Besluit vaststelling bijdragen gemoedsbezwaarden als bedoeld in artikel 20 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen voor het jaar 2008
19 november 2007
Nr. FM 2007-02875 M
Directie Financiële Markten
De Minister van Financiën,
Gelet op artikel 20 van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen;
Besluit:
Artikel 1
Het bedrag dat personen die gemoedsbezwaren hebben tegen het sluiten van een verzekering, verschuldigd zijn voor het verkrijgen van een bewijs van vrijstelling van de verplichting van verzekering, beloopt voor het jaar 2008:
Categorie 1 | € 95,25 | voor vierwielige personenauto's en bestelauto's; |
Categorie 2 | € 31,75 | voor aanhangwagens bij motorrijtuigen behorende tot categorie 1; |
Categorie 3 | € 95,25 | voor autobussen, vrachtauto’s en trekkers; |
Categorie 4 | € 95,25 | voor aanhangwagens en opleggers bij motorrijtuigen behorende tot categorie 3; |
Categorie 6 | € 31,75 | voor motorrijwielen, scooters, motorcarriers en overige niet tot de categorieën 1 tot en met 4, 7 of 8 behorende motorrijtuigen; |
Categorie 7 | € 31,75 | voor landbouwwerktuigen; |
Categorie 8 | € 31,75 | voor rijwielen met hulpmotor. |
Artikel 2
Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.
Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.
De Minister van Financiën, W.J. Bos.
Toelichting
Bezitters of houders van motorrijtuigen zijn op grond van de Wet aansprakelijkheidsverzekering motorrijtuigen (Wam) verplicht een aansprakelijkheidsverzekering af te sluiten.
Een uitzondering geldt voor personen die gemoedsbezwaren hebben tegen het sluiten van een verzekering en die als zodanig door of namens de Minister van Financiën zijn erkend. De betrokken gemoedsbezwaarden dienen voor elk motorrijtuig in het bezit te zijn van een door of namens de Minister van Financiën afgegeven vrijstellingsbewijs. De uitvoering van de vrijstellingsregeling voor gemoedsbezwaarden vindt plaats door het Waarborgfonds Motorverkeer te Rijswijk.
Gemoedsbezwaarden zijn per motorrijtuig een jaarlijkse bijdrage verschuldigd aan het Fonds Middelen Gemoedsbezwaarden (FMG) om de (nog) niet betaalde schade veroorzaakt door mede-gemoedsbezwaarden te kunnen vergoeden en om de administratiekosten te dekken die door het Waarborgfonds Motorverkeer ter uitvoering van de regeling worden gemaakt. De hoogte van de bijdrage wordt jaarlijks door de Minister van Financiën vastgesteld.
De bijdragen van gemoedsbezwaarden vormen de belangrijkste baten van het FMG. De hoogte van de bijdragen moet dan ook zijn afgestemd op een verantwoorde exploitatie van het FMG. Hierbij moet rekening worden gehouden met het feit dat schaden die gemoedsbezwaarden niet of niet geheel zelf kunnen betalen, ten laste komen van het FMG, zodat benadeelden niet worden gedupeerd door het ontbreken van een aansprakelijkheidsverzekering. Het FMG heeft wel een verhaalsrecht op de aansprakelijke gemoedsbezwaarden.
In jaren 90 van de vorige eeuw is als doelstelling geformuleerd dat de omvang van het FMG moest worden vastgesteld op het bedrag waartoe een Wam-verzekering minimaal dekking gaf. Op dat moment was dit ongeveer € 1 miljoen. Medio 2007 is de Wam aangepast aan de zgn. 5e Wam-richtlijn. Eén van de kernpunten van deze wetswijziging was de verhoging van de minimaal te verzekeren bedragen. Naar aanleiding van het verhogen van deze bedragen is besloten ook de omvang van het FMG te verhogen. Gezien de grote schaden die het FMG sedert het begin van de jaren 90 van de vorige eeuw heeft uitgekeerd, is het verantwoord geacht om vooralsnog als doelstelling te hanteren de omvang van het FMG te stellen op € 2 miljoen. Een eenmalige verhoging van de bijdragen teneinde het nieuwe bedrag te bereiken zou echter leiden tot een bijzonder grote stijging van de bijdragen. Daarom is er voor gekozen het nieuwe doelvermogen te bereiken in een periode van 5 jaar. Als eerste aanzet tot de gewenste verhoging van het vermogen zijn de bijdragen voor 2007 ten opzichte van voorafgaande jaar verhoogd met 15%.
De schadelast van het FMG in 2007 blijkt volgens de meest recente ramingen aanzienlijk geringer te zijn dan begroot. Hierdoor heeft de vermogenspositie zich zo gunstig ontwikkeld dat kan worden volstaan met het ongewijzigd laten van de bijdragen voor 2008.
Opgemerkt wordt dat ten opzichte van de regeling waarin de bijdragen voor 2007 werden vastgesteld, categorie 5 niet meer is opgenomen. Deze categorie had betrekking op trekkers met opleggers. Opleggers dienen inmiddels echter van een eigen kenteken te zijn voorzien waardoor zij vallen onder categorie 4, terwijl de trekkers op hun beurt vallen onder categorie 3. Aangezien het Waarborgfonds Motorverkeer in zijn administratie een codering hanteert die is afgeleid van de reeds jaren gehanteerde categorie-indeling in de Ministeriële regelingen waarin de bijdragen voor gemoedsbezwaarden worden vastgesteld, is er voor gekozen te volstaan met het niet langer hanteren van categorie 5 en de oorspronkelijke categorieën 6, 7 en 8 niet om te nummeren.
De Minister van Financiën,
W.J. Bos