Wijziging Warenwetregeling gedehydrateerde melk 2003 ter uitvoering van richtlijn 2007/61/EG

Regeling van de Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 31 oktober 2007, nr. VGP/VV 2808105, houdende wijziging van de Warenwetregeling gedehydrateerde melk 2003 ter uitvoering van richtlijn 2007/61/EG

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op richtlijn nr. 2007/61/EG van de Raad van de Europese Unie van 26 september 2007 (PbEU L 258) tot wijziging van richtlijn 2001/114/EG inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk, alsmede op artikel 4, tweede lid, onder a, van het Warenwetbesluit Zuivel;

Besluit:

Artikel I

De Warenwetregeling gedehydrateerde melk 20031 wordt als volgt gewijzigd:

A

Artikel 1, eerste lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b en c vervalt steeds het woord ‘rechtstreeks’.

2. Onder vervanging van de punt aan het slot van onderdeel d door een puntkomma worden vijf onderdelen toegevoegd, luidende:

e. verordening (EG) 853/2004: verordening (EG) nr. 853/2004 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 29 april 2004 houdende vaststelling van specifieke hygiënevoorschriften voor levensmiddelen van dierlijke oorsprong (PbEU L 139 en L 226);

f. melkretentaat: het product dat wordt verkregen door het concentreren van melkeiwit door ultrafiltratie van melk of geheel of gedeeltelijk afgeroomde melk;

g . melkpermeaat: het product dat wordt verkregen door het verwijderen van melkeiwit en melkvet door ultrafiltratie van melk of geheel of gedeeltelijk afgeroomde melk;

h. lactose: natuurlijk bestanddeel van melk dat normaal gesproken wordt verkregen uit wei, met een gehalte aan watervrij lactose van ten minste 99,0% m/m op basis van de droge stof, die watervrij is of door kristallisatie één watermolecuul bevat;

i. verordening (EG) 1925/2006: verordening (EG) nr. 1925/2006 van het Europees Parlement en de Raad van de Europese Unie van 20 december 2006 betreffende de toevoeging van vitaminen en mineralen en bepaalde andere stoffen aan levensmiddelen (PbEU L 404).

B

In artikel 3 wordt ‘de bij of krachtens het Warenwetbesluit Zuivel gestelde voorschriften’ vervangen door: de bij of krachtens verordening (EG) 853/2004 gestelde voorschriften.

C

Aan § 2 wordt een artikel toegevoegd, luidende:

Artikel 3a

Onverminderd de artikelen 2 en 3 mag het eiwitgehalte van melk worden gewijzigd tot een minimumgehalte van 34 gewichtsprocenten (uitgedrukt in vetvrije droge stof) door toevoeging of verwijdering van uitsluitend:

a. melkretentaat;

b. melkpermeaat; of

c. lactose;

mits de verhouding tussen wei-eiwit en caseïne in de gewijzigde melk niet wordt veranderd.

Artikel II

Deze regeling treedt in werking met ingang van de tweede dag na de dagtekening van de Staatscourant waarin zij wordt geplaatst.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, A. Klink.

Toelichting

Op 17 januari 2002 is gepubliceerd richtlijn nr. 2001/114/EG van de Raad van de Europese Unie van 20 december 2001 inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk (PbEG 2002, L 15), verder te noemen: richtlijn 2001/114/EG.

Richtlijn 2001/114/EG is uitgevoerd bij de Warenwetregeling gedehydrateerde melk 2003.

Op 4 oktober 2007 is gepubliceerd richtlijn nr. 2007/61/EG van de Raad van de Europese Unie van 26 september 2007 (PbEU L 258) tot wijziging van richtlijn 2001/114/EG inzake bepaalde voor menselijke voeding bestemde, geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk, verder te noemen: richtlijn 2007/61/EG.

Gezien het voorgaande dient richtlijn 2007/61/EG te worden uitgevoerd door wijziging van de Warenwetregeling gedehydrateerde melk 2003. Deze regeling zorgt daarvoor.

In het gewijzigde artikel 3 van de Warenwetregeling gedehydrateerde melk 2003 wordt nu verwezen naar verordening (EG) 853/20041 , aangezien bijlage III, sectie IX, van die verordening inmiddels de hygiënevoorschriften bevat voor onder andere rauwe melk en zuivelproducten.

In het nieuwe artikel 3a van de Warenwetregeling gedehydrateerde melk 2003 zijn regels gesteld voor de standaardisatie van het eiwitgehalte van bepaalde geheel of gedeeltelijk gedehydrateerde verduurzaamde melk. Hiermee is tegemoet gekomen aan de toenemende behoefte aan harmonisatie in de internationale handel in melk en melkproducten.

Deze regeling heeft geen gevolgen voor de administratieve lasten voor de burger of het bedrijfsleven, en heeft ook verder geen bedrijfseffecten.

In onderstaande tabel is het verband weergegeven tussen richtlijn 2007/61/EG, deze regeling en de bij deze regeling gewijzigde Warenwetregeling gedehydrateerde melk 2003.

Richtlijn 2007/61/EG

Deze regeling

Warenwetregeling gedehydrateerde melk 2003

artikel 1.1

– (geen implementatie noodzakelijk; was geregeld bij het Warenwetbesluit Toevoeging micro-voedingsstoffen aan levensmiddelen, dat inmiddels is aangepast in verband met de totstandkoming van verordening (EG) 1925/2006)

artikel 1.2

artikel I onder B en C

artikelen 1.1 onder b, c, en e tot en met i, 3, 3a en 3b

artikel 2.1 eerste alinea

artikel II

artikel 2.1 tweede alinea

opschrift en aanhef

artikelen 2.2 en 3

– (geen implementatie vereist)

bijlage punten 1 en 2

artikel I onder A.1

artikel 1.1. onder c

bijlage punt 3

artikel I onder A.2 en B

artikel 3

bijlage punt 4

artikel I onder A.2 en C.

artikelen 1.1 onder f tot en met i, 3a

 

Punt 4, onder a, is niet geïmplementeerd, aangezien die bepaling overbodig is gezien het rechtstreeks van toepassing zijn van verordening (EG) 1925/2006 in Nederland. Uit verordening (EG) 1925/2006 blijkt reeds welke vitaminen en mineralen aan levensmiddelen mogen worden toegevoegd.

 

De Minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

A. Klink

  • 1

    Stcrt. 2003, 60.

Naar boven