Wijziging Regeling zorgaanspraken AWBZ in verband met uitbreiding Rijksvaccinatieprogramma en integreren taken entadministraties RIVM
Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 11 december 2007, nr. Z/VU-2816758, houdende wijziging van de Regeling zorgaanspraken AWBZ in verband met uitbreiding van het Rijksvaccinatieprogramma en het integreren van de taken van de entadministraties in het RIVM
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
Gelet op artikel 18 van het Besluit zorgaanspraken AWBZ;
Besluit:
Artikel I
De Regeling zorgaanspraken AWBZ wordt gewijzigd als volgt:
A
Artikel 6 wordt gewijzigd als volgt:
1. In het tweede lid wordt, onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel b door een puntkomma, een onderdeel toegevoegd, luidende:
c. in de leeftijd van 2–15 maanden, 3–16 maanden, 4–17 maanden en 11–23 maanden, indien de verzekerde Downsyndroom heeft.
2. In het derde lid vervalt de zinsnede: ter beoordeling door of namens de desbetreffende entadministratie.
3. Het vierde lid vervalt.
B
Artikel 16 wordt gewijzigd als volgt:
1. Voor de tekst wordt de aanduiding ‘1’ geplaatst.
2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:
2. In afwijking van artikel 6, tweede lid, onderdeel c, wordt het hepatitis B-vaccin voor het eerst toegediend bij verzekerden die op of na 1 januari 2008 geboren zijn.
C
Bijlage 2 vervalt.
Artikel II
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.
Deze regeling wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. Klink.
Nota van toelichting
Met deze regeling is artikel 6, tweede lid, van de Regeling zorgaanspraken AWBZ aangepast, teneinde de hepatitis B-vaccinatie voor kinderen met Downsyndroom op te nemen in het Rijksvaccinatieprogramma dat ten laste komt van de verzekering ingevolge de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten.
In Nederland worden jaarlijks ongeveer driehonderd kinderen met Downsyndroom geboren. Voor deze kinderen is hepatitis B-vaccinatie geïndiceerd. Deze vaccinatie kwam tot nu toe ten laste van de zorgverzekering en werd meestal gegeven door of namens de huisarts of de kinderarts. Deze kinderen moesten daardoor, naast de momenten waarop zij bij de uitvoerende instanties een vaccinatie tegen difterie, kinkhoest, tetanus en polio (DKTP) en tegen Haemophilus influenzae type b (Hib) moesten halen, een bezoek brengen aan een arts voor vaccinatie tegen hepatitis B.
Vanaf 1 januari 2008 is de hepatitis B-vaccinatie voor deze kinderen ondergebracht in het Rijksvaccinatieprogramma. Zij krijgen deze vaccinaties op de leeftijd van twee, drie, vier en elf maanden in een gecombineerde prik met vaccinaties tegen DKTP en Hib. Dit betekent voor hen een aantal prikken minder en het niet meer apart hoeven te bezoeken van de huisarts of kinderarts. Dit is klantvriendelijker. Daarnaast geldt een kwaliteitsvoordeel. Bij toediening via de huisarts dienen ouders zelf het vaccin bij de apotheek op te halen, het koud te bewaren omdat het anders minder werkzaam is en het mee te nemen voor vaccinatie. Bij de uitvoerende instanties van het Rijksvaccinatieprogramma is het vaccin voorhanden. Dat levert dus minder risico’s op voor kwaliteitsverlies. Ook de deskundigheid van de uitvoerende instanties bij het vaccineren van zuigelingen en kleine kinderen is reden om deze vaccinatie in het Rijksvaccinatieprogramma onder te brengen. Een ander voordeel is de centrale registratie van vaccinaties in het systeem van deze instanties. De maatregel is organisatorisch goed uitvoerbaar per 1 januari 2008.
De uitbreiding geldt alleen voor kinderen geboren op of na 1 januari 2008. Om dit te regelen is een tweede lid aan artikel 16 van de Regeling zorgaanspraken AWBZ toegevoegd. De kinderen die vóór 1 januari 2008 zijn geboren, kunnen de hepatitis B-vaccinaties nog op oude wijze via hun huisarts of kinderarts ten laste van de zorgverzekering krijgen.
Voorts is in het derde lid van artikel 6 van de Regeling zorgaanspraken AWBZ de zinsnede ‘ter beoordeling door of namens de desbetreffende entadministratie’ en zijn het vierde lid van die bepaling en bijlage 2 van die regeling vervallen. De reden hiervoor is de inwerkingtreding per 1 januari 2008 van het koninklijk besluit van 22 januari 2007, houdende wijziging van het Besluit zorgaanspraken AWBZ (Stb. 144). Dat besluit is getroffen omdat de taken van de entadministraties zijn geïntegreerd in het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) dat onderdeel is van het Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport. In artikel 18, tweede lid, van het Besluit zorgaanspraken AWBZ is daarom bepaald dat de Minister Volksgezondheid, Welzijn en Sport zorg draagt voor de vaccinaties.
De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,
A. Klink