Wijziging Regeling zorgverzekering en andere regelingen

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 14 december 2007, nr. Z-M-2820538, houdende wijziging van de Regeling zorgverzekering en andere regelingen in verband met het vervangen van de no-claimteruggave door een verplicht eigen risico

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Besluit:

Artikel I

De Regeling zorgverzekering wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 6.3.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het vierde lid vervalt.

2. Het vijfde lid tot en met het elfde lid worden vernummerd tot het vierde tot en met het tiende lid.

B

In artikel 6.3.3, eerste lid, wordt ‘met inachtneming van het achtste tot en met het tiende lid van artikel 6.3.1’ vervangen door: met inachtneming van het zevende tot en met het negende lid van artikel 6.3.1.

C

Artikel 7.1, tweede lid, onderdelen d en e, komen te luiden:

d. de vaststelling van een verplicht of vrijwillig eigen risico van een verzekerde, en

e. het verrichten van fraudeonderzoek.

D

Artikel 7.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. Na ‘aangegeven doelen’ wordt toegevoegd: en van de uitvoering van artikel 7.4a,.

2. Aan het slot van onderdeel f, vervalt ‘en’, en wordt onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel g door ‘en’ toegevoegd:

h. het bank- of girorekeningnummer.

E

In artikel 7.3 wordt ‘de in het vorige artikel bedoelde gegevens’ vervangen door: de in artikel 7.2, onderdeel a tot en met g, bedoelde gegevens.

F

Na artikel 7.4 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 7.4a

De zorgverzekeraar verstrekt aan het Centraal Administratiekantoor voor 1 oktober van het jaar waarin een uitkering als bedoeld in artikel 118a van de wet wordt verstrekt, van zijn verzekerden of gewezen verzekerden die in dat jaar de leeftijd van achttien jaar hebben bereikt of nog zullen bereiken en die in de twee kalenderjaren, voorafgaande aan dat jaar in een FKG als bedoeld in artikel 8.3 zijn ingedeeld, de volgende persoonsgegevens:

a. het burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, het sociaal-fiscaalnummer,

b. het bank- of girorekeningnummer.

G

Artikel 8.3 wordt vervangen door:

Artikel 8.3

Als FKG’s als bedoeld in artikel 3a.1 van het Besluit zorgverzekering worden aangewezen de FKG’s, genoemd in tabel B4.2 van Bijlage 4 zoals deze luidde in het kalenderjaar voorafgaand aan het kalenderjaar waarop de uitkering, bedoeld in artikel 118a, eerste lid, van de wet betrekking heeft, met uitzondering van de FKG ‘Hoog cholesterol’.

H

In Bijlage 7 wordt de zin ‘De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de berekening van de specifiek voor de zorgverzekeraar geraamde eigen risico opbrengst’ vervangen door: De in deze bijlage genoemde gewichten zijn bedoeld voor de berekening van de specifiek voor de zorgverzekeraar geraamde opbrengst van het verplicht eigen risico.

Artikel II

Bijlage 4, onderdeel f. Gezondheidszorg en zorg van de Toetstermen Schadeverzekeringen van de Regeling vaststelling toetstermen examens financiële dienstverlening Wft wordt als volgt gewijzigd:

1. Toetsterm 3a.6.11 komt te vervallen.

2. Toetsterm 5b.6.1 komt te luiden:

De kandidaat kan met behulp van alle benodigde gegevens beoordelen of de door de verzekeraar vastgestelde vergoeding op een Zvw- of aanvullende zorgverzekering juist is, rekening houdend met eventuele dekkingsbeperkingen, eigen bijdragen en het verplicht en vrijwillig eigen risico.

3. Toetsterm 5d.6.1 komt te luiden:

De kandidaat kan voor een eenvoudige schade op een Zvw- of aanvullende zorgverzekering aan de hand van alle benodigde gegevens uitleggen op welke wijze de vergoeding is samengesteld, rekening houdend met eventuele dekkingsbeperkingen, eigen bijdragen en het verplicht en vrijwillig eigen risico.

Artikel III

In Bijlage I bedoeld in artikel 2.2, eerste lid, onderdeel a, van de Regeling SUWI Aanvraag WWB/IOAW wordt onder de categorie ‘Zorgverzekering’ ‘Eigen risico Polis (aanvullende) zorgverzekering’ vervangen door: Vrijwillig eigen risico Polis (aanvullende) zorgverzekering.

Artikel IV

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. Klink.

Toelichting

Algemeen

Met ingang van 1 januari 2008 wordt de no-claimteruggave in de Zorgverzekeringswet (Zvw) vervangen door een verplicht eigen risico. Hiermee wordt uitvoering gegeven aan de afspraken die hieromtrent in het Coalitieakkoord (Kamerstukken II 2006/07, 30 891, nr. 4) zijn gemaakt. Als gevolg van het verplicht eigen risico dienen verzekerden van achttien jaar en ouder de kosten van zorgprestaties waarvoor zij op grond van de Zvw verzekerd zijn, in 2008 tot een maximumbedrag van € 150 voor eigen rekening te nemen.

Verzekerden van achttien jaar en ouder die meerjarige, onvermijdbare zorgkosten hebben of die langdurig in een instelling als bedoeld in de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) verblijven, hebben op grond van artikel 118a, eerste lid, van de Zvw recht op compensatie voor het verplicht eigen risico. In het nieuwe artikel 3a.1 van het Besluit zorgverzekering is geregeld dat deze groep verzekerden met meerjarige, onvermijdbare zorgkosten bestaat uit verzekerden die de twee jaren voorafgaande aan het jaar waarop de compensatie betrekking heeft, in bepaalde Farmaceutische Kosten Groepen (FKG’s) zijn ingedeeld. Voor de uitkering over 2008 is dus van belang of verzekerden in de jaren 2006 en 2007 in één van de betreffende FKG’s zijn ingedeeld. In de Regeling zorgverzekering wordt bepaald welke FKG’s voor deze uitkering worden aangewezen. De aanwijzing van de betreffende FKG’s vindt plaats met de onderhavige wijziging van de Regeling zorgverzekering.

Op grond van artikel 118a, eerste lid, onderdeel b, van de Zvw hebben ook verzekerden die langdurig in een AWBZ-instelling verblijven, recht op compensatie voor het verplicht eigen risico. In artikel 3a.1 van het Besluit zorgverzekering is laatstbedoelde groep verzekerden eveneens omschreven.

Het Centraal Administratie Kantoor (CAK-BZ) keert de compensatie voor het verplicht eigen risico uit. De zorgverzekeraars verstrekken aan het CAK-BZ de gegevens van de verzekerden die in de twee jaren voorafgaande aan het uitkeringsjaar, in de voor de compensatie relevante FKG’s zijn ingedeeld. Op basis van de gegevens over de eigen bijdrageregeling voor intramurale AWBZ-zorg, kan het CAK-BZ vaststellen welke verzekerden die in een AWBZ-instelling verblijven en in aanmerking komen voor de uitkering. Hiervoor maakt het CAK-BZ gebruik van de gegevens die het heeft over de eigen bijdrageregeling voor intramurale AWBZ-zorg. Het CAK-BZ verzorgt de uitvoering van deze eigen bijdrageregeling in het kader van de AWBZ, die gebaseerd is op het Bijdragebesluit zorg.

Het CAK-BZ voert wettelijke taken uit in het kader van de AWBZ en de Zvw. Uit hoofde van die wettelijke taken geeft het CAK-BZ beschikkingen af die betrekking hebben op de rechtspositie van verzekerden. Hieruit volgt dat het CAK-BZ een bestuursorgaan is.

De onderhavige regeling strekt ertoe de Regeling zorgverzekering en andere regelingen te wijzigen met het oog op het verplicht eigen risico en de daarmee samenhangende uitkering aan bepaalde groepen verzekerden.

Bescherming persoonsgegevens

Om verzekerden met onvermijdbare zorgkosten te kunnen compenseren voor het verplicht eigen risico, is het noodzakelijk persoonsgegevens betreffende de gezondheid te verwerken. Om die reden is een concept van deze regeling voor advies voorgelegd aan het College bescherming persoonsgegevens (CBP). Het CBP heeft op 11 december 2007 advies uitgebracht. Het CBP acht het aangewezen de grondslag aan te geven op basis waarvan het CAK-BZ reeds beschikt over persoonsgegevens van verzekerden bij de uitvoering van de eigen bijdrageregeling in het kader van de AWBZ, alsmede welke persoonsgegevens dit betreft. Daarnaast acht het CBP het gewenst toe te lichten dat het CAK-BZ een bestuursorgaan is. Deze opmerkingen van het CBP hebben geleid tot nadere verduidelijking in de toelichting bij de onderhavige regeling.

Voor de verzekerden die worden gecompenseerd omdat ze zijn ingedeeld in een FKG, verstrekt de zorgverzekeraar een bestand met het burgerservicenummer of bij ontbreken daarvan het sociaal-fiscaalnummer en het bank- of girorekeningnummer aan het CAK-BZ. Dit zijn persoonsgegevens in de zin van de Wet bescherming persoonsgegevens (Wbp). Op grond van artikel 8, onderdeel c, van de Wbp, mogen persoonsgegevens worden verstrekt indien hiermee uitvoering wordt gegeven aan een wettelijke plicht. De zorgverzekeraars verstrekken op grond van het voorgestelde artikel 118a, derde lid, Zvw de rekeningnummers van verzekerden die recht hebben op compensatie aan het CAK-BZ. Hiermee geeft de zorgverzekeraar uitvoering aan een wettelijke plicht. Het verstrekken van het burgerservicenummer of bij ontbreken daarvan het sociaal-fiscaalnummer en bank- of girorekeningnummers is daarom toegestaan.

De bestanden die de zorgverzekeraar verstrekt aan het CAK-BZ bestaan uit het burgerservicenummer of bij ontbreken daarvan het sociaal-fiscaalnummer en de rekeningnummers, maar het feit dat deze persoonsgegevens worden verstrekt, geeft aan dat de verzekerde is ingedeeld in een FKG. Daarmee is er sprake van bijzondere persoonsgegevens betreffende de gezondheid. Voor het verwerken van deze bijzondere persoonsgegevens stelt de Wbp strengere eisen dan voor ‘gewone’ persoonsgegevens. Bijzondere persoonsgegevens betreffende de gezondheid mogen, behoudens de uitzonderingen genoemd in artikel 21 van de Wbp, niet worden verwerkt. In dit geval is de verstrekking van de zorgverzekeraar aan het CAK-BZ gerechtvaardigd op grond van artikel 21, eerste lid, onderdeel f, van de Wbp. Dit artikel bepaalt dat het verbod tot verwerking van persoonsgegevens betreffende de gezondheid niet van toepassing is, indien de verwerking geschiedt door een bestuursorgaan ‘voor zover dat noodzakelijk is voor een goede uitvoering van wettelijke voorschriften (...) die voorzien in aanspraken die afhankelijk zijn van de gezondheidstoestand van de betrokkene’. De aanspraak op een uitkering als bedoeld in artikel 118a Zvw is afhankelijk van de gezondheidstoestand van de betrokken verzekerden: alleen zij die de voorgaande twee jaren in een FKG (niet zijnde de FKG ‘Hoog cholesterol’) waren ingedeeld dan wel zij die langdurig in een AWBZ-instelling verblijven, hebben aanspraak op de uitkering. Voor een goede uitvoering van artikel 118a Zvw heeft het CAK-BZ derhalve een overzicht nodig van verzekerden die in de afgelopen twee jaar in een FKG (niet zijnde de FKG ‘Hoog cholesterol’) waren ingedeeld. Het CAK-BZ beschikt niet zelf over deze gegevens. De zorgverzekeraars hebben deze gegevens wel. De verstrekking, door de zorgverzekeraars, van burgerservicenummer of bij ontbreken daarvan het sociaal-fiscaalnummer en rekeningnummers van verzekerden die de afgelopen twee jaar onder een FKG (niet zijnde de FKG ‘Hoog cholesterol’) vielen, is derhalve noodzakelijk voor de uitvoering van artikel 118a Zvw, en daarmee van een wettelijk voorschrift. De verstrekking kan op burgerservicenummer of bij ontbreken daarvan het sociaal-fiscaalnummer geschieden, omdat zowel de zorgverzekeraars (art. 86 Zvw) als het CAK (art. 118a Zvw) bevoegd zijn deze te gebruiken. Overigens is het de zorgverzekeraars niet toegestaan meer informatie te verstekken dan hetgeen voor het uitvoeren van artikel 118a Zvw noodzakelijk is. Dat betekent dat de verzekeraars het CAK-BZ niet meedelen in welke FKG iemand precies is ingedeeld. Dit volgt uit artikel 7.4a en het noodzakelijkheidsvereiste van artikel 21, eerste lid, onderdeel f, Wbp. Het is dan ook niet nodig in voorliggende regeling met zoveel woorden te bepalen dat de zorgverzekeraar niet aan het CAK-BZ meldt in welke FKG de verzekerde is ingedeeld.

Het amendement van Kamerlid Omtzigt c.s (Kamerstukken II 2007/08, 31 094, nr. 21) heeft aan de groep verzekerden die compensatie krijgt de groep verzekerden die langdurig in een AWBZ-instelling verblijven, toegevoegd. Deze groep betaalt een eigen bijdrage op grond van artikel 2 van het Bijdragebesluit zorg. Op grond van artikel 3 van het Bijdragebesluit zorg zoals dat met ingang van 1 januari 2008 luidt, is de verzekerde deze bijdrage verschuldigd aan het CAK-BZ. Het CAK-BZ stelt de hoogte van deze inkomensafhankelijke eigen bijdrage vast en int deze bijdrage bij de verzekerde. Uit hoofde van die wettelijke taak in het kader van de AWBZ is het CAK-BZ zelf in het bezit van de persoonsgegevens van deze groep verzekerden die langdurig in een AWBZ-instelling verblijven. Deze persoonsgegevens omvatten de naam, adres en woonplaats, het burgerservicenummer of bij ontbreken daarvan het sociaal-fiscaalnummer en het bank- of girorekeningnummer van de betreffende verzekerden. De inkomensgegevens die het CAK-BZ nodig heeft voor de vaststelling van de hoogte van deze inkomensafhankelijke eigen bijdrage, betrekt het CAK-BZ van de Belastingdienst.

Het is de vraag of het CAK-BZ deze gegevens ook mag gebruiken om de uitkering, bedoeld in artikel 118a Zvw te doen. In termen van de Wbp gaat het derhalve om de vraag of het CAK-BZ de desbetreffende persoonsgegevens ‘verder mag verwerken’. Artikel 9 Wbp bevat de regels die gelden voor verdere verwerking: gegevens mogen niet verder worden verwerkt op een wijze die onverenigbaar is met de doeleinden waarvoor zij zijn verkregen (eerste lid). Het tweede lid van artikel 9 geeft een aantal criteria aan de hand waarvan beoordeeld kan worden of van dergelijke onverenigbaarheid sprake is. Toetsing aan dit artikel leidt tot de conclusie, dat het hergebruik – door het CAK-BZ – van het bestand verzekerden die een bijdrage als bedoeld in artikel 2 van het Bijdragebesluit zorg betalen, om hen een uitkering als bedoeld in artikel 118a Zvw te kunnen doen, niet onverenigbaar is met het doel waarvoor die gegevens oorspronkelijk zijn verzameld en gegenereerd. Daarbij is met name van belang dat de gevolgen van de beoogde verdere verwerking voor de betrokkene louter positief zijn (artikel 9, tweede lid, onderdeel c, Wbp). De verzekerde krijgt tenslotte een compensatie voor het verplicht eigen risico.

Uiteraard zal het CAK-BZ telkens moeten voorzien in waarborgen voor een zorgvuldige omgang met de (verdere) verwerking van persoonsgegevens. Dat volgt ook reeds uit de Wbp. Zo bepaalt die wet dat persoonsgegevens op in overeenstemming met de wet, op behoorlijke en zorgvuldige wijze verwerkt worden, en dat de doelen waarvoor persoonsgegevens verzameld worden, welbepaald, uitdrukkelijk omschreven en gerechtvaardigd moeten zijn. Persoonsgegevens mogen bovendien slechts verwerkt worden indien dit op grond van artikel 8 Wbp gerechtvaardigd kan worden terwijl, zoals uit vorige alinea blijkt, ook aan verdere verwerking (hergebruik) beperkende regels zijn gesteld. Zoals eerder in deze toelichting is aangegeven, gelden voor persoonsgegevens betreffende gezondheid – waar het hier grotendeels om gaat – bovendien nog strengere regels (zie de artikelen 21 en 23 Wbp). Artikel 13 van de Wbp verplicht het CAK-BZ en de zorgverzekeraars ten slotte passende technische en organisatorische maatregelen ten uitvoer te leggen om persoonsgegevens te beveiligen tegen verlies of tegen enige vorm van onrechtmatige verwerking. De maatregelen die zorgverzekeraars en het CAK-BZ dienen te treffen, moeten een passend beveiligingsniveau garanderen. De maatregelen dienen tevens onnodige verzameling en verdere verwerking van persoonsgegevens te voorkomen.

Zorgverzekeraars Nederland beziet of aanpassing van de gedragscode noodzakelijk is. Indien dit het geval is zal op grond van artikel 1, eerste lid, onderdeel cc, van de Regeling zorgverzekering aan het College bescherming persoonsgegevens een verklaring worden gevraagd als bedoeld in artikel 25 van de Wet bescherming persoonsgegevens.

Artikelsgewijs

Artikel I

A

Op grond van artikel 69, tweede lid van de Zvw, hebben verdragsgerechtigden recht op een no-claimteruggave. Dit kon met een aan het woonland gerelateerde bijdrage, tot bizarre situaties leiden. Daarom was in het vierde lid geregeld dat de no-claimteruggave feitelijk niet meer werd uitgekeerd aan verdragsgerechtigden (Staatscourant 28 april 2006, nr. 83/pag. 45). De verschuldigde bijdrage werd namelijk eerst verhoogd met een bedrag gelijk aan de maximale no-claimteruggave en daarna met hetzelfde bedrag verlaagd. Nu de no-claimteruggave is komen te vervallen, is ook deze bepaling niet meer nodig.

B

Nu in onderdeel A onder vernummering van het vijfde tot en met elfde lid tot vierde tot en met tiende lid, het vierde lid van artikel 6.3.1 wordt geschrapt, dient de verwijzing, in artikel 6.3.3 ook te worden aangepast.

C

Artikel 7.1, tweede lid, van de Regeling zorgverzekering geeft een opsomming van de bevoegdheden van de zorgverzekeraar met betrekking tot de in artikel 7.2 van de Regeling zorgverzekering genoemde persoonsgegevens. Eén van bevoegdheden waarvoor de zorgverzekeraar de persoonsgegevens mocht gebruiken was de vaststelling van het eigen risico en de no-claimteruggave van een verzekerde. Bij het vervangen van de no-claimteruggaveregeling door een verplicht eigen risico is er, naast het reeds bestaande (vrijwillig) eigen risico, een verplicht eigen risico ingevoerd. Daarom is in artikel 7.1, tweede lid, onderdeel d van de Regeling zorgverzekering voor het eigen risico verplicht en vrijwillig geplaatst. De vaststelling van de no-claim van een verzekerde in onderdeel e is vervallen.

D

In artikel 7.2 van de Regeling zorgverzekering worden de persoonsgegevens opgesomd die de zorgverzekeraar nodig heeft voor de in artikel 7.1 van de Regeling zorgverzekering aangeven doelen. Hieraan is toegevoegd dat de gegevens waarover de zorgverzekeraar beschikt tevens kunnen worden gebruikt voor de uitvoering van artikel 7.4a. Op grond van het nieuwe artikel 7.4a dient de zorgverzekeraar deze bestanden aan te leveren aan het CAK-BZ. Deze bestanden bestaan uit het burgerservicenummer of bij ontbreken daarvan het sociaal-fiscaalnummer en het bank- of girorekeningnummer van de verzekerden die recht hebben op de compensatie van het verplicht eigen risico. Daarom is aan artikel 7.2 het bank- en girorekeningnummer toegevoegd. Het vermelden van burgerservicenummer of, bij het ontbreken daarvan, het sociaal-fiscaalnummer is hier niet noodzakelijk, omdat zorgverzekeraars na de inwerkingtreding van het wetsvoorstel Wet gebruik burgerservicenummer in de zorg (Kamerstukken I 2006/07, 30 380, A) op grond van artikel 86, eerste lid, van de Zvw reeds over burgerservicenummer of, bij ontbreken daarvan, het sociaal-fiscaalnummer beschikken.

E

In artikel 7.3 werd aangegeven dat de zorgaanbieder verplicht is om alle gegevens bedoeld in artikel 7.2 aan te leveren aan de zorgverzekeraar. In artikel 7.2, onderdeel h, wordt het rekeningnummer vermeld. Dit is noodzakelijk ter uitvoering van het verstrekken van de zorgverzekeraar van bestanden aan het CAK-BZ op grond van het nieuwe artikel 7.4a. De zorgaanbieder dient het rekeningnummer van de verzekerde echter niet aan de zorgverzekeraar te verstrekken en daarom is artikel 7.2, onderdeel h, van de plicht tot verstrekking van gegevens uitgezonderd.

F

In het nieuwe artikel 7.4a van de Regeling is geregeld dat de zorgverzekeraar het burgerservicenummer of indien de verzekerde dat niet heeft, het sociaal-fiscaalnummer, en het bank- of gironummer van verzekerden die zijn ingedeeld in een FKG als bedoeld in artikel 8.3 van de Regeling, meldt aan het CAK-BZ. Het CAK-BZ keert op grond van deze bestanden de compensatie van het verplicht eigen risico aan deze verzekerden uit.

G

In het nieuwe artikel 8.3 van de Regeling worden de FKG’s aangewezen die, indien een verzekerde op grond van het geneesmiddelengebruik daarin is ingedeeld, recht geven op de compensatie voor het verplicht eigen risico. Alle FKG’s genoemd in Tabel B4.2 van Bijlage 4 van de Regeling zorgverzekering behalve de FKG ‘Hoog cholesterol’, worden aangewezen. Hiervoor is gekozen, omdat alle FKG’s zijn gekoppeld aan een chronische ziekte. Dit is bij de FKG ‘Hoog cholesterol’ niet het geval. Leidend hierbij is de Tabel B4.2 van Bijlage 4 zoals die gold voor het jaar voorafgaande aan het jaar waarop de uitkering betrekking heeft. Voor de uitkering in 2008 wordt dus uitgegaan van de FKG’s die voor het jaar 2007 in die bijlage zijn opgenomen.

Artikel 8.3 zoals dat luidde voor de inwerkingtreding van deze regeling, gaf aan dat fraude met vereveningsgegevens als bedoeld in artikel 98, eerste lid, Zvw in afwijking van artikel 106, tweede lid, Zvw werd voorgelegd aan de Nederlandse Zorgautoriteit. Bij de inwerkingtreding van de Wet marktordening gezondheidszorg (Wmg) is artikel 98, eerste lid, geschrapt en opgenomen in artikel 95 van de Wmg. Hierbij is abusievelijk nagelaten om artikel 8.3 te laten vervallen, het artikel verwijst naar niet meer bestaande bepalingen van de Zvw.

H

In de wijziging van de Regeling zorgverzekering ter zake van de vereveningsbijdrage voor zorgverzekeraars in het jaar 2008 (Staatscourant 9 oktober 2007, nr. 195/ pag. 26) zijn de artikelen aangepast die betrekking hebben op de vereveningsbijdrage. In artikel IV van die regeling is rekening gehouden met het invoeren van een verplicht eigen risico in plaats van een no-claimteruggave. In onderdeel C van artikel IV stond echter abusievelijk eigen risico in plaats van verplicht eigen risico. Met deze wijziging wordt deze fout hersteld.

Artikel II

In bijlage 4 van de Toetstermen Schadeverzekeringen van de Regeling vaststelling toetstermen examens financiële dienstverlening Wft werd de eis gesteld dat een kandidaat bij het beoordelen of de door de verzekeraar vastgestelde vergoeding op grond van de Zvw of een aanvullende zorgverzekering juist is. Hierbij werd de eis gesteld dat de kandidaat rekening hield met de no-claimteruggave en een (vrijwillig) eigen risico. Nu de no-claimteruggave is vervangen door een verplicht eigen risico, zijn in deze bepaling no-claimteruggave en eigen risico vervangen door vrijwillig en verplicht eigen risico.

Artikel III

In bijlage I van de Regeling SUWI worden de gegevens en bewijsstukken opgesomd die bij de aanvraag van bijstand op grond van de Wet Werk en Bijstand of een uitkering op grond van de Wet inkomensvoorziening oudere en gedeeltelijk arbeidsongeschikte werkloze werknemers door de belanghebbende dienen te worden verstrekt aan het Centrum voor Werk en Inkomen. De belanghebbende dient ondermeer de eigen risico polis (aanvullende) zorgverzekering te overleggen. Nu er naast het bestaande eigen risico een verplicht eigen risico is ingevoerd, is aan Eigen risico Polis (aanvullende) zorgverzekering in deze bijlage vrijwillig toegevoegd.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Naar boven