Wijziging Subsidieregeling emissieverminderende voorzieningen voor voertuigen

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 23 november 2007, nr. KVI 2007114663, houdende wijziging van de Subsidieregeling emissieverminderende voorzieningen voor voertuigen (wijziging subsidieprogramma retrofit vrachtauto’s en toerbussen en het subsidieprogramma ongebruikte vrachtauto’s en bussen)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op artikel 15.13, eerste tot en met derde lid, van de Wet milieubeheer;

Besluit:

Artikel I

De Subsidieregeling emissieverminderende voorzieningen voor voertuigen1 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. De onderdelen m en n vervallen.

2. De onderdelen o tot en met q worden geletterd m tot en met o. (zie AWR 238, 4,A,1)

B

Artikel 1.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. Voor de tekst van artikel 1.3 wordt de aanduiding ‘1.’ geplaatst.

2. Er wordt een lid toegevoegd, luidende:

Indien de inbouw van een voorziening bij de Dienst Wegverkeer moet worden gemeld, geschiedt de subsidievaststelling in afwijking van het eerste lid in volgorde van de meldingen van de inbouw aan de Dienst Wegverkeer.

C

Het opschrift van paragraaf 2.2 komt te luiden: Subsidieprogramma retrofit vrachtauto’s, zware bestelauto’s en bussen.

D

Artikel 2.7, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b wordt ‘toerbus’ vervangen door: bus.

2. Onderdeel c komt te luiden: een bestelauto met een toegestane maximum massa van meer dan 2.800 kg.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 23 november 2007.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.M. Cramer.

Toelichting

Met de onderhavige regeling zijn enkele wijzigingen in de Subsidieregeling emissieverminderende voorzieningen voor voertuigen doorgevoerd.

Met de wijziging van artikel 1.3 geschiedt de subsidievaststelling in volgorde van de meldingen van de inbouw aan de Dienst Wegverkeer (RDW). Hiervoor is gekozen, omdat op deze wijze de subsidieaanvrager van het roetfilter, voor inbouw, beter kan inschatten of het ingebouwde roetfilter voor subsidie in aanmerking komt.

Er is voor deze regeling een subsidieplafond vastgesteld. Bij overschrijding van het subsidieplafond wordt er geen subsidie meer uitgekeerd. De inbouwer kan op de site van SenterNovem bekijken (www.senternovem.nl/srv) hoeveel roetfilters er de week ervoor zijn afgemeld en hoe groot naar verwachting het totaal uitgegeven subsidiebudget is. Hierdoor kan de inbouwer inschatten of er nog voldoende subsidiebudget beschikbaar is. Bij vaststelling van de subsidie op basis van de subsidieaanvraag zit er enige tijd tussen het inbouwen van het filter en het aanvragen van de subsidie. De kans is dan groter dat er een filter ingebouwd wordt en vervolgens bij de subsidieaanvraag blijkt dat het subsidieplafond al bereikt is.

Bij het bijna bereiken van het subsidieplafond zal SenterNovem ernaar streven om dagelijks bij te houden hoeveel filters er zijn afgemeld. SenterNovem zal op de dag dat zij denken dat het plafond is bereikt op haar website aangegeven dat het plafond naar verwachting is bereikt en dat er grote kans is dat de inbouwer van het roetfilter niet meer in aanmerking komt voor subsidie. Het Ministerie van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer zal tevens via de RAI Vereniging en de BOVAG communiceren op welke dag naar verwachting het budget is uitgeput.

Met de onderhavige wijziging is tevens de reikwijdte van het Subsidieprogramma retrofit vrachtauto’s en toerbussen aangepast. De reikwijdte was beperkt tot vrachtauto’s, toerbussen en bussen van klasse A en B. Dat hield verband met het feit dat bussen die in het openbaar vervoer werden gebruikt, met uitzondering van de bussen van klasse A en B als bedoeld in artikel 1.1, onder n, van het Voertuigreglement, onder een bekostigingsmaatregel van de Minister van Verkeer en Waterstaat vielen. Deze bekostigingsmaatregel is vervallen met ingang van 1 juni 2006. Het subsidieprogramma, bedoeld in paragraaf 2.2, is daarom verruimd naar alle bussen. Om die reden konden de definities van toerbus en bus van klasse A of B uit de subsidieregeling worden geschrapt.

Door de onderhavige wijzigingsregeling is het subsidieprogramma voor vrachtwagens en bussen tevens van toepassing op zware bestelauto’s met een maximum massa van 2800 kg of meer. Bestelauto’s, ook die met een maximum massa van 2800 kg of meer waarvoor wel een filter uit de categorie voor personen- en bestelauto’s beschikbaar is, blijven in principe gewoon aangewezen op het Subsidieprogramma personen- en bestelauto’s. Alleen als er voor een bestelauto zowel een filter uit de categorie voor personen- en bestelauto’s als die voor vrachtauto’s beschikbaar is, kan men kiezen welk filter wordt ingebouwd en – afhankelijk van die keuze – op grond van welk subsidieprogramma subsidie wordt aangevraagd.

De ontwerpregeling is op 13 november 2007 gemeld bij de Europese Commissie (notificatienummer: 2007/0622/NL) ter voldoening aan artikel 8, eerste lid, van richtlijn nr. 98/34/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 22 juni 1998 betreffende een informatieprocedure op het gebied van normen en technische voorschriften en regels betreffende de diensten van de informatiemaatschappij (PbEG L 204), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 98/48/EG van 20 juli 1998 (PbEG L 217).

De inwerkingtredingsdatum is vastgesteld op de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin de regeling wordt geplaatst. Hiermee wordt afgeweken van de vaste verandermomenten die voor milieuregelgeving met gevolgen voor het bedrijfsleven sinds kort als uitgangspunt gelden. Ook is afgeweken van het uitgangspunt dat minimaal drie maanden wordt aangehouden tussen publicatie en inwerkingtreding van regelgeving.

Ten aanzien van de onderhavige wijzigingsregeling is gekozen voor onmiddellijke inwerkingtreding, omdat door de onderhavige wijziging wordt voorkomen dat bepaalde ‘zware’ bestelauto’s en bussen in het openbaar vervoer ten onrechte niet voor subsidie in aanmerking komen.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer

  • 1

    Stcrt. 2006, 124; laatstelijk gewijzigd bij ministeriële regeling van 28 oktober 2007 (Stcrt. 220).

Naar boven