Regeling koopsubsidiegrenzen 2008

Regeling van de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie van 14 december 2007, nr. DJZ2007004721, Directie Juridische Zaken, Afdeling Wetgeving, houdende vaststelling van het percentage van de toetsrente, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de Wet bevordering eigenwoningbezit, de financieringslastnorm, bedoeld in artikel 29, eerste lid, van die wet, het percentage waarmee die financieringslastnorm ten hoogste kan worden vermeerderd, bedoeld in artikel 29, tweede lid, van die wet, en de inkomensklassen, en de daarbij behorende toetsrente, maximale hypothecaire lening, financieringslastnorm en laatstgenoemd percentage, bedoeld in artikel 29, vijfde lid, van die wet (Regeling koopsubsidiegrenzen 2008)

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

Gelet op de artikelen 26, tweede lid, en 29, derde en vijfde lid, van de Wet bevordering eigenwoningbezit;

Besluit:

§ 1

Wijziging van de Wet bevordering eigenwoningbezit

Artikel 1

Het percentage van de toetsrente, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de Wet bevordering eigenwoningbezit, bedraagt: 5,3.

Artikel 2

De inkomensklassen, en de daarbij behorende maximale hypothecaire lening, bedoeld in artikel 29, vijfde lid, van de Wet bevordering eigenwoningbezit, zijn:

a. voor een- en meerpersoonshuishoudens:

 

Inkomensklasse

Inkomensklasse

Maximale hypothecaire lening

Maximale hypothecaire lening

 

Ondergrens

Bovengrens

Ondergrens

Bovengrens

1

€ 0

€ 16.999

€ 0

€ 81.377

2

€ 17.000

€ 17.499

€ 81.382

€ 83.771

3

€ 17.500

€ 17.999

€ 86.402

€ 88.866

4

€ 18.000

€ 18.499

€ 91.572

€ 94.110

5

€ 18.500

€ 18.999

€ 96.892

€ 99.505

6

€ 19.000

€ 19.499

€ 100.936

€ 103.587

7

€ 19.500

€ 19.999

€ 105.055

€ 107.744

8

€ 20.000

€ 20.499

€ 108.950

€ 111.668

9

€ 20.500

€ 20.999

€ 112.289

€ 115.022

10

€ 21.000

€ 21.499

€ 115.658

€ 118.406

11

€ 21.500

€ 21.999

€ 118.411

€ 121.160

12

€ 22.000

€ 22.499

€ 121.495

€ 124.251

13

€ 22.500

€ 22.999

€ 124.257

€ 127.012

14

€ 23.000

€ 23.499

€ 127.018

€ 129.774

15

€ 23.500

€ 23.999

€ 129.779

€ 132.535

16

€ 24.000

€ 24.499

€ 132.901

€ 135.664

17

€ 24.500

€ 24.999

€ 135.669

€ 138.432

18

€ 25.000

€ 25.499

€ 139.188

€ 141.967

19

€ 25.500

€ 25.999

€ 142.355

€ 145.140

20

€ 26.000

€ 26.499

€ 145.926

€ 148.727

21

€ 26.500

€ 26.999

€ 149.528

€ 152.344

22

€ 27.000

€ 27.499

€ 152.754

€ 155.578

23

€ 27.500

€ 27.999

€ 155.996

€ 158.827

24

€ 28.000

€ 28.499

€ 159.673

€ 162.518

25

€ 28.500

€ 28.999

€ 162.952

€ 165.805

26

€ 29.000

€ 29.499

€ 166.246

€ 169.106

27

€ 29.500

€ 29.999

€ 169.997

€ 171.558

28

€ 30.000

€ 30.499

€ 171.558

€ 171.558

29

€ 30.500

€ 30.999

€ 171.558

€ 171.558

30

€ 31.000

€ 31.499

€ 171.558

€ 171.558

31

€ 31.500

€ 31.999

€ 171.558

€ 171.558

32

€ 32.000

€ 32.499

€ 171.558

€ 171.558

33

€ 32.500

€ 32.999

€ 171.558

€ 171.558

34

€ 33.000

€ 33.499

€ 171.558

€ 171.558

35

€ 33.500

€ 33.999

€ 171.558

€ 171.558

36

€ 34.000

€ 34.499

€ 171.558

€ 171.558

37

€ 34.500

€ 34.999

€ 171.558

€ 171.558

38

€ 35.000

€ 35.499

€ 171.558

€ 171.558

39

€ 35.500

€ 35.999

€ 171.558

€ 171.558

40

€ 36.000

€ 36.499

€ 171.558

€ 171.558

41

€ 36.500

€ 36.999

€ 171.558

€ 171.558

42

€ 37.000

€ 37.499

€ 171.558

€ 171.558

43

€ 37.500

€ 37.999

€ 171.558

€ 171.558

, en

b. voor een- en meerpersoonsouderenhuishoudens:

 

Inkomensklasse

Inkomensklasse

Maximale hypothecaire lening

Maximale hypothecaire lening

 

Ondergrens

Bovengrens

Ondergrens

Bovengrens

1

€ 0

€ 16.999

€ 0

€ 67.092

2

€ 17.000

€ 17.499

€ 67.096

€ 69.065

3

€ 17.500

€ 17.999

€ 71.695

€ 73.740

4

€ 18.000

€ 18.499

€ 75.905

€ 78.009

5

€ 18.500

€ 18.999

€ 80.512

€ 82.683

6

€ 19.000

€ 19.499

€ 84.969

€ 87.200

7

€ 19.500

€ 19.999

€ 89.253

€ 91.537

8

€ 20.000

€ 20.499

€ 93.643

€ 95.979

9

€ 20.500

€ 20.999

€ 97.522

€ 99.896

10

€ 21.000

€ 21.499

€ 101.476

€ 103.888

11

€ 21.500

€ 21.999

€ 105.183

€ 107.624

12

€ 22.000

€ 22.499

€ 108.620

€ 111.083

13

€ 22.500

€ 22.999

€ 112.776

€ 115.278

14

€ 23.000

€ 23.499

€ 117.353

€ 119.900

15

€ 23.500

€ 23.999

€ 122.021

€ 124.612

16

€ 24.000

€ 24.499

€ 126.418

€ 129.046

17

€ 24.500

€ 24.999

€ 130.890

€ 133.555

18

€ 25.000

€ 25.499

€ 135.437

€ 138.140

19

€ 25.500

€ 25.999

€ 139.676

€ 142.409

20

€ 26.000

€ 26.499

€ 144.366

€ 147.136

21

€ 26.500

€ 26.999

€ 148.335

€ 151.128

22

€ 27.000

€ 27.499

€ 151.944

€ 154.752

23

€ 27.500

€ 27.999

€ 155.583

€ 158.406

24

€ 28.000

€ 28.499

€ 159.252

€ 162.091

25

€ 28.500

€ 28.999

€ 162.952

€ 165.805

26

€ 29.000

€ 29.499

€ 166.246

€ 169.106

27

€ 29.500

€ 29.999

€ 169.997

€ 171.558

28

€ 30.000

€ 30.499

€ 171.558

€ 171.558

29

€ 30.500

€ 30.999

€ 171.558

€ 171.558

30

€ 31.000

€ 31.499

€ 171.558

€ 171.558

31

€ 31.500

€ 31.999

€ 171.558

€ 171.558

32

€ 32.000

€ 32.499

€ 171.558

€ 171.558

33

€ 32.500

€ 32.999

€ 171.558

€ 171.558

34

€ 33.000

€ 33.499

€ 171.558

€ 171.558

35

€ 33.500

€ 33.999

€ 171.558

€ 171.558

36

€ 34.000

€ 34.499

€ 171.558

€ 171.558

37

€ 34.500

€ 34.999

€ 171.558

€ 174.582

Artikel 3

De financieringslastnorm, bedoeld in artikel 29, eerste lid, van de Wet bevordering eigenwoningbezit, bedraagt:

a. voor een- en meerpersoonshuishoudens:

 

Financieringslastnorm

1

24,10%

2

24,10%

3

25,10%

4

26,10%

5

27,10%

6

27,60%

7

28,10%

8

28,50%

9

28,70%

10

28,90%

11

28,90%

12

29,00%

13

29,00%

14

29,00%

15

29,00%

16

29,10%

17

29,10%

18

29,30%

19

29,40%

20

29,60%

21

29,80%

22

29,90%

23

30,00%

24

30,20%

25

30,30%

26

30,40%

27

30,60%

28

30,70%

29

30,80%

30

30,90%

31

30,90%

32

30,90%

33

30,90%

34

30,90%

35

30,90%

36

30,90%

37

30,90%

38

30,90%

39

30,90%

40

30,90%

41

30,90%

42

30,90%

43

30,90%

, en

b. voor een- en meerpersoonsouderenhuishoudens:

 

Financieringslastnorm

1

19,80%

2

19,80%

3

20,80%

4

21,60%

5

22,50%

6

23,30%

7

24,00%

8

24,70%

9

25,20%

10

25,70%

11

26,10%

12

26,40%

13

26,90%

14

27,50%

15

28,10%

16

28,60%

17

29,10%

18

29,60%

19

30,00%

20

30,50%

21

30,80%

22

31,00%

23

31,20%

24

31,40%

25

31,60%

26

31,70%

27

31,90%

28

32,00%

29

32,20%

30

32,40%

31

32,60%

32

32,80%

33

33,00%

34

33,10%

35

33,20%

36

33,40%

37

33,50%

Artikel 4

Het percentage, bedoeld in artikel 29, tweede lid, van de Wet bevordering eigenwoningbezit, waarmee de financieringslastnorm, bedoeld in het eerste lid van dat artikel, ten hoogste kan worden vermeerderd, bedraagt:

a. voor een- en meerpersoonshuishoudens:

 

Opslagpercentage

1

7,80%

2

7,80%

3

7,80%

4

7,80%

5

7,80%

6

7,80%

7

7,80%

8

7,80%

9

7,80%

10

7,80%

11

7,80%

12

7,80%

13

7,80%

14

7,80%

15

7,80%

16

7,80%

17

7,80%

18

7,80%

19

7,80%

20

7,80%

21

7,80%

22

7,80%

23

7,80%

24

7,80%

25

7,80%

26

7,80%

27

7,80%

28

7,41%

29

6,69%

30

5,98%

31

5,40%

32

4,83%

33

4,28%

34

3,75%

35

3,23%

36

2,73%

37

2,24%

38

1,77%

39

1,31%

40

0,86%

41

0,43%

42

0,00%

43

0,00%

, en

b. voor een- en meerpersoonsouderenhuishoudens:

 

Opslagpercentage

1

6,50%

2

6,50%

3

6,50%

4

6,50%

5

6,50%

6

6,50%

7

6,50%

8

6,50%

9

6,50%

10

6,50%

11

6,50%

12

6,50%

13

6,50%

14

6,50%

15

6,50%

16

6,50%

17

6,50%

18

6,50%

19

6,50%

20

6,50%

21

6,50%

22

6,50%

23

6,50%

24

6,50%

25

6,50%

26

6,50%

27

6,50%

28

6,11%

29

5,29%

30

4,48%

31

3,70%

32

2,93%

33

2,18%

34

1,55%

35

0,93%

36

0,23%

37

0,00%

§ 2

Slotbepalingen

Artikel 5

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

Artikel 6

Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling koopsubsidiegrenzen 2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 14 december 2007.
De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie, C.P. Vogelaar.

Toelichting

Algemeen

De Wet bevordering eigenwoningbezit bepaalt dat verschillende van de grootheden die worden gebruikt bij het berekenen van de eigenwoningbijdrage bij ministeriële regeling kunnen worden aangepast. Deze regeling voorziet daarin. Vanwege de aanpassing van bepaalde grootheden moeten ook de inkomensklassen opnieuw worden gepubliceerd.

Artikelsgewijs

Artikel 1

Artikel 26, eerste lid, van de Wet BEW bepaalt dat het percentage van de toetsrente bij ministeriële regeling wordt vastgesteld. De toetsrente is mede bepalend voor het berekenen van de eigenwoningbijdrage. Afhankelijk van de hoogte van het vastgestelde percentage aan toetsrente wordt de financieringslast bepaald. Voor het bepalen van het percentage van de toetsrente is gekozen voor het middelen van de rentepercentages van tien grote financiële instellingen voor een annuïteitenhypotheek van 10 jaar, rekening houdend met de Nationale Hypotheekgarantie en dit gemiddelde af te ronden op één cijfer achter de komma, zulks om een handzame toetsrente te kunnen hanteren. Het percentage kan bij ministeriële regeling worden gewijzigd als daartoe aanleiding bestaat als gevolg van de ontwikkeling van het rentetarief, bedoeld in artikel 26, eerste lid, van de Wet BEW. Dit artikel voorziet daarin.

Artikel 2

Artikel 29, vijfde lid, van de Wet BEW bepaalt dat met het oog op de uitvoering van de Wet BEW bij ministeriële regeling de toetsinkomens in inkomensklassen worden verdeeld, waarbij de toetsrente, de maximale hypothecaire lening, de daarbij behorende financieringslastnorm en het daarbij behorende opslagpercentage worden opgenomen. Deze onderdelen zijn voor de berekening van de eigenwoningbijdrage van essentieel belang.

De van toepassing zijnde toetsrente en de tabellen betreffende de financieringslastnorm en het zogenoemde opslagpercentage zijn opgenomen in de artikelen 1, 3 en 4 van deze regeling. Voor de goede orde wordt hierbij nog opgemerkt dat de nummering in de tabel correspondeert met de nummering in de tabellen, zoals opgenomen in de artikelen 3 (de financieringslastnorm) en 4 (het opslagpercentage). Dat in de onderhavige tabel tevens de bij de betreffende inkomensklassen opgenomen maximale hypothecaire lening is vermeld, heeft slechts een informatief karakter.

In de tabel zijn de NHG-tabellen die gelden vanaf 1 januari 2008 en die onderdeel uitmaken van de formule, genoemd in artikel 30 van de Wet bevordering eigenwoningbezit, opgenomen.

Artikel 3

Artikel 29, eerste lid, van de Wet BEW bepaalt dat de zogenoemde financieringslastnorm bij ministeriële regeling wordt vastgesteld. De financieringslastnorm is het gedeelte van de financieringslast (het te betalen bedrag aan rente over en aflossing van de hypothecaire lening, blijkens de geldleningsovereenkomst) dat per maand ten minste voor rekening van de eigenaar-bewoner blijft, uitgedrukt in een percentage van het toetsinkomen.

Artikel 4

Artikel 29, tweede lid, van de Wet BEW bepaalt dat bij ministeriële regeling een percentage wordt vastgesteld waarmee de financieringslastnorm ten hoogste kan worden vermeerderd. Dit percentage kan bij toetsingsinkomens van € 29 775 of meer zodanig worden vastgesteld dat een hypothecaire lening in de vorm van een annuïteitenhypotheek kan worden afgesloten ter hoogte van het bedrag, bedoeld in artikel 15, eerste lid, van de Wet BEW. Dit zogenoemde opslagpercentage (als opslag boven op de financieringslastnorm) geeft in feite het uiteindelijke op grond van de Wet BEW subsidiabele leningsdeel aan. Met het opslagpercentage wordt bewerkstelligd dat een koopwoning met ten hoogste een koopsom van € 158 850 vermeerderd met 8% kan worden gekocht.

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

C.P. Vogelaar

Naar boven