Wijziging Subsidieprogramma milieu & technologie
Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 3 december 2007, nr. DGM/SB/2007118038, houdende wijziging van de Subsidieregeling milieugerichte technologie (wijziging Subsidieprogramma milieu & technologie)
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
Gelet op artikel 15.13, eerste tot en met derde lid, van de Wet milieubeheer;
Besluit:
Artikel I
De Subsidieregeling milieugerichte technologie1 wordt als volgt gewijzigd:
A
Artikel 2.2.2 wordt als volgt gewijzigd:
1. Aan het slot van onderdeel b vervalt ‘, of’ en wordt een punt geplaatst.
2. Onderdeel c vervalt.
B
Artikel 2.2.5 komt te luiden:
Artikel 2.2.5
Voor de gehele aanvraag wordt:
a. het uurloon en de vaststelling van het opslagpercentage voor algemene kosten berekend:
1°. overeenkomstig artikel 1.3, eerste lid, onder a, onder 2°, of
2°. volgens een voor de gehele organisatie van de subsidieaanvrager geldende en controleerbare techniek, of
b. een uurtarief gehanteerd van € 40,–, inclusief reis- en verblijfkosten en een opslagpercentage voor algemene kosten.
C
Artikel 2.2.8 komt te luiden:
Artikel 2.2.8
Het subsidieplafond bedraagt voor het jaar 2008: € 5.000.000,–.
D
In artikel 2.2.11, tweede lid, wordt ‘3 oktober 2007’ vervangen door: 9 september 2008.
Artikel II
Paragraaf 2.2 van de Subsidieregeling milieugerichte technologie, zoals deze luidde voor het tijdstip waarop deze regeling in werking is getreden, blijft van toepassing op subsidies voor projecten als bedoeld in die paragraaf die voor dat tijdstip zijn aangevraagd.
Artikel III
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Den Haag, 3 december 2007.
De Minister vanVolkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.M. Cramer.
Toelichting
Door de onderhavige wijziging van de Subsidieregeling milieugerichte technologie zijn enkele wijzigingen in het Subsidieprogramma milieu en technologie (hierna: M&T) aangebracht en is tevens een subsidiebudget van € 5.000.000,– voor het jaar 2008 vastgesteld.
De wijzigingen van de M&T hebben betrekking op: het laten vervallen van artikel 2.2.2, onder c, de vaststelling van het uurtarief en de uiterste datum voor indiening van aanvragen.
Met de onderhavige wijzigingsregeling vervalt artikel 2.2.2, onder c, waardoor het niet meer mogelijk is om op grond van de M&T subsidie te krijgen voor zogenoemde SUSPRISE-projecten.
De onderhavige regeling wijzigt artikel 2.2.5 inzake de vaststelling van het uurloon.
Vanwege het gewijzigde artikel 2.2.5 moet de aanvrager bij de aanvraag aangeven op welke wijze het uurloon is vastgesteld. Dit artikel geeft drie mogelijkheden:
– de berekeningsmethode uit artikel 1.3, eerste lid, onder a, onder 2°, van de Subsidieregeling milieugerichte technologie,
– volgens een voor de gehele organisatie van de subsidieaanvrager geldende en controleerbare techniek,
– door middel van een vast uurtarief.
Door het gewijzigde artikel 2.2.5 moet de aanvrager bij de aanvraag een keuze voor een van bovengenoemde methoden maken. De gekozen methode geldt dan voor de gehele aanvraag ongeacht of de aanvraag door één of door meerdere aanvragers wordt ingediend.
De onderhavige wijzigingsregeling bevat de jaarlijkse vaststelling van het beschikbare budget. De afgelopen jaren is een dergelijke vaststelling steeds in de maand maart geweest. Vanaf de vaststelling was het mogelijk om aanvragen in te dienen. Omdat de onderhavige regeling eerder dan in de voorafgaande jaren is vastgesteld, is de uiterste indieningstermijn in artikel 2.2.11, tweede lid, bepaald op 9 september in plaats van in oktober.
De M&T is sinds 2004 een aantal maal gewijzigd. Een integrale tekst van de regeling is te vinden op www.senternovem.nl/milieutechnologie. Aan die tekst kunnen géén rechten worden ontleend.
Ten aanzien van de beoordelingscriteria in artikel 2.2.4 dient nog het volgende opgemerkt te worden. In artikel 2.2.4 staat een tweetal criteria die bij de beoordeling van de aanvragen naast de criteria uit artikel 1.2, tweede lid, van de Subsidieregeling milieugerichte technologie worden betrokken. Ten opzichte van voorgaande jaren zal SenterNovem bij de beoordeling van de aanvragen het criterium opgenomen in artikel 2.2.4, onder b, in zwaarwegende mate betrekken. Op grond van artikel 2.2.4, onder b, wordt de mate waarin de verschillende onderdelen van de bedrijfskolom bij het project betrokken zijn, beoordeeld. Voor dit criterium is van belang de mate waarin ondernemingen of andere organisaties die een belangrijke rol vervullen bij de implementatie van de resultaten van het project c.q. het daadwerkelijk realiseren van de milieuverdienste, actief betrokken zullen zijn bij het project. Vaak zullen dit een of meerdere eindgebruikers zijn. Actieve betrokkenheid uit zich onder andere door het uitvoeren van werkzaamheden en het voor het project beschikbaar stellen van ‘resources’.
De Minister vanVolkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,
J.M. Cramer