Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, apv-controleurs bij de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam 2007

Besluit van de Minister van Justitie van 5 december 2007, nr. 5508183/Justis/07, houdende aanwijzing van buitengewoon opsporingsambtenaren bij de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam in de functie van APV-controleur

De Minister van Justitie,

Handelende in overeenstemming met de Ministers die het aangaan;

Gelezen het verzoek van de directeur Stadstoezicht Amsterdam van 21 september 2007 en de daaropvolgende adviezen van de hoofdofficier van justitie te Amsterdam van 28 november 2007 en de korpschef van het regiopolitiekorps Amsterdam-Amstelland van 16 november 2007;

Gelet op:

– artikel 142, eerste lid, aanhef en onder c, en derde lid, van het Wetboek van Strafvordering;

– artikel 8, zevende lid en artikel 9, van de Politiewet 1993;

Besluit:

Artikel 1

De personen, werkzaam in de functie van APV-controleur in dienst van de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 2

Maximaal 30 personen werkzaam bij de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam in de functie van APV-controleur, zijn aangewezen als buitengewoon opsporingsambtenaar.

Artikel 3

1. De buitengewoon opsporingsambtenaar is bevoegd tot het opsporen van de feiten strafbaar gesteld bij of krachtens:

a. Artikel 447e van het Wetboek van Strafrecht.

b. Algemene plaatselijke verordeningen, voor zover deze verordeningen samenhangen met de uitvoering van de taken die voortvloeien uit het ‘Actieplan van het Veiligheidsplan Amsterdam 2007–2010’ en de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen door het bevoegd gezag;

c. Andere strafbare feiten, indien en voorzover hij daarmee in een concreet opsporingsonderzoek door een officier van justitie wordt belast, voor de duur van dat onderzoek.

2. De opsporingsbevoegdheid van de buitengewoon opsporingsambtenaar geldt voor het grondgebied van de gemeente Amsterdam

Artikel 4

1. Als toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de hoofdofficier van justitie bij het arrondissementsparket Amsterdam.

2. Als direct toezichthouder van de buitengewoon opsporingsambtenaar is aangewezen de korpschef van het regionaal politiekorps Amsterdam-Amstelland.

Artikel 5

De directeur van de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam brengt jaarlijks, vóór 1 april over het jaar daaraan voorafgaand, aan de Minister van Justitie verslag uit over:

a. het aantal buitengewoon opsporingsambtenaren dat op 31 december werkzaam was bij de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam.

b. De door die buitengewoon opsporingsambtenaren verrichte activiteiten.

c. Het aantal interventies waarbij het gebruik/toepassing van handboeien en/of een korte wapenstok geïndiceerd is geweest;

d. De stand van zaken met betrekking tot de opleiding van die buitengewoon opsporingsambtenaren, waarbij in ieder geval wordt aangegeven hoeveel personen in het verslagjaar zijn aangemeld voor het door de Minister van Justitie goedgekeurde examen en hoeveel personen voor dat examen zijn geslaagd.

Artikel 6

Dit besluit treedt in werking met ingang 15 december 2007 en vervalt met ingang van 15 december 2012.

Artikel 7

Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit buitengewoon opsporingsambtenaar, apv-controleurs bij de Dienst Stadstoezicht van de gemeente Amsterdam 2007.

Binnen zes weken na publicatie van dit besluit kan een belanghebbende daartegen een bezwaarschrift indienen bij de Minister van Justitie, Dienst Justis, afdeling BTR 20300 te Den Haag. Het bezwaarschrift dient te zijn gemotiveerd.

Dit besluit wordt met toelichting in de Staatscourant geplaatst.

Den Haag, 5 december 2007.
De Minister van Justitie,
namens deze:
de teammanager BTR, P.W.C. Collard.

Toelichting

In het kader van het terugdringen van overlast en het heroveren van de publieke ruimte binnen de gemeente Amsterdam is gekozen voor de vorming van een zogenoemde Vliegende Brigade om uitvoering te kunnen geven aan het Actieplan van het Veiligheidsplan Amsterdam 2007–2010.

Gelet hierop heeft de directeur van Stadstoezicht Amsterdam bij brief van 21 september 2007 mij verzocht de categoriale beschikking van de buitengewoon opsporingsambtenaren bij de dienst Stadstoezicht Amsterdam in de functie van apv-controleur te verlenen. Daarover heb ik advies ingewonnen bij de direct toezichthouder en de toezichthouder. Gezien de door hen uitgebrachte adviezen acht ik de noodzaak daartoe aangetoond.

De Minister van Justitie

namens deze:

de teammanager BTR,

P.W.C. Collard

Naar boven