Wijziging Vreemdelingencirculaire 2000 (2007/36)

Besluit van de Staatssecretaris van Justitie van 26 november 2007, nr. 2007/36, houdende wijziging van de Vreemdelingencirculaire 2000

De Staatssecretaris van Justitie,

Gelet op de Vreemdelingenwet 2000 (Staatsblad 2000, 495), het Vreemdelingenbesluit 2000 (Staatsblad 2000, 497) en het Voorschrift Vreemdelingen 2000 (Staatscourant 2001, nr. 10);

Besluit:

Artikel I

De Vreemdelingencirculaire 2000 wordt als volgt gewijzigd:

A

Paragraaf B15/3 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

3 Kennismigranten

Voor de definiëring van kennismigranten is in het Besluit uitvoering Wav gekozen voor een éénduidig en objectief criterium, namelijk het looncriterium (zie B15/5.1).

Voor bijzondere bepalingen met betrekking tot het looncriterium voor kennismigranten jonger dan dertig jaar wordt verwezen naar B15/5.1. Deze categorie blijft ook na hun dertigste jaar kennismigrant, zolang de kennismigrant in dienst is van dezelfde werkgever en hij een bruto jaarloon verdient, dat tenminste gelijk is aan het geldende looncriterium voor kennismigranten jonger dan dertig jaar.

Voorts worden aangemerkt als kennismigrant vreemdelingen die niet langer dan één jaar na het afronden van een hogere beroepsopleiding of een wetenschappelijke studie in Nederland worden tewerkgesteld op basis van een arbeidsovereenkomst of een ambtelijke aanstelling en een bruto jaarloon verdienen dat ten minste gelijk is aan het geldende looncriterium voor afgestudeerde buitenlandse studenten. Voor bijzondere bepalingen met betrekking tot het looncriterium voor afgestudeerde buitenlandse studenten wordt verwezen naar B15/5.1

Tevens worden aangemerkt als kennismigrant vreemdelingen die in Nederland worden tewerkgesteld in het kader van het doen van wetenschappelijk onderzoek in dienst van een bekostigde of aangewezen onderwijsinstelling of een van overheidswege direct of indirect, geheel of gedeeltelijk bekostigde of gesubsidieerde onderzoeksinstelling, of als arts in opleiding tot specialist bij een door de Medisch Specialisten Registratie Commissie, de Sociaal-Geneeskundigen registratie Commissie of de Huisarts en Verpleeghuisarts Registratie Commissie aangewezen opleidingsinstituut. Voor hen geldt geen looncriterium.

Uitgezonderd van verblijf als kennismigrant zijn beroepssporters in het betaalde voetbal, geestelijke voorgangers en godsdienstleraren, en vreemdelingen die werkzaamheden verrichten die geheel of ten dele bestaan uit het verrichten van seksuele handelingen met derden of voor derden.

Aan vreemdelingen die voldoen aan het looncriterium dan wel aan de kwalificatie van wetenschappelijk onderzoeker of arts in opleiding tot specialist kan verblijf als kennismigrant worden toegestaan mits de werkgever bij wie zij in dienst treden op grond van een ondertekende verklaring (zie bijlage 12a VV), is toegelaten tot de kennismigrantenregeling. Zie voor deze verklaring B15/4.1.

B

Paragraaf B15/5.1 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

5.1 Het looncriterium

Het looncriterium is een bijzondere voorwaarde voor verlening van een verblijfsvergunning voor verblijf als kennismigrant en wordt derhalve onderscheiden van het vereiste duurzaam te beschikken over voldoende zelfstandig verworven middelen van bestaan.

Voor de vreemdeling die verblijf beoogt als kennismigrant gelden looncriteria, te weten een looncriterium voor vreemdelingen die ouder zijn dan dertig jaar, een looncriterium voor vreemdelingen die jonger zijn dan dertig jaar en een looncriterium voor in Nederland afgestudeerde vreemdelingen die in aansluiting op hun studie dan wel gedurende het zoekjaar, werk als kennismigrant vinden. Het looncriterium houdt in dat uit wettelijk toegestane arbeid in loondienst voor één en dezelfde werkgever, een bruto jaarloon dient te worden ontvangen ten minste ter hoogte van een bedrag dat jaarlijks door de Minister van SZW wordt vastgesteld. Het looncriterium voor kennismigranten wordt conform het gestelde in artikel 1d, derde lid, van het Besluit tot uitvoering van de Wav (zie paragraaf 21, onderdeel f, inkomenscriterium kennismigranten), jaarlijks met ingang van 1 januari van elk kalenderjaar herzien met de procentuele wijziging van het meest recente indexcijfer van de CAO-lonen, gepubliceerd door het Centraal Bureau voor de Statistiek. Het inkomenscriterium wordt gepubliceerd in paragraaf 21, onderdeel f, inkomenscriterium kennismigranten van de Uitvoeringsregels Wav.

De vereiste premies en belastingen moeten worden afgedragen.

Op het moment dat een vreemdeling die in het bezit is van een verblijfsvergunning als kennismigrant de leeftijd van dertig jaar bereikt, blijft de vreemdeling, ongeacht de functie die hij vervult, gelet op het gestelde in de toelichting van het Besluit van 28 september 2004 tot wijziging van het Besluit uitvoering Wav voldoen aan de voorwaarden voor verblijf als kennismigrant, mits hij nog steeds voldoet aan de jaarloonbepalingen die voor hem golden bij de eerste verlening van de verblijfsvergunning als kennismigrant en hij niet van werkgever is veranderd. Indien de vreemdeling na het bereiken van het dertigste levensjaar van werkgever verandert en hij verblijf als kennismigrant blijft beogen, dient hij te voldoen aan het jaarloonvereiste voor vreemdelingen van dertig jaar en ouder zoals door de Minister van SZW vastgesteld.

Indien voor een vreemdeling bij de eerste verlening de verblijfsvergunning als kennismigrant het looncriterium voor afgestudeerde buitenlandse studenten geldt, blijft bij wijziging van werkgever en bij de verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning dit looncriterium van toepassing.

Uitzondering op het looncriterium

Er kan verblijf als kennismigrant worden toegestaan zonder dat hoeft te zijn voldaan aan het looncriterium zoals dat door de Minister van SZW is vastgesteld voor verblijf als kennismigrant, aan wetenschappelijk onderzoekers en aan artsen in opleiding tot specialist. Alsdan geldt het algemene middelenvereiste onverkort (Zie B1/4.3).

C

Paragraaf B15/10 Vreemdelingencirculaire 2000 komt te luiden:

10 Studenten die hun opleiding in Nederland hebben voltooid

D

Paragraaf B15/10.1 Vreemdelingencirculaire 2000 wordt toegevoegd en komt te luiden:

10.1 Zoekjaar

Vreemdelingen die met goed gevolg een hogere beroepsopleiding of wetenschappelijke studie in Nederland hebben afgerond, krijgen de mogelijkheid om binnen maximaal één jaar (zoekperiode) na de datum van voltooiing van de studie of opleiding een functie als kennismigrant te vinden. Het gaat hier om vreemdelingen die op basis van een verblijfsvergunning onder de beperking ‘studie’ in Nederland hun studie hebben afgerond. Indien de vreemdeling gebruik wil maken van het zoekjaar, dient de vreemdeling een aanvraag tot wijziging van de beperking in (zie B15/10.2 en B15/10.3).

Indien de vreemdeling erin slaagt binnen de periode van één jaar na voltooiing van zijn opleiding of studie een baan als kennismigrant te vinden, de werkgever op grond van een ondertekende verklaring (zie bijlage 12a VV) is toegelaten tot de kennismigrantenregeling en de vreemdeling aan het looncriterium voldoet, kan de vreemdeling een aanvraag om wijziging van de beperking in ‘verblijf als kennismigrant’ indienen (zie B15/3 en verder).

Het zoekjaar geldt niet voor vreemdelingen die verblijf hebben voor studie aan voortgezet of beroepsonderwijs. Aan hen is verblijf toegestaan onder meer om een positieve bijdrage aan de ontwikkeling in het land van herkomst te kunnen leveren. Het bieden van een mogelijkheid om zich na beëindiging van de studie aan voortgezet en beroepsonderwijs op een functie als kennismigrant te oriënteren, is niet in overeenstemming met de intentie van het toestaan van verblijf voor studie aan voortgezet of beroepsonderwijs.

E

Paragraaf B15/10.2 Vreemdelingencirculaire 2000 wordt toegevoegd en komt te luiden:

10.2 Voorwaarden

De verblijfsvergunning kan op aanvraag worden verleend, indien:

a. de vreemdeling een door de hoger onderwijsinstelling gewaarmerkte kopie van het diploma overlegt waaruit blijkt dat en per wanneer hij de opleiding succesvol heeft afgerond;

b. zich geen van de algemene weigeringsgronden voordoen (zie B1/4).

In afwijking van B1/4.3 wordt de verblijfsvergunning ook verleend indien de vreemdeling niet (meer) beschikt over voldoende duurzame middelen van bestaan.

Als de vreemdeling gedurende het zoekjaar een beroep doet op de algemene middelen kan dit gevolgen hebben voor het verblijfsrecht.

Indien de vreemdeling gebruik wil maken van het zoekjaar, dient hij een aanvraag tot wijziging van de beperking in door middel van een aanvraagformulier (zie bijlage 13 VV) dat te verkrijgen is bij de Immigratie- en Naturalisatiedienst. Deze aanvraag dient bij één van de loketten van de Immigratie- en Naturalisatiedienst te worden ingediend.

Gezinsleden

De algemene bepalingen van B1/4, B2/2, B2/4 en B2/5 zijn van toepassing, tenzij navolgend anders is bepaald.

Indien sprake is van eerste toelating geldt het algemene middelenvereiste (zie B1/4.3, B2/2.10, B2/4.11 en B2/5.10). Indien sprake is van voortgezet verblijf geldt het volgende. Als de aanvraag tot het verlengen van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning kan worden afgewezen, omdat het gezinslid bij wie de vreemdeling verblijft niet meer duurzaam en zelfstandig beschikt over voldoende middelen van bestaan, wordt bezien of de gevolgen voor de vreemdeling niet onevenredig zijn in verhouding tot de met het middelenvereiste te dienen doelen. Omtrent die afweging van belangen wordt verwezen naar B2/9.5.2.

F

Paragraaf B15/10.3 Vreemdelingencirculaire 2000 wordt toegevoegd en komt te luiden:

10.3 Beperkingen, arbeidsmarktaantekeningen en voorschriften

Beperking

Indien aan de voorwaarden van het bepaalde in dit hoofdstuk wordt voldaan, wordt aan de vreemdeling op grond van artikel 3.4, derde lid, Vb een verblijfsvergunning verleend onder de beperking ‘verblijf gedurende zoekjaar afgestudeerde’.

Arbeidsmarktaantekening

Op het verblijfsdocument wordt de aantekening geplaatst: ‘Arbeid vrij toegestaan; TWV niet vereist. Beroep op publieke middelen kan gevolgen hebben voor het verblijfsrecht’.

Gezinsleden

De verblijfsvergunning aan echtgeno(o)t(e) of geregistreerd partner wordt verleend onder de beperking ‘verblijf bij echtgeno(o)t(e)/geregistreerd)partner/ouder (naam). Arbeid vrij toegestaan; TWV niet vereist’. De verblijfsvergunning aan minderjarige kinderen wordt verleend onder de beperking ‘gezinshereniging bij (naam ouder(s)). Arbeid vrij toegestaan; TWV niet vereist’.

Voorschriften

Aan de afgifte van de verblijfsvergunning wordt het voorschrift verbonden de verplichting voldoende verzekerd te zijn tegen ziektekosten met inbegrip van de kosten verbonden aan opname en verpleging in een sanatorium of een psychiatrische inrichting.

G

Paragraaf B15/10.4 Vreemdelingencirculaire 2000 wordt toegevoegd en komt te luiden:

10.4 Verlenging en zoekperiode

De verblijfsvergunning onder de beperking ‘verblijf gedurende zoekperiode afgestudeerde’ is van tijdelijke aard en wordt verleend voor ten hoogste één jaar. De geldigheidsduur van de verblijfsvergunning kan derhalve niet worden verlengd.

Artikel II

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Dit besluit zal (met de toelichting) in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 26 november 2007

De Staatssecretaris van Justitie,
namens deze:
de directeur-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken,, R.K. Visser.

Toelichting

Algemeen

De wijziging van de Vreemdelingencirculaire behelst de implementatie van twee maatregelen zoals aangekondigd in de reactie van het kabinet op het advies van de Sociaal-Economische Raad over de toekomst van het arbeidsmigratiebeleid en op het advies van de Adviescommissie voor Vreemdelingenzaken ‘Profijt van studiemigratiebeleid: een advies over de arbeidsmarktpositie van buitenlandse afgestudeerden’. De desbetreffende wijzigingen sluiten aan bij de uitgangspunten van de kabinetsnotitie ‘Naar een Modern Migratiebeleid’.

Het gaat om de introductie van een verlaagd salariscriterium binnen de kennismigrantenregeling voor afgestudeerde buitenlandse studenten en een verlenging voor afgestudeerde buitenlandse studenten van de zoekperiode tot maximaal één jaar. Deze maatregelen geven de afgestudeerde buitenlandse studenten meer mogelijkheden om in Nederland een baan als kennismigrant te vinden.

Artikelsgewijs

A, B

In onderhavige paragrafen is een derde looncriterium geïntroduceerd. Naast een looncriterium voor vreemdelingen die ouder zijn dan dertig jaar en vreemdelingen die jonger zijn dan dertig jaar is een looncriterium voor in Nederland afgestudeerde vreemdelingen die in aansluiting op hun studie dan wel gedurende het zoekjaar werk als kennismigrant vinden toegevoegd.

Voor vreemdelingen die met toepassing van het nieuwe looncriterium een verblijfsvergunning verkrijgen blijft bij de verlenging van de geldigheidsduur van de verblijfsvergunning het nieuwe looncriterium van toepassing.

C, D

De zoekperiode om na de datum van voltooiing van de studie of opleiding een functie als kennismigrant te vinden is verlengd van drie maanden naar één jaar. Indien de afgestudeerde buitenlandse student erin slaagt om binnen de periode van één jaar aan de voorwaarden van de kennismigrantenregeling te voldoen kan hij een aanvraag om wijziging van de beperking in ‘verblijf als kennismigrant’ indienen.

E

Als bewijs dat de buitenlandse student is afgestudeerd dient hij een door de hoger onderwijsinstelling gewaarmerkte kopie van het diploma te overleggen. Uit het gewaarmerkte bewijs dient te blijken dat en per wanneer hij de opleiding succesvol heeft afgesloten.

F

Tijdens de zoekperiode krijgen de afgestudeerde buitenlandse studenten toegang tot de arbeidsmarkt zonder dat daarbij een tewerkstellingsvergunning vereist is. De verblijfsvergunning wordt voorzien van de aantekening ‘arbeid vrij toegestaan; TWV niet vereist’. Er bestaat geen recht op het ontvangen van een uitkering krachtens de Wet werk en bijstand. Conform de uitzondering voor de Wet werk en bijstand zijn de afgestudeerde buitenlandse studenten tijdens de zoekperiode uitgesloten van de verzekeringsplicht voor de volksverzekeringen wanneer deze verzekering uitsluitend is gebaseerd op basis van ingezetenschap en niet op het verrichten van betaalde arbeid. Voor buitenlandse afgestudeerden die betaalde arbeid verrichten geldt deze uitsluiting dus niet.

De Staatssecretaris van Justitie

namens deze:

de directeur-generaal Wetgeving, Internationale Aangelegenheden en Vreemdelingenzaken,

R.K. Visser

Naar boven