Besluit hulpofficieren van justitie Algemene Inspectiedienst/Dienstonderdeel Opsporing 2007

Besluit van de Minister van Justitie d.d. 10 december 2007, nr. 5521453/07, houdende aanwijzing van opsporingsambtenaren bij de Algemene Inspectiedienst, Dienstonderdeel Opsporing tot hulpofficier van justitie (Besluit hulpofficieren van justitie Algemene Inspectiedienst/Dienstonderdeel Opsporing 2007)

De Minister van Justitie,

Gelet op artikel 154, aanhef en onder d, van het Wetboek van Strafvordering;

Besluit:

Artikel 1

De opsporingsambtenaren, werkzaam bij de Algemene Inspectiedienst, Dienstonderdeel Opsporing, van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, die

a. de functie vervullen van teamleider en

b. met goed gevolg een door de Minister van Justitie goedgekeurde opleiding tot hulpofficier van justitie hebben voltooid en in het bezit zijn van het certificaat ‘hulpofficier van justitie’,

zijn aangewezen tot hulpofficier van justitie.

Artikel 2

Het in artikel 1, onder b, bedoelde certificaat heeft een geldigheidsduur van drie jaar, te rekenen vanaf de datum van afgifte van dat certificaat.

Artikel 3

De in artikel 1 bedoelde personen beperken zich bij het uitoefenen van hun bevoegdheden als hulpofficier van justitie tot hetgeen is bepaald bij of krachtens het Wetboek van Strafvordering en artikel 3 van de Algemene wet op het binnentreden.

Artikel 4

Van de krachtens dit besluit verkregen bevoegdheden wordt gebruik gemaakt overeenkomstig de aanwijzingen door de officier van justitie te geven.

Artikel 5

De in artikel 1 bedoelde personen doen hun processen-verbaal, de aangiften of berichten inzake strafbare feiten, met de in beslag genomen voorwerpen rechtstreeks aan de officier van justitie toekomen.

Artikel 6

Het Besluit hulpofficieren van justitie Algemene Inspectiedienst/Dienstonderdeel Opsporing van 28 oktober 2004 wordt ingetrokken.

Artikel 7

Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het wordt geplaatst.

Artikel 8

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit hulpofficieren van justitie Algemene Inspectiedienst/Dienstonderdeel Opsporing 2007.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, Postbus 20301, 2500 EH Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 10 december 2007.
De Minister van Justitie,
namens deze:
het hoofd van de afdeling Bestuurlijke en juridische zaken, L.A.M. Gielen.

Toelichting

Bij de Algemene Inspectiedienst van het Ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit is per 1 juni 2002 een organisatorisch onderscheid aangebracht tussen toezicht enerzijds en opsporing anderzijds, waarbij de (middel-) zware opsporingsactiviteiten zijn ondergebracht bij het Dienstonderdeel Opsporing.

Binnen dit Dienstonderdeel Opsporing zijn opsporingsteams werkzaam die worden aangestuurd door een teamleider met opsporingsbevoegdheid, die onder meer verantwoording draagt voor het operationele opsporingsproces.

Met ingang van 1 juni 2007 is de Wet op de bijzondere opsporingsdiensten in werking getreden. Het Dienstonderdeel Opsporing van de Algemene Inspectiedienst is de bijzondere opsporingsdienst als bedoeld in artikel 2, aanhef en onder c, van die wet. Op grond van artikel 3, aanhef en onder a, van deze wet is het Dienstonderdeel Opsporing van de Algemene Inspectiedienst in de eerste plaats belast met strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde op de beleidsterreinen waarvoor de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit verantwoordelijkheid draagt. Het Dienstonderdeel Opsporing van de Algemene Inspectiedienst is, op grond van artikel 3, aanhef en onder b, van deze wet, daarnaast onder meer belast met de strafrechtelijke handhaving van de rechtsorde op een beleidsterrein waarvoor een andere minister verantwoordelijkheid draagt en die door die minister in overeenstemming met de Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de Minister van Justitie aan het Dienstonderdeel Opsporing van de Algemene Inspectiedienst is opgedragen.

Teneinde de bijzondere opsporingstaak zelfstandig, effectief en efficiënt te kunnen uitvoeren, acht ik het noodzakelijk deze teamleiders aan te wijzen als hulpofficier van justitie.

De Minister van Justitie

namens deze:

het hoofd van de afdeling Bestuurlijke en juridische zaken,

L.A.M. Gielen

Naar boven