Besluit Ctgb lijst van niet meer toegelaten niet-geprioriteerde gewasbeschermingsmiddelen en biociden 2007
Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden,
Gelet op artikel 41 en artikel 68 van de Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Stb. 2007,125);
Besluit:
Artikel 1
Definities
– Wgb: Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Stb. 2007, 125);
– Aflevertermijn: De termijn bedoeld in artikel 41, lid 5 of artikel 68, lid 5 Wgb, met het oogmerk op het opmaken van voorraden vastgestelde termijn gedurende welke voorheen toegelaten gewasbeschermingsmiddelen of biociden in afwijking van het verbod als bedoeld in artikel 20 Wgb nog op de markt mogen worden gebracht;
– Opgebruiktermijn: De termijn bedoeld in artikel 41, lid 5 of artikel 68, lid 5 Wgb, met het oogmerk op het opmaken van voorraden vastgestelde termijn gedurende welke voorheen toegelaten gewasbeschermingsmiddelen of biociden in afwijking van het verbod als bedoeld in artikel 20 Wgb nog in voorraad mogen worden gehouden en gebruikt mogen worden.
Artikel 2
De toelatingsbesluiten van de in de bijlage I en II opgenomen gewasbeschermingsmiddelen en biociden worden ingetrokken omdat er met betrekking tot deze middelen aanwijzingen bestaan dat niet langer wordt voldaan aan de bij of krachtens artikel 28 of artikel 49 Wgb gestelde toelatingsvoorwaarden.
Artikel 3
De intrekkingbesluiten van in bijlage III en IV opgenomen gewasbeschermingsmiddelen en biociden worden herroepen en daarvoor in de plaats worden de toelatingsbesluiten van de in deze bijlage genoemde gewasbeschermingsmiddelen en biociden ingetrokken op verzoek van de toelatinghouder. Een intrekkingbesluit betreffende een afgeleide of parallelle toelating op basis van de in de eerste volzin ingetrokken toelating wordt eveneens herroepen.
Artikel 4
Voor de in de bijlage I, II, III en IV opgenomen gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt een aflevertermijn vastgesteld voor de periode vanaf de datum dat dit besluit in werking treedt tot en met 12 maanden daarna.
Artikel 5
Voor de in de bijlage I, II, III en IV opgenomen gewasbeschermingsmiddelen en biociden wordt een opgebruiktermijn vastgesteld voor de periode vanaf de datum dat dit besluit in werking is getreden tot en met 18 maanden daarna.
Artikel 6
Indien in de kolom ‘Geen termijn’ een aanduiding ‘#’ is vermeld is in afwijking van artikel 4 geen aflevertermijn vastgesteld.
Artikel 7
Indien in de kolom ‘Geen termijn’ een aanduiding ‘#’ is vermeld is in afwijking van artikel 5 geen opgebruiktermijn vastgesteld.
Artikel 8
Indien in de kolom ‘Geen termijn’ een datum is vermeld is in afwijking van artikel 4 en artikel 6 een aflevertermijn vastgesteld tot uiterlijk de vermelde datum.
Artikel 9
Indien in de kolom ‘Geen termijn’ een datum is vermeld is in afwijking van artikel 5 en artikel 7 een opgebruiktermijn vastgesteld tot uiterlijk de vermelde datum.
Artikel 10
Een op grond van artikel 25d Bestrijdingsmiddelenwet 1962 van rechtswege toegelaten gewasbeschermingsmiddel of biocide, met een werkzame stof die tussen 1 oktober 2007 en de datum waarop de Wgb in werking treedt, bij communautaire maatregel als bedoeld in artikel 3, lid 1, onder a van de Wgb is geplaatst op een bijlage van richtlijn 91/414/EEG of richtlijn 98/8/EG, wordt beoordeeld aan de hand van het HTB 0.2.
Artikel 11
Dit besluit wordt aangehaald als: Besluit Ctgb lijst van niet meer toegelaten niet-geprioriteerde gewasbeschermingsmiddelen en biociden 2007.
Artikel 12
Dit besluit treedt in werking met ingang van de eerste dag na de datum van uitgifte van de Staatscourant waarin het besluit wordt geplaatst.
Degene wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken kan gelet op artikel 119, eerste lid Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden en artikel 7:1, eerste lid van de Algemene wet bestuursrecht, binnen zes weken na de dag waarop dit besluit is bekendgemaakt een bezwaarschrift indienen bij: het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Ctgb), Postbus 217, 6700 AE WAGENINGEN. Het Ctgb heeft niet de mogelijkheid van het elektronisch indienen van een bezwaarschrift opengesteld.
Dit besluit zal met de toelichting en bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.
Wageningen, 30 november 2007.
Het College voor de toelating van gewasbeschermingsmiddelen en biocidenDe voorzitter, D.K.J. Tommel.
Lijst van niet meer toegelaten niet-geprioriteerde gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Vastgesteld door het Ctgb op 30 november 2007
Legenda
Naam middel: de naam het middel vermeld in het register van gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Toelatingsnummer: het unieke nummer dat bij de toelating aan een middel is gegeven en vermeld in het register van gewasbeschermingsmiddelen en biociden
Bijlage I. Gewasbeschermingsmiddel
Naam middel | Toelatingsnummer | Geen termijn | Opmerking |
---|
Aaterra | 5368 N | # | risico volksgezondheid |
Acarstin | 11768 N (afgeleide van 11184 N) | # | risico toepasser |
Basamid | 12286 N (afgeleide van 4404 N) | | risico milieu |
Basamid Clean Start | 4404 N | | risico milieu |
Baythroid-vloeibaar | 11073 N | | risico milieu |
Bifenix | 9007 N | # | risico toepasser |
Brabant dimethoaat | 4914 N | | risico milieu |
Curater Vloeibaar | 7823 N | 13-12-2007 | risico milieu |
Pennstyl | 11184 N | # | risico toepasser |
Prelude 20 LF | 9540 N | | risico milieu |
Violin | 12152 N | | risico milieu |
Bijlage II. Biocide
Naam middel | Toelatingsnummer | Geen termijn | Opmerking |
---|
Asepta kresolzeep | 5195 N | # | risico mens |
Baygon-Mierenmiddel | 9241 N (afgeleide van 7764 N) | 22-08-2008 | risico milieu |
Baythion Mierenmiddel | 7764 N | 22-08-2008 | risico milieu |
Busan 881 | 10445 N | # | risico milieu |
Chloorrubber Antifouling 2000 | 10692 N | # | risico toepasser |
HGX ‘poeder tegen mieren’ | 12278 N (afgeleide van 7764 N) | 22-08-2008 | risico milieu |
Interspeed Kopervrij | 12055 N (afgeleide van 10692 N) | # | risico toepasser |
Luxan Mierendood | 12297 N (afgeleide van 7764 N) | 22-08-2008 | risico milieu |
Mierenbestrijder | 12330 N (afgeleide van 7764 N) | 22-08-2008 | risico milieu |
POKON mieren STOP | 12296 N (afgeleide van 7764 N) | 22-08-2008 | risico milieu |
Quit Mierenpoeder | 12794 N (afgeleide van 7764 N) | 22-08-2008 | risico milieu |
Bijlage III. Intrekking op verzoek, gewasbeschermingsmiddel en biocide en intrekking van de op basis van de ingetrokken toelatingen verleende parallelle en afgeleide toelatingen
Naam middel | Toelatingsnummer | Gewasbeschermingsmiddel (G) of biocide (B) | Intrekkingsbesluit | Geen termijn |
---|
AA MEELDAUW | 12171 N | G | 28-09-2007 | |
AA ONKRUIDWEG SPRAY | 12154 N | G | 03-08-2007 | |
AA SCHIMMEL-EX | 10708 N | G | 28-09-2007 | |
AA STEKPOEDER | 10165 N | G | 28-09-2007 | |
AA Vliegen & muggenweg spray | 12225 N | B | 28-09-2007 | |
ACTRIL 200 | 5441 N | G | 03-08-2007 | |
AGRICHEM ETHEPHON | 10304 N | G | 28-09-2007 | |
ALFACRON 50 WP | 11534 N | B | 28-09-2007 | |
Algstripper | 12465 N | G | 28-09-2007 | |
Aquafit | 12682 N | B | 28-09-2007 | |
BACTAN | 12449 N | B | 28-09-2007 | |
Baycor Schimmelmiddel | 8654 N | G | 03-08-2007 | |
Brabant Captan 83 | 4759 N | G | 28-09-2007 | |
Bromide Plus | 12054 N | B | 28-09-2007 | |
Caddy | 11071 N | G | 03-08-2007 | |
Castrix Special (voor kleingebruik) | 11221 N | B | 28-09-2007 | |
Emfri BIO 259 | 12471 N | B | 28-09-2007 | |
Emfri BIO 260 | 12472 N | B | 28-09-2007 | |
Emfri BIX 211 | 12540 N | B | 28-09-2007 | |
Emfri BIX 217 | 12564 N | B | 28-09-2007 | |
Empire 20 | 11446 N | B | 28-09-2007 | |
ETHUFAM SC | 12499 N | G | 28-09-2007 | |
FENIC SC | 12498 N | G | 28-09-2007 | |
Fenmedifam | 4187 N | G | 03-08-2007 | |
Finito Veldmuiskorrels | 11443 N | G | 03-08-2007 | |
FUSILADE | 12013 N | G | 10-08-2007 | |
GETT | 11449 N | B | 28-09-2007 | |
HGX ‘spray tegen mieren’, | 12307 N (afgeleide van 11449 N) | B | 28-09-2007 | |
HGX ‘spray tegen ongedierte’, | 12309 N (afgeleide van 11449 N) | B | 28-09-2007 | |
HGX ‘spray tegen vlooien’ | 12310 N (afgeleide van 11449 N) | B | 28-09-2007 | |
Horizon vloeibaar | 12473 N | G | 10-08-2007 | |
Lufragerm+ | 12434 N | B | 28-09-2007 | |
LUXAN DIMETHOAAT 40% VLOEIBAAR | 5122 N | G | 28-09-2007 | |
Luxan Ongediertespray | 12416 N (afgeleide van 11449 N) | B | 28-09-2007 | |
Mand- en Omgevingspray | 11536 N | B | 28-09-2007 | |
Maxforce faraomier-lokdoos | 11635 N | B | 03-08-2007 | |
MS A.V.D.-90 | 10616 N (afgeleide van 9805 N) | B | 28-09-2007 | |
Ongediertespray | 12392 N (afgeleide van 11449 N) | B | 28-09-2007 | |
Pokon muizen STOP | 12577 N | B | 28-09-2007 | |
Preventol P-1045 | 10457 N | B | 28-09-2007 | |
PULSAR Plus Briquettes | 12478 N | B | 28-09-2007 | |
Rocima | 12445 N | B | 01-10-2007 | |
Rovral WP | 11541 N | G | 28-09-2007 | |
ROXAPEL MUGGENVERJAGER GEL | 12483 N | B | 28-09-2007 | |
ROXAPEL MUGGENVERJAGER ROLLER, | 12482 N | B | 28-09-2007 | |
ROXAPEL MUGGENVERJAGER SPRAY | 12481 N | B | 28-09-2007 | |
Roxasect Spray | 12408 N (afgeleide van 11449 N) | B | 28-09-2007 | |
SAFETRAY Pallox | 12751 N | B | 28-09-2007 | |
SNIP RB1 | 9805 N | B | 28-09-2007 | |
Sportak | 8581 N | G | 28-09-2007 | |
Sportak Delta HF | 11278 N | G | 28-09-2007 | |
Spray | 12451 N | B | 28-09-2007 | |
Undeen-Stuif PR | 9995 N | B | 03-08-2007 | |
Vapona Microtech Kruipende Insectenspray | 12396 N (afgeleide van 11449 N) | B | 28-09-2007 | |
Bijlage IV. Biocide, intrekking op verzoek, na eerste beoordeling
Naam middel | Toelatingsnummer | Datum intrekkingsbesluit | Geen termijn | Opmerking |
---|
Aadifec | 6513 N | 28-09-2007 | # | risico milieu |
Acarosan Spray | 11952 N | 28-09-2007 | # | risico toepasser |
Alabastine Badkamer en Keukenverf | 11637 N (afgeleide van 11636 N) | 01-10-2007 | # | risico toepasser |
Baygon Mierenlokdoos | 8534 N | 28-09-2007 | 22-08-2008 | risico milieu |
Baygon-Mierenmiddel | 9241 N (afgeleide van 7764 N) | 24-09-2007 | 22-08-2008 | risico milieu |
Baygon poeder tegen kruipend ongedierte | 3797 N | 28-09-2007 | # | risico volksgezondheid |
Boonstoppel Garantietex Schimmelwerend | 11636 N | 01-10-2007 | # | risico toepasser |
Histor schimmelwerende verf | 11812 N (afgeleide van 11636 N) | 01-10-2007 | # | risico toepasser |
INDEKO-W | 11716 N (afgeleide van 11636 N) | 28-09-2007 | # | risico toepasser |
Roxasect Mierenlokdoos | 12368 N (afgeleide van 8534 N) | 28-09-2007 | 22-08-2008 | risico milieu |
Roxasect poeder tegen kruipend ongedierte | 12274 N (afgeleide van 3797 N) | 28-09-2007 | # | risico volksgezondheid |
Sigmatex BSW | 11785 N (afgeleide van 11636 N) | 01-10-2007 | # | risico toepasser |
Bijlage V. Gewasbeschermingsmiddel, intrekking op verzoek, na eerste beoordeling
Naam middel | Toelatingsnummer | Intrekkings- besluit | Geen termijn | Opmerking |
---|
Luxan Ethufam Vloeibaar | 10523 N | 28-09-2007 | | risico milieu |
Luxan fenmedifam vloeibaar | 9389 N | 01-10-2007 | | risico milieu |
Thiram stuifpoeder | 7451 N | 28-09-2007 | # | risico toepasser |
Topsin M Spuitpoeder | 6477 N | 28-09-2007 | # | risico milieu en toepasser |
Toelichting
De van rechtswege toegelaten middelen (artikel 25d Bestrijdingsmiddelenwet 1962, expiratiedatum 09-09-9999) zijn (her)beoordeeld voor het vaststellen van een lijst van niet-geprioriteerde gewasbeschermingsmiddelen en biociden (artikel 122 Wet gewasbeschermingsmiddelen en biociden (Wgb)). Bij het Besluit CTGB lijst van niet-geprioriteerde gewasbeschermingsmiddelen en biociden 2007 is deze lijst vastgesteld en zijn de toelatingen van de betrokken middelen verlengd voor een periode die afloopt op de dag dat uitvoering moet zijn gegeven aan het communautaire besluit tot plaatsing van de werkzame stof in bijlage I van 91/414/EEG of bijlage I, IA of IB van richtlijn 98/8/EG. Van een middel dat niet op deze lijst is geplaatst, nadat het is beoordeeld in het kader van het project (her)beoordeling niet-geprioriteerde gewasbeschermingsmiddelen en biociden, is de van rechtswege toelating vervallen (artikel 129, lid 2 Wgb).
Artikel 41, lid 5 en artikel 68, lid 5 Wgb bepalen dat alleen ‘bij wijziging of intrekking van een toelating’ het Ctgb bepaalt of, in hoeverre, en voor welke termijn het is toegestaan een niet meer voor bepaalde toepassingen te gebruiken of niet meer toegelaten gewasbeschermingsmiddel of biocide in afwijking van artikel 20 op de markt te brengen, in voorraad te houden, voorhanden te hebben of te gebruiken.
Een opgebruik- en aflevertermijn is derhalve alleen mogelijk als de toelating bij besluit wordt ingetrokken of gewijzigd. Volgens de gangbare uitgangpunten, die ook onder de Wgb gelden, staat deze termijn in verhouding tot de reden waarom het bestrijdingsmiddel niet meer is toegelaten. Doel van de termijn is om producenten, leveranciers en gebruikers er aan te laten wennen dat een middel niet (meer) is toegelaten of dat de toelating is gewijzigd. Zij worden in staat gesteld om naar alternatieven om te zien en de voorraden op te gebruiken. Om de effecten van het middel en de risico's te beperken dient de termijn zo kort mogelijk te zijn. Er wordt geen aflever- en/of opgebruiktermijn vastgesteld indien de volksgezondheid en de veiligheid voor de toepasser in het geding zijn.
Voor gewasbeschermingsmiddelen is de termijn het lopende teeltseizoen. Is er een gering risico dan kan een termijn worden vastgesteld tot na het volgende teeltseizoen.
Voor biociden geldt dat al naar gelang van het gebruik een zo kort mogelijke termijn wordt vastgesteld.
Gebleken is dat het Ctgb een bestendig gebruik heeft waardoor gewoonlijk een aflevertermijn van 12 maanden en een opgebruiktermijn van 18 maanden wordt afgegeven.
Het CBb houdt een strikte uitleg aan door een bevoegdheid tot het vaststellen van een opgebruik- en/of aflevertermijn alleen te erkennen als sprake is van een besluit strekkende tot intrekking van een lopende toelating of een daarmee gelijk te stellen abrupte eindiging van de toelating.
Gelet op het voorgaande moet het Ctgb een toelating bij besluit intrekken voordat het besluit tot vaststelling van de lijst bedoeld in artikel 122, lid 1 Wgb wordt genomen, om bevoegd te zijn een opgebruik- en aflevertermijn vast te stellen. Daarom wordt in artikel 2 van het onderhavige besluit de toelatingsbesluiten van de in bijlage I, II, III en IV genoemde gewasbeschermingsmiddelen en biociden ingetrokken. Er zijn verschillende situaties te onderscheiden met betrekking tot deze middelen.
In artikel 2 wordt verwezen naar bijlage I en II. Dit zijn gewasbeschermingsmiddelen en biociden waarvan de toelating wordt ingetrokken omdat uit de beoordeling blijkt dat er aanwijzingen bestaan dat niet langer wordt voldaan aan toelatingsvoorden. Voor de motivering hiervan wordt verwezen naar het beoordelingsrapport dat separaat aan de toelatinghouders wordt verzonden en op internet wordt geplaatst. Voor de in de bijlage I en II genoemde middelen wordt in de artikelen 4 en 5 een aflevertermijn respectievelijk een opgebruiktermijn vastgesteld, overeenkomstig de hiervoor geschetste uitgangspunten. De termijn gaat in op de dag dat dit besluit in werking treedt (zie artikel 12). Indien voor een middel, op basis van de beoordeling een andere termijn moet worden vastgesteld dan staat in de kolom ‘geen termijn’ een datum vermeld. Voor middelen met een aanduiding ‘#’ in deze kolom zijn geen opgebruik- of aflevertermijnen vastgesteld. Deze middelen mogen met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit niet meer verhandeld of gebruikt. In de kolom ‘opmerking’ is de reden aangegeven om geen termijn vast te stellen. Als in deze kolom een datum is vermeld dan geldt de aflever en opgebruiktermijn tot die datum. De vermelde datum houdt verband met het niet opnemen van de werkzame stof in de bijlage 1 van richtlijn 91/414/EEG of bijlage 1, 1A of 1B van richtlijn 98/8/EG.
In artikel 3 wordt verwezen naar bijlage III. Dit betreft gewasbeschermingsmiddelen en biociden waarvan de toelatingen op verzoek van de toelatinghouder zijn ingetrokken voordat een eerste beoordeling heeft plaatsgevonden. Voor deze middelen wordt in de artikelen 4 en 5 een aflevertermijn respectievelijk een opgebruiktermijn vastgesteld, overeenkomstig de hiervoor geschetste uitgangspunten. De termijn gaat in op de dag dat dit besluit in werking treedt (zie artikel 12).
In artikel 3 wordt ook verwezen bijlage IV. Dit betreft gewasbeschermingsmiddelen en biociden waarvan de toelatingen op verzoek van de toelatinghouder zijn ingetrokken nadat een eerste beoordeling heeft plaatsgevonden. De toelatinghouder koos er voor geen reactie te geven op de uitgevoerde beoordeling, veelal omdat geen mogelijkheid werd gezien om binnen de gegeven (korte) reactie termijn een adequate reactie te geven.Voor deze middelen wordt in de artikelen 4 en 5 een aflevertermijn respectievelijk een opgebruiktermijn vastgesteld, overeenkomstig de hiervoor geschetste uitgangspunten. De termijn gaat in op de dag dat dit besluit in werking treedt (zie artikel 12). Indien voor een middel, op basis van de beoordeling een andere termijn moet worden vastgesteld dan staat dit vermeld in de kolom ‘geen termijn’. Voor middelen met een aanduiding ‘#’ in deze kolom is geen opgebruik- of aflevertermijnen vastgesteld. Deze middelen mogen met ingang van de inwerkingtreding van dit besluit niet meer verhandeld of gebruikt. In de kolom ‘opmerking’ is de reden aangegeven om geen termijn vast te stellen. Als in deze kolom een datum is vermeld dan geldt de aflever en opgebruiktermijn tot die datum. De vermelde datum houdt verband met het niet opnemen van de werkzame stof in de bijlage 1, 1A of 1B van richtlijn 98/8/EG.
Met artikel 10 is een overgangsmaatregel voorzien. Het betreft middelen met een werkzame stof die tussen 1 oktober 2007 en de datum waarop de Wgb in werking treedt bij communautaire maatregel op een bijlage van richtlijn 91/414/EEG of richtlijn 98/8/EG zal worden geplaatst. In het kader van de herbeoordeling van niet-geprioriteerde gewasbeschermingsmiddelen en biociden zijn deze middelen getoetst aan het HTB 0.2. Op 1 oktober 2007 worden een aantal werkzame stoffen (captan, dimethoaat, dimethomorf, fipronil, folpet, glufosinaat-ammonium, methiocarb, pirimifos-methyl, propamocarb-hydrochlor) in bijlage I van richtlijn 91/414/EEG geplaatst. Dit betreft 24 gewasbeschermingsmiddelen. Hierdoor zouden deze middelen met de HTB 1.0 beoordeeld moeten worden. De inwerkingtreding van de Wgb is echter na 1 oktober 2007. Zonder een overgangsregeling zouden de 24 betrokken middelen opnieuw beoordeeld moeten worden. Dit is onwerkbaar. Daarom is in deze overgangsbepaling geregeld dat ook deze middelen overeenkomstig het HTB 0.2 beoordeeld blijven.