Staatscourant van het Koninkrijk der Nederlanden
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2007, 238 pagina 11 | Besluiten van algemene strekking |
Zoals vergunningen, bouwplannen en lokale regelgeving.
Adressen en contactpersonen van overheidsorganisaties.
U bent hier:
| Datum publicatie | Organisatie | Jaargang en nummer | Rubriek |
|---|---|---|---|
| Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap | Staatscourant 2007, 238 pagina 11 | Besluiten van algemene strekking |
Regeling van de staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap van 26 november 2007, nr. VO/OK/2007/34727, houdende de aanvullende bekostiging voor personeels- en exploitatiekosten ter aanvulling van het schoolbudget in de periode 1 september 2007 tot en met 31 juli 2008 (Regeling aanvulling schoolbudget 2007–2008)
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
Gelet op artikel 85a, eerste lid en artikel 89, eerste lid, van de Wet op het voortgezet onderwijs;
Besluit:
De Minister verstrekt ambtshalve aan het bevoegd gezag van een school of scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs voor de periode 1 september 2007 tot en met 31 juli 2008 aanvullende bekostiging voor personeels- en exploitatiekosten voor het versterken van het beleidsvoerend vermogen van scholen en het realiseren van nieuwe ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs.
Berekening aanvullende bekostiging
1. Het bevoegd gezag van een school of scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs heeft ten behoeve van de in artikel 2 genoemde periode aanspraak op een aanvullende bekostiging voor het versterken van het beleidsvoerend vermogen en het realiseren van ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs. De aanvullende bekostiging is gebaseerd op een bedrag van € 14,23 per leerling.
2. De hoogte van de aanvullende bekostiging in de periode 1 september 2007 tot en met 31 juli 2008 wordt eenmalig berekend op basis van het aantal leerlingen dat op 1 oktober 2006 op de school of scholengemeenschap voor voortgezet onderwijs als werkelijk schoolgaand staat ingeschreven.
1. De Minister verstrekt ambtshalve de aanvullende bekostiging in december 2007.
2. De betaling van de aanvullende bekostiging vindt plaats in december 2007.
1. De aanvullende bekostiging wordt verstrekt als tegemoetkoming in uitgaven die vallen binnen het het doel van deze regeling. Verrekening van eventueel niet-bestede middelen of overschotten vindt niet plaats.
2. De verklaring van de accountant bij de jaarrekening omvat tevens een oordeel over de rechtmatige besteding van deze subsidie.
3. Overeenkomstig de OCenW-Richtlijnen Jaarverslaggeving wordt in de jaarrekening de aan het verslagjaar toe te rekenen bekostiging herkenbaar als bate verantwoord, en worden de lasten verwerkt binnen de daartoe bestemde posten. Een afzonderlijke specificatie van de lasten naar kostensoorten is niet noodzakelijk. De bekostiging wordt opgenomen in bijlage D2 bij de jaarrekening als niet geoormerkte bekostiging.
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst en werkt terug tot en met 1 september 2007. Deze regeling vervalt met ingang van 1 augustus 2008.
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling aanvulling schoolbudget 2007–2008.
Deze regeling zal met toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap streeft naar sterke autonome scholen in het voortgezet onderwijs, die hun eigen verantwoordelijkheid kunnen nemen om hun taak zo goed mogelijk te vervullen. Sleutelbegrippen in de besturingsfilosofie zijn deregulering en vergroting van de autonomie van scholen. Bij het streven naar autonomie hoort dat scholen zelf hun verantwoordelijkheid kunnen nemen ten aanzien van de hun ter beschikking staande financiële middelen. Scholen kunnen zelf het beste beoordelen waar investeringen het meest nodig zijn en het meeste effect sorteren. Schoolbudgetten zijn bij uitstek budgetten om deze eigen verantwoordelijkheid te kunnen waarmaken. De systematiek van lumpsumfinanciering past hierbij. Echter, omdat het accent op de besteding afhankelijk is van de beleidsvoorstellen van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap en daardoor periodiek kan wijzigen, is in 1999 met het Ministerie van Financiën besloten de middelen niet in de lumpsum te stoppen. Het betreft hier incidentele extra middelen waardoor het schoolbudget in de lumpsum niet structureel kan worden opgehoogd, maar loopt het als aanvullende bekostiging via een Ministeriële regeling.
Deze regeling sluit aan op de Regeling aanvulling schoolbudget augustus 2005–december 2006 (VO/OK/2005/24117, Gele katern 2005, nr. 11 20 t/m 22). Voorafgaand aan die regeling waren er vanaf 1999 eveneens vergelijkbare regelingen.
Ten opzichte van de Regeling aanvulling schoolbudget augustus 2005–december 2006 wordt er geen verandering in de administratieve lasten voorzien. Scholen behoeven geen aanvraag in te dienen en behoeven de aanvullende bekostiging binnen het doel van de regeling maar in beperkte mate te verantwoorden. Deze regeling behoeft derhalve niet aan ACTAL te worden voorgelegd.
In deze regeling is de aanspraak van scholen voor voortgezet onderwijs vastgelegd op aanvullende bekostiging voor het versterken van het beleidsvoerend vermogen en het realiseren van nieuwe ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs voor het schooljaar 2007-2008.
Bij toepassing van een vaste inwerkingtredingsdatum en invoeringstermijn van ten minste 3 maanden – volgens het uitgangspunt van kabinetsbeleid Vaste Verander Momenten, zoals verwoord in Kamerstukken II, vergaderjaar 2006/07, 29 515, nr. 181, – zou inwerkingtreding pas op 1 januari 2008 mogelijk zijn bij publicatie van de regeling op 1 oktober 2007.
Inwerkingtreding met ingang van 1 januari 2008 zou betekenen dat het voor het kalenderjaar 2007 reeds in de rijksbegroting voor het versterken van het beleidsvoerend vermogen en het realiseren van nieuwe ontwikkelingen in het voortgezet onderwijs opgenomen bedrag van € 12.927.000 niet meer kan worden besteed. Ter vermijding van hoge/buitensporige private of publieke kosten van vertraging treedt deze regeling zo spoedig mogelijk na publicatie in werking.
Deze regeling is gericht op een school of scholengemeenschap zoals bedoeld in de Wet op het voortgezet onderwijs. Dat betekent dat scholen voor voortgezet onderwijs die verbonden zijn aan een Agrarisch opleidingscentrum (AOC) als bedoeld in in artikel 1.3.3. van de Wet educatie en beroepsonderwijs (Web) zijn uitgesloten. Niettemin hadden scholen die onderdeel uitmaken van een AOC in aanmerking kunnen komen voor een soortgelijke aanvullende bekostiging, indien zij voldeden aan de voorwaarden van de per 1 januari 2007 vervallen regeling ‘Tijdelijke regeling LNV aanvulling schoolbudget voorbereidend beroepsonderwijs in een AOC 2005–2006’.
Aangezien OCW de aanvullende bekostiging ambtshalve toekent, hoeft het bevoegd gezag geen aanvraag in te dienen.
De Staatssecretaris van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap,
J.M. van Bijsterveldt-Vliegenthart
Kopieer de link naar uw clipboard
https://zoek.officielebekendmakingen.nl/stcrt-2007-238-p11-SC83327.html
De hier aangeboden pdf-bestanden van het Staatsblad, Staatscourant, Tractatenblad, provinciaal blad, gemeenteblad, waterschapsblad en blad gemeenschappelijke regeling vormen de formele bekendmakingen in de zin van de Bekendmakingswet en de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen voor zover ze na 1 juli 2009 zijn uitgegeven. Voor pdf-publicaties van vóór deze datum geldt dat alleen de in papieren vorm uitgegeven bladen formele status hebben; de hier aangeboden elektronische versies daarvan worden bij wijze van service aangeboden.