Vaststelling subsidieplafond voor de stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 5 december 2007, nr. WJZ 7123107, houdende de vaststelling van een subsidieplafond voor de stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie

De Minister van Economische Zaken,

Handelende na overleg met de Minister van Financiën en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer;

Gelet op artikel 72n, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998;

Besluit:

Artikel 1

Het subsidieplafond voor het in 2008 verlenen van subsidies als bedoeld in artikel 72m, eerste lid, onder a en b, van de Elektriciteitswet 1998 bedraagt € 0.

Artikel 2

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 5 december 2007.
De Minister van Economische Zaken, M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

Algemeen

In artikel 72n, eerste lid, van de Elektriciteitswet 1998 is bepaald dat de Minister van Economische Zaken ieder jaar, na overleg met de Minister van Financiën en de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, bij ministeriële regeling het bedrag vaststelt dat ten hoogste beschikbaar is voor de verlening van subsidies ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie (MEP), als bedoeld in artikel 72m, eerste lid. Op grond van artikel 72m, eerste lid, kan de netbeheerder van het landelijk hoogspanningsnet ter stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie subsidie verstrekken aan producenten van duurzame elektriciteit en aan producenten van elektriciteit die is opgewekt door middel van warmtekrachtkoppeling.

In 2008 wordt zowel het subsidieplafond voor de MEP voor duurzame elektriciteit en het subsidieplafond voor exploitatie door middel van warmtekrachtkoppeling (MEP-WKK) op € 0,– vastgesteld. Reden hiervoor is dat de MEP niet meer wordt ingezet voor de stimulering van nieuwe productie-installaties. Uiteraard blijven diegenen die in het bezit zijn van een MEP-subsidiebeschikking gedurende de looptijd van die beschikking recht houden op MEP.

Op dit moment wordt op basis van de Kaderwet EZ-subsidies een nieuw subsidie-instrumentarium ontwikkeld voor de stimulering van nieuwe productie-installaties voor hernieuwbare elektriciteit, hernieuwbaar gas en warmtekrachtkoppeling.

Administratieve lasten

De administratieve lasten die samenhangen met deze regeling bestaan uit een optelling van de kosten die samenhangen met het kennisnemen van de regeling (toename van de administratieve lasten, eenmalig effect) en de effecten van het op € 0 vaststellen van het subsidieplafond waardoor aanvragen niet meer mogelijk is (afname administratieve lasten, structureel effect voor WKK). Er is geen sprake van een verandering van de administratieve lasten in verband met het op € 0 vaststellen van het subsidieplafond voor duurzame elektriciteit. Deze structurele afname van de administratieve lasten is reeds ingeboekt bij het op € 0,– vaststellen van het subsidieplafond voor duurzame elektriciteit voor het jaar 2007 (zie de Regeling van de Minister van Economische Zaken van 29 december 2006, nr. WJZ 6085946, houdende de vaststelling van een subsidieplafond voor de stimulering van de milieukwaliteit van de elektriciteitsproductie (Stcrt. 2006, 253)). Voor het jaar 2008 hoeft daar derhalve geen rekening meer mee te worden gehouden.

De administratieve lasten die samenhangen met de MEP-WKK bedragen (volgens EIM-onderzoek uit april 2005) € 1.465.092,– per jaar. Omdat het subsidieplafond voor zowel WKK als duurzame elektriciteit voor het jaar 2008 op € 0 worden vastgesteld en het aanvragen van subsidie derhalve niet mogelijk is, betekent het op € 0 vaststellen van het subsidieplafond voor 2008 een reductie van de administratieve lasten. Voor WKK betekent het op € 0 vaststellen van het subsidieplafond een structurele jaarlijkse afname van administratieve lasten van € 1.465.092,– per jaar. Deze afname van de administratieve lasten is structureel omdat de MEP voor WKK niet meer opengesteld zal gaan worden.

De eenmalige toename van de administratieve lasten bedraagt ca € 8.000,– en betreft de kosten die samenhangen met het door de doelgroep kennisnemen van de regeling. Er wordt vanuit gegaan dat de doelgroep in totaal uit ongeveer 1500 bedrijven (1050 WKK en 450 duurzame elektriciteit) bestaat. Bij een gemiddeld uurloon van € 60,– en een gemiddelde tijd die benodigd is om de regeling te bestuderen van 5 minuten komen de totale administratieve lasten in verband met kennisneming van de regeling uit op eenmalig circa € 8.000,–.

Het gemiddelde percentage administratieve lasten blijft voor de bedrijven die in de periode 1 juli 2003–18 augustus 2006 een aanvraag hebben ingediend voor duurzame elektriciteit ongewijzigd op 0,1%. Dit vanwege het doorlopen van de informatieverplichtingen voor diegenen die in het bezit zijn van een MEP-subsidiebeschikking voor duurzame elektriciteit. Omdat bedrijven in het jaar 2008 geen aanvraag voor MEP-WKK-subsidie kunnen indienen worden de gemiddelde administratieve lasten tot en met 31 december 2008 gewijzigd in 0%. Voor WKK zijn er in 2008 op grond van de MEP geen informatieverplichtingen.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven