de bijlage. Het gaat om elf poliklinische en zes klinische DBCs.

Artikel 3

Dit artikel draagt de zorgautoriteit op een experimentbeleidsregel vast te stellen voor het jaar 2008.

Artikel 4

Dit artikel beperkt de toepassing van de prestatiebeschrijvingen in de vorm van DBC’s zoals deze zijn opgenomen in de bijlage bij deze aanwijzing tot de epilepsie-instellingen. Gedurende het experiment mogen andere zorgaanbieders deze prestatiebeschrijvingen niet hanteren. Zij kunnen deze prestaties dan ook niet registreren en declareren.

Artikel 5

In dit artikel wordt het doel van het experiment beschreven, namelijk het verkrijgen van de benodigde aanvullende informatie opdat effectieve onderhandelingen tussen zorgaanbieders en zorgverzekeraars mogelijk worden en per 1 januari 2009 kan worden overgegaan op DBC-bekostiging. De zorgautoriteit zal op grond van deze opdracht informatieregels en beleidsregels opstellen voor de deelnemende epilepsie-instellingen.

Artikel 6

In dit artikel wordt gedoeld op de noodzakelijke aanvullende informatie die wordt verkregen uit de activiteiten die in de komende periode worden uitgevoerd en die zijn vervat in de zogenoemde ‘doorontwikkelagenda’ en overeengekomen met zowel de beide epilepsie-instellingen, de Wetenschappelijke Vereniging van Neurologie (NVN), Zorgverzekeraars Nederland, de zorgautoriteit en de Stichting DBC-Onderhoud. De activiteiten uit de doorontwikkelagenda bestaan concreet uit het beschrijven van zorgpaden, het onderbouwen van normtijden en het maken van kwaliteitsafspraken met zorgverzekeraars.

Artikel 7

Dit artikel beperkt de informatie uitdrukkelijk tot niet tot de individuele patiënt herleidbare informatie.

Artikel 8

Op grond van dit artikel ontvangen epilepsie-instellingen in 2008 voor de productie van de epilepsie DBCs een vast budget. De hoogte van dit budget wordt eenmalig bepaald door de zorgautoriteit, die daarvoor het voor de curatieve zorg beschikbare budget voor epilepsie-instellingen (inclusief de kortingsmaatregelen als bedoeld in de aanwijzing taakstelling ziekenhuizen 2008 d.d. 1 november 2007 met kenmerk: MC-U-2807691) op een door de zorgautoriteit nader vast te stellen peildatum als uitgangspunt neemt.

Dit artikel brengt met zich mee dat wordt afgestapt van het budgetmodel dat tot nog toe wordt gehanteerd voor epilepsie-instellingen. Hiermee wordt in 2008 budgetzekerheid aan de epilepsie-instellingen gegeven en hoeven de betrokken instellingen geen dubbele registratie uit te voeren.

Aan de hand van dit budget worden de tarieven vastgesteld voor de DBC’s bedoeld in de bijlage bij deze aanwijzing. De epilepsie-instellingen brengen voor deze DBC’s de vastgestelde tarieven in rekening.

Artikel 9

Dit artikel heeft betrekking op de evaluatie van het experiment. Er wordt zowel een tussentijdse evaluatie gedurende de looptijd van het experiment voorzien als een eindevaluatie. Ik zal de resultaten uit de tussentijdse evaluatie betrekken bij mijn besluit om het experiment al dan niet per 1 januari 2009 te beëindigen en per die datum over te gaan op DBC-bekostiging voor epilepsie-instellingen.

Belangrijk element in de evaluatie is de vraag of het experiment de benodigde informatie van zorgpaden, onderbouwde normtijden en kwaliteitsafspraken heeft opgeleverd, zodat ook daadwerkelijk per 1 januari 2009 kan worden over gegaan op DBC-bekostiging voor epilepsie-instellingen.

Deze tussentijdse evaluatie en rapportage laat onverlet dat op grond van artikel 58 WMG de zorgautoriteit drie maanden na afloop van het experiment aan de minister een eindrapportage levert.

Als blijkt dat verlenging van het experiment als bedoeld in deze aanwijzing noodzakelijk is en als gevolg hiervan ook in 2009 nog sprake zal zijn van een vastbudget voor de epilepsie-instellingen, dan stelt de zorgautoriteit het budget voor 2009 overeenkomstig de actuele registratiedata bij. Bijstelling zowel naar boven als naar beneden behoort tot de mogelijkheden. De monitorinformatie uit de tussentijdse evaluatie met betrekking tot de registratie en declaratie van de epilepsie-DBCs geeft hiervoor input.

De Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal zijn bij brieven van 9 oktober 2007 (Kamerstukken II, 2007–2008, 29248, nr. 44) van de zakelijke inhoud van deze beleidsregel op de hoogte gebracht. De zorgautoriteit heeft een afschrift van deze brieven ontvangen.

Naar boven