Wijziging Regeling inrichting begroting en jaarrekening kamers van koophandel

Regeling van de Staatssecretaris van Economische Zaken van 3 december 2007, nr. WJZ 7135447, houdende wijziging van de Regeling inrichting begroting en jaarrekening kamers van koophandel

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

Gelet op artikel 46, vierde lid, en artikel 49 van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997;

Besluit:

Artikel I

De Regeling inrichting begroting en jaarrekening kamers van koophandel1 wordt gewijzigd als volgt:

A

Onder vervanging van de punt aan het eind van artikel 1, onderdeel c, door een puntkomma, wordt een onderdeel toegevoegd, luidende:

d. accountantsprotocol: de richtlijnen en regels met betrekking tot de accountantscontrole die door het samenwerkingsverband zijn opgesteld.

B

Artikel 3 wordt gewijzigd als volgt:

a. Het eerste lid komt te luiden:

1. De begroting en jaarrekening van een kamer wordt ingedeeld aan de hand van de volgende hoofdproductgroepen:

a. registratie taak;

b. nationale taak;

c. regionale taak;

d. uitvoering van taken als bedoeld in de artikelen 28 en 29 van de wet .

c. Het zesde lid komt te luiden:

6. De overzichten genoemd in artikel 46 van de wet onderscheiden tussen de kamers gezamenlijk, het samenwerkingsverband, en de kamers en het samenwerkingsverband gezamenlijk.

C

Artikel 4 wordt als volgt gewijzigd:

a. Het eerste lid vervalt.

b. Het tweede tot en met vierde lid wordt vernummerd tot het eerste tot en met derde lid.

D

In artikel 5, tweede lid, tweede volzin, wordt ‘artikel 4, vierde lid’ vervangen door: artikel 4, derde lid.

E

Na artikel 5 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 5a

1. Het samenwerkingsverband stelt een accountantsprotocol vast, en zendt het aan de Minister.

2. Indien het accountantsprotocol wordt gewijzigd, wordt het protocol voor 1 juli van het jaar voorafgaand aan het jaar waarop het gewijzigde protocol voor de eerste keer van toepassing is, door het samenwerkingsverband vastgesteld, en voor 1 augustus aan de Minister gezonden.

F

In artikel 6 wordt ‘artikel 46, tweede lid’ vervangen door: artikel 48, tweede lid.

G

Artikel 7 wordt als volgt gewijzigd:

a. Artikel 7, eerste lid, komt te luiden:

1. Het eigen vermogen van een kamer bedraagt ten hoogste 100 procent van de jaarlijkse personeelslasten vermeerderd met 80 procent van de overige bedrijfskosten, en tenminste 50 procent van de jaarlijkse personeelslasten vermeerderd met 40 procent van de overige bedrijfskosten.

b. Artikel 7, derde lid, vervalt.

H

Bijlage 1 wordt als volgt gewijzigd:

a. Onderdeel 1 en 2 vervalt.

b. Het derde tot en met elfde onderdeel wordt vernummerd tot het eerste tot en met negende onderdeel.

c. Het twaalfde en dertiende onderdeel vervalt.

d. Het veertiende tot en met zestiende onderdeel wordt vernummerd tot het tiende tot en met twaalfde onderdeel.

e. In onderdeel 11 wordt de zinsnede ‘uit hoofde van artikel 7, derde lid’ vervangen door: door middel van de egalisatiereserve.

f. Het zeventiende tot en met negentiende onderdeel vervalt.

g. Het twintigste tot en met zevenentwintigste onderdeel worden vernummerd tot het dertiende tot en met twintigste onderdeel.

h. In onderdeel 17 worden de woorden ‘Wetsuitvoering’, ‘Loket’, en ‘Voorlichting’ vervangen door onderscheidenlijk: Registratietaak, Nationale taak, Regionale taak. De regel beginnende met ‘Regiostimulering’ vervalt.

i. In onderdeel 18 wordt ‘Wetsuitvoering, Voorlichting en Regiostimulering’ vervangen door: Registratietaak, Nationale taak en Regionale taak.

j. In tabel 3, behorende bij onderdeel 18, worden de woorden ‘Wetsuitvoering’ en ‘Voorlichting’ vervangen door onderscheidenlijk: Registratietaak, Nationale taak. De regel beginnende met ‘Regiostimulering’ vervalt.

k. Na onderdeel 20 worden drie onderdelen ingevoegd, luidende:

21. Wat zijn de directe kosten per taak per FTE?

22.  Wat zijn per 1000 inschrijvingen de kosten van de kamer van koophandel?

23.  Hoeveel directe FTE wordt per taak ingezet, en wat zijn de kosten per taak per 1000 inschrijvingen?

l. Onderdeel 28 wordt vernummerd tot onderdeel 24.

I

In bijlage 2 wordt in onderdeel 8 ‘artikel 46, tweede lid’ vervangen door: naast de in artikel 48, tweede lid.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 3 december 2007.
De Staatssecretaris van Economische Zaken, F. Heemskerk.

Toelichting

I Algemeen

1. Doel en aanleiding

Deze regeling wijzigt de Regeling inrichting begroting en jaarrekening kamers van koophandel. De wet van 18 oktober 2007, houdende wijziging van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997 (Stb. …..), (hierna: de wijzigingswet) noodzaakt een aanpassing van de regeling aan enige wijzigingen van de wet. Van de gelegenheid is gebruik gemaakt om de regeling bovendien aan te passen aan enkele nieuwe inzichten.

2. Administratieve en overige bedrijfslasten

De wijzigingen in de checklists bij de regeling leiden niet tot toename van administratieve lasten voor de kamers. Het besluit richt zich bovendien naar haar aard niet op het bedrijfsleven, maar op de Kamers van Koophandel. De regeling roept dan ook geen nieuwe lasten voor bedrijven in het leven.

II Artikelsgewijs

Artikel I, onderdeel B

De terminologie die gehanteerd wordt voor de hoofdproductgroepen is aangepast om recht te doen aan de ten gevolge van de wijzigingswet gewijzigde taken van de kamers van koophandel (artikel 3, eerste lid).

In het zesde lid van artikel 3 is er voor gekozen om niet langer verplicht te stellen de begroting en jaarrekening van de afzonderlijke kamers cijfers betreffende het samenwerkingsverband te laten opnemen. De kosten en opbrengsten als gevolg van de taken van het samenwerkingsverband worden nu slechts gesaldeerd in de begrotingen en jaarrekeningen opgenomen. In plaats daarvan stelt het samenwerkingsverband overzichten samen (zie artikel 46 van de wet). Om daarbij zeker te stellen dat de geldstromen richting en van het samenwerkingsverband transparant zijn, wordt hier bepaald dat bij het opstellen van de overzichten genoemd in artikel 46, die overzichten zowel alleen voor de kamers gezamenlijk, als voor het samenwerkingsverband, als voor de kamers tezamen met het samenwerkingsverband worden opgesteld (artikel 3, zesde lid)

Artikel I, onderdeel C en D

Nadat de wetswijziging in werking is getreden, zal artikel 48, tweede lid, van de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997 het in artikel 4, eerste lid, bepaalde regelen. Om die reden wordt artikel 4, eerste lid, geschrapt. De verwijzing naar het vierde lid in artikel 5, tweede lid, wordt overeenkomstig gewijzigd.

Artikel I, onderdeel E

Het samenwerkingsverband heeft, op met het FAO vergelijkbare wijze, het beheer over het accountantsprotocol. Uitgangspunt bij het opstellen van het protocol is dat het voor alle partijen leidt tot een efficiënte en transparante controle, en bijdraagt aan landelijk uniform opgestelde verklaringen als genoemd in artikel 48 van de wet, en in artikel 6.

Het protocol wordt aan de Minister gestuurd. Daardoor kent de Minister vooraf de invulling die aan het protocol wordt gegeven. Omdat het niet de bedoeling is dat het protocol tijdens het boekjaar wordt gewijzigd, kunnen wijzigingen van het protocol slechts één keer per jaar, in het jaar voorafgaand aan het jaar waarop het gewijzigde protocol van toepassing zal zijn, worden gewijzigd en aan onze Minister gestuurd worden (tweede lid).

Artikel I, onderdeel G

In artikel 7, eerste lid, is geregeld welke omvang het eigen vermogen van een kamer maximaal mag hebben. Deze omvang wordt hier aangepast. Omdat artikel 3, zesde lid (oud) vervalt, worden in de begrotingen en jaarrekeningen niet langer ongesaldeerde cijfers betreffende het samenwerkingsverband opgenomen. Dat heeft tot gevolg dat de absolute omvang van omzet en de bedrijfslasten bij de kamer afneemt. Omdat de norm voor het eigen vermogen is gekoppeld aan die omvang, zou ten gevolge van deze wijziging het maximale eigen vermogen afnemen. Om zeker te stellen dat het eigen vermogen na deze wijziging toch groot genoeg is, worden de criteria voor de maximale omvang van het eigen vermogen hier gewijzigd. Uitgangspunt was daarbij het handhaven van de omvang van het eigen vermogen van voor de wijziging. Met het oog op de aansprakelijkheid van de kamers in verband met de reorganisatie ten gevolge van de wetswijziging, ligt het voor de hand het eigen vermogen zeker in de beginperiode na de reorganisatie groot genoeg te houden.

Het derde lid van artikel 7 vervalt, omdat het daar bepaalde ten gevolge van de wetswijziging in de Wet op de kamers van koophandel en fabrieken 1997 is opgenomen in artikel 49b.

Artikel I, onderdeel H en I

De wijzigingen van de wet en deze regeling noodzaken een aanpassing van de bijlagen bij de regeling.

De Staatssecretaris van Economische Zaken,

F. Heemskerk

  • 1

    Stcrt. 2004, 131.

Naar boven