Wijziging Uitvoeringsregeling S&O-afdrachtvermindering 2006

Regeling van de Minister van Economische Zaken van 1 november 2007, nr. WJZ 7096898, houdende de wijziging van de Uitvoeringsregeling S&O-afdrachtvermindering 2006

De Minister van Economische Zaken,

Gelet op artikel 22, derde lid en 27, achtste lid, van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen;

Besluit:

Artikel I

In de Uitvoeringsregeling S&O-afdrachtvermindering 2006 wordt de bijlage bij artikel 1 vervangen door de bijlage bij deze regeling.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Dit besluit zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst met uitzondering van de bijlage die ter inzage wordt gelegd bij SenterNovem, agentschap van het Ministerie van Economische Zaken, Dokter van Deenweg 108, Zwolle, en die is te downloaden van de website www.senternovem.nl

Den Haag, 1 november 2007.
De Minister van Economische Zaken, M.J.A. van der Hoeven.

Toelichting

Deze regeling wijzigt het model van het aanvraagformulier dat ingevolge artikel 1 van de Uitvoeringsregeling S&O-afdrachtvermindering 2006 gebruikt moet worden voor het aanvragen van een S&O-verklaring.

Het aanvraagformulier is gewijzigd op een aantal redactionele punten. Deze bestaan onder meer uit het aanpassen van inmiddels verstreken data en het schrappen van vragen die irrelevant zijn geworden, vanwege wijzigingen in de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen, alsmede het verhelderen van minder duidelijke passages.

Er wordt op dit moment gewerkt aan een wetsvoorstel tot aanpassing van de Wet vermindering afdracht loonbelasting en premie voor de volksverzekeringen.

Zodra de beoogde wetswijziging tot stand is gekomen, zal de Uitvoeringsregeling S&O-afdrachtvermindering 2006 wijziging moeten ondergaan. Daarbij zal ook het aanvraagformulier opnieuw worden vastgesteld.

De voorliggende wijzigingen in het aanvraagformulier vloeien, op enkele tekstuele wijzigingen na, nagenoeg allemaal voort uit de wijzigingen die zich per 1 januari 2006 in de WBSO hebben voorgedaan.

Per 1 januari 2006 ( Belastingplan 2006; Tweede kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30306, nr. 1 en 3) is de definitie van speur- en ontwikkelingswerk enigszins verbreed. Het uitvoeren van een technisch onderzoek gericht op processen kan voor WBSO in aanmerking komen. Als gevolg hiervan dient deze uitbreiding van de definitie onderdeel uit te maken van het aanvraagformulier. Zoals u uit de toelichting bij het Belastingplan kunt opmaken leidt de verbreding van de definitie niet tot wijziging van administratieve lasten.

Ten gevolge van de derde nota van wijziging van het Belastingplan 2006 (Tweede Kamer, vergaderjaar 2005–2006, 30306, nr. 31) is de uitvoering van de WBSO zodanig veranderd dat de uitvoering van de WBSO nagenoeg geheel bij SenterNovem is komen te liggen per 1 januari 2006. Door deze wijziging zijn de administratieve lasten voor het bedrijfsleven per 1 januari 2006 per saldo afgenomen met 0,44 mln. Door het vervallen van de taken van de Belastingdienst en de verdere vereenvoudiging van de berekening van de WBSO vindt een vermindering van administratieve lasten plaats (0,83 mln.) Daartegenover staat een geringe vermeerdering van administratieve lasten door de extra taken van SenterNovem.(0,39 mln.)

De opzet van de WBSO is door de overheveling gewijzigd. De subsidie wordt verleend op basis van het gemiddelde S&O-loon van de onderneming in een vorig jaar in plaats van de werkelijke loonkosten. Voor het aanvraagformulier had dit tot gevolg dat de aanvraagperiode per periode veranderde in een maand en dat er andere gegevens nodig zijn voor de berekening van S&O-loon. Bovengenoemde verdere vereenvoudiging van de berekening heeft derhalve gevolgen voor het aanvraagformulier. Als gevolg van de vereenvoudiging zijn de administratieve lasten per saldo verminderd. Het aanvraagformulier maakt hier een onderdeel van uit.

Deze wijzigingsregeling heeft derhalve geen effect op de administratieve lasten.

De Minister van Economische Zaken,

M.J.A. van der Hoeven

Naar boven