Wijziging Uitvoeringsregeling brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid

Regeling van de Minister voor Wonen, Wijken en Integratie van 3 december 2007, nr. 5517856/07, tot wijziging van de Uitvoeringsregeling brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

Gelet op artikel 4, tweede lid, van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid;

Besluit:

Artikel I

De Uitvoeringsregeling brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid wordt als volgt gewijzigd:

A

Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel x door een puntkomma, worden aan artikel 1 drie onderdelen toegevoegd, luidende:

y. inburgeringsbedrijf: een natuurlijk persoon of rechtspersoon die in het kader van uitoefening van beroep of bedrijf de inburgering van personen in Nederland bevordert;

z. persoonlijk inburgeringsbudget: een budget dat door het college van burgemeester en wethouders, in het kader van een te sluiten overeenkomst met een inburgeringsbedrijf, ten behoeve van een inburgeraar ter beschikking wordt gesteld en met behulp waarvan de inburgeraar zijn inburgering op een individuele wijze vorm geeft;

aa. staatsexamen: het staatsexamen Nederlands als tweede taal I en II, bedoeld in artikel 7.3.1, eerste lid, onderdeel c, van de Wet educatie en beroepsonderwijs.

B

Artikel 9a wordt als volgt gewijzigd:

1. Het eerste lid wordt als volgt gewijzigd:

a. In de eerste volzin wordt ‘[ O × P ] ) × Q } + R + S.’ vervangen door:

[ O × P ] + [ Q × R ] + [ S x T ] ) × U } + V + W.

b. Na ‘inburgeringsexamen’ wordt telkens ingevoegd: of het staatsexamen

c. Onder lettering van de letters Q, R en S als U, V en W worden na de letter P vier letters ingevoegd, luidende:

Q: het aantal door het college van burgemeester en wethouders in 2007 op grond van de Wet inburgering nieuwkomers, zoals die luidde op 31 december 2006, genomen beschikkingen omtrent een inburgeringsprogramma;

R: de bijdragevergoeding ten aanzien van een beschikking omtrent een inburgeringsprogramma als bedoeld in letter Q;

S: het aantal door het college van burgemeester en wethouders in 2007 en 2008 ontvangen afschriften van door het bevoegd gezag van een instelling ingevolge de Wet inburgering nieuwkomers, zoals die luidde op 31 december 2006, uitgereikte verklaringen als bedoeld in artikel 7.4.15, eerste lid, van de Wet educatie en beroepsonderwijs, zoals dat artikel luidde op 31 december 2006, die betrekking hebben op in 2006 en 2007 aangevangen inburgeringsprogramma’s;

T: de bijdragevergoeding ten aanzien van een verklaring als bedoeld in letter S;

2. In het tweede lid wordt ‘M en O’ vervangen door: M, O, Q en S.

C

Artikel 13b komt te luiden:

Artikel 13b

1. Het college van burgemeester en wethouders kan aan een inburgeraar een inburgeringsvoorziening of een gecombineerde inburgeringsvoorziening aanbieden die op de persoonlijke situatie van de inburgeraar is afgestemd. Indien de inburgeraar daarom verzoekt, kan de inburgeringsvoorziening of de inburgeringscomponent van de gecombineerde inburgeringsvoorziening worden aangeboden in de vorm van een persoonlijk inburgeringsbudget.

2. Zowel een inburgeringsvoorziening als een gecombineerde inburgeringsvoorziening bereidt voor op en leidt toe naar het inburgeringsexamen of het staatsexamen en omvat het eenmaal kosteloos afleggen van het desbetreffende examen.

3. Het college van burgemeester en wethouders draagt er zorg voor dat de inburgeringsvoorziening, dan wel de gecombineerde inburgeringsvoorziening, uiterlijk 31 december van het tweede kalenderjaar na het jaar waarin de voorziening is vastgesteld, wordt afgesloten door middel van deelname aan het inburgeringsexamen of het staatsexamen.

4. De inburgeraar is de in artikel 23, tweede lid, van de wet bedoelde eigen bijdrage verschuldigd, tenzij hij op last van het college van burgemeester en wethouders, dan wel een andere instantie, genoemd in artikel 21, tweede lid, van de wet, een gecombineerde inburgeringsvoorziening dient te volgen.

D

Artikel 13c komt te luiden:

Artikel 13c

1. Indien een inburgeraar in aanmerking wordt gebracht voor een inburgeringsvoorziening of een gecombineerde inburgeringsvoorziening doet het college van burgemeester en wethouders de inburgeraar terzake een aanbod.

2. Indien het aanbod, bedoeld in het eerste lid, geheel of gedeeltelijk bestaat uit een persoonlijk inburgeringsbudget begeleidt het college van burgemeester en wethouders de inburgeraar op diens verzoek bij de vormgeving van zijn inburgeringsprogramma en de keuze van een inburgeringsbedrijf. Het college van burgemeester en wethouders beoordeelt het voorstel van de inburgeraar en sluit vervolgens een overeenkomst met het inburgeringsbedrijf.

3. Indien een inburgeraar tevens geestelijke bedienaar is, wordt hem onverminderd het bepaalde in het eerste en tweede lid, de cursus, bedoeld in artikel 4.25 van de Regeling inburgering aangeboden.

4. Het college van burgemeester en wethouders doet geen aanbod aan een inburgeraar met wie eerder een overeenkomst als bedoeld in artikel 13d is gesloten.

E

Onder vernummering van de artikelen 13d en 13e tot 13e en 13f wordt een nieuw artikel 13d ingevoegd, luidende:

Artikel 13d

1. Tegelijkertijd met het doen van het aanbod, bedoeld in artikel 13c, eerste lid, informeert het college van burgemeester en wethouders de inburgeraar omtrent de hoofdlijnen van de met hem te sluiten overeenkomst terzake van de vaststelling van zijn inburgeringsvoorziening, dan wel gecombineerde inburgeringsvoorziening.

2. Indien de inburgeraar het aanbod, bedoeld in artikel 13c, eerste lid, aanvaardt, sluit het college van burgemeester en wethouders de in het eerste lid bedoelde overeenkomst met de inburgeraar.

3. De overeenkomst bevat ten minste een omschrijving van de rechten en verplichtingen van de inburgeraar ten aanzien van:

a. de termijn waarbinnen de inburgeraar moet hebben deelgenomen aan het inburgeringsexamen dan wel het staatsexamen;

b. de verschuldigdheid van de eigen bijdrage en de mogelijkheid van betaling in termijnen;

c. de verlening van toestemming om de in de bijlage bij artikel 6.1, tweede lid, van het Besluit inburgering bedoelde (persoons)gegevens welke betrekking hebben op de inburgeraar, op te nemen in het Informatiesysteem Inburgering;

d. de gevolgen van niet-nakoming van de overeenkomst.

4. De overeenkomst wordt door partijen niet later ondertekend dan 31 december 2009.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2008, met dien verstande dat artikel I, onderdeel B, eerste lid, onderdelen a en c, en tweede lid, terugwerken tot en met 1 januari 2007.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie, C.P. Vogelaar.

Toelichting

Algemeen

De Uitvoeringsregeling brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid wordt om een tweetal redenen gewijzigd.

Ten eerste is bij besluit van 30 oktober 2007 (Stb. 2007, 438) het Besluit inburgering en het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid gewijzigd opdat in het jaar 2007 van start gegane inburgeringsprogramma’s op grond van de Wet inburgering nieuwkomers alsnog kunnen worden bekostigd. Als gevolg daarvan dient de wijze van berekening van het aandeel van de gemeenten in de middelen voor inburgering te worden aangepast.

Ten tweede wordt een aantal kwaliteitsverbeteringen in de vrijwillige inburgering doorgevoerd. Het op 7 september 2007 aan de voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal aangeboden Deltaplan inburgering (Kamerstukken II, 2007/08, 31 143, nr. 1) beoogt onder meer door vereenvoudiging van regelgeving een kwaliteitsverbetering te bereiken van de inburgering. Als onderdelen van deze kwaliteitsverbetering zijn genoemd het direct kunnen opgaan voor het staatsexamen Nederlands als tweede taal I en II (hierna: staatsexamen) en de bevordering van de inzet van een persoonsvolgend budget. De onderhavige wijziging van hoofdstuk 4 van de Uitvoeringsregeling brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid beoogt deze kwaliteitsverbeteringen te realiseren.

Ten aanzien van het direct kunnen opgaan voor het staatsexamen en het persoonsvolgend budget is in het Deltaplan inburgering aangegeven dat de regelgeving met betrekking tot vrijwillige inburgering hierin per 1 januari 2008 zal voorzien. Met het mogelijk maken van het direct kunnen opgaan voor het staatsexamen in plaats van het inburgeringsexamen kunnen inburgeraars die daarvoor toegerust zijn een hoger niveau behalen waardoor de mogelijkheden om te kunnen participeren in de Nederlandse samenleving worden vergroot. Het persoonsvolgend budget (in de onderhavige regeling aangeduid als persoonlijk inburgeringsbudget) tenslotte is bedoeld om het gemeenten mogelijk te maken meer maatwerk te leveren en tevens de eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar bij de vormgeving en invulling van zijn inburgeringsprogramma te stimuleren.

Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel A

Dit onderdeel bevat een drietal nieuwe begripsbepalingen in verband met de introductie van het persoonlijk inburgeringsbudget, als invulling van een inburgeringsvoorziening, en van het staatsexamen.

Artikel I, onderdeel B

Dit onderdeel bevat de bovengenoemde wijziging van de berekening van het aandeel van de gemeenten in de middelen voor inburgering. Aan de formule van artikel 9a, waarmee het aandeel van de gemeente in de middelen voor inburgering die gedurende 2007, 2008 en 2009 voor de brede doeluitkering ter beschikking worden gesteld wordt berekend, is een viertal indicatoren toegevoegd, te weten de letters Q, R, S en T. Aldus wordt zowel het aantal in 2007 begonnen inburgeringsprogramma’s als het aantal in 2007 en 2008 afgeronde inburgeringsprogramma’s – voorzover in 2006 of 2007 aangevangen – alsnog gefinancierd.

Vervolgens wordt in dit onderdeel tot uitdrukking gebracht dat een inburgeraar, al naar gelang zijn capaciteiten, direct kan opgaan voor het staatsexamen in plaats van het inburgeringsexamen. Daartoe is een aantal prestatie-indicatoren aangevuld met de deelname aan dat staatsexamen.

Artikel I, onderdelen C, D en E

In deze onderdelen wordt het persoonlijk inburgeringsbudget geïntroduceerd. Daarnaast zijn in deze onderdelen delen van de oude artikelen 13b en 13c verwerkt: het stelsel van aanbod, aanvaarding en overeenkomst zoals dat reeds in hoofdstuk 4 van de Uitvoeringsregeling brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid was opgenomen, blijft in stand.

Het persoonlijk inburgeringsbudget is een specifieke manier om de inburgeringsvoorziening dan wel de inburgeringscomponent van de gecombineerde inburgeringsvoorziening vorm te geven. Het is een geschikt instrument om invulling te geven aan meer maatwerk en meer eigen verantwoordelijkheid van de inburgeraar bij de vormgeving en invulling van zijn inburgeringsprogramma. Bij de intake beoordeelt de gemeente of een inburgeraar in aanmerking komt voor een persoonlijk inburgeringsbudget. Hierbij wordt zoveel mogelijk rekening gehouden met de voorkeur van de inburgeraar, immers hij kan om een persoonlijk inburgeringsbudget verzoeken. Doorslaggevend is die voorkeur echter niet: de gemeente moet wel de overtuiging hebben dat de inburgeraar de beoogde eigen verantwoordelijkheid kan dragen. De gemeente wordt immers mede bekostigd op de deelname door die inburgeraar aan het staatsexamen dan wel het inburgeringsexamen.

Indien een inburgeraar een aanbod voor een persoonlijk inburgeringsbudget aanvaardt, gaat hij in beginsel zelf op zoek naar een inburgeringsbedrijf dat een inburgeringsprogramma kan bieden dat past bij zijn voorkeur en ambities. Van gemeenten wordt verwacht dat zij inburgeraars hierbij zoveel mogelijk behulpzaam zijn, maar het is de inburgeraar zelf die uiteindelijk – met het inburgeringsbedrijf – zijn inburgering invult en vorm geeft. Wel dient de gemeente het uiteindelijke programma te beoordelen daar het programma geschikt moet zijn om voor te bereiden op en toe te leiden naar deelname aan het inburgeringsexamen dan wel het staatsexamen. Anders dan bij reguliere inburgeringsvoorzieningen, welke door gemeenten doorgaans op grote schaal worden ingekocht, sluit de gemeente per individuele inburgeraar vervolgens een overeenkomst met het desbetreffende inburgeringsbedrijf.

Het verdient aanbeveling dat gemeenten in de op grond van artikel 8 van de Wet inburgering vastgestelde verordening eveneens regels stellen over de informatieverstrekking door gemeenten aan inburgeraars terzake van hun rechten en plichten uit hoofde van hoofdstuk 4 van de (gewijzigde) Uitvoeringsregeling brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid en over de door gemeenten te hanteren procedure en toekenningscriteria met betrekking tot de verlening van een persoonlijk inburgeringsbudget.

Artikel II

Aan het deel van de wijziging van het Besluit brede doeluitkering sociaal, integratie en veiligheid (Stb. 2007, 438) dat betrekking heeft op de voornoemde bekostiging van inburgeringsprogramma’s, is terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari 2007. Gelet hierop wordt aan de desbetreffende onderdelen van artikel I, onderdeel B, eveneens terugwerkende kracht verleend tot en met 1 januari 2007.

De Minister voor Wonen, Wijken en Integratie,

C.P. Vogelaar

Naar boven