Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Buitenlandse Zaken | Staatscourant 2007, 238 pagina 9 | Overig |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Buitenlandse Zaken | Staatscourant 2007, 238 pagina 9 | Overig |
Besluit van de Minister van Buitenlandse Zaken van 28 november 2007, nr. DVL 1215/2007 tot vaststelling van een subsidieplafond en beleidsregels voor subsidiëring op grond van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 (Europafonds 2008)
De Minister van Buitenlandse Zaken,
Gelet op de artikelen 6, 7 en 10 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken1 en de artikelen 9.3 en 9.4 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 20062 ;
Besluit:
Voor subsidieverlening op grond van de artikelen 9.3 en 9.4 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 in het kader van het Europafonds geldt voor de periode van 1 januari 2008 tot en met 30 juni 2008 een subsidieplafond van € 1.500.000,–.
Voor subsidieverlening op grond van de artikelen 9.3 en 9.4 van de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 in het kader van het Europafonds gelden voor de periode 1 januari 2008 tot en met 30 juni 2008 de beleidsregels, neergelegd in de bijlage bij dit besluit.
De verdeling van het subsidieplafond vindt plaats overeenkomstig de maatstaven die in de beleidsregels zijn neergelegd, met dien verstande dat aanvragen die het beste voldoen aan die maatstaven het eerst voor subsidieverlening in aanmerking komen, binnen het raam van een evenwichtige spreiding als bedoeld in artikel 8, derde lid, onder d van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken.
Subsidieaanvragen kunnen worden ingediend vanaf het tijdstip van inwerkingtreding van dit besluit tot en met 1 februari 2008.
Binnen twee maanden na sluiting van de indieningstermijn worden de besluiten op de aanvraag bekend gemaakt. Indien het aantal ingediende aanvragen daar aanleiding toe geeft kan deze termijn worden verlengd. Aanvragers worden zo spoedig mogelijk na afloop van de indieningstermijn schriftelijk geïnformeerd over de datum van de definitieve besluiten.
Dit besluit treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin het geplaatst wordt.
Dit besluit zal met de bijlage in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Buitenlandse Zaken,
namens deze:
I.M. de Jong.de directeur-generaal Europese Samenwerking
Het communicatiebeleid van de Nederlandse regering over het integratieproces van de Europese Unie (EU) is gericht op het verschaffen van goede en toegankelijke informatie, openheid over EU-besluitvorming en mogelijkheden tot interactie. Doel van het beleid is het leveren van een bijdrage aan een grotere betrokkenheid van de burger bij het integratieproces van de EU, een hoger kennis- en informatiepeil en een levendig Europadebat. Naast de inzet van eigen middelen, wordt via het Europafonds samenwerking gezocht met intermediaire organisaties (zowel maatschappelijk als privaat) in Nederland, om tal van verschillende doelgroepen op maat te informeren en te betrekken bij de discussie en voorlichting over Europese samenwerking.
Met de verstrekking van subsidies uit het Europafonds beoogt de Nederlandse regering projecten van in Nederland gevestigde organisaties te ondersteunen die in Nederland een bijdrage leveren aan de voorlichting en meningsvorming over de Europese Unie.
Onverminderd het overigens bij de Subsidieregeling Ministerie van Buitenlandse Zaken 2006 en het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken bepaalde komen voor subsidies ten laste van het Europafonds uitsluitend projecten in aanmerking die voldoen aan de volgende criteria:
1. Het project draagt bij aan de verwezenlijking van bovengenoemde doelstelling;
2. Het project heeft een toegevoegde waarde ten opzichte van reeds bestaande voorlichting en meningsvorming over de EU in Nederland. Deze toegevoegde waarde kan onder meer betrekking hebben op de keuze van de communicatiemiddelen, de beoogde doelgroep en/of de gekozen thematiek;
3. Het project richt zich primair op de Nederlandse bevolking;
4. Het project voorziet in een actieve benadering van de media teneinde de zichtbaarheid van het project voor een breed publiek te garanderen en het bereik te maximaliseren;
5. Prioritaire onderwerpen voor 2008 zullen zijn:
– de toekomst van Europa en de rol van Nederland daarin;
– de (concrete) gevolgen van EU-beleid voor de Nederlandse burger;
– Europees burgerschap;
– de rol van de EU t.a.v. veiligheid, klimaatbeleid, energiebeleid of economisch beleid;
– de EU en sport.
Dit laat onverlet dat ook nog andere onderwerpen voor subsidie in aanmerking kunnen komen.
Bij de beoordeling van subsidieaanvragen wordt mede in aanmerking genomen:
6. De mogelijkheden van de aanvrager om zijn doelstellingen te realiseren zonder subsidie van het Europafonds;
7. De deskundigheid en capaciteit van de uitvoerder(s) van de activiteit; onder meer of de reputatie van de aanvrager en van eventuele samenwerkingspartners van potentiële kwaliteit en professionaliteit getuigt;
8. De mate waarin de subsidie in evenredige verhouding staat tot de aard, de omvang en de beoogde resultaten van de activiteiten en tot de omvang van de doelgroep;
9. De mate waarin de activiteiten een meer dan incidentele uitwerking hebben;
10. Het bestaan van draagvlak voor de activiteiten, bijvoorbeeld blijkend uit een bijdrage in de kosten door betrokkenen en/of samenwerking met derde partijen.
De subsidieaanvraag dient met inachtneming van de artikelen 25 t/m 28 van het Subsidiebesluit Ministerie van Buitenlandse Zaken, te voldoen aan de volgende vereisten:
– Het aanvraagformulier is volledig ingevuld en de vereiste bescheiden zijn overlegd;
– De doelstelling en de beoogde (en meetbare) resultaten van het project zijn beschreven;
– De wijze waarop het project voldoet aan bovengenoemde criteria is beschreven;
– De concrete werkzaamheden die verricht worden ter realisatie van het project zijn omschreven. Voor de te verrichten werkzaamheden is een planning bijgevoegd;
– Een gedetailleerde begroting, bestaande uit voorziene uitgaven en financiering, is bijgevoegd. De begroting is opgesteld conform de begrotingseisen.
Voor de subsidieaanvragen gelden de volgende financiële kaders:
– Geen subsidie wordt verleend ten behoeve van projecten waarvan de voor subsidie in aanmerking komende kosten minder bedragen dan € 10.000,–. De maximale subsidie per project bedraagt € 500.000,–;
– De looptijd van een project bedraagt maximaal drie jaar;
– Geen subsidies worden verleend ten behoeve van de integrale kosten van de werkzaamheden van de aanvrager. Evenmin wordt subsidie verleend ten behoeve van aanvragen die voornamelijk op de overheadkosten van de aanvrager betrekking hebben.
– De aanvraag wordt ingediend met gebruikmaking van een door de minister beschikbaar gesteld aanvraagformulier.
– Indien een subsidieaanvraag onvolledig is, wordt de aanvrager na afloop van de indieningstermijn verzocht binnen een bepaalde termijn de aanvraag aan te vullen. Indien de aanvrager zijn aanvraag niet of niet volledig aanvult binnen deze termijn, zal de aanvraag buiten behandeling worden gelaten.
Stb. 2005, nr. 137.
Stcrt. 2005, nr. 251.
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2007-238-p9-SC83312.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.