Wijziging Regeling subsidies AWBZ en de Regeling zorgverzekering

Regeling van de Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport van 31 oktober, nr. Z/VU-2805174, houdende wijziging van de Regeling subsidies AWBZ en de Regeling zorgverzekering

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

Gelet op artikel 44 van de AWBZ, artikel 3.1.7 van de Invoerings- en aanpassingswet Zorgverzekeringswet en artikel 68 van de Zorgverzekeringswet;

Besluit:

Artikel I

De Regeling subsidies AWBZ wordt als volgt gewijzigd:

A

Na artikel 1.10.1 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 1.10.2

Indien het College zorgverzekeringen bij de vaststelling van de subsidie rekening houdt met de ontwikkeling van het prijspeil of met de ontwikkeling in de kosten van de arbeidsvoorwaarden, en het bedrag aan subsidies dat alsdan op grond van een subsidieparagraaf vastgesteld zou worden het in die paragraaf genoemde subsidieplafond voor het desbetreffende jaar zou overschrijden, wordt dat plafond verhoogd met het verschil tussen het totaal door het College zorgverzekeringen op grond van die paragraaf aan subsidies vast te stellen bedrag en dat plafond.

B

In de artikelen 2.1.5 en 2.1.6 wordt ‘2007’ vervangen door: 2008.

C

Artikel 2.5.2 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het eerste lid wordt ‘2007 € 164 627 884’ vervangen door: 2008 € 170 188 414.

2. In het tweede lid wordt ‘2007 € 1 462 126’ vervangen door: 2008 € 1 511 511.

D

Artikel 2.5.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In het derde lid wordt ‘€ 1 814’ vervangen door: € 1 873

2. In het vierde lid wordt ‘2006’ vervangen door ‘2007’, wordt ‘€ 1 782’ vervangen door ‘€ 1 814’ en wordt ‘1,81%’ vervangen door: 3,25%.

E

In artikel 2.5.4, tweede lid, wordt ‘€ 264’ vervangen door ‘€ 273’, wordt ‘€ 1 130’ vervangen door ‘€ 1 168’, wordt ‘€ 1 658’ vervangen door ‘€ 1 714’, wordt ‘€ 1 281’ vervangen door ‘€ 1 324’, wordt in onderdeel e ‘€ 754’ vervangen door ‘€ 779’, wordt in onderdeel f ‘€ 754’ vervangen door ‘€ 779’, wordt ‘€ 1 059’ vervangen door ‘€ 1 095’, wordt ‘€ 1 733’ vervangen door ‘€ 1 792’ en wordt ‘€ 528’ vervangen door: € 545.

F

Na artikel 2.5.8 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.5.9

1. De MEE-organisatie overlegt met de gemeenten in haar werkgebied over de invulling van de activiteiten, bedoeld in artikel 2.5.1.

2. De MEE-organisatie legt de uitkomsten van het overleg vast in een door de MEE-organisatie en de betrokken gemeente gezamenlijk te ondertekenen schriftelijke overeenkomst.

3. Het College zorgverzekeringen kan voor de in het tweede lid bedoelde overeenkomst een model vaststellen.

4. De MEE-organisatie zendt de in het tweede lid bedoelde overeenkomst uiterlijk 1 mei 2008 naar het College zorgverzekeringen.

5. Indien de gemeente de overeenkomst niet ondertekent, maakt de MEE-organisatie inzichtelijk welke inspanningen zij heeft verricht om tot mede-ondertekening te komen.

G

In artikel 2.7.2 vervallen de woorden ‘of heeft gebouwd en exploiteert’.

H

In artikel 2.7.5 wordt ‘2007 € 4 350 178’ vervangen door: 2008 € 2 160 947.

I

Artikel 2.7.6 komt te luiden:

Artikel 2.7.6

1. Het College zorgverzekeringen verleent subsidie volgens de Beleidsregel Projectsubsidies voor ADL-clusters.

2. De volgende lasten worden tot maximaal de in de beleidsregel genoemde normbedragen in aanmerking genomen:

a. de grond- en bouwkosten van de ADL-eenheid;

b. de extra grond- en bouwkosten van de ADL-woningen die nodig zijn voor de verruiming van de ADL-woningen ten opzichte van normale woningen in het complex;

c. de kosten van de standaardinrichtingselementen van de ADL-eenheid en de ADL-woningen, met uitzondering van de kosten van het individueel aanpassen en nastellen van deze inrichtingselementen en van de kosten van voor rolstoelgebruik geschikte vloerbedekking;

d. bijkomende kosten, voor zover zij gezamenlijk niet meer dan 10% van de in de onderdelen a en c genoemde kosten bedragen:

1°. de risicoverrekening van loon- en materiaalkosten;

2°. het architectenhonorarium;

3°. kosten van toezicht op de uitvoering van de woningaanpassing;

4°. financieringskosten, en

5°. administratiekosten;

e. de netto-contante waarde van de exploitatiekosten van de ADL-eenheid over twintig jaren tot een maximum van € 927 per jaar, berekend overeenkomstig de volgende formule:

stcrt-2007-217-p13-SC82904-1.gif

waarbij wordt verstaan onder:

t: aantal jaren;

r: de EURIBOR-rentevoet voor leningen met een looptijd van een jaar op 1 januari van het jaar waarin de aanvraag van subsidie bij het College zorgverzekeringen is ingediend.

3. In afwijking van artikel 1.3.1, kan het College zorgverzekeringen, in gevallen waarin sprake is van redelijkerwijs niet voorziene kosten, een aanvullende subsidie verlenen.

4. Indien de ADL-eenheid langer dan 20 jaar in gebruik is, komt de netto-contante waarde van de exploitatiekosten van de ADL-eenheid over tien jaren tot een maximum van € 927 per jaar, berekend overeenkomstig de formule in lid 2 onder e, in aanmerking voor subsidie.

5. Het College zorgverzekeringen kan aan de subsidieverlening, genoemd in het eerste lid, nadere verplichtingen verbinden.

J

Artikel 2.7.7 komt te luiden

Artikel 2.7.7

1. De subsidieaanvraag gaat vergezeld van alle gegevens zoals genoemd in hoofdstuk 2.4 van de Beleidsregel Projectsubsidies voor ADL-clusters.

2. De gegevens in het eerste lid zijn niet vereist bij een aanvraag voor subsidie, bedoeld in artikel 2.7.6, vierde lid.

K

In artikel 2.7.8, eerste lid, onderdeel c, wordt ‘, blijkens een door hen daartoe ondertekend aanhangsel bij de huurovereenkomst, zich vóór het betrekken van de ADL-woning verplichten te’ vervangen door: een aanhangsel bij de huurovereenkomst ondertekenen waarin zij verklaren uit de woning te zullen.

L

Aan artikel 2.8.1 wordt toegevoegd: Het College zorgverzekeringen verleent de projectsubsidies volgens de Beleidsregel Projectsubsidies voor ADL-clusters. In deze beleidsregel zijn normbedragen vastgelegd voor de kosten van aanpassingen zoals genoemd in artikel 2.8.2, tweede lid.

M

Artikel 2.8.2, tweede lid, wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel a, onder 2°, wordt ‘BRG-toiletsteunen’ vervangen door: toiletsteunen.

2. In onderdeel b, onder 6°, wordt ‘handvaten’ vervangen door: handvatten.

N

Artikel 2.8.3 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b, wordt ‘€ 350’ gewijzigd in: € 1 000.

2. In onderdeel c, wordt ‘onderdelen c of d, genoemde aanpassingen, indien deze lager zijn dan € 500 per bewoner’ vervangen door: onderdelen b, c of d, genoemde aanpassingen, indien deze lager zijn dan € 1 000 per bewoner.

O

In artikel 2.8.4 wordt ‘2007 € 6 000 000’ vervangen door: 2008 € 6 202 658.

P

Artikel 2.8.5 wordt als volgt gewijzigd:

1. De aanduiding ‘1’ voor de tekst vervalt.

2. In de onderdelen a, b en c wordt ‘de vaststelling’ vervangen door: het aanbrengen van de aanpassing.

Q

In artikel 2.9.5, eerste lid, wordt ‘2007 € 59 369 500’ vervangen door: 2008 € 63 819 130.

R

Artikel 2.11.1 wordt als volgt gewijzigd:

1. Onderdeel d komt te luiden:

d. Mildredhuis te Arnhem, Stichting Mildredhuis, Centrum voor seksuele gezondheid Arnhem e.o.

2. Onderdeel g komt te luiden:

g. Stichting RutgersStimezo Zuid Nederland, centrum voor seksuele gezondheid Eindhoven e.o.

S

Na artikel 2.11.3 wordt een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 2.11.3a

In aanvulling op artikel 1.8.1 verplicht de subsidieontvanger zich zorg te dragen voor zowel de continuïteit van de te leveren zorg als voor een sluitende exploitatie van de instelling.

T

Artikel 2.11.4 wordt als volgt gewijzigd:

1. In onderdeel b, onder 5°, wordt ‘bestemming, de huur’ vervangen door: bestemming een en ander in samenhang met het bepaalde in artikel 2.11.12, de huur.

2. Na onderdeel b, 7°, wordt een nieuw onderdeel toegevoegd, luidende:

c. Baten en lasten worden alleen dan verantwoord in de exploitatie als deze verband houden met de in artikel 2.11.2, eerste lid, genoemde activiteiten.

U

Artikel 2.11.6 wordt als volgt gewijzigd:

1. ‘€ 372’ wordt vervangen door ‘€ 385’, ‘€ 224’ wordt vervangen door ‘€ 232’, ‘€ 157’ wordt vervangen door ‘€ 162’, ‘€ 97’ wordt vervangen door ‘€ 100’, ‘€ 287’ wordt vervangen door ‘€ 297’, ‘€ 22 460’ wordt vervangen door ‘€ 23 217’, ‘€ 27 551’ wordt vervangen door ‘€ 28 479’ en ‘€ 36’ wordt vervangen door: € 37.

2. In onderdeel e wordt ‘een toeslag voor huisvestingskosten, te berekenen als volgt:’ vervangen door: voor huisvestingskosten:.

V

In de artikelen 2.11.8, 2.11.9, 2.11.10 en 2.11.11 wordt ‘College tarieven gezondheidszorg’ telkens vervangen door: zorgautoriteit.

Artikel II

De Regeling zorgverzekering wordt als volgt gewijzigd:

Onder vernummering van artikel 6.2.36 tot artikel 6.2.36.1, wordt na artikel 6.2.36.1 (nieuw) een artikel ingevoegd, luidende:

Artikel 6.2.36.2

Indien het College zorgverzekeringen bij de vaststelling van de subsidie rekening houdt met de ontwikkeling van het prijspeil of met de ontwikkeling in de kosten van de arbeidsvoorwaarden, en het bedrag aan subsidies dat alsdan op grond van een subsidieparagraaf vastgesteld zou worden het in die paragraaf genoemde subsidieplafond voor het desbetreffende jaar zou overschrijden, wordt dat plafond verhoogd met het verschil tussen het totaal door het College zorgverzekeringen op grond van die paragraaf aan subsidies vast te stellen bedrag en dat plafond.

Artikel III

Deze regeling treedt in werking met ingang van 1 januari 2008.

Deze regeling zal met de toelichting in de Staatscourant worden geplaatst.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport, M. Bussemaker.

Toelichting

Algemeen

Met de onderhavige regeling zijn de bedragen in de Regeling subsidies AWBZ ten behoeve van de subsidies in 2008 trendmatig aangepast.

Artikelsgewijs

Artikel I

Onderdeel A

Het College voor zorgverzekeringen (CVZ) kan verleende subsidies bij de vaststelling indexeren op basis van het indexcijfer voor lonen of prijzen. Het is een bestendige praktijk dat het aldus berekende bedrag vastgesteld wordt, zelfs indien daarmee in totaal het in een specifieke subsidieparagraaf geregelde subsidieplafond overschreden wordt. Voorliggend artikel codificeert die bestendige praktijk in die zin, dat alsdan het subsidieplafond wordt verhoogd met het verschil tussen het bedrag dat het CVZ op basis van de verrichte indexatie van plan is vast te stellen en het in de desbetreffende paragraaf geregelde plafond. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting op artikel 1.7.3.

Onderdelen C en D

Deze wijziging betreft een trendmatige aanpassing met 3,37%. Het aantal inwoners in Nederland is in 2006 met ongeveer 23 782 gestegen. De stijging van het normbedrag per 1000 inwoners wordt daarom gedempt tot 3,25%.

Onderdeel E

De normbedragen in het tweede lid zijn gebaseerd op de volgende gemiddelde duur van de diensten.

Dienst A

3,5 uur

Dienst B1

15,0 uur

Dienst B2

22,0 uur

Dienst B3

17,0 uur

Dienst B4

10,0 uur

Dienst B5

10,0 uur

Dienst C

10,0 uur

Dienst D

23,0 uur

Dienst E

7,0 uur

Het uurtarief voor dienst C bedroeg in 2007 € 105,92. Indexering met 3,37% leidt voor 2008 tot een uurtarief van € 109,49.

Het uurtarief voor de overige diensten bedroeg in 2007 € 75,36. Indexering met 3,37% leidt voor 2008 tot een uurtarief van € 77,90.

Deze uurtarieven zijn gebaseerd op 1140 werkbare uren per consulent per jaar.

De uurtarieven zijn vervolgens vermenigvuldigd met de normtijden.

Onderdeel F

Gemeenten zijn in het kader van de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) verantwoordelijk voor de invulling van het prestatieveld ‘informatie, advies en cliëntondersteuning’. MEE-organisaties ontvangen een specifieke subsidie voor het uitvoeren van deze taken.

In het bestuursakkoord tussen rijk en gemeenten hebben het rijk en de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG) afgesproken dat er – na ommekomst van het onlangs gevraagde SER-advies – nader gesproken zal worden over de MEE-gelden. In dat bestuursakkoord is verder vastgelegd dat het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS) in de subsidievoorwaarden van de MEE-organisaties de verplichting opneemt dat MEE-organisaties met gemeenten overleggen over de uitvoering van de MEE-activiteiten. Deze wijziging formaliseert die toezegging.

Het doel van deze voorwaarde in de subsidieregeling is om de samenwerking tussen gemeenten en MEE-organisaties te bevorderen, opdat:

– integrale cliëntondersteuning voor alle doelgroepen op lokaal niveau bevorderd wordt, inclusief de doelgroep van mensen met een ggz-achtergrond;

– gemeenten hun regieverantwoordelijkheid voor cliëntondersteuning ook voor de MEE-doelgroepen waar kunnen maken;

– MEE-organisaties passen in de lokale structuren met inachtneming van de bovenregionale structuren.

Het is de bedoeling dat in het overleg tussen de gemeenten en de MEE-organisaties in elk geval de volgende onderwerpen aan de orde komen:

– hoe de MEE-organisatie samenwerkt met het Wmo-loket van de gemeente;

– hoe de MEE-organisatie samenwerkt met andere aanbieders van cliëntondersteuning en overige relevante actoren;

– hoe de MEE-organisatie bijdraagt aan de invulling van het geformuleerde gemeentelijke beleid op het gebied van cliëntondersteuning. Het uitgangspunt is daarbij dat de MEE-organisatie vastgestelde doelgroepen kent, overeenkomstig artikel 2.5.1, eerste lid van deze regeling. In de onderlinge samenwerking is er synergiewinst te halen voor alle doelgroepen. De MEE-organisatie kan haar professionaliteit hierbij inbrengen. Hierbij valt bijvoorbeeld te denken aan: informatieverstrekking door het uitgeven van bijvoorbeeld gezamenlijke folders, vakinhoudelijke kennisdeling en het benutten van elkaars netwerken;

– hoe de MEE-organisatie op basis van haar signalerende rol de gemeente adviseert over het gemeentelijke beleid op het gebied van de cliëntondersteuning en het beleid met betrekking tot mensen met een beperking.

Ten overvloede zij opgemerkt dat op deze subsidievoorwaarde artikel 4:46, tweede lid, onderdeel b, van de Awb van toepassing is. Dat artikel bepaalt dat de subsidie lager kan worden vastgesteld indien de subsidie-ontvanger niet heeft voldaan aan de aan de subsidie verbonden verplichtingen.

Vanzelfsprekend kunnen MEE-organisaties de gemeenten niet dwingen om met hen overleg te voeren. Ook is denkbaar dat gemeenten wel bereid zijn tot overleg maar niet bereid zijn tot medeondertekening van de overeenkomst. Om die reden is in het vijfde lid de inzet van de MEE-organisatie beperkt tot een inspanningsverplichting. Die inspanning zal de MEE-organisatie dan wel inzichtelijk moeten maken.

Onderdeel G

De woorden ‘heeft gebouwd en exploiteert’ scheppen verwarring omdat in artikel 2.7.4 is geregeld dat geen subsidie wordt verstrekt als met de bouw van het cluster een aanvang is gemaakt voordat is beslist op de subsidieaanvraag. De wijziging heeft als doel aan deze verwarring een einde te maken.

Onderdeel H

In de jaren 2004–2006 was er een aanzienlijke onderuitputting van de subsidieplafonds van de ADL-bouwregeling. In de jaren 2004–2006 zijn respectievelijk € 2 miljoen, € 2,5 miljoen en € 2 miljoen overgeheveld van deze subsidieplafonds naar de ADL-aanpassingenregeling, omdat daar tekorten waren. In 2007 is het subsidieplafond voor de ADL-bouwregeling reeds aanzienlijk verlaagd (van € 7,5 miljoen naar € 4,35 miljoen). Een verdere verlaging van het subsidieplafond naar € 2 160 947 in 2008 is gebaseerd op een analyse van de werkelijke subsidieverleningen ADL-bouw in de periode 2004–oktober 2007. In de periode 2004–2006 zijn per subsidiejaar maximaal twee nieuwbouwprojecten gefinancierd. Tot 1 oktober 2007 zijn er nog geen nieuwbouwprojecten gefinancierd ten laste van het subsidiejaar 2007. Met het (verlaagde) subsidieplafond 2008 is het mogelijk om ook ten laste van het subsidiejaar 2008 nog twee nieuwbouwprojecten te financieren.

Onderdeel I

Het CVZ heeft op 19 juni 2007 de beleidsregel Projectsubsidies voor ADL-clusters vastgesteld (Staatscourant 2007, nr. 127). In de bij deze beleidsregel horende notitie Projectsubsidies voor ADL-clusters zijn de procedures vastgelegd die het CVZ hanteert bij het verlenen van subsidie. Tevens bevat de notitie normbedragen voor grond- en bouwkosten en voor kosten van standaardinrichtingselementen. Omdat de normbedragen in de praktijk van groot belang zijn, komt het de rechtszekerheid ten goede om het vaststellen van die normbedragen in de subsidieparagraaf te borgen.

Artikel 2.7.6 is voorts aangepast om een goede aansluiting bij de beleidsregel te borgen. Het bedrag genoemd in het tweede lid, onderdeel e, en in het vierde lid was sinds 2003 gemaximeerd op € 842 per jaar. Dit bedrag is conform de indexeringspercentages voor de normbedragen voor de jaren vanaf 2003 geïndexeerd tot maximaal € 927 per jaar.

Onderdeel J

De nieuwe tekst van artikel 2.7.7 verwijst voor alle duidelijkheid naar de aanvraagprocedure zoals is neergelegd in de beleidsregel Projectsubsidies voor ADL-clusters.

Onderdeel K

Dit is een tekstuele wijziging.

Onderdeel L

Het CVZ heeft op 19 juni 2007 de Beleidsregel Projectsubsidies voor ADL-clusters vastgesteld. In de bij deze beleidsregel horende notitie zijn de procedures vastgelegd die het CVZ hanteert bij het verlenen van subsidie. Tevens bevat de notitie normbedragen voor bepaalde aanpassingen en nastellingen. Door het toevoegen van een zin aan artikel 2.8.1 is voor subsidieontvangers duidelijk dat de subsidieverstrekking conform de beleidsregel plaatsvindt.

Onderdeel M

BRG is een merknaam en hoort daarom niet thuis in de regelgeving.

Onderdeel N

Het alarmintercomsysteem is een voor de cliënt essentiële voorziening. Er is soms acute noodzaak tot reparatie. Verhogen van het bedrag betekent een vermindering van administratieve lasten omdat er minder verleningsbeschikkingen moeten worden gevraagd en afgegeven. Ook kan er ten behoeve van de cliënt slagvaardiger worden geopereerd.

Het opnemen van onderdeel b is het rechtzetten van een omissie, want ook voor de kosten bedoeld in artikel 2.8.2, eerste lid, onderdeel b, wordt in de praktijk geen voorafgaande toestemming gevraagd als deze beneden een bepaald bedrag vallen.

Door het bedrag van de aanpassingen waarvoor niet vooraf toestemming hoeft te worden gevraagd te verhogen van € 500 tot € 1 000 worden de administratieve lasten flink teruggebracht en kan er slagvaardiger worden geopereerd. Er is soms namelijk sprake van acute noodzaak tot reparatie of nastelling van voor de cliënt essentiële voorzieningen, zonder welke hij niet zelfstandig kan functioneren of de woning betrekken. Uitsluitend voor deze individuele voorzieningen is een laagdrempelige procedure wenselijk. Voor de cliënt ontstaat anders soms een onleefbare situatie, terwijl bij de nieuwbouwprocedure soms snel beslissingen moeten worden genomen om leegstand of onnodige extra kosten achteraf te voorkomen.

Onderdeel P

De bepalingen onder a, b en c zijn bedoeld om de kosten van aangebrachte aanpassingen voor een deel op de bewoner te verhalen als deze kort na het aanbrengen van de aanpassingen de woning verlaat. Het woord vaststelling is in dit kader niet juist gebruikt. De vaststelling speelt een rol in het traject tussen subsidieontvanger en het CVZ, maar hier staat de bewoner verder buiten.

Onderdeel Q

In de voorgaande jaren is toestemming verleend voor nieuwe clusters. In de loop van 2007 is een aantal nieuwe clusters in gebruik genomen en ook in 2008 zullen er weer een aantal van start gaan. Om tegemoet te komen aan de vraag naar ADL-assistentie in deze nieuwe clusters en ook omdat er sprake is van enige toename van zorgzwaarte in bestaande clusters, is het subsidieplafond 2007 verhoogd.

Onderdeel R

Deze aanpassing is nodig omdat bij een aantal abortusklinieken de statutaire naam is gewijzigd.

Onderdeel S

Het begrip ‘continuïteit’ in artikel 2.11.3a kent twee pijlers. Enerzijds moet de abortuskliniek de voortgang van activiteiten in financiële zin waarborgen; anderzijds moet de abortuskliniek de dienstverlening in medische inhoudelijke zin waarborgen. Beide pijlers zijn onlosmakelijk met elkaar verbonden. Het vorenstaande sluit goed aan bij de initiatieven voor verbetering van de publieke dienstverlening en het nieuwe besef van maatschappelijk ondernemen zoals dat in het programma Good Governance is vastgelegd (brief van de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties van 29 juni 2006 aan de Tweede Kamer (Kamerstukken II, 2005/06 29 362, nr. 100).

Het is de uitdaging voor de abortusklinieken om naast de zorg voor de kwaliteitsaspecten van de abortushulpverlening, de professionaliteit van de bedrijfsvoering sterk te verbeteren.

Onderdeel T

De toevoeging in onderdeel b, 5° benadrukt nog eens het bepaalde in artikel 2.11.12.

Onderdeel c is opgenomen om te benadrukken dat het CVZ op basis van de subsidieparagraaf subsidie verleent voor de activiteiten genoemd in artikel 2.11.2, die worden beschouwd als de core-businesss van de instelling.

Onderdeel V

Dit zijn technische aanpassingen omdat de taken van het College tarieven gezondheidszorg zijn overgenomen door de Nederlandse Zorgautoriteit.

Artikel II

Het CVZ kan verleende subsidies bij de vaststelling indexeren op basis van het indexcijfer voor lonen of prijzen. Het is een bestendige praktijk dat het aldus berekende bedrag vastgesteld wordt, zelfs indien daarmee in totaal het in een specifieke subsidieparagraaf geregelde subsidieplafond overschreden wordt. Voorliggend artikel codificeert die bestendige praktijk in die zin, dat alsdan het subsidieplafond wordt verhoogd met het verschil tussen het bedrag dat het CVZ op basis van de verrichte indexatie van plan is vast te stellen en het in de desbetreffende paragraaf geregelde plafond. Voor een nadere toelichting wordt verwezen naar de toelichting op artikel 6.2.16.

De Staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

M. Bussemaker

Naar boven