Aanwijzing inzake invoering vrije prijsvorming fysiotherapie

Aanwijzing van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 12 november 2007, nr. MC-U 2805004, op grond van artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg inzake invoering vrije prijsvorming fysiotherapie

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 7 van de Wet marktordening gezondheidszorg;

Na schriftelijk mededeling te hebben gedaan aan de Eerste en Tweede Kamer der Staten-Generaal (Brieven van 23 augustus 2007; Kamerstukken Tweede Kamer, vergaderjaar 2006–2007, 30 800 XVI, nr. 178);

Besluit:

Artikel 1

Deze aanwijzing is van toepassing op paramedische zorg zoals fysiotherapeuten die bieden.

Ter uitvoering van dit besluit stelt de Nederlandse Zorgautoriteit beleidsregels vast.

Artikel 2

1. De Nederlandse Zorgautoriteit stelt met ingang van 1 januari 2008 prestatiebeschrijvingen vast voor de in artikel 1 bedoelde zorg.

2. Met ingang van 1 januari 2008 gelden voor zorg als bedoeld in het eerste lid vrije tarieven als bedoeld in artikel 57, vierde lid, onder c, van de Wet marktordening gezondheidszorg.

Artikel 3

Deze aanwijzing treedt terstond in werking en wordt met de toelichting in de Staatscourant geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. Klink.

Toelichting

In mijn brieven van 23 augustus 2007 aan de Eerste en de Tweede Kamer der Staten-Generaal, heb ik aangekondigd om aan de Nederlandse Zorgautoriteit een aanwijzing te geven om per 1 januari 2008 vrije prijsvorming voor fysiotherapie in te voeren. Aanleiding zijn de positieve resultaten die de experimentele aanpak met vrije prijsvorming heeft opgeleverd.

Het experiment met vrije prijsvorming in de fysiotherapie is van start gegaan in 2005 en vloeide voort uit de motie van het Tweede Kamer-lid Schippers (2004, 29 200 XVI nr. 139). De motie riep de regering op om de wettelijke maximumtarieven voor fysiotherapie bij wijze van proef los te laten. Het experiment had tot doel om de effecten te meten van vrije prijsvorming op de doelmatigheid, betaalbaarheid, kwaliteit en toegankelijkheid (‘publieke belangen’) van de fysiotherapeutische zorg. Aan de orde waren de manier waarop zorgverzekeraars hun inkooprol vervulden, het kosteneffect, de kwaliteit van de verleende zorg, de mate waarin de burger geïnformeerd was over het behandelaanbod, zijn of haar keuzemogelijkheden daarin en zijn of haar tevredenheid daarover. De verwachting bij de proef was dat vrije prijsvorming zou leiden tot meer keuzevrijheid van de burger en een positieve impuls zou geven aan het ondernemerschap van de zorgaanbieder. Daarmee fungeerde het experiment als een gidsstudie voor de introductie van gereguleerde marktwerking binnen de eerstelijnszorg.

Als gevolg van de vrije prijsvorming is een positieve impuls gegeven aan kwaliteitsverbetering en productinnovatie en zijn er realistische tarieven ontstaan. Zorgverzekeraars en fysiotherapeuten hebben een evenwichtige relatie opgebouwd, waardoor de consument meer waar voor zijn geld krijgt binnen een breder assortiment van behandelingsmogelijkheden. Om die reden heb ik het advies van de NZa, zoals geformuleerd in de Monitor Fysiotherapie 2007, overgenomen om per 1 januari 2008 het experiment te beëindigen en voor onbepaalde tijd voor paramedische zorg zoals fysiotherapeuten die bieden over te gaan op een systeem van vrije prijsvorming.

De kaders van de Wet marktordening gezondheidszorg blijven evenwel van toepassing, waarmee de fysiotherapie onder het toezicht blijft vallen van de NZa. Daarmee blijft tevens een instrument voorhanden om, indien de markt voor fysiotherapie zich alsnog onaanvaardbaar ontwikkelt in relatie tot de publieke belangen, de tarieven aan een maximum te binden.

Artikelsgewijs

Artikel 1

In dit artikel wordt omschreven op welke zorg of diensten deze aanwijzing van toepassing is.

Artikel 2

In het eerste lid wordt bepaald dat de NZa prestatiebeschijvingen vaststelt voor paramedische zorg zoals fysiotherapeuten die bieden. Door prestatiebeschrijvingen vast te stellen wordt beoogd de producttransparantie te vergroten. Het is verboden voor dergelijke zorg andere prestaties in rekening te brengen dan door de NZa zijn vastgesteld.

Het tweede lid geeft aan dat er sprake is van vrije tarieven voor die prestaties.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

Naar boven