De Minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit,
Gelet op:
– richtlijn 2005/94/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40 (PbEU L 10);
– beschikking 2005/734/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 19 oktober 2005 tot vaststelling van bioveiligheidsmaatregelen ter beperking van het risico van overdracht van hoogpathogene aviaire influenza, veroorzaakt door het influenza A-virus subtype H5N1, van in het wild levende vogels naar pluimvee en andere in gevangenschap gehouden vogels en tot instelling van een systeem voor vroege opsporing in risicogebieden (PbEU L 274);
– beschikking 2006/474/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 juli 2006 tot vaststelling van maatregelen ter preventie van de verspreiding van hoogpathogene aviaire influenza, veroorzaakt door influenza A-virus subtype H5N1, naar vogels in dierentuinen en officieel erkende instellingen, instituten of centra in de lidstaten en tot intrekking van Beschikking 2005/744/EG (PbEU L 187);
– richtlijn 2000/75/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 november 2000 tot vaststelling van specifieke bepalingen inzake de bestrijding en uitroeiing van bluetongue (PbEU L 327);
– verordening (EG) nr. 1266/2007 van de Commissie van 26 oktober 2007 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor richtlijn 2000/75/EG van de Raad wat betreft bestrijding, monitoring, surveillance en beperkingen op de verplaatsingen van bepaalde dieren van vatbare soorten in verband met bluetongue (PbEU L 283);
– artikel 10, eerste lid, van richtlijn 90/425 van de Raad van de Europese Unie van 26 juni 1990 inzake veterinaire en zoötechnische controles in het intracommunautaire handelsverkeer in bepaalde levende dieren en produkten in het vooruitzicht van de totstandbrenging van de interne markt (PbEU L 224);
– de artikelen 10, 17, 18, 19, 29, 30, eerste en derde lid, 31, 32, 100, 107 en 114 van de Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
– de Regeling aanwijzing ambtenaren Gezondheids- en welzijnswet voor dieren;
Besluit:
§ 1
Algemene bepalingen
Artikel 1.1
In deze regeling wordt verstaan onder:
a. dierentuin: dierentuin als bedoeld in artikel 2, tweede alinea, van beschikking 2006/474/EG van de Commissie van de Europese Gemeenschappen van 6 juli 2006 tot vaststelling van maatregelen ter preventie van de verspreiding van hoogpathogene aviaire influenza, veroorzaakt door influenza A-virus subtype H5N1, naar vogels in dierentuinen en officieel erkende instellingen, instituten of centra in de lidstaten en tot intrekking van Beschikking 2005/744/EG (PbEU L 187);
b. evenhoevigen: herkauwers en varkens;
c. gevogelte: pluimvee, alsmede andere gehouden dieren van een soort behorende tot de orde van de eendvogels ( Anseriformes), tot de families van de struisvogels ( Struthionidae), emoes ( Dromaiidae) en nandoes ( Rheidae) en de familie van de duiven ( Columbidae);
d. hobbypluimvee: gevogelte als bedoeld in artikel 1, onderdeel c, van de Tijdelijke vrijstellingsregeling vaccinatie hobbypluimvee, biologische legkippen en legkippen met vrije uitloop;
e. richtlijn 2000/75/EG: richtlijn 2000/75/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 november 2000 tot vaststelling van specifieke bepalingen inzake de bestrijding en uitroeiing van bluetongue (PbEU L 327);
f. richtlijn 2005/94/EG: Richtlijn 2005/94/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2005 betreffende communautaire maatregelen ter bestrijding van aviaire influenza en tot intrekking van Richtlijn 92/40 (PbEG L10);
g. Verenigd Koninkrijk: Verenigd Koninkrijk, met uitzondering van Noord-Ierland;
h. verordening (EG) nr. 1266/2007: verordening (EG) nr. 1266/2007 van de Commissie van 26 oktober 2007 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor richtlijn 2000/75/EG van de Raad wat betreft bestrijding, monitoring, surveillance en beperkingen op de verplaatsingen van bepaalde dieren van vatbare soorten in verband met bluetongue;
i. vervoermiddel: voertuig, waaronder mede begrepen een combinatie van een voertuig met één of meer door dat voertuig voortbewogen aanhangwagens, opleggers of containers;
j. VWA: Voedsel en Waren Autoriteit.
§ 2
Aviaire Influenza
Artikel 2.1
1. Het is verboden bedrijfsmatig gevogelte te houden.
2. Het verbod, bedoeld in het eerste lid, is niet van toepassing indien wordt voldaan aan artikel 2.2.
Artikel 2.2
1. De houder van bedrijfsmatig gehouden gevogelte draagt ervoor zorg dat:
a. voedsel en water aan het gevogelte wordt verstrekt in een ruimte die ten minste aan de bovenzijde ondoorlaatbaar is afgedekt, en
b. het gevogelte geen water krijgt dat afkomstig is van oppervlaktewateren waartoe wilde vogels toegang hebben, tenzij dat water behandeld is om eventueel aanwezig virus te inactiveren.
2. De houder die zowel bedrijfsmatig gehouden gevogelte als niet-bedrijfsmatig gehouden eenden of ganzen houdt, neemt passende maatregelen om te voorkomen dat zijn eenden of ganzen in contact komen met het bedrijfsmatig gehouden gevogelte.
Artikel 2.3
[GERESERVEERD]
Artikel 2.4
[GERESERVEERD]
Artikel 2.5
1. In afwijking van de artikelen 44 tot en met 46 van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s is het verboden gevogelte, met uitzondering van sierduiven, afkomstig van verschillende plaatsen tijdelijk op één plaats te verzamelen.
2. Het eerste lid is niet van toepassing op het tijdelijk op één plaats verzamelen ten behoeve van wedvluchten, culturele evenementen, tentoonstellingen, keuringen of andere tijdelijke verzamelingen, anders dan markten waar gevogelte worden verhandeld, indien:
a. degene, die voornemens is gevogelte van verschillende plaatsen tijdelijk op één plaats te verzamelen de VWA van dit voornemen ten minste 8 dagen van tevoren kennis heeft gegeven;
b. het gevogelte dat tijdelijk worden verzameld afkomstig is van plaatsen binnen Nederland;
c. het gevogelte, alvorens dit wordt toegelaten bij de plaats van aanvoer, op de kosten van degene, die voornemens is gevogelte van verschillende plaatsten tijdelijk op één plaats te verzamelen, wordt onderzocht door één of meer dierenartsen, en
d. voor zover het een tentoonstelling of keuring betreft, slechts gevogelte wordt toegelaten dat vergezeld gaat van een op deze vogels betrekking hebbende, volledig ingevulde en ondertekende verklaring van enting tegen Newcastle Disease zoals bedoeld in artikel 45, tweede lid, van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s.
Artikel 2.6
1. Een vervoermiddel dat kennelijk is gebruikt voor het vervoeren van gevogelte of broedeieren in derde landen, alsmede in lidstaten van de Europese Unie waar een uitbraak van hoogpathogene aviaire Influenza is bevestigd, en vanuit deze derde landen of lidstaten, anders dan in doorvoer leeg in Nederland wordt gebracht, wordt gereinigd en ontsmet op een reinigings- en ontsmettingsplaats voor vervoermiddelen die is geregistreerd overeenkomstig artikel 78 van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s. De vervoerder overlegt binnen 24 uur na binnenkomst in Nederland aan de VWA een bewijs van de reiniging en ontsmetting.
2. Voor de werking van dit artikel wordt onder een uitbraak van hoogpathogene aviaire Influenza in een lidstaat niet verstaan een uitbraak in een circus, een dierentuin, een vogelwinkel, een wildpark, een omheind terrein waar gevogelte voor wetenschappelijke doeleinden of met het oog op de bescherming van zeldzame pluimveerassen wordt gehouden, zoals bedoeld in artikel 13, eerste lid, van richtlijn 2005/94/EG.
3. Het bewijs van de laatste reiniging en ontsmetting, bedoeld in het eerste lid, dient in ieder geval een datum, tijdstip van reiniging en ontsmetting en kenteken van het gereinigde vervoermiddel te bevatten en is ten allen tijde in het vervoermiddel aanwezig.
4. De reiniging en ontsmetting, bedoeld in het eerste lid, geschiedt overeenkomstig bijlage 10 van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s.
5. In afwijking van het eerste lid, is het toegestaan vervoermiddelen te reinigen en te ontsmetten op andere plaatsen dan die, bedoeld in het eerste lid, indien deze plaatsen zodanig zijn ingericht en uitgerust dat de reiniging en ontsmetting met het oog op de wering van aviaire Influenza op adequate wijze plaatsvinden.
6. De plaatsen, bedoeld in het vijfde lid, worden door de Minister geregistreerd nadat is gebleken dat aan de voorwaarden, genoemd in het vijfde lid, is voldaan. Artikel 78, derde tot en met zesde lid, van de Regeling preventie, bestrijding en monitoring van besmettelijke dierziekten en zoönosen en TSE’s, is van overeenkomstige toepassing.
Artikel 2.7
1. Het is verboden een vervoermiddel als bedoeld in artikel 2.6, eerste lid, dat in een derde land is gebruik om gevogelte of broedeieren te vervoeren, alsmede in lidstaten van de Europese Unie waar een uitbraak van hoogpathogene aviaire Influenza is bevestigd, vanuit deze derde landen en lidstaten, anders dan in doorvoer, leeg in Nederland te brengen.
2. Het verbod in het eerste lid is niet van toepassing indien wordt voldaan aan het bepaalde in artikel 2.6.
Artikel 2.8
In afwijking van artikel 50, eerste lid, onderdelen d en e, van de Flora- en Faunawet is het gebruik van gehouden eenden als lokvogels als middel tot jagen verboden.
Artikel 2.9
Deze paragraaf is niet van toepassing op gevogelte, gehouden in dierentuinen.
§ 3
Bluetongue
Artikel 3.1
Voor de toepassing van deze paragraaf wordt geheel Nederland aangemerkt als beperkingsgebied.
Artikel 3.2
Onze Minister is de bevoegde autoriteit, bedoeld in:
a. artikel 7, eerste lid, van verordening (EG) nr. 1266/2007;
b. artikel 9, eerste lid, van verordening (EG) nr. 1266/2007;
c. bijlage III, hoofdstuk A, onderdeel 5, van verordening (EG) nr. 1266/2007.
Artikel 3.3
De VWA is de bevoegde autoriteit bedoeld in artikel 8, derde lid, vierde lid, onderdeel c, en vijfde lid van verordening (EG) nr. 1266/2007.
Artikel 3.4
1. Het is verboden herkauwers te verplaatsen.
2. Het eerste lid is niet van toepassing indien de te verplaatsen dieren op de dag van vervoer geen klinische tekenen van bluetongue vertonen.
3. Het eerste lid is niet van toepassing op een verplaatsing vanuit een beschermingsgebied, bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel a, van richtlijn 2000/75/EG naar een toezichtsgebied, bedoeld in artikel 8, tweede lid, onderdeel b, van richtlijn 2000/75/EG, mits voldaan is aan de voorwaarden, bedoeld in artikel 7, tweede lid, van verordening (EG) nr. 1266/2007.
Artikel 3.5
Het is verboden in strijd te handelen met artikel 8, eerste, derde en vierde lid, van verordening (EG) nr. 1266/2007.
Artikel 3.6
1. De doorvoer van herkauwers is verboden.
2. Het eerste lid is niet van toepassing, indien is voldaan aan de voorwaarden, genoemd in artikel 9, eerste lid, onderdelen a, b of c.
Artikel 3.7
1. Ingeval een herkauwer verschijnselen vertoont van bluetongue of redelijkerwijs kan worden aangenomen dat een herkauwer in de gelegenheid is geweest om te worden besmet met of drager is van bluetongue, wordt aan de houder van het dier vrijstelling verleend van de verplichting tot kennisgeving, bedoeld in artikel 19, eerste lid, van de wet, onder de voorwaarde dat wordt voldaan aan het tweede lid.
2. De houder, bedoeld in het eerste lid, stelt een dierenarts in kennis van de verschijnselen van bluetongue bij een herkauwer.
3. De dierenarts, bedoeld in het tweede lid, verricht de kennisgeving, bedoeld in artikel 100 van de wet, aan de VWA.
§ 4
Mond- en klauwzeer
Artikel 4.1
1. Een vervoermiddel waarmee een of meer paardachtigen vanuit het Verenigd Koninkrijk in Nederland worden gebracht wordt terstond na lossing gereinigd en ontsmet.
2. Een vervoermiddel dat kennelijk is gebruikt voor het vervoeren van een of meer paardachtigen in het Verenigd Koninkrijk en leeg vanuit het Verenigd Koninkrijk, anders dan in doorvoer in Nederland wordt gebracht, wordt zo spoedig mogelijk na binnenkomst in Nederland gereinigd en ontsmet.
Artikel 4.2
1. De houder van evenhoevigen houdt een register bij van alle bedrijfsmatige bezoeken waarin tenminste wordt opgenomen:
a. de datum van het bezoek;
b. de naam van de bezoeker, en indien van toepassing,
c. de naam van het bedrijf in opdracht waarvan hij het bedrijf waar evenhoevigen verblijven bezoekt.
2. De houder van evenhoevigen bewaart het register, bedoeld in het eerste lid, gedurende ten minste 3 maanden.
§ 5
[GERESERVEERD]
§ 6
[GERESERVEERD]
§ 7
[GERESERVEERD]
§ 8
Slotbepalingen
Artikel 8.1
De volgende regelingen worden ingetrokken:
a. Tijdelijke regeling maatregelen ter wering van Aviaire Influenza;
b. Regeling beperkingsgebieden bluetongue 2006;
c. Tijdelijke regeling maatregelen mond- en klauwzeer Verenigd Koninkrijk 2007 (II).
Artikel 8.2
Deze regeling wordt aangehaald als: Regeling tijdelijke maatregelen dierziekten.
Artikel 8.3
Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
Deze regeling bevat tijdelijke maatregelen die in het kader van het weren, de preventie of de bestrijding van dierziekten noodzakelijk zijn. Op dit moment gelden maatregelen in het kader van aviaire influenza, bluetongue en mond- en klauwzeer. Deze maatregelen zijn thans opgenomen in respectievelijk de Tijdelijke regeling maatregelen ter wering van Aviaire Influenza, de Regeling beperkingsgebieden bluetongue 2006 en de Tijdelijke regeling maatregelen mond- en klauwzeer Verenigd Koninkrijk 2007 (II). Met de onderhavige regeling komen de voornoemde regelingen te vervallen. De maatregelen over aviaire influenza en mond- en klauwzeer zijn inhoudelijk ongewijzigd.
Ten aanzien van bluetongue is een aantal wijzigingen doorgevoerd, ten gevolge van de recente inwerkingtreding van verordening (EG) nr. 1266/2007 van de Commissie van 26 oktober 2007 tot vaststelling van uitvoeringsbepalingen voor richtlijn 2000/75/EG van de Raad wat betreft bestrijding, monitoring, surveillance en beperkingen op de verplaatsingen van bepaalde dieren van vatbare soorten in verband met bluetongue (hierna: verordening). Deze wijzigingen worden in de volgende paragraaf toegelicht.
Overigens kan in het geval dat in de toekomst voor Nederland maatregelen moeten worden getroffen in het kader van een andere dierziekte, een van de gereserveerde paragrafen worden gebruikt.
De verordening stelt voorwaarden aan de verplaatsingen van herkauwers en sperma, eicellen en embryo’s van deze dieren. De voorwaarden verschillen per gebied, dat wordt ingesteld op basis van artikel 8 van richtlijn 2000/75/EG. Een beschermingsgebied bestaat uit een gebied van ten minste 100 kilometer rond het besmette bedrijf. Een toezichtsgebied is een strook van ten minste 50 kilometer rond het beschermingsgebied. Deze gebieden tezamen vormen een beperkingsgebied (artikel 2, onderdeel d, van de verordening). Op dit moment heeft geen van de lidstaten een toezichtsgebied ingesteld. Dit betekent dat de facto het beperkingsgebied gelijk is aan het beschermingsgebied.
Vanwege de vele uitbraken van bluetongue en omdat hetzelfde serotype bluetonguevirus circuleert, is geheel Nederland aangemerkt als beperkingsgebied (artikel 3.1).
Voorts circuleert in de lidstaten om ons heen (België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk) hetzelfde type bluetonguevirus als in Nederland. Voor een actueel overzicht van de lidstaten waar het bluetonguevirus circuleert, wordt verwezen naar de website van de Europese Commissie1 .
De verordening stelt de volgende voorwaarden aan het transport van herkauwers binnen een beperkingsgebied waar hetzelfde type bluetonguevirus circuleert.
Verplaatsingen van herkauwers zijn toegestaan, mits de te verplaatsen dieren op de dag van het vervoer geen klinische tekenen van bluetongue vertonen (artikel 7, eerste lid, van de verordening). Deze verplaatsingen zijn niet alleen toegestaan binnen Nederland, maar ook naar de beperkingsgebieden van België, Denemarken, Duitsland, Frankrijk, Luxemburg en het Verenigd Koninkrijk. Artikel 3.4 van de onderhavige regeling voorziet hierin.
Op grond van artikel 8, eerste lid, onderdeel a, van de verordening mogen herkauwers en sperma, eicellen en embryo’s vanuit het beperkingsgebied naar een ander bedrijf (buiten het beperkingsgebied) worden vervoerd, mits wordt voldaan aan de voorwaarden van bijlage III van de verordening. Deze bijlage bevat in ieder geval de verplichting dat de dieren tijdens het vervoer tegen vectoren moeten zijn beschermd. Van de mogelijkheid, geboden in artikel 8, eerste lid, onderdeel b, om alternatieve afspraken te maken is op dit moment geen gebruik gemaakt.
Voorts mogen herkauwers uit het beperkingsgebied onder de voorwaarden van artikel 8, vierde lid, van de verordening, buiten het beperkingsgebied geslacht worden. Deze voorwaarden houden in dat er geen geval van bluetongue is geconstateerd gedurende een periode van ten minste 30 dagen vóór de datum van verzending, dat de dieren onder officieel toezicht naar het slachthuis worden vervoerd en dat de Voedsel en Waren Autoriteit (hierna: VWA) het transport aan de bevoegde autoriteit van plaats van bestemming bekendmaakt.
Het bovenstaande vindt een nationale vertaalslag in artikel 3.5.
Artikel 9 van de verordening stelt voorwaarden aan de doorvoer van herkauwers. Deze voorwaarden zien op de behandeling van de dieren en de vervoermiddelen met insecticiden of insectwerende middelen en de bescherming van dieren tegen vectoren. Dit is geregeld in artikel 3.6 van deze regeling.
De verplichting voor veehouders om nieuwe uitbraken van bluetongue te melden aan de praktiserend dierenarts en niet langer aan de VWA, zoals die was opgenomen in de Regeling beperkingsgebieden bluetongue 2006, wordt in de onderhavige regeling gecontinueerd (artikel 3.7).