Wijziging Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur

Regeling van de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer van 5 november 2007, nr. SAS/2007103331, tot wijziging van de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur (formulier verslaglegging)

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

Gelet op richtlijn nr. 2002/96/EG van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 27 januari 2003 betreffende afgedankte elektrische en elektronische apparatuur (PbEU L 37), zoals gewijzigd bij richtlijn nr. 2003/108/EG van 8 december 2003 (PbEU L 345) en de artikelen 21.6, zesde lid, en 21.8 van de Wet milieubeheer;

Besluit:

Artikel I

De Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur1 wordt als volgt gewijzigd:

A

In artikel 15 wordt de ‘de bijlage’ vervangen door: bijlage 1.

B

In artikel 16 wordt na ‘desbetreffende jaar’ ingevoegd: , waarbij hij gebruik maakt van het in bijlage 2 bij deze regeling opgenomen formulier.

C

De bijlage wordt als volgt gewijzigd:

1. Het opschrift ‘Bijlage behorende bij artikel 15’ wordt vervangen door: Bijlage 1, behorende bij artikel 15.

2. ‘Het formulier kan verzonden worden naar ministerie VROM, Bureau Afhandeling Mededelingen, Postbus 441, 3440 AK Woerden (telefoon 0348 487560).’ wordt vervangen door: Het formulier kan gezonden worden aan SenterNovem, ter attentie van Uitvoering Afvalbeheer/PBA, Postbus 93144, 2509 AC Den Haag (telefoonnummer helpdesk SenterNovem 030-2147979).

3. De tekst beginnende met ‘Artikel 12, tweede en derde lid Rea’ en eindigende met ‘de overeengekomen financieringsregelingen.’ wordt vervangen door: Artikel 12, tweede en derde lid Rea: Geef aan of u gebruik maakt van de afwijkingsmogelijkheid die in het derde lid is genoemd, met betrekking tot de financiering van het afvalbeheer van apparatuur, niet zijnde apparatuur van particuliere huishoudens, voorzover het apparatuur betreft die vóór 13 augustus 2005 op de markt is gebracht. Indien u van deze mogelijkheid gebruik maakt, vermeldt u tevens de overeengekomen financieringsregelingen.

D

Na bijlage 1 wordt als bijlage 2 ingevoegd de bij de onderhavige regeling behorende bijlage.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

Den Haag, 5 november 2007.
De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer, J.M. Cramer.

Bijlage bij artikel I, onderdeel D

Bijlage 2 behorende bij artikel 16

Formulier verslaglegging

Ingevolge artikel 16 bent u verplicht informatie te verstrekken over de resultaten van de uitvoering van de artikelen 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 13 alsmede over de hoeveelheid op de markt gebrachte elektrische en elektronische apparatuur in het desbetreffende jaar. Hiertoe is dit formulier opgesteld.

De in dit formulier gestelde vragen moeten zo volledig mogelijk worden beantwoord. De in te vullen gegevens moeten betrekking hebben op een kalenderjaar. Eventuele bijlagen kunnen ook bijgevoegd worden ter ondersteuning van uw verslaglegging. Met de verstrekte informatie zal vertrouwelijk omgegaan worden voor zover wettelijke (openbaarheids)regelingen niet dwingen tot openbaarmaking.

Het volledig ingevulde formulier kan worden gezonden aan SenterNovem t.a.v. Uitvoering Afvalbeheer / PBA, Postbus 93144, 2509 AC Den Haag. U kunt het formulier ook digitaal opvragen of downloaden van de site van SenterNovem Uitvoering Afvalbeheer (www.senternovem.nl/uitvoeringafvalbeheer => Wetten en regels => productbesluiten), zodat het verslag digitaal kan worden ingeleverd.

A. Gegevens bedrijf/collectief

Naam bedrijf/collectief

 

Postadres / postcode / plaats

 

Contactpersoon

 

Telefoonnummer contactpersoon

 

Datum ondertekening

 

Ondertekening

 

Jaar waarover verslag gedaan wordt (plus periode indien verslag niet betrekking heeft op heel jaar)

 

B. Op de Nederlandse markt gebrachte elektrische en elektronische apparatuur

Toelichting: Ingevolge artikel 16 bent u verplicht informatie te verstrekken over de hoeveelheid aan Nederlandse eindgebruikers ter beschikking gestelde elektrische en elektronische apparatuur. Het beschikbaar stellen kan zowel tegen betaling als gratis zijn. Een product wordt voor het eerst beschikbaar gesteld wanneer het product na de productiefase wordt overgedragen met de bedoeling het product te distribueren of het te gaan gebruiken (door Nederlandse eindgebruikers). Het gaat daarbij om het afzonderlijke product en niet om een type product of het nu als een losse eenheid of in serie is gefabriceerd. De rapportage dient zowel betrekking te hebben op in Nederland gefabriceerde apparaten (bestemd voor Nederlandse eindgebruikers) als in Nederland geïmporteerde apparaten bestemd voor Nederlandse eindgebruikers.

Voor de invulling van tabel 1 kunt u kiezen voor massa-eenheden (in tonnen) of voor aantallen.

Tabel 1. Op de Nederlandse markt gebrachte elektrische en elektronische apparatuur

Categorie volgens bijlage IA van richtlijn nr. 2002/96/EG

Op de markt gebrachte elektrische en elektronische apparatuur [ton]

Op de markt gebrachte elektrische en elektronische apparatuur [aantallen]

1. Grote huishoudelijke apparaten

  

2. Kleine huishoudelijke apparaten

  

3. IT- en telecommunicatieapparatuur

  

4. Consumentenapparatuur

  

5. Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen

  

6. Elektrisch en elektronisch gereedschap (uitgezonderd grote, niet-verplaatsbare industriële installaties)

  

7. Speelgoed, apparatuur voor sport en ontspanning

  

8. Medische hulpmiddelen (met uitzondering van alle geïmplanteerde en geïnfecteerde producten)

  

9. Meet- en controle-instrumenten

  

10. Automaten

  

C. Gescheiden inzameling afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

Toelichting: Ingevolge de artikelen 7 en 8 bent u verplicht de elektrische en elektronische apparatuur gescheiden in te zamelen respectievelijk te verwerken. Bij de rapportage over deze gegevens dient onderscheid gemaakt te worden tussen elektrische en elektronische apparatuur afkomstig van particuliere huishoudens (artikel 8) en elektrische en elektronische apparatuur die niet afkomstig is van particuliere huishoudens (artikel 7).

De invulling van tabel 2 dient in massa-eenheden (in tonnen) te geschieden.

Tabel 2. Gescheiden ingezamelde elektrische en elektronische apparatuur uit particuliere huishoudens en niet particuliere huishoudens

Categorie volgens bijlage IA van richtlijn nr. 2002/96/EG

Gescheiden ingezamelde elektrische en elektronische apparatuur

   
 

van particuliere huishoudens [ton]

niet afkomstig van particuliere huishoudens [ton]

1. Grote huishoudelijke apparaten

  

2. Kleine huishoudelijke apparaten

  

3. IT- en telecommunicatieapparatuur

  

4. Consumentenapparatuur

  

5. Verlichtingsapparatuur waarvan gasontladingslampen

  

6. Elektrisch en elektronisch gereedschap (uitgezonderd grote, niet-verplaatsbare industriële installaties)

  

7. Speelgoed, apparatuur voor sport en ontspanning

  

8. Medische hulpmiddelen (met uitzondering van alle geïmplanteerde en geïnfecteerde producten)

  

9. Meet- en controle-instrumenten

  

10. Automaten

  

D. Afvalbeheer ingezamelde afgedankte elektrische en elektronische apparatuur

Toelichting: Ingevolge artikel 10 bent u verplicht de door u gescheiden ingezamelde elektrische en elektronische apparatuur te verwerken. U bent tevens verplicht informatie te verstekken over de resultaten van de uitvoering van artikel 10. De verstrekte informatie dient bepaald te zijn op basis van de ‘Handreiking monitoring afgedankte elektrische en elektronische apparatuur’. Deze handreiking is te downloaden van de site van SenterNovem uitvoering afvalbeheer (www.senternovem.nl/uitvoeringafvalbeheer => Wetten en regels => productbesluiten => monitoringprotocol).

Onder het begrip ‘nuttige toepassing’ wordt verstaan de in bijlage IIB bij de Richtlijn 75/442/EEG bedoelde toepasselijke handelingen.

Onder het begrip ‘producthergebruik’ wordt verstaan het opnieuw gebruiken van elektrische en elektronische apparatuur of onderdelen daarvan voor hetzelfde doel als waarvoor zij oorspronkelijk zijn ontworpen. Bij de invulling van tabel 3 kan het hergebruik van volledige apparaten niet worden meegeteld, maar het onderdelenhergebruik kan wel worden meegeteld. De reden hiervan is dat, op grond van artikel 10, tweede lid, het hergebruik van een volledig apparaat niet wordt meegenomen bij de berekening van behaalde percentages nuttige toepassing of product/materiaalhergebruik De basis voor deze percentages is de hoeveelheid zoals weergegeven in tabel 2 minus het hergebruik van het volledige apparaat.

Onder het begrip ‘materiaalhergebruik’ wordt verstaan het na een be- of verwerking opnieuw gebruiken van materialen voor het oorspronkelijke doel of voor andere doeleinden, daaronder niet begrepen terugwinning van energie.

De be-/verwerking van afgedankte elektrische en elektronische apparatuur, die wordt uitgevoerd naar landen buiten de Europese Gemeenschap, wordt niet meegenomen bij het berekenen van de percentages zoals weergegeven in artikel 10. Uitzonderingen hierop zijn de nuttige toepassing en het hergebruik als product of materiaal, dat heeft plaatsgevonden in omstandigheden die gelijkwaardig zijn aan de voorschriften zoals weergegeven in artikel 9. Alleen onder die omstandigheden en als ook daadwerkelijk aangetoond kan worden dat de be-/verwerking buiten de Europese Gemeenschap op een gelijkwaardige manier heeft plaatsgevonden, kan de hoeveelheid die op zodanige wijze buiten de Europese Gemeenschap is verwerkt, worden meegenomen in tabel 3. Bij het invullen van tabel 3 is de locatie van de eerste scheidings/bewerkingsstap leidend. Zo dient bijvoorbeeld informatie over de be/verwerking van in Nederland ontmantelde apparaten volledig ingevuld te worden in de kolom ‘Afvalbeheer in Nederland’, ongeacht waar het materiaal uiteindelijk nuttig is toegepast (waarbij wel rekening gehouden moet worden met de randvoorwaarden voor het wel of niet meetellen van de be/verwerking buiten de Europese Gemeenschap).

Tabel 3. Afvalbeheer ingezamelde elektrische en elektronische apparatuur, naar bestemming en naar manier van be/verwerking

Categorie volgens bijlage IA van richtlijn nr. 2002/96/EG

Afvalbeheer in Nederland

Afvalbeheer in ander land Europese Gemeenschap

Afvalbeheer buiten Europese Gemeenschap

  

Hergebruik volledig apparaat [ton]

Product- en materiaal-

hergebruik [ton]

Nuttige toepassing [ton]

Hergebruik volledig apparaat [ton]

Product- en materiaal-

hergebruik [ton]

Nuttige toepassing [ton]

Hergebruik volledig apparaat [ton]

Product- en materiaal-

hergebruik [ton]

Nuttige toepassing [ton]

1.

Grote huishoudelijke apparaten

         

2.

Kleine huishoudelijke apparaten

         

3.

IT- en telecommunicatieapparatuur

         

4

Consumentenapparatuur

         

5.

Verlichtingsapparatuur

Waarvan

gasontladingslampen

         

6.

Elektrisch en elektronisch gereedschap (uitgezonderd grote, niet verplaatsbare industriële installaties)

         

7.

Speelgoed, apparatuur voor sport en ontspanning

         

8.

Medische hulpmiddelen (met uitzondering van alle geïmplanteerde en geïnfecteerde producten)

         

9.

Meet- en controle-instrumenten

         

10

Automaten

         

Toelichting

Ingevolge artikel 16 van de Regeling beheer elektrische en elektronische apparatuur dient de producent jaarlijks voor 1 juli een verslag te doen aan de Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer over de resultaten van de uitvoering van de artikelen 7, 8, 9, 10, 11, 12 en 13 tijdens het voorafgaande kalenderjaar, alsmede over de hoeveelheid op de markt gebrachte elektrische en elektronische apparatuur in het desbetreffende jaar. Om de administratieve lasten te verminderen en de verslaglegging te vereenvoudigen is een formulier opgesteld voor de indiening van het jaarverslag.

De Minister van Volkshuisvesting, Ruimtelijke Ordening en Milieubeheer,

J.M. Cramer

  • 1

    Stcrt. 2004, 142.

Naar boven