Tijdelijke regeling verlof met elektronisch volgsysteem

Regeling van de Staatssecretaris van Justitie van 6 november 2007, nr. 5509050/07, houdende regels inzake het gebruik van elektronische volgsystemen tijdens verlof van ter beschikking gestelden of anderszins verpleegden (Tijdelijke regeling verlof met elektronisch volgsysteem)

De Staatssecretaris van Justitie,

Gelet op artikel 53, zevende lid, van het Reglement verpleging ter beschikking gestelden;

Besluit:

Artikel 1

Begripsbepalingen

In deze regeling wordt verstaan onder:

a. reglement: Reglement verpleging ter beschikking gestelden;

b. verlof: het verlof als bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de wet;

c. elektronisch volgsysteem: het op afstand volgen van een ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde door middel van elektronische apparatuur, aangebracht op het lichaam, met als doel de verblijfsplaats, bewegingen en/of gedragingen van de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde tijdens het verlof te controleren.

Artikel 2

Doelgroep

Voor verlof met elektronisch volgsysteem kan in aanmerking komen iedere ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde, die beschikt over een verlofmachtiging van de Minister van Justitie, zoals bedoeld in artikel 50, eerste lid, van de wet.

Artikel 3

Criteria

1. Het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden bepaalt, met inachtneming van de persoonlijke, lichamelijke en geestelijke omstandigheden van de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde, of deze geschikt is om voor verlof met een elektronisch volgsysteem in aanmerking te komen.

2. Het verlof met elektronisch volgsysteem wordt als voorwaarde opgenomen in het verplegings- en behandelingsplan van de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde.

Artikel 4

Verplichtingen

In het verplegings- en behandelingsplan worden de met het verlof met elektronisch volgsysteem verbonden verplichtingen vastgelegd. Deze verplichtingen kunnen onder andere betreffen:

a. de zorgvuldige omgang met de apparatuur;

b. het niet afwijken van de afgesproken route of van de gemaakte afspraken tijdens het verlof;

c. het opvolgen van de aanwijzingen van het personeelslid of de medewerker, die tijdens het verlof het toezicht uitoefent.

Artikel 5

Inwerkingtreding

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Artikel 6

Citeertitel

Deze regeling wordt aangehaald als: Tijdelijke regeling verlof met elektronisch volgsysteem.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Justitie, N. Albayrak.

Toelichting

Inleiding

In de brief aan de Tweede Kamer over de proeven met Elektronisch volgsysteem (hierna: EVS) van 14 februari 2006/kamerstuk nr. 29452 is het beleid inzake elektronisch volgsystemen kenbaar gemaakt. Daarin is besloten niet tot de algemene invoering van EVS tijdens verlof in de sectoren tbs en JJI (jeugd) over te gaan.

Dit betekent echter niet dat de mogelijkheden die EVS kan bieden binnen de behandeling niet verder dienen te worden onderzocht. Zoals in de brief aan de Tweede Kamer is aangekondigd wordt verder geëxperimenteerd met de toepassing van EVS bij zowel ter beschikking gestelden als jeugdigen. De onderhavige regeling voorziet in het wettelijke kader voor de proeven in inrichtingen voor verpleging van ter beschikking gestelden.

Het accent van de proeven zal liggen op de toegevoegde waarde die EVS heeft bij preventie, de behandeling en als extra controlemiddel. De proeven zullen worden ingericht naar de toepassing van EVS in het dag- en behandelprogramma.

De onderhavige regeling vindt haar wettelijke basis in artikel 53, zevende lid, van het reglement. Verlof met EVS kan bij iedere vorm van verlof als bedoeld in artikel 53, eerste lid, van het reglement worden toegepast. Artikel 53, zevende lid, is een tijdelijke bepaling geldig tot 3 augustus 2008. Dat betekent dat de onderhavige regeling eveneens van tijdelijke aard is.

Deelname staat uitsluitend open voor ter beschikking gestelden of anderszins verpleegden die een verlofmachtiging van de Minister van Justitie hebben.

EVS is uitsluitend mogelijk bij verlof, maar geen onderdeel van de verlofaanvraag aan de Minister van Justitie. Indien een verlofmachtiging door de Minister is afgegeven, bepaalt het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden op basis van de individuele omstandigheden van de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde of EVS als voorwaarde aan het verlof wordt verbonden.

EVS als voorwaarde bij verlof wordt opgenomen in het verplegings- en behandelingsplan.

De gegevens, die met EVS worden verkregen zullen worden opgeslagen en kunnen worden geraadpleegd. De ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde wordt geïnformeerd wat met de gegevens gebeurd.

De hoofdstukken XIV tot en met XVI (beklag en beroep) zijn onverkort van toepassing.

Artikelsgewijs

Artikel 1

De definitie EVS biedt de mogelijkheid om met verschillende elektronische systemen ervaringen op te doen en geeft de ruimte voor proeven met toekomstige technische ontwikkelingen op dit gebied.

Onder EVS – als hier bedoeld – wordt verstaan, elektronische systemen, die zijn aangebracht op het lichaam, waarmee de verblijfsplaats, bewegingen of gedragingen van een ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde voortdurend of periodiek gevolgd kunnen worden. Periodiek volgen is bijvoorbeeld de controle op aanwezigheid op een bepaalde locatie en op bepaalde tijdstippen. Het is ook mogelijk om de gegevens vast te leggen om ze achteraf (op een later tijdstip) te raadplegen, bijvoorbeeld om te controleren of de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde zich aan de afspraken heeft gehouden. EVS kan bijvoorbeeld GPS-apparatuur zijn of een enkelband waarmee bepaalde stoffen in het lichaam, zoals alcohol of drugs, gemeten kunnen worden. Het doel is dan te controleren of de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde zich houdt aan afspraken geen alcohol te drinken of geen drugs te gebruiken tijdens verlof. Niet onder EVS valt het cameratoezicht. Hiervoor bestaat aparte regelgeving.

Artikelen 2 en 3

De doelgroep, die in aanmerking komt voor verlof met EVS is ruim geformuleerd om deze mogelijkheid van verlof voor een zo grote mogelijke groep ter beschikking gestelden of anderszins verpleegden te creëren.

Uiteindelijk neemt wel het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden op individueel niveau de beslissing of de ter beschikking gestelde geschikt is voor verlof met EVS.

EVS wordt opgenomen in het verplegings- en behandelingsplan van de ter beschikking gestelde en iedere keer dat de ter beschikking gestelde daadwerkelijk met verlof gaat moet het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden toetsen of de EVS voor dit concrete verlof een geschikte voorwaarde is.

Zoals bij elke verlofvoorwaarde moet de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde meewerken om het verlof succesvol te laten verlopen. Dit komt feitelijk neer op een (impliciete) instemming met de voorwaarde tot gebruikmaking van EVS. Een ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde gaat alleen met verlof als de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden het vertrouwen heeft, dat de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde zich aan de verlofvoorwaarden zal houden.

Voor EVS als voorwaarde bij verlof is in artikel 53, zevende lid, van het reglement expliciet opgenomen, dat deelname op vrijwillige basis berust. Hiermee wordt verduidelijkt dat de medewerking van de ter beschikking gestelde essentieel is voor het slagen van de proef.

In de ministeriële regeling wordt het criterium van vrijwilligheid niet meer geregeld omdat dit al voortvloeit uit artikel 53, zevende lid, van het reglement.

Voor het overige zie de opmerkingen in de inleiding.

De beoordeling of een ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde geschikt is om aan EVS deel te nemen, wordt op dit moment overgelaten aan het hoofd van de inrichting. Uit de evaluatie van de proeven zal moeten blijken of en hoe concrete criteria voor de deelname aan EVS geformuleerd zouden kunnen worden .

Artikel 4

Het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden neemt in het verplegings- en behandelingsplan op welke verplichtingen verbonden zijn aan het verlof met EVS. Deze verplichtingen kunnen, afhankelijk van de persoonlijke omstandigheden van de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde, verschillen. Daarom heeft het hoofd van de inrichting voor verpleging van ter beschikking gestelden hierin een bepaalde handelingsvrijheid. De opsomming in artikel 4 is dan ook niet limitatief.

De opname in het verplegings- en behandelingsplan betekent dat verlof met EVS tot de mogelijke voorwaarden tijdens verlof behoord en welke verplichtingen ermee verbonden zijn, indien voor EVS wordt gekozen. Ongeacht de opname in het verplegings- en behandelingsplan heeft de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde te allen tijde de mogelijkheid om de deelname te weigeren. Het is dan aan het hoofd van de inrichting om opnieuw te beoordelen of en onder welke voorwaarden de ter beschikking gestelde of anderszins verpleegde alsnog met verlof kan gaan.

De Staatssecretaris van Justitie,

N. Albayrak

Naar boven