Wijziging van het Nationaal Frequentieplan 2005

Besluit van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 3 december 2007, nr. WJZ/7142295, houdende wijziging van het Nationaal Frequentieplan 2005

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Handelende in overeenstemming met het gevoelen van de ministerraad;

Gelet op artikel 3.1 van de Telecommunicatiewet;

Besluit:

Artikel I

De bijlage bij het besluit van de Minister van Economische Zaken van 4 februari 2005, nr. WJZ 5004374, houdende vaststelling van het Nationaal Frequentieplan 20051 (hierna te noemen: NFP) wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder de paragraaf Frequentietabel (op p. 17 van het NFP) wordt tussen de koppen met tekstdelen ‘Buitengewone omstandigheden’ en ‘Experimenten’ een nieuwe kop ’Ultra Wideband’ (UWB) toepassingen’ ingevoegd met de tekst:

Ultra Wideband toepassingen voor radiocommunicatie worden vergunningvrij toegelaten op interferentievrije en onbeschermde basis voor zover ze voldoen aan de uitgestraalde vermogenslimieten en andere voorwaarden genoemd in de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning.

B

In de frequentietabel wordt in de regels betreffende de frequentiebanden van 148.5kHz tot 30.005 MHz in de kolom ‘Bestemming’ na elke regel telkens toegevoegd: HOL001.

C

In de frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentieband

frequentiebandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

87.5 MHz

87.5 MHz

    
  

BC

2

Omroep, FM-radio.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets. Netgebonden frequenties op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

100 MHz

100 MHz

    
  

BC

2

Omroep, FM-radio.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets. Netgebonden frequenties op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

 

104.9 MHz

    
  

BC

2

Omroep, FM-radio.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets. Netgebonden frequenties op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

108 MHz

108 MHz

    

vervangen door:

Frequentieband

frequentiebandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

87.5 MHz

87.5 MHz

    
  

BC

2

Omroep, FM-radio.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets. Netgebonden frequenties op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

/mob/

4

Mobiele communicatie, SRD, draadloze audiotoepassingen.

Geen vergunning vereist voor SRD.

100 MHz

100 MHz

    
  

BC

2

Omroep, FM-radio.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets. Netgebonden frequenties op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

/mob/

4

Mobiele communicatie, SRD, draadloze audiotoepassingen.

Geen vergunning vereist voor SRD.

 

104.9 MHz

    
  

BC

2

Omroep, FM-radio.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets. Netgebonden frequenties op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

/mob/

4

Mobiele communicatie, SRD, draadloze audiotoepassingen.

Geen vergunning vereist voor SRD.

108 MHz

108 MHz

    

D

In de frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentieband

frequentiebandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

148 MHz

148 MHz

    
  

LM

1

Landmobiele communicatie. Kerktelefonie

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

MS(U)

1

Mobiele satellietverbindingen (aarde naar ruimte).

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor randapparaten

149.9 MHz

149.9 MHz

    

vervangen door:

Frequentieband

frequentiebandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

148 MHz

148 MHz

    
  

LM

1, 4

Landmobiele communicatie. Kerktelefonie.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

MS(U)

1

Mobiele satellietverbindingen (aarde naar ruimte).

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor randapparaten

149.9 MHz

149.9 MHz

    

E

In de frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentieband

frequentiebandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

 

165.32 MHz

    
  

M(EAM)

1,3

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart.

Vergunningverlening bij voorrang en overigens op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

 

169.4125 MHz

    
  

M(EAM)

1,3

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart.

Vergunningverlening bij voorrang en overigens op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

 

169.8125 MHz

    

vervangen door:

Frequentieband

frequentiebandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

 

165.32 MHz

    
  

M(EAM)

1,3

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart.

Vergunningverlening bij voorrang en overigens op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

 

169.4 MHz

    
  

M(EAM)

1,3

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart.

Vergunningverlening bij voorrang en overigens op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

/mob/

4

Mobiele communicatie, SRD.

Geen vergunning vereist voor SRD.

 

169.6 MHz

    
  

M(EAM)

1,3

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart. Opsporings- en goederenvolgsystemen en paging.

Vergunningverlening bij voorrang en overigens op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

 

169.8125 MHz

    

F

In de frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentieband

frequentiebandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

406 MHz

406 MHz

    
  

MS(U)

1

Mobiele satellietverbindingen (aarde naar ruimte) (EPIRB, ELT en PLB).

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor randapparaten.

406.1 MHz

406.1 MHz

    

vervangen door:

Frequentieband

frequentiebandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

406 MHz

406 MHz

    
  

MS(U)

1

Mobiele satellietverbindingen (aarde naar ruimte) (EPIRB, ELT en PLB). 5.266.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

406.1 MHz

406.1 MHz

    

G

In de frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentieband

frequentiebandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

450 MHz

450 MHz

    
  

MOB

1,3,4

Mobiele communicatie. SRD.

Vergunningverlening bij voorrang en overigens op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

 

451.3 MHz

    

vervangen door:

Frequentieband

frequentiebandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

450 MHz

450 MHz

    
  

MOB

1,3

Mobiele communicatie.

Vergunningverlening bij voorrang en overigens op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

 

451.3 MHz

    

H

In de Frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentie-band

Frequentie-bandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

790

MHz

790

MHz

    
    

MOB

3

Mobiele communicatie. 5.316.

Toegewezen aan het ministerie van Defensie. Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Onderzoek naar mogelijkheden voor een frequentieband van 1 MHz voor reportage verbindingen.

  

806

MHz

    
    

BC

1,2

Omroep, TV (analoog en DVB-T). De voor commerciële omroep bestemde DVB-T frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2007 voor ten minste 80 % gebruikt voor digitale televisie-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder d, Mediawet.

Vergunningverlening voor analoge TV bij voorrang aan publieke omroep. Vergunningverlening voor DVB-T bij voorrang aan publieke omroep of, in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

    

MOB

1,4

Mobiele communicatie. SRD, laagvermogen audioverbindingen. 5.316.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

  

846

MHz

    
    

MOB

3

Mobiele communicatie. DAV, intercomverbindingen. 5.316.

Toegewezen aan het ministerie van Defensie. Vergunningverlening voor DAV op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Onderzoek naar mogelijkheden voor een frequentieband van 1 MHz voor reportage verbindingen.

862

MHz

862

MHz

    

vervangen door:

Frequentie-band

Frequentie-bandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

790

MHz

790

MHz

    
    

BC

1,2

Omroep. DVB-T. De voor commerciële omroep bestemde DVB-T frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2007 voor ten minste 80 % gebruikt voor digitale televisie-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder d, Mediawet.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep, of in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

    

mob

1,4

Mobiele communicatie. SRD, laagvermogen audioverbindingen.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

  

806

MHz

    
    

BC

1,2

Omroep. DVB-T. De voor commerciële omroep bestemde DVB-T frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2007 voor ten minste 80 % gebruikt voor digitale televisie-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder d, Mediawet.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep, of in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

    

mob

1,4

Mobiele communicatie. SRD, laagvermogen audioverbindingen.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

  

846

MHz

    
    

BC

1,2

Omroep. DVB-T. De voor commerciële omroep bestemde DVB-T frequentieruimte wordt tot en met 31 december 2007 voor ten minste 80 % gebruikt voor digitale televisie-omroep, als bedoeld in artikel 1, onder d, Mediawet.

Vergunningverlening bij voorrang aan publieke omroep, of in geval van commerciële omroep, via veiling of vergelijkende toets.

    

mob

1,4

Mobiele communicatie. SRD, laagvermogen audioverbindingen.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

862

MHz

862

MHz

    

I

In de Frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentie-band

Frequentie-bandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

  

870

MHz

    
    

M(EAM)

1,3

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart.

Vergunningverlening bij voorrang en overigens op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Voor commerciële telecommunicatiedienstverlening aan derden via veiling of vergelijkende toets.

  

876

MHz

    
    

M(EAM)

1

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart, GSM-R voor spoorweggerelateerde interne bedrijfstoepassingen. Duplex met 921 - 925 MHz.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

880

MHz

    
    

M(EAM)

1

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart, GSM.

Vergunningverlening via veiling of vergelijkende toets.

890

MHz

890

MHz

    
    

M(EAM)

1

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart (Draadloze telefoons tot uiterlijk 31 december 2008 en GSM).

Vergunningverlening via veiling of vergelijkende toets. Geen vergunning vereist voor randapparaten.

  

915

MHz

    
    

M(EAM)

1,3

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart.

Vergunningverlening bij voorrang en overigens op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Voor commerciële telecommunicatiedienstverlening aan derden via veiling of vergelijkende toets.

  

921

MHz

    

vervangen door:

Frequentie-band

Frequentie-bandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

  

870

MHz

    
    

M(EAM)

3

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart.

Toegewezen aan het ministerie van Defensie.

  

876

MHz

    
    

M(EAM)

1

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart, GSM-R voor spoorweggerelateerde interne bedrijfstoepassingen. Duplex met 921 - 925 MHz.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

880

MHz

    
    

M(EAM)

1

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart, GSM.

Vergunningverlening via veiling of vergelijkende toets.

890

MHz

890

MHz

    
    

M(EAM)

1

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart (Draadloze telefoons tot uiterlijk 31 december 2008 en GSM).

Vergunningverlening via veiling of vergelijkende toets. Geen vergunning vereist voor randapparaten.

  

915

MHz

    
    

M(EAM)

3

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart.

Toegewezen aan het ministerie van Defensie.

  

921

MHz

    

J

In de frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentieband

Frequentiebandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

1427

MHz

1427

MHz

    
    

M(EAM)

3

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart. Tot 2007 ook vaste verbindingen op het continentaal plat.

Toegewezen aan het ministerie van

Defensie. Geen nieuwe vergunningen

voor vaste verbindingen.

1429

MHz

1429

MHz

    
    

M(EAM)

3

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart. Tot 2007 ook vaste verbindingen op het continentaal plat. 5.339A.

Toegewezen aan het ministerie van

Defensie. Geen nieuwe vergunningen

voor vaste verbindingen.

1452

MHz

1452

MHz

    

vervangen door:

Frequentieband

frequentiebandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

1427

MHz

1427

MHz

    
    

M(EAM)

3

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart.

Toegewezen aan het ministerie van Defensie.

    

f

1

Vaste verbindingen, uitsluitend op continentaal plat vanaf 30 km uit de kust.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

1429

MHz

1429

MHz

    
    

M(EAM)

3

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart. 5.339A.

Toegewezen aan het ministerie van Defensie.

    

f

1

Vaste verbindingen, uitsluitend op continentaal plat vanaf 30 km uit de kust.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

1452

MHz

1452

MHz

    

K

In de frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentie-band

Frequentiebandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

1492

MHz

1492

MHz

    
    

M(EAM)

3

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart. Tot 2007 ook vaste verbindingen op het continentaal plat.

Toegewezen aan het ministerie van

Defensie. Geen nieuwe vergunningen

voor vaste verbindingen.

1518

MHz

1518

MHz

    

vervangen door:

Frequentie-band

Frequentiebandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

1492

MHz

1492

MHz

    
    

M(EAM)

3

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart.

Toegewezen aan het ministerie van Defensie.

    

f

1

Vaste verbindingen, uitsluitend op continentaal plat vanaf 30 km uit de kust.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

1518

MHz

1518

MHz

    

L

In de Frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentie-band

Frequentie-bandtoewijzing

ITU Radiodienst ‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

1670

MHz

1670

MHz

    
    

MOB

1

Mobiele communicatie.

Uitgangspunten voor vergunningverlening vormen onderwerp van studie.

    

MS(U)

1

Mobiele satellietverbindingen (aarde naar ruimte). 5.348C.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

1675

MHz

1675

MHz

    

vervangen door:

Frequentie-band

Frequentie-bandtoewijzing

ITU Radiodienst ‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

1670

MHz

1670

MHz

    
    

MS(U)

1

Mobiele satellietverbindingen (aarde naar ruimte). 5.348C.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

1675

MHz

1675

MHz

    

M

In de frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentie-band

Frequentiebandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

1710 MHz

1710 MHz

    
  

MOB

1

Mobiele communicatie, GSM. 5.149, 5.385.

Vergunningverlening via veiling of vergelijkende toets.

 

1785 MHz

    

vervangen door:

Frequentie-band

Frequentiebandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

1710 MHz

1710 MHz

    
  

MOB

1

Mobiele communicatie, GSM. 5.149, 5.385.

Vergunningverlening via veiling of vergelijkende toets. Geen vergunning vereist voor het gebruik van frequentieruimte door GSM basisstations aan boord van luchtvaartuigen boven een hoogte van 3000 meter.

 

1785 MHz

    

N

In de Frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentie-band

Frequentie-bandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

  

1785

MHz

    
    

MOB

1,3,4

Mobiele communicatie. SRD, laagvermogen audioverbindingen.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

  

1800

MHz

    

vervangen door:

Frequentie-band

Frequentie-bandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

  

1785

MHz

    
    

MOB

1,3,4

Mobiele communicatie. SRD, laagvermogen audioverbindingen.

Vergunningverlening bij voorrang en overigens op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor SRD.

  

1800

MHz

    

O

In de frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentieband

frequentiebandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

 

1805 MHz

    
  

MOB

1

Mobiele communicatie, GSM.

Vergunningverlening via veiling of vergelijkende toets.

 

1880 MHz

    

vervangen door:

Frequentieband

frequentiebandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

 

1805 MHz

    
  

MOB

1

Mobiele communicatie, GSM.

Vergunningverlening via veiling of vergelijkende toets. Geen vergunning vereist voor het gebruik van frequentieruimte door GSM basisstations aan boord van luchtvaartuigen boven een hoogte van 3000 meter.

 

1880 MHz

    

P

In de Frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentie-band

Frequentie-bandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

1980

MHz

1980

MHz

    
    

MS(U)

1

Mobiele satellietverbindingen (aarde naar ruimte), IMT-2000.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor randapparaten.

2010

MHz

2010

MHz

    

vervangen door:

Frequentie-band

Frequentie-bandtoewijzing

ITU Radiodienst ‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

1980

MHz

1980

MHz

    
    

MS(U)

1

Mobiele satellietverbindingen inclusief CGC’s (aarde naar ruimte).

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor randapparaten.

2010

MHz

2010

MHz

    

Q

In de Frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentie-band

Frequentie-bandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

2010

MHz

2010

MHz

    
    

MOB

1

Mobiele communicatie, IMT-2000.

Geen vergunning vereist.

  

2019.7

MHz

    

vervangen door:

Frequentie-band

Frequentie-bandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

2010

MHz

2010

MHz

    
    

MOB

1

Mobiele communicatie.

Vergunningverlening via veiling of vergelijkende toets.

  

2019.7

MHz

    

R

In de Frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentie-band

Frequentie-bandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

2170

MHz

2170

MHz

    
    

MS(D)

1

Mobiele satellietverbindingen (ruimte naar aarde), IMT-2000.

Vergunningverlening is niet van toepassing.

2200

MHz

2200

MHz

    

vervangen door:

Frequentie-band

Frequentie-bandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

2170

MHz

2170

MHz

    
    

MS(D)

1

Mobiele satellietverbindingen inclusief CGC’s (ruimte naar aarde).

Voor het ruimte segment is vergunningverlening niet van toepassing. Vergunningverlening voor de complementaire grondstations op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

2200

MHz

2200

MHz

    

S

In de Frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentie-band

Frequentie-bandtoewijzing

ITU Radiodienst ‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

2500

MHz

2500

MHz

    
    

F

1

Vaste verbindingen voor tijdelijk gebruik.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

    

M(EAM)

1

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart, ENG/OB.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

    

MS(D)

1

Mobiele satellietverbindingen (ruimte naar aarde). 5.351A. 5.384A.

Uitgangspunten voor vergunningverlening voor mobiele satellietverbindingen vormen onderwerp van studie.

2520

MHz

2520

MHz

    
    

F

1

Vaste verbindingen, FWA tot 1 januari 2008.

Vergunningverlening via veiling of vergelijkende toets. Looptijd van bestaande vergunningen voor vaste verbindingen worden niet gewijzigd.

    

M(EAM)

1

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart na 1 januari 2008.

Uitgangspunten voor vergunningverlening vormen onderwerp van studie.

2655

MHz

2655

MHz

    
    

F

1

Vaste verbindingen, FWA tot 1 januari 2008. 5.149.

Vergunningverlening via veiling of vergelijkende toets. Looptijd van bestaande vergunningen voor vaste verbindingen worden niet gewijzigd.

    

M(EAM)

1

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart na 1 januari 2008. 5.149.

Uitgangspunten voor vergunningverlening vormen onderwerp van studie.

    

rast

4

Radioastronomie.

Bescherming van passief gebruik.

2670

MHz

2670

MHz

    
    

F

1

Vaste verbindingen voor tijdelijk gebruik.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

    

M(EAM)

1

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart, ENG/OB. 5.149.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

    

MS(U)

1

Mobiele satellietverbindingen (aarde naar ruimte). 5.149. 5.351A. 5.384A.

Uitgangspunten voor vergunningverlening voor mobiele satellietverbindingen vormen onderwerp van studie.

    

rast

4

Radioastronomie.

Bescherming van passief gebruik.

2690

MHz

2690

MHz

    

vervangen door:

Frequentie-band

Frequentie-bandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

2500

MHz

2500

MHz

    
    

F

1

Vaste verbindingen voor tijdelijk gebruik tot 1 januari 2008.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

    

M(EAM)

1

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart, ENG/OB tot 1 januari 2008.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

    

MS(D)

1

Mobiele satellietverbindingen (ruimte naar aarde) tot 1 januari 2008. 5.351A. 5.384A..

Uitgangspunten voor vergunningverlening voor mobiele satellietverbindingen vormen onderwerp van studie.

    

M(EAM)

1

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart vanaf 1 januari 2008.

Vergunningverlening via veiling of vergelijkende toets.

2520

MHz

2520

MHz

    
    

F

1

Vaste verbindingen, FWA tot 1 januari 2008.

Vergunningverlening via veiling of vergelijkende toets. Looptijd van bestaande vergunningen voor vaste verbindingen worden niet gewijzigd.

    

M(EAM)

1

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart na 1 januari 2008.

Vergunningverlening via veiling of vergelijkende toets.

2655

MHz

2655

MHz

    
    

F

1

Vaste verbindingen, FWA tot 1 januari 2008. 5.149.

Vergunningverlening via veiling of vergelijkende toets. Looptijd van bestaande vergunningen voor vaste verbindingen worden niet gewijzigd.

    

rast

4

Radioastronomie tot 1 januari 2008.

Bescherming van passief gebruik.

    

M(EAM)

1

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart vanaf 1 januari 2008.

Vergunningverlening via veiling of vergelijkende toets.

2670

MHz

2670

MHz

    
    

F

1

Vaste verbindingen voor tijdelijk gebruik tot 1 januari 2008.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

    

M(EAM)

1

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart, ENG/OB tot 1 januari 2008. 5.149.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

    

MS(U)

1

Mobiele satellietverbindingen (aarde naar ruimte) tot 1 januari 2008. 5.149. 5.351A. 5.384A.

Uitgangspunten voor vergunningverlening voor mobiele satellietverbindingen vormen onderwerp van studie.

    

rast

4

Radioastronomie tot 1 januari 2008.

Bescherming van passief gebruik.

    

M(EAM)

1

Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart vanaf 1 januari 2008.

Vergunningverlening via veiling of vergelijkende toets.

2690

MHz

2690

MHz

    

T

In de Frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentie-band

Frequentie-bandtoewijzing

ITU Radiodienst ‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

        

27.5

GHz

27.5

GHz

    
    

FS(U)

1

Vaste satellietverbindingen (aarde naar ruimte).

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

27.8285

GHz

    
    

F

1

Onderzocht wordt welke geografische gebieden aangewezen zullen worden voor vaste verbindingen.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

28.0525

GHz

    
    

F

1

Vaste verbindingen. Duplex met 29,0605-29,4525 GHz.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

28.4445

GHz

    
    

FS(U)

1

Niet gecoördineerde vaste satellietverbindingen (exclusief, aarde naar ruimte).

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

28.5

GHz

28.5

GHz

    
    

FS(U)

1

Niet gecoördineerde vaste satellietverbindingen (exclusief, aarde naar ruimte).

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor randapparaten.

  

28.8365

GHz

    
    

F

1

Onderzocht wordt welke geografische gebieden aangewezen zullen worden voor vaste verbindingen.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

29.0605

GHz

    
    

F

1

Vaste verbindingen. Duplex met 28,0525-28,4445 GHz.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

29.1

GHz

29.1

GHz

    

vervangen door:

Frequentie-band

Frequentie-bandtoewijzing

ITU Radiodienst

‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

27.5

GHz

27.5

GHz

    
    

FS(U)

1

Vaste satellietverbindingen (aarde naar ruimte).

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

27.8285

GHz

    
    

F

1

Vaste verbindingen.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

27.9405

GHz

    
    

F

1

Vaste verbindingen. Duplex met 28.9485 - 29.0605 GHz

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

28.0525

GHz

    
    

F

1

Vaste verbindingen. Duplex met 29,0605-29,4525 GHz.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

28.4445

GHz

    
    

FS(U)

1

Niet gecoördineerde vaste satellietverbindingen (exclusief, aarde naar ruimte).

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

28.5

GHz

28.5

GHz

    
    

FS(U)

1

Niet gecoördineerde vaste satellietverbindingen (exclusief, aarde naar ruimte).

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag. Geen vergunning vereist voor randapparaten.

  

28,9485

GHz

    
    

F

1

Vaste verbindingen. Duplex met 27.9405 - 28.0525

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

  

29.0605

GHz

    
    

F

1

Vaste verbindingen. Duplex met 28,0525-28,4445 GHz.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

29.1

GHz

29.1

GHz

    

U

In de Frequentietabel worden de regels, luidende:

Frequentie-band

Frequentie-bandtoewijzing

ITU Radiodienst ‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

74

GHz

74

GHz

    
    

A

4

Amateur. 5.559A. 5.561.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

    

AS

4

Amateur satelliet. 5.559A. 5.561.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

    

BC

2

Omroep. 5.559A. 5.561.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

    

BS

2

Omroepsatelliet. 5.559A. 5.561.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

    

F

1

Vaste verbindingen. 5.559A. 5.561.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

    

FS(D)

1

Vaste satellietverbindingen (ruimte naar aarde). 5.559A. 5.561.

Vergunningverlening is niet van toepassing.

    

MOB

1

Mobiele communicatie. 5.559A. 5.561.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

    

sr(d)

4

Ruimte-onderzoek (ruimte naar aarde). 5.559A. 5.561.

Vergunningverlening is niet van toepassing.

76

GHz

76

GHz

    

vervangen door:

Frequentie-band

Frequentie-bandtoewijzing

ITU Radiodienst ‘verkort’

Hoofdcategorie

Bestemming

Beleid

74

GHz

74

GHz

    
    

A

4

Amateur. 5.561.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

    

AS

4

Amateur satelliet.5.561.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

    

BC

2

Omroep. 5.561.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

    

BS

2

Omroepsatelliet. 5.561.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

    

F

1

Vaste verbindingen. 5.561.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

    

FS(D)

1

Vaste satellietverbindingen (ruimte naar aarde).5.561.

Vergunningverlening is niet van toepassing.

    

MOB

1

Mobiele communicatie. 5.561.

Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.

    

sr(d)

4

Ruimte-onderzoek (ruimte naar aarde). 5.561.

Vergunningverlening is niet van toepassing.

76

GHz

76

GHz

    

V

In Annex 2 wordt voor ‘5.279A’ ingevoegd:

5.266

The use of the band 406 - 406.1 MHz by the mobile-satellite service is limited to low power satellite emergency position-indicating radio beacons (see also RR Article 31 and Appendix 13).

W

Na Annex 2 wordt een annex ingevoegd, luidende:

Annex 2a

Nationale voetnoten

HOL001

Onder strikte voorwaarden medegebruik door SRD voor inductieve systemen op Non Interference Basis. Voorwaarden in Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning.

X

Annex 4 wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift ‘Relevante ERC Besluiten en Aanbevelingen’ wordt vervangen door: Relevante ERC/ECC Besluiten, ERC/ECC Aanbevelingen en EG Beschikkingen

2. Na ‘ECC/DEC (04)06’ wordt ingevoegd:

ECC/DEC (04)09

ECC Decision of 12 November 2004 on the designation of the bands 1518 - 1525 MHz and 1670 - 1675 MHz for the Mobile-Satellite Service

ECC/DEC/(05)01

ECC Decision of 18 March 2005 on the use of the band 27.5-29.5 GHz by the Fixed Service and uncoordinated Earth stations of the Fixed-Satellite Service (Earth-to-space)

ECC/DEC/(05)02

ECC Decision of 18 March 2005 on the use of the Frequency Band 169.4 – 169.8125 MHz

ECC/DEC/(05)05

ECC Decision of 18 March 2005 on harmonised utilisation of spectrum for IMT-2000/UMTS systems operating within the band 2500 – 2690 MHz

ECC/DEC/(06)01

ECC Decision of 24 March 2006 on the harmonised utilisation of spectrum for terrestrial IMT-2000/UMTS systems operating within the bands 1900 - 1980 MHz, 2010 - 2025 MHz and 2110 - 2170 MHz

ECC/DEC/(06)07

ECC Decision on the harmonised use of the frequency bands 1710-1785 MHz and 1805-1880 MHz by airborne systems

EG Beschikkingen

2005/928/EG

Beschikking van de commissie van 20 december 2005 inzake de harmonisatie van de frequentieband 169,4-169,8125 MHz in de Gemeenschap

2007/98/EG

Beschikking van de commissie van 14 februari 2007 betreffende het geharmoniseerde gebruik van het radiospectrum in de 2 GHz-frequentieband voor de implementatie van systemen voor mobiele satellietdiensten

2007/131/EG.

Beschikking van de commissie van 21 februari 2007 inzake het geharmoniseerde gebruik van het radiospectrum in de Gemeenschap voor apparatuur die gebruikmaakt van ultrabreedbandtechnologie

Artikel II

Onmiddellijk na het moment van inwerkingtreding van het wetsvoorstel Verzamelwet vereenvoudiging vergunningen (kamerstukken II, 2006/07, 30 959) en de inwerkingtreding van de daarmee samenhangende wijziging van het Nationaal Frequentieplan 2005, wordt de bijlage bij het besluit van de Minister van Economische Zaken van 4 februari 2005, nr. WJZ 5004374, houdende vaststelling van het Nationaal Frequentieplan 2005 als volgt gewijzigd:

A

In de frequentietabel wordt in de regels betreffende de frequentiebanden van 148.5kHz tot 30.005 MHz in de kolom ‘Bestemming’, voor zover hier nog niet vermeld, na elke regel toegevoegd: HOL001.

B

In de Frequentietabel vervalt in de frequentieband 406 MHz – 406,1 MHz in de kolom Beleid de zinsnede ‘Geen vergunning vereist voor randapparaten.’.

C

In de Frequentietabel vervalt in de frequentieband 74 GHz – 76 GHz in de kolom Bestemming de zinsnede ‘5.559A’.

Artikel III

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Tegen dit besluit kan degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken binnen 6 weken na de dag van dagtekening van deze Staatscourant een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de rechtbank Rotterdam, Postbus 50950, 3007 BL, Rotterdam.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst. Dit besluit ligt met de toelichting vanaf de dag van dagtekening van de Staatscourant waarin het besluit wordt geplaatst gedurende 6 weken ter inzage bij het Informatiecentrum van het Ministerie van Economische Zaken, Bezuidenhoutseweg 30, 2591 AV te Den Haag.

Den Haag, 3 december 2007.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, F. Heemskerk.

Toelichting

I Algemeen

Bij besluit van 4 februari 2005 is op grond van artikel 3.1, eerste lid, van de Telecommunicatiewet het Nationaal Frequentieplan 2005 (hierna: NFP) vastgesteld. In het NFP formuleert de overheid haar algemene frequentiebeleid en frequentiebeheer. Tevens bevat dit plan een overzicht in tabelvorm waarin per frequentieband is aangegeven voor welk type gebruik deze band bestemd is en welk beleid er wordt gevoerd bij de verdeling van de frequenties uit de band over de gebruikers. In feite is het NFP een bestemmingsplan voor het radiospectrum waarop de daadwerkelijke vergunningverlening en het beheer van het spectrum is gebaseerd1 ; het NFP is laatstelijk gewijzigd bij besluit van 6 oktober 2006, Stcrt. 2006, 201.

Het onderhavige besluit strekt tot wijziging van het NFP op een aantal onderdelen, onder andere voor functies op het gebied van omroep en van mobiele communicatie.

Een aantal uit internationale afspraken voortvloeiende vergunningvrije SRD-wijzigingen (short range devices) wordt geïmplementeerd, zoals ten behoeve van microzenders in de FM-omroep band. Ook wordt een generieke vermogenslimiet geïmplementeerd in het frequentiegebied van 148.5 kHz tot 30 MHz (Generic Limits Inductive Systems oftewel GLIS); beneden deze limiet mogen inductieve systemen vergunningvrij worden toegepast.

Ultra-Wideband (UWB) toepassingen worden mogelijk gemaakt op interferentievrije en onbeschermde basis. UWB is een innovatieve technologie voor radiocommunicatie met een kort bereik, tussen bijvoorbeeld apparaten onderling, zgn. Personal Area Networks (PAN). Deze technologie lijkt enigszins op SRD maar maakt gebruik van veel lagere uitgestraalde spectrale vermogensdichtheden. Deze eigenschap maakt het mogelijk dat UWB in reeds voor primair en secundair toegewezen spectrumgebruik nog weer daarop kan worden toegevoegd als zgn. ‘underlay’-technologie.

Er wordt een herindeling voorgesteld van de ERMES-band (semafonie) zodat nieuwe toepassingen zijn toegelaten voor sociale alarmering en tevens hulpmiddelen voor doven en slechthorenden.

Rond 800 MHz worden een aantal aansluitende banden vrijgemaakt voor DVB-T (digitale televisie). Dit wordt mogelijk gemaakt doordat het Ministerie van Defensie deze banden verlaat en daarvoor andere banden terugkrijgt.

Het vergunningvrij gebruik van GSM aan boord van luchtvaartuigen boven 3000 meter wordt mogelijk gemaakt.

In de 2 GHz band wordt aangegeven welk verdelingsbeleid zal worden toegepast voor de (complementaire) grondstations van mobiele satellietdiensten (MSS). Met MSS zullen diensten via een nieuwe infrastructuur kunnen worden aangeboden zoals mobiele communicatie maar ook omroep. Deze infrastructuur heeft een beperktere capaciteit dan de aardse netten, en zal mogelijk in de eerste plaats interessant zijn om diensten te kunnen aanbieden in dunner bevolkte gebieden. Om ook in steden tussen hoge gebouwen voldoende dekking en capaciteit te realiseren zullen aanbieders naar verwachting complementaire grondstations (CGC’s) inrichten.

Wat betreft mobiele communicatie wordt spectrum in de 2,6 GHz band beschikbaar gemaakt voor mobiele communicatiediensten. Het gaat hierbij om de frequentieruimte die stond gereserveerd voor de zogenaamde ‘UMTS-uitbreidingsband’. De bestemming hiervan wordt nu overigens breder dan UMTS want ook andere mobiele diensten zoals Wimax mogen worden aangeboden.

Tevens wordt het mogelijk gemaakt om ook vanaf 2007 gebruik te blijven maken van vaste verbindingen op het continentaal plat.

Verder zitten in dit pakket nog wat kleinere wijzigingen zoals voor vaste satellietverbindingen (28 GHz) en wat kleinere correcties en verduidelijkingen.

Om storing te voorkomen en doelmatig gebruik van het frequentiespectrum te bevorderen worden aan het gebruik van frequenties voorschriften en beperkingen verbonden. In de regel worden deze voorschriften en beperkingen in de vergunning bepaald. Echter, wanneer het gebruik van het frequentiespectrum is vrijgesteld van een vergunning worden in de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning de nadere eisen gesteld.

Dit besluit is voorbereid met toepassing van afdeling 3.4 van de Algemene wet bestuursrecht.

Het ontwerp-besluit heeft in twee verschillende pakketten ter inzage gelegen.

Het eerste pakket (met de onderdelen B, C, D, E, F, G, J, K, M, O, V, W en X) heeft van 23 januari 2007 tot 8 maart 2007 ter inzage gelegen. Belanghebbenden hebben tot en met 8 maart 2007 schriftelijk of mondeling een zienswijze kunnen indienen over dit ontwerp-besluit. Er zijn hierop twee zienswijzen ingezonden. Allereerst door VERON (Vereniging voor Experimenteel Radio Onderzoek Nederland, radioamateurs). Deze zienswijze maakte melding van onvolkomenheden in andere onderdelen van het NFP dan waarop de onderhavige wijziging betrekking heeft. Onderdeel U (tweede consultatiepakket) beantwoordt reeds aan één van de wensen van VERON. De overige door VERON gedane suggesties worden betrokken bij toekomstige NFP-aanpassingen. Daarnaast is een zienswijze ingediend door OnAir NV. OnAir NV ondersteunt deze NFP-wijziging zodat de zienswijze niet tot een wijziging van het besluit heeft geleid.

Ten opzichte van het ontwerpbesluit dat tussen januari en maart 2007 ter inzage heeft gelegen wordt de wijziging van de 1800 MHz -1805 MHz band niet met dit besluit geïmplementeerd, deze wordt aangehouden. (In het geconsulteerde voorstel zou met betrekking tot deze band het verdeelbeleid worden gewijzigd van ‘Uitgangspunten voor vergunningverlening vormen onderwerp van studie’ naar ‘Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag’). De reden om deze wijziging nu niet door te zetten is dat in het afgelopen jaar bij meerdere partijen belangstelling voor deze band is gebleken. Bij het doorzetten van de NFP-wijziging bestond het risico dat één partij deze hele band zou kunnen claimen en de overige gegadigden achter het net zouden vissen. De komende tijd zal de behoefte in de markt naar deze band nader worden onderzocht en naar aanleiding van die bevindingen zal de meest passende verdeelwijze worden opgezet.

Het tweede pakket (met de onderdelen A, H, I, L, N, P, Q, R, S, T, U en X) heeft van 24 juli 2007 tot en met 5 september 2007 ter inzage gelegen. Belanghebbenden hebben tot en met 5 september 2007 schriftelijk of mondeling een zienswijze kunnen indienen over het ontwerp-besluit.

Vijf belanghebbenden hebben hierop een zienswijze ingezonden. In het navolgende wordt aangegeven of en in hoeverre deze zienswijzen aanleiding hebben gegeven tot aanpassing van het besluit. Naar aanleiding van enkele reacties met betrekking tot onderdeel A (Ultra Wideband) is de zinsnede ‘over het gehele spectrum zijn UWB-toepassingen toegestaan’ geschrapt. De tekst is op dit onderdeel naar aanleiding van de gemaakte opmerkingen gepreciseerd. Ten aanzien van onderdeel H (d.w.z. DVB-T) is door een belanghebbende gevraagd om binnen DVB-T nieuwe mogelijkheden te scheppen voor lokale televisie. Hierover kan worden gemeld dat de eerste voorbereidingen zijn getroffen voor een pilot om diverse aspecten die verband houden met mogelijk kleinschalig gebruik van DVB-T frequenties in kaart te brengen.

Voorts heeft een belanghebbende ten aanzien van onderdeel H (d.w.z. DVB-T) gevraagd een deel van het huidige spectrum rond 500 MHz voor mobiele communicatie beschikbaar te stellen. Deze wens valt buiten het kader van deze NFP-wijziging. Deze wens maakt deel uit van de discussie over Digital Dividend; de projectleider van dit dossier is hiervan op de hoogte gesteld.

Ten aanzien van onderdeel H (d.w.z. DVB-T) heeft een belanghebbende gevraagd de financiële schade als gevolg van de schuif voor de regionale omroepen door de overheid vergoed te krijgen, en tevens dat er een onderzoek komt naar mogelijkheden in Band I voor omroepondersteunende SAB/SAP diensten (services auxiliary to broadcasting/programmes), en dat de specifiek beschermde frequenties behouden blijven voor calamiteitenvoorziening voor regionale omroep en bevoegd gezag totdat er een goed alternatief is gevonden. Agentschap Telecom voert op verzoek van het Directoraat Generaal Energie en Telecom (DGET) op dit moment een onderzoek uit naar het herplaatsen van diensten die nu gebruik maken van Band III en die moeten wijken voor TDAB. Dit omvat onder andere de SAB/SAP-diensten en rapportageverbindingen. Het rapport van dit onderzoek zal in de komende tijd worden afgerond. Hierna zal DGET bepalen hoe met dergelijke gebruikers om te gaan, inclusief eventuele compensatie. Hierover zullen de betrokken partijen worden geïnformeerd nadat een besluit hierover is genomen. De derde vraag heeft geen betrekking op de voorliggende NFP-wijziging. Dit punt heeft deze belanghebbende reeds per brief bij DGET neergelegd. Hierop zal in een aparte brief aan belanghebbende worden geantwoord.

Ten aanzien van onderdeel I , d.w.z. de schuif van spectrum naar het ministerie van Defensie, is gevraagd naar behoefteonderbouwing hiervan. Deze partij vroeg tevens naar meer transparantie in zijn algemeenheid ten aanzien van het reserveren van aantrekkelijk spectrum voor publieke taken. Als reactie hierop kan worden gezegd dat door deze schuif het Ministerie van Defensie minder spectrum terugkrijgt dan het heeft ingeleverd; Defensie levert namelijk in totaal 32 MHz in waarvan 16 MHz exclusief gebruik en krijgt daarvoor in ruil totaal 12 MHz exclusief terug.

Ten aanzien van onderdelen P en R , de mobiele satellietdiensten (MSS) en de complementaire grondstations (CGC’s), werd in het geconsulteerde ontwerp-besluit aangekondigd dat het beleid van ‘Vergunningverlening op volgorde van binnenkomst van de aanvraag’ gewijzigd zou worden naar ‘vergunningverlening voor de CGC’s is onderwerp van studie’. Dit wijzigingsvoorstel werd op dat moment nodig geacht omdat de Europese Commissie toen nog werkte aan een nieuwe Beschikking voor een verdelingsbeleid. ‘Onderwerp van studie’ is de gebruikelijke formulering om, met het oog op een verwacht nieuw nog niet uitgekristalliseerd beleid, vergunningaanvragen voorlopig te kunnen aanhouden; er wordt dus niet zozeer bedoeld dat er een expliciet onderzoek gaande is. Het is dus niet aan de orde om Nederlandse partijen, zoals door enkele belanghebbenden gevraagd, bij een studie te betrekken. Intussen is de Brusselse besluitvorming aanmerkelijk verder gevorderd, de Commissie heeft verdere duidelijkheid gegeven over het verdelingsregiem, zodat het beleid nu kan worden gewijzigd naar ‘Vergunningverlening voor de complementaire grondstations op volgorde van binnenkomst van de aanvraag.’ Enkele belanghebbenden gaven daarnaast aan zich erover zorgen te maken dat hybride CGC’s toegelaten gaan worden, d.w.z. dat deze installaties ook voor bijvoorbeeld aardse mobiele communicatie gebruikt gaat worden. Ten aanzien van toegestane functies van CGC’s is daarom in dit besluit de betreffende tekst op dat onderdeel gepreciseerd.

II Artikelen

Artikel I

Onderdeel A

Door deze wijziging worden Ultra Wideband-toepassingen mogelijk, oftewel UWB, een innovatieve technologie voor radiocommunicatie met een kort bereik, tussen bijvoorbeeld apparaten onderling, zgn. Personal Area Networks (PAN).

‘Ultra Wide’ slaat op de eigenschap van UWB om met zeer grote spectrumbreedte met zeer laag vermogen te zenden en te ontvangen, bijna op ruisniveau. De spectrale vermogensdichtheid van UWB-signalen is zo laag dat deze radiosignalen door andere ontvangers nauwelijks worden waargenomen en ze ook niet (noemenswaardig) hinderen. Deze eigenschap maakt het mogelijk dat UWB in reeds toegewezen frequentiebanden aanvullend kan worden toegepast, als zgn. underlay-technologie. Het medegebruik door UWB is mogelijk op interferentievrije en onbeschermde basis (d.w.z. deze toepassingen mogen bij anderen geen storing veroorzaken, en tegelijkertijd krijgen ze geen bescherming tegen storing door andere spectrumgebruikers). De specifieke voorwaarden zijn vermeld in de ‘Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning’. Het spectrum is onderverdeeld in negen zones, elk met een eigen (stringente) limiet voor wat betreft de gemiddelde spectrale dichtheid van uitgestraald vermogen. De afspraken over de vermogenslimieten zijn zo gemaakt dat vooral de 6.0 tot 8.5 GHz-band is aangewezen om voor UWB te gebruiken, en tot 31 december 2010 ook de 4.2 tot 4.8 GHz-band. Verder is gebruik van de band 3.4 tot 4.8 GHz mogelijk op basis van de mitigatietechniek LDC (Low Duty Cycle).

UWB is als technologie nog in ontwikkeling; de lidstaten zijn voornemens UWB en de eventuele storing daarvan op het primaire spectrumgebruik te monitoren. Zo nodig worden in de komende jaren de gebruiksregels en -⁠parameters voor UWB nog aangepast.

Deze NFP-wijziging dient ter implementatie van de Commissie-beschikking 2007/131/EG. In de toekomst kunnen mogelijk ook vergunningplichtige UWB-toepassingen in het NFP worden geïntroduceerd.

Onderdeel B

Met deze wijziging wordt in alle NFP-regels tussen 148.5 kHz en 30.005 MHz de status ’mobiel op non-interference-basis (NIB)’ toegevoegd om in het hele midden en korte golf deel van het radiospectrum (tot 30 MHz) vergunningvrij gebruik van inductieve systemen mogelijk te maken (Generic Limits Inductive Systems oftewel GLIS); gebruikmaking van deze inductieve systemen dient te geschieden beneden een vastgestelde generieke limiet. De laatste betreffende regel loopt tot 30.005 MHz, echter vergunningvrij gebruik van deze inductieve systemen is slechts toegestaan tot 30 MHz.

Een inductief systeem is een radiotoepassing waarbij de antenne uit een spoel bestaat. Deze categorie kent een grote groep van toepassingen zoals startonderbrekers in auto’s, dierherkenning, alarm- en antidiefstalsystemen, automatische artikelherkenning, afvalmanagement, persoonsidentificatie enz.

In het NFP wordt deze toegevoegde bestemming aangegeven met een nieuwe voetnootcategorie te weten HOL001, een zgn. ‘nationale voetnoot’ (zie onderdeel W). Deze noot wordt (alleen) aan de kolom bestemming toegevoegd. Deze voetnoot op deze manier toegepast voorkomt een zich herhalende volledig identieke uitgebreidere notatie en draagt bij aan overzichtelijkheid van het NFP. Door deze wijziging is ERC-aanbeveling betreffende het gebruik van Short Range Devices (SRD) ERC/REC 70-03 annex 9 geïmplementeerd.

Onderdeel C

Door onderhavige wijziging wordt de frequentietabel in de frequentieband van 87.5 tot 108.0 MHz aangepast. De bestemming ‘Mobiele communicatie, SRD, draadloze audiotoepassingen’ wordt toegevoegd. Deze bestemming is bedoeld voor zogenaamde micro-FM-zenders. Dergelijke zenders werken met uiterst kleine vermogens en worden bijvoorbeeld in draadloze audio apparatuur in de auto toegepast (MP3-spelers). Met deze wijziging wordt de ERC aanbeveling betreffende het gebruik van Short Range Devices (SRD), ERC/REC 70-03 (annex 13, deel d), geïmplementeerd.

Onderdeel D

Door de wijziging in de frequentieband 148 tot 149.9 MHz wordt in de kolom hoofdcategorie ‘4’ toegevoegd. Het gaat hier om de hoofdcategorie ‘overig gebruik’. Bij een vorige wijziging is hier de bestemming ‘kerktelefonie’ toegevoegd, maar destijds is nagelaten de bijbehorende nieuwe hoofdcategorie ook te vermelden. Deze wijziging draagt bij aan consequente vermeldingwijze in het NFP.

Onderdeel E

Dit onderdeel wijzigt de frequentieband van 169.4 tot 169.8125 MHz, de ERMES band. ERMES is een Europees systeem voor semafonie (oftewel paging). Door de opkomst van GSM is de behoefte aan een dergelijk systeem zeer klein geworden. Het onderste (lagerfrequente) deel van de ERMES band, 169.4 MHz tot 169.6 MHz, wordt voortaan bestemd voor ‘SRD”. In de kolom waarin het beleid is verwoord wordt toegevoegd ‘Geen vergunning vereist voor SRD’. Met deze wijziging worden in deze band nieuwe toepassingen mogelijk zoals microfonen voor hulpbehoevenden, sociale alarmering, meteropnamesystemen, opsporings- en goederenvolgsystemen.

Het bovenste (hogerfrequente) deel van deze band, 169.6 MHz tot 169.8125MHz, blijft voor ERMES beschikbaar (‘Mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart’). Hieraan wordt de verbijzondering ‘(opsporings- en goederenvolgsystemen en paging)’ toegevoegd.

Deze wijzigingen vloeien voort uit het ECC-besluit van 18 maart 2005 omtrent het gebruik van de band 169.4 – 169.8125 MHz, ECC/DEC(05)/02 en EC beschikking 2005/928/EG van 20 december 2005 inzake de harmonisatie van het gebruik van de frequentieband 169,4 - 169,8125 MHz in de Gemeenschap.

Onderdeel F

In de frequentieband van 406 tot 406.1 MHz komt in de kolom Beleid de zin ‘Geen vergunning vereist voor randapparaten’ te vervallen. In deze band horen de toepassingen ELT (Emergency Locator Transmitter, een noodbaken aan boord van vliegtuigen), EPIRB (Emergency Position Indicating Radio Beacon, een noodbaken aan boord van schepen) en PLB (Personal Locator Beacon, een noodbaken voor in de borstzak of aan een polsband vooral voor bergbeklimmers, wandelaars e.d.). Deze soorten noodbakens zijn vergunningplichtig; ander gebruik van deze frequentieruimte is überhaupt niet toegestaan.

Daarnaast is abusievelijk een voor Nederland relevante ITU (International Telecommunications Union) voetnoot niet genoemd. Daarom is in deze frequentieband voetnoot ‘5.266’ toegevoegd en in Annex 2 wordt de tekst van deze voetnoot opgenomen. Deze voetnoot is afkomstig uit de ITU Radio Regulations.

Onderdeel G

Hoewel in het NFP nog is opgenomen dat de frequentieband van 450 tot 451.3 MHz beschikbaar is voor vergunningvrije toepassingen worden in de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning geen applicaties genoemd die van deze frequentieband gebruik mogen maken. Ook wordt deze band niet genoemd in ERC aanbeveling 70-03. Dat wil zeggen dat deze band ook in de rest van de EU in principe niet beschikbaar is voor vergunningvrije toepassingen. Daarmee vervalt de noodzaak om in Nederland deze band in het NFP te blijven reserveren voor vergunningvrije toepassingen. De bestemmingstekst wordt gelet hierop aangepast; de bestemming ‘SRD’ wordt geschrapt. Om dezelfde reden wordt in de kolom ‘Hoofdcategorie’ de aanduiding ‘4’ (Overig gebruik) geschrapt, en wordt in de kolom ‘Beleid’ de zin ‘Geen vergunning vereist voor SRD’ geschrapt.

Onderdeel H

Deze wijziging betreft de banden van 790 MHz tot 806 MHz en 846 MHz tot 862 MHz. De banden zijn tot nu toe gezamenlijk gebruikt voor mobiele verbindingen door Defensie en voor draadloze audioverbindingen (intercomverbindingen). Defensie verlaat deze banden. (Defensie migreert naar de banden van 870 MHz tot 876 MHz en van 915 MHz tot 921 MHz, zie ander onderdeel). De banden die op deze manier worden vrijgemaakt komen beschikbaar voor DVB-T (digitale televisie) als primair gebruik en voor laagvermogen audioverbindingen als secundair gebruik (o.a. draadloze microfonen). De bestemming wordt geheel identiek aan het reeds bestaande gebruik van banddeel 806 MHz tot 846 MHz. Deze wijziging vloeit voort uit Regionale Radio Conferentie 2006 (RRC06).

Onderdeel I

Deze wijziging houdt in dat Defensie voortaan het gebruiksrecht krijgt voor de banden van 870 MHz tot 876 MHz en 915 MHz tot 921 MHz. Deze banden waren de afgelopen jaren niet in gebruik. (Defensie migreert ten behoeve van DVB-T uit de banden 790 MHz tot 806 MHz en 846 MHz tot 862 MHz, zie ander onderdeel). Dankzij deze schuif wordt de volledige uitrol van digitale televisie mogelijk gemaakt. Deze verschillende veranderingen vloeien voort uit RRC06.

Onderdelen J en K

De wijzigingen in de frequentiebanden van 1427 tot 1452 MHz en van 1492 tot 1518 MHz houden in dat weer vergunningen kunnen worden aangevraagd voor vaste verbindingen op het continentaal plat. Deze verbindingen worden toegepast voor communicatie tussen boorplatformen in de Noordzee; betreffende frequentiebanden zijn met name geschikt voor het overbruggen van grote afstanden. Om de kans op interferentie te beperken mag deze toepassing pas vanaf 30 kilometer uit de kust worden ingezet.

Het gaat hier om medegebruik van frequentieruimte die aan Defensie is toegewezen. Defensie heeft hiervoor een primaire status; de hier gewijzigde bestemming heeft een secundaire status. Dit betekent dat in geval Defensie interferentie ondervindt van uitzendingen door een vergunninghouder, de laatste deze dient te staken ten behoeve van het ongestoord gebruik door Defensie. De vergunningduur is maximaal 3 jaar, waarna verlenging kan worden aangevraagd.

Onderdeel L

In de band 1670 MHz tot 1675 MHz wordt de bestemming ‘mobiele communicatie’ geschrapt. Tot nu toe was deze band namelijk ook bestemd voor TFTS (Terrestrial Flight Telephone System). TFTS is als dienst echter niet van de grond gekomen zodat het niet meer nodig of logisch is om deze bestemming hiervoor aan te houden. Hiermee is deze band voortaan geheel en uitsluitend te gebruiken voor mobiele satellietcommunicatie (MSS), voor de uplink. In WRC 2003 is deze band al specifiek aangewezen voor mobiele satellietdiensten. Deze wijziging gebeurt ter implementatie van het ECC/DEC Besluit (04)09.

Onderdelen M en O

In deze onderdelen wordt in de frequentiebanden van 1710 MHz tot 1785 MHz en van 1805 MHz tot 1880 MHz in de kolom Beleid de zin ‘Geen vergunning vereist voor het gebruik van frequentieruimte door GSM basisstations aan boord van luchtvaartuigen boven een hoogte van 3000 meter’ toegevoegd. Met deze wijziging wordt de toegang tot het frequentiespectrum voor het gebruik van GSM-toestellen via laagvermogen GSM-basisstations aan boord van luchtvaartuigen c.q. vliegtuigen op hoogte mogelijk gemaakt. Reizigers kunnen hiermee hun eigen GSM-toestel gebruiken om direct naar bestemmingen op het aardse publieke net te bellen en kunnen tevens zelf worden gebeld. Beneden 3000 meter hoogte dienen dergelijke ‘boord-basisstations’ te zijn uitgeschakeld; er kan dan dus niet vanuit en naar het vliegtuig niet worden gebeld.

Deze wijziging strekt tot implementatie van het besluit van 1 december 2006 ‘on the harmonised use of the frequency bands 1710-1785 MHz and 1805-1880 MHz by airborne systems’ van de European Conference of Postal and Telecommunications Administrations (CEPT) (ECC/DEC/(06)07). Punt 1 van het CEPT-besluit bepaalt dat administraties het gebruik van GSM-basisstations in de frequentiebanden 1710-1785 en 1805-1880 MHz toestaan indien de aanbieder van dat systeem beschikt over een autorisatie van de staat waar het luchtvaartuig is geregistreerd. Nederland geeft hier uitvoering aan door voor het gebruik van de frequentiebanden van 1710 tot 1785 MHz en 1805 tot 1880 MHz géén vergunning te eisen voor de exploitatie van een GSM-basisstation in een luchtvaartuig dat zich op een hoogte van ten minste 3000 meter boven de grond bevindt.

Deze vrijstelling geldt zowel voor vliegtuigen die zijn geregistreerd onder de Nederlandse vlag als ook voor vliegtuigen onder de vlag van een andere staat. Dit betekent dus dat ook in vliegtuigen onder buitenlandse vlag die over Nederlands grondgebied vliegen boven de 3000 meter er GSM-basisstations mogen worden geëxploiteerd zonder dat krachtens artikel 3.1 van de Telecommunicatiewet een vergunning is vereist voor het gebruik van genoemde frequentiebanden.

Belangrijk is dat de bestaande aardse mobiele netten niet worden gestoord door het gebruik van een GSM-basisstation in een vliegtuig. Het CEPT-besluit somt in de annex een aantal technische en operationele voorwaarden op die in acht moeten worden genomen. De annex van het CEPT-besluit zal worden geïmplementeerd in de Regeling gebruik van frequentieruimte zonder vergunning.

Deze wijziging van het Nationaal Frequentieplan 2005 maakt geen inbreuk op de bestaande rechten van DCS 1800-vergunninghouders. Op de verleningen van DCS 1800-vergunningen is het Besluit vergunningen mobiele telecommunicatie van november 1997 van toepassing. In artikel 1, onderdelen e en g van dat besluit, wordt GSM en DCS 1800 omschreven als een systeem dat ‘te land’ wordt gebruikt. De bestaande DCS 1800-vergunningen verwijzen voor de definitie van GSM en DCS 1800 naar het Besluit vergunningen mobiele telecommunicatie. Er wordt dus géén gebruik gemaakt van frequenties die reeds vergund zijn. Het gebruik van een GSM-basisstation in een vliegtuig geschiedt immers niet ‘te land’, maar op een hoogte van ten minste 3000 meter boven de grond.

Er zij op gewezen dat voor de luchtwaardigheid van het GSM-systeem een airworthiness-certificaat nodig is van het land waar het vliegtuig is geregistreerd. Deze wordt door de daartoe bevoegde luchtvaartinstantie afgegeven. Het is niet uitgesloten dat op nationaal niveau in de toekomst operationele beperkingen worden gesteld. Tot slot is het aan de luchtvaartmaatschappijen zelf om er wel of niet voor te kiezen een dergelijke telefoniedienst aan boord van haar vliegtuigen te laten aanbieden. Op dit moment werkt de Commissie aan een EC beschikking met in principe dezelfde inhoud als het CEPT-besluit. In de EC beschikking zullen onderwerpen als luchtwaardigheidscertificatie, geharmoniseerde normen aan de orde komen.

Onderdeel N

In banddeel 1785 MHz tot 1800 MHz wordt ten aanzien van het beleid een vermelding toegevoegd van voorranggebruik door Defensie. Deze tabelwijziging is geen feitelijke wijziging maar een correctie en hernieuwde vastlegging van afspraken zoals gemaakt in het kader van het NATO Joint Frequency Agreement en is tevens vastlegging van de vigerende praktijk; abusievelijk zijn deze afspraken niet opgenomen in het NFP 2002 en het NFP 2005.

Onderdelen P en R

Door de Europese Commissie is op 14 februari 2007 de EC beschikking 2007/98/EC aangenomen welke bepaalt dat in de gehele Europese Gemeenschap de frequentiebanden

1980 - 2010 MHz en 2170 - 2200 MHz bestemd zijn voor de Mobiele Satellietdiensten (MSS). Hiermee zullen diensten zoals mobiele communicatie maar ook omroep via deze nieuwe infrastructuur kunnen worden aangeboden. Deze wijziging zal dus extra concurrentiemogelijkheden op verschillende markten kunnen opleveren. Deze infrastructuur heeft overigens een beperktere capaciteit dan de huidige aardse netten, en zal mogelijk in de eerste plaats interessant zijn om diensten in dunner bevolkte gebieden aan te bieden. Voor goede signaalontvangst van de terminal is line-of-sight nodig met de satelliet. Voorzien is dat er complementaire grondstations (CGC’s) komen in gebieden waar onvoldoende satellietontvangst is, zoals bijvoorbeeld in steden.

Aangezien het dekkingsgebied van deze satellietdiensten gemakkelijk over landgrenzen heengaat en om geharmoniseerd gebruik van deze MSS banden mogelijk te maken wordt in EU verband gewerkt aan een communautaire selectie- en vergunningverleningprocedure (op basis van een beschikking ex Art. 95 EG Verdrag). Deze NFP wijziging heeft betrekking op het verdelingsbeleid voor de grondstations. Vergunninguitgifte voor grondstations en/of complementaire grondstations (welke nationaal geschiedt) zal pas plaatsvinden nadat de communautaire selectieprocedure is vastgesteld en alleen aan aanbieders die positief uit die selectie zijn gekomen. CGC’s maken integraal onderdeel uit van een mobiel satellietsysteem en staan onder controle van het satellietcapaciteits- en netwerkbeheersmechanisme.

Onderdeel Q

De wijziging in de frequentieband van 2010 MHz tot 2019,7 MHz houdt in dat de verbijzondering ‘IMT2000’ hier vervalt. Deze band kan vanaf nu dus voor mobiele communicatie in den brede worden gebruikt, dus voor zowel de IMT 2000 standaard maar ook bijvoorbeeld voor een standaard als Wimax IEEE 802.16e. Ook het beleid is veranderd. In 2008 zal deze band middels een veiling of vergelijkende toets aan de markt ter beschikking worden gesteld.

Deze band werd tot nu toe de ‘core band’ genoemd. Dit banddeel was vergunningvrij te gebruiken voor bijvoorbeeld netwerken binnen gebouwen; deze toepassing is niet tot ontwikkeling gekomen.

Deze wijziging vloeit voort uit ECC/DEC/(06)01 en is in lijn met het streven naar technologieneutraliteit zoals in de Nota Frequentiebeleid 2005 aangegeven.

Onderdeel S

Deze wijziging betreft de banden 2500 MHz tot 2520 MHz, 2520 MHz tot 2655 MHz, 2655 MHz tot 2670 MHz en 2670 MHz tot 2690 MHz. Deze banddelen worden gezamenlijk ook wel de ‘IMT2000/UMTS-uitbreidingsband’ genoemd. De bestemming voor deze banden wordt per

1 januari 2008 ‘mobiele communicatie met uitzondering van de luchtvaart’. Deze wijziging levert een extra frequentieruimte op voor de mobiele communicatiediensten ter grootte van 190 MHz. Ook dus in deze banden zullen de verschillende soorten mobiele diensten mogen worden aangeboden zoals bijvoorbeeld (maar niet beperkt tot) GSM, UMTS, Wimax. Over deze hele reeks banden zal vanaf dezelfde datum het (verdelings)beleid ‘vergunningverlening via veiling of vergelijkende toets’ zijn. Vaste verbindingen en de radioastronomie komen per 1 januari 2008 in deze banden als bestemming te vervallen. Deze wijziging vloeit voort uit ECC/DEC/(05)05.

Onderdeel T

Deze wijziging heeft betrekking op de frequentiebanden 27.8285 GHz tot 28.0525 GHz en 28.8365 GHz tot 29.0605 GHz.

De frequentieband 27.8285 GHz tot 28.0525 GHz zoals deze tot nog toe bestond wordt opgesplitst. Het deel 27.8285 GHz tot 27.9405 GHz krijgt de bestemming ‘vaste verbindingen’; deze band wordt in ongepaarde links gebruikt. Het andere banddeel 27.9405 GHz tot 28.0525 GHz krijgt de bestemming ‘vaste verbindingen’, duplex met 28.9485 GHz tot 29.0605 GHz.

Tevens wordt de frequentieband 28.8365 GHz tot 29.0605 GHz zoals deze tot nog toe bestond gesplitst. Het ‘onderste’ deel hiervan te weten 28.8365 GHz tot 28.9485 GHz krijgt dezelfde bestemming als de band die ervoor zit (‘niet-gecoördineerde satellietverbindingen’); de bovengrens van deze bestemming schuift daarmee op naar 28.9485 GHz. Het bovenste banddeel hiervan, te weten 28.9485 GHz – 29.0605 GHz, krijgt als bestemming ‘vaste verbindingen’; deze band is de full duplex band van 27.9405 GHz - 28.0525 GHz.

Deze wijzigingen dragen bij aan een duidelijke scheiding tussen frequentiebanden voor vaste satelliet verbindingen (aarde naar ruimte) en frequentiebanden voor vaste verbindingen op aarde. Hierdoor wordt de kans op onderlinge verstoringen tussen deze twee radiodiensten geminimaliseerd.

De wijzigingen komen voort uit ECC/DEC/(05)01.

Onderdeel U

Deze wijziging houdt in dat in de band van 74 GHz tot 76 GHz de voetnoot 5.559A wordt verwijderd. Deze voetnoot bevat een einddatum voor het toegestane gebruik door zendamateurs. Inmiddels is in Europees verband besloten dat de amateurstatus voor deze band voor onbepaalde tijd wordt voortgezet.

Artikel II

Dit artikel regelt de samenloop met een nog te publiceren en in werking te treden wijziging van de bijlage van het NFP. Deze wijziging houdt verband met de rijksbrede aanpassing van regels omtrent de reductie en vereenvoudiging van vergunningen teneinde de regeldruk te verminderen, bekend onder de naam Verzamelwet vereenvoudiging vergunningen. In dat kader wordt een aantal in het NFP opgenomen frequentiebanden onder voorwaarden vergunningvrij.

De wijzigingen zoals opgenomen in onderhavig besluit in artikel I, onderdelen B, F en U, zijn echter niet meegenomen in de NFP wijziging in het kader van de Verzamelwet vereenvoudiging vergunningen. Artikel II zorgt er voor dat de wijzigingen van onderhavig pakket, d.w.z. de ’wordt’-situatie, te zijner tijd als de ‘was’-situatie gelden in de NFP wijziging zoals verbonden aan de Verzamelwet vereenvoudiging vergunningen; dit is relevant voor zover beide NFP-wijzigingen betrekking hebben op dezelfde banden.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk

  • 1

    Stcrt. 2005, 30; laatstelijk gewijzigd bij besluit van 6 oktober 2006 (Stcrt. 2006, 201).

Naar boven